• No results found

Belangrijkste conclusies uit voorgaande evaluaties

3 CNK-programma in vogelvlucht

3.3 Belangrijkste conclusies uit voorgaande evaluaties

Het programma is meerdere malen geëvalueerd en de uitkomsten hiervan zijn in deze paragraaf samengevat. Iedere evaluatie had zijn eigen criteria, in dit overzicht zijn de conclusies gepresenteerd volgens de criteria van de tussentijdse zelfevaluatie van de CNK (2012). De tabellen zijn opgesteld op basis van de samenvattingen van de rapporten.

Tabel 3.2 Natuurlijke klimaatbuffers: kennis en kansen (CNK 2012). Evaluatiecriterium Conclusie

Waterveiligheid - De Onlanden is het belangrijkste succes (Eelder- en Peizermaden e.o.). Waterschappen, provincies en gemeenten zijn de belangrijkste partners bij het realiseren van een waterveiligheidsopgave met klimaatbuffers.

Meer en betere natuur - In De Onlanden is veel nieuwe natuur gerealiseerd (1700 ha), bij de overige klimaatbuffers

gaat het om bescheidener oppervlaktes. Vooral de kwaliteit en robuustheid van natuur is verbeterd. De kennisinventarisatie kwam te vroeg om al effecten te zien op soorten en aantallen.

Overige functies - Combinaties met andere functies zijn tot op heden beperkt gebleven. Er is geen directe koppeling gelegd met woningbouw, waterwinning, energieopwekking e.d.

Kosten en opbrengsten - De kosten zijn verlaagd in het Weerterbos en De Onlanden, in de Vierde Bergboezem Breda

zijn hogere kosten te verwachten.

Samenwerking, meekoppelkansen

- In alle projecten wordt samengewerkt en dat leidt ook tot een beter gedeeld gevoel van verantwoordelijkheid. Ook is er in alle gevallen sprake van partijen die meebetalen aan het project. Er zijn voorbeelden van projecten waar de samenwerking na afloop doorgaat (De Onlanden), maar er zijn ook voorbeelden waarbij dat niet gebeurt.

Succes- en faalfactoren - Niet expliciet besproken in de samenvatting. In de kennisinventarisatie worden diverse

succes- en faalfactoren besproken.

Tabel 3.3 De natuur als partner bij klimaatadaptatie (Smit et al. 2014). Evaluatiecriterium Conclusie

Waterveiligheid - In projecten met een urgente waterveiligheidsopgave wordt vaak gekozen voor traditionele oplossingen, zoals dijkverzwaring. Voor natuurinclusieve opties wordt pas gekozen als een conventionele oplossing niet voldoet, bijvoorbeeld omdat deze te duur is of te veel weerstand oproept. Het natuurinclusieve alternatief moet dan wel aan hoge en te bewijzen waterveiligheidseisen voldoen. Dit creëert een klassiek innovatiedilemma, want zonder (geëvalueerde) praktijktoepassingen kan dat bewijs niet worden geleverd. Daarom is er behoefte aan goed gemonitorde experimenten en pilots om dit dilemma te doorbreken.

Meer en betere natuur - Niet besproken in samenvatting. Kosten, opbrengsten

en financiering

- In klimaatbufferprojecten spelen veel verschillende ecosysteemdiensten een rol, maar deze diensten worden lang niet altijd systematisch in kaart gebracht.

- Innovatieve financieringsmethoden en kostendoorberekening van ecosysteemdiensten kunnen integrale oplossingen voor water- en natuurvraagstukken dichterbij brengen. - Gebieden met laag renderend bedrijfsleven zijn kansrijker voor herinrichting met het

klimaatbuffer-concept.

Samenwerking, meekoppelkansen

- Niet expliciet besproken in samenvatting.

Succes- en faalfactoren - Betrokkenheid, vertrouwen en centrale regie zijn cruciale succes-/faalfactoren.

- Wetgeving, vooral op het gebied van waterveiligheid en natuurbescherming, kan een stimulans zijn om gebiedsontwikkeling op een integrale wijze aan te pakken, voor waterkwaliteit geldt dit minder.

Tabel 3.4 Besparingspotentieel ‘Bouwen met natuur’ (Sterk Consulting 2014). Evaluatiecriterium Conclusie

Waterveiligheid - Voor het dossier van waterveiligheid zijn op projectniveau door inzet van natuurlijke vooroevers bij bijvoorbeeld Markermeer, Noordwaard en Oesterdam forse besparingen aangetoond (mediaan van ca. 1.750 euro CW per strekkende meter).

Meer en betere natuur - Dit was geen evaluatiecriterium. Kosten, opbrengsten

en financiering

- In veel gevallen zijn bij natuurlijke oplossingsrichtingen voor realisatie van waterveiligheid kostenbesparingen mogelijk, maar de grootte ervan is sterk locatie specifiek.

- Er is weinig kwantitatieve informatie beschikbaar over de vraag hoe het realiseren van waterveiligheidsdoelen met een ‘bouwen met natuur’-alternatief zich in financiële zin verhoudt tot het realiseren van deze doelen met een traditioneel alternatief

Samenwerking, meekoppelkansen,

- Door toepassing van natuurlijke processen bij waterveiligheidsopgaven kunnen besparingsmogelijkheden toenemen wanneer er meegekoppeld wordt met opgaven in regionale watersystemen (waterkwaliteit, zoetwatervoorziening).

Tabel 3.5 Water en natuur: een mooi koppel! (Van Hattum et al. 2014). Evaluatiecriterium Conclusie

Waterveiligheid - Ook bij de waterveiligheidsopgave zijn er veel voorbeelden waaruit blijkt dat ecodynamische ontwerpen een duurzaam alternatief kunnen zijn voor traditionele dijkversterking. Toch behoort meekoppelen van waterveiligheid en natuur nog lang niet tot de standaard werkwijze.

Meer en betere natuur - Het is van belang om in de uitvoeringsfase van het Deltaprogramma het aspect ‘ruimtelijke

kwaliteit’, waaronder natuur, te betrekken en te borgen als één van de ambities.

Kosten, opbrengsten en financiering

- Door forse bezuinigingen op het natuurdossier en de bevriezing van de ILG-uitgaven (Investeringsbudget Landelijk Gebied) voor de Ecologische Hoofdstructuur is de realisatie van integrale water- en natuurprojecten op regionaal niveau gestagneerd.

- Vrijwel alle geïnterviewde partijen noemen een stimuleringsfonds als een middel om meekoppelprojecten sneller van de grond te krijgen.

Samenwerking, meekoppelkansen

- De programma’s Natuurlijke Klimaatbuffers, Building with Nature, Ruimte voor de Rivier en het Corporate Innovatieprogramma van Rijkswaterstaat hebben veel kennis en ervaring opgeleverd over slimme combinaties van water en natuur.

- In de regionale wateren vindt meekoppelen van water en natuur al veel plaats, zoals bij de uitvoering van projecten voor de Kaderrichtlijn Water (KRW), het Nationaal Bestuursakkoord Water en het realiseren van het Natuurnetwerk Nederland. Vaak zijn provincies en

waterschappen de regisseurs, maar ook natuurorganisaties kunnen het initiatief nemen. - Aanbeveling: een meekoppeltoets als een standaard en verplicht onderdeel in de

voorbereiding van uitvoeringsprojecten (bijvoorbeeld projecten uit het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport).

- Integrale oplossingen voor water- en natuuropgaven vragen om experimenteerruimte en bieden kansen voor groene innovaties. Dit vraagt intensievere samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven, kennisinstellingen én natuurorganisaties, de zogenaamde ‘Gouden Vierhoek’, bijvoorbeeld gestimuleerd vanuit de Topsector Water.

- Er zijn met de uitvoering van het Deltaprogramma, de nieuwe KRW-

stroomgebiedsbeheerplannen en het Natuurpact de komende jaren veel wateropgaven en natuurdoelen te realiseren met meekoppelkansen.

- Meekoppelen van water- en natuurdoelen wordt vanzelfsprekend wanneer hieraan een integrale gebiedsvisie of gebiedsagenda ten grondslag ligt.

Succes- en faalfactoren - Verkokering van beleidsvelden staat een integrale aanpak in de weg. Procedures en

spelregels zijn sterk gescheiden en verschillend bij water- en natuurbeleid. - Het is bijna onvermijdelijk dat er gedurende de uitvoering van grote complexe

meekoppelprojecten wisselingen optreden in de samenstelling van bestuurders, ambtenaren en andere vertegenwoordigers.

- Het Hoogwaterbeschermingsprogramma stuurt sterk op sober en doelmatig en hanteert een stringente planning.

4

Verdieping met geselecteerde