• No results found

vat de belangrijkste bevindingen van de deelonderzoeken samen en beschrijft aanbevelingen en beperkingen van de studies Het hoofdstuk borduurt voort op

Reflection and discussion

Hoofdstuk 8 vat de belangrijkste bevindingen van de deelonderzoeken samen en beschrijft aanbevelingen en beperkingen van de studies Het hoofdstuk borduurt voort op

het principe van autonomie en de verantwoordelijkheid van de verschillende actoren.

Voorgesteld wordt om de negatieve gevolgen van de uiteenlopende professionele opvattingen over verantwoordelijkheid te beperken door middel van het toepassen van het idee van ‘overstijgende verantwoordelijkheid’. Dit idee houdt in dat de actoren in het opnameproces proberen kritisch en reflecterend te zijn ten opzichte van hun eigen opvattingen van verantwoordelijkheid en de opvattingen van verantwoordelijkheid van de andere actoren in het proces te erkennen. ‘Overstijgende verantwoordelijkheid’ vereist een significante verandering in het denken van professionals.

Referenties

Goossensen, A., Arts, N. J., & Beltman, M. (2007). Zorgprogramma Korsakov in het verpleeghuis

‘Mij mankeert niks’ [Care Program Korsakov in the Nursing Home: Nothing’s Wrong with Me].

Rotterdam: Korsakov Knowledge Center.

Martinsen, K. (2006). Care and Vulnerability. Oslo: Akribe.

Van den Brink, W. & Jansen, P. L. (2009). Multidisciplinary Guideline ‘Disorders in the use of Alcohol’ (in Dutch). Utrecht: Trimbos Institute.

“People sometimes sneer at those who run every day, claiming they’ll go to any length to live longer. But don’t think that’s the reason most people run. Most runners run not because they want to live longer, but because they want to live life to the fullest. If you’re going to while away the years, it’s far better to live them with clear goals and fully alive then in a fog, and I believe running helps you to do that. Exerting yourself to the fullest within your individual limits: that’s the essence of running, and a metaphor for life — and for me, for writing as whole. I believe many runners would agree” (Haruki Murakami, What I Talk About When I Talk About Running, 2009).

Als hardloper herken ik mij in bovenstaande quote van Haruki Murakami. Gaan tot het uiterste en het beste uit jezelf halen door duidelijke doelen te stellen. Het promotietraject had alles in zich om mijn eigen grenzen verder te verkennen en te verleggen. Alleen was dit echter nooit gelukt. De mensen om mij heen zijn zeer belangrijk geweest om mij het vertrouwen te geven dat ik de finish zou kunnen halen, maar bovenal om er op de juiste momenten voor mij te zijn. Dank aan mijn ouders, familie, vrienden, kennissen en medepromovendi.

Een aantal mensen ben ik in het bijzonder dankbaar. Grote dank gaat allereerst uit naar mijn leermeester, begeleider en promotor Anne Goossensen. Anne was degene die mij enthousiast maakte voor het onderwerp en mij veel heeft geleerd over wetenschappelijk onderzoek en zorgethiek. Gedurende het traject is zij in mij blijven geloven en maakte zij altijd ruimte in haar volle agenda voor overleg. Dat de finish nu is bereikt, is ook voor haar bijzonder aangezien zij haar eerste promovenda mag afleveren. Veel dank gaat ook uit naar Martin Buijsen, mijn tweede promotor. Hij zag vanaf het allereerste begin dat de eindstreep haalbaar was. Bedankt voor dit vertrouwen en de gesprekken die wij over de juridische aspecten van dit proefschrift mochten voeren.

Hogeschool Inholland ben ik erkentelijk voor de geboden mogelijkheden om een promotieonderzoek te starten. De ruimte en tijd die ik heb gekregen, hebben er mede voor

gezorgd dat ik in een gestaag tempo kon doorwerken aan mijn onderzoek. Ondanks de roerige afgelopen jaren heb ik altijd met veel plezier mijn lesgevende activiteiten gecombineerd met het doen van onderzoek. Mijn directe collega’s ben ik dank verschuldigd voor het geduld dat zij met mij hadden als ik weer eens midden in een worsteling zat.

Zonder het Korsakov Kenniscentrum had ik dit onderzoek niet kunnen uitvoeren. Het Korsakov Kenniscentrum heeft mij in contact gebracht met de instellingen waar ik terecht kon voor dit promotieonderzoek en gaf mij de gelegenheid mijn deelonderzoeken op diverse momenten te presenteren. Artsen, woonbegeleiders en patiënten ben ik zeer dankbaar voor het feit dat zij openstonden voor het delen van hun ervaringen. Ook familieleden van patiënten met het syndroom van Korsakov ben ik veel dank verschuldigd. Dankzij de vaak emotionele verhalen heb ik veel inzicht gekregen in het traject van de onvrijwillige opname. Heel hartelijk dank aan alle respondenten voor deze openheid.

Ook gaat dank uit naar mijn hardloopvrienden van ‘de AMAK’ en ‘de Duinvermakers’ bij wie ik tijdens onze gezamenlijke trainingen heerlijk mijn frustraties kwijt kon door alles eruit te lopen. Daarnaast dank aan mijn paranimfen Rudy Hengeveld en Schelte Beltman. Rudy, studievriend sinds 1984, is gedurende het hele traject geïnteresseerd gebleven in de laatste stand van zaken met betrekking tot mijn promotieonderzoek en was altijd in voor een discussie. Schelte, mijn coach binnen Hogeschool Inholland, wist door vaak kleine opmerkingen mij weer in de juiste gemoedstoestand te krijgen.

En natuurlijk de belangrijkste mensen in mijn leven: Kas, Julia, Gijs en Elviera. Jullie hebben al mijn hoogtepunten en dieptepunten tijdens deze lange onderzoeksperiode meegemaakt en hebben mij de ruimte gegeven om door te gaan. Ik hou van jullie.

Susanne van den Hooff was born in Roden on August 27th 1965. After completion of secondary education (MAVO & HAVO) she studied one year at the Haarlem Teacher Training College. In 1988, she earned her Master degree in developmental- and neuropsychology at the VU University, Amsterdam. After graduation she held different paid and voluntary positions, including policy advisor at Ministry of Security and Justice, local council clerk in the municipality of Anna Paulowna, and volunteer at Slachtofferhulp Nederland [Victim Support]. In the mean time she became a mother of three children and studied Dutch Law at the School of Law at the Open University, Heerlen, where she obtained her Master of Laws degree in 2002. Since 2006 she is a lecturer at the Inholland University of Applied Sciences, Alkmaar.

From 2010 till 2015 she worked part-time on her PhD thesis at the University of Humanistic Studies, Utrecht. Her main area of research is empirical research in the fields of ethics and law.

Articles

Van den Hooff, S.L. & Goossensen, A. (2011). Zorgverleners in spagaat bij opname van patienten zonder ziekte-inzicht [Healthcare professionals struggling with Dutch law during admission into long-term care]. Tijdschrift voor Gezondheidszorg en Ethiek. 21(4): 107-113.

Van den Hooff, S.L. & Goossensen, A. 2012. Cliënt of patiënt? De betekenis van aanspreektermen [Client or Patient? The meaning of contact terms]. Denkbeeld. 24 (juni 2012): 6-8. Van den Hooff, S.L. & Goossensen, A. (2013). How to increase quality of care during coercive

admission? A review of literature. Scandinavian Journal of Caring Sciences. 28(3): 425- 434.

Van den Hooff, S.L. & Buijsen, M. (2014). Healthcare professionals’ dilemmas: judging patient’s decision making competence in day-to-day care of patients suffering from Korsakoff’s syndrome. Medicine, Health Care and Philosophy. 17(4): 633-640.

Van den Hooff, S.L. & Goossensen, A. (2015). Ethical considerations of the value of patient knowledge in nursing home care. A qualitative study of patients suffering from Korsakoff’s syndrome. Nursing Ethics. 22(30): 377-388.

Van den Hooff, S.L. & Goossensen, A. (2015). Conflicting conceptions of autonomy. Experiences of family carers with involuntary admissions of their relatives. Ethics and Social Welfare. 9(1): 64-81.

Van den Hooff, S.L., Leget, C. & Goossensen, A. (2015). Healthcare professionals under pressure in involuntary admission processes. Nursing Philosophy. 16(4): 177-186.