• No results found

Wat is het belang van (MBO) jongeren om nieuwswijs te zijn?

Hoofdstuk 4 Jongeren en nieuwswijsheid

4.2 Wat is het belang van (MBO) jongeren om nieuwswijs te zijn?

In het boek Generatie Einstein van Jeroen Boschma en Inez Groen16 wordt beschreven wat de “Generatie Einstein” is en hoe deze leeft. De “Generatie Einstein” groeit volgens hen op in een 24 uurs informatiemaatschappij. Op één dag komen deze jongeren met verschillende media in aanraking en daardoor gaan zij op een heel andere manier met informatie om dan hun ouders. Hoe zij met die informatie omgaan is anders dan hun ouders, waar zij hun kennis vandaan halen en wie die kennis levert. Maar ook hoe zij die weer delen met anderen. Door bijvoorbeeld internet wordt informatie van verschillende bronnen sneller verzameld door de “Generatie Einstein” en ook weer sneller verspreidt. Door middel van chat programma‟s als MSN is immers die vriend uit Australië veel dichterbij.

Moet “Generatie Einstein” nieuwswijs zijn? Uit het boek van Boschma en Groen valt op te maken van niet. Zij schrijven dat doordat de welvaart en de toegenomen commercie het bij de “Generatie Einstein” tot een ander keuzeproces leidt wat betreft informatie. En waarbij dat keuzeproces echtheid en kwaliteit vooropstaat. Dat maakt kinderen en jongeren volgens hen mediasmart. Boschma en Groen vinden dat de “Generatie Einstein”zich niets meer laat voorschrijven, ze zijn cynischer en geloven je niet meer als je geen bewijs kunt leveren. Doordat zij opgegroeid zijn in een samenleving waar reclame bijna overal is, weten zij hoe reclame werkt, wat de principes zijn, welke marketingtechnieken er zijn en wat de bedoeling ervan is. Men heeft geleerd wat boodschappen zijn en hoe deze gekleurd kunnen worden

16

Boscham J en Groen I, 2007. Genereatie Eisntein Slimmer, sneller en socialer Amsterdam Pearson Education Benelux bv

gebracht. Zij leren jong kritisch te kijken naar wie wat zegt en koppelen het niet automatisch aan autoriteit of aan een naam of rol.

Generatie Einstein stelt min of meer dat jongeren niet nieuwswijs hoeven te worden gemaakt omdat zij er al mee opgroeien en weten wat waar en niet waar is. Toch zegt een aantal deskundigen dat dit anders ligt. Zo blijkt ook uit de groepsgesprekken met een aantal MBO Studenten van het Albeda College.

De studenten zeggen dat zij de werking van het nieuws eigenlijk niet kennen. Een aantal van hen heeft wel een idee hoe nieuws tot stand komt, maar dit stemt niet overeen met de

werkelijkheid. Meer dan de helft van de gesproken studenten zegt vaak niet te begrijpen waarom nieuws, nieuws is. Zij willen graag leren wat nieuws is zodat ze het kunnen

begrijpen. Maar dat niet alleen, zij vinden dat het ook belangrijk is om te weten hoe nieuws tot stand komt. En allemaal vinden ze dat dit eigenlijk onder algemene basiskennis valt, die geleerd had moeten worden tijdens de lessen maatschappijleer op de middelbare school. Volgens Jadnanansing zouden jongeren nieuwswijs moeten zijn omdat “ze dan het proces

beter begrijpen. Dat ze snappen waarom de NOS niet al het nieuws brengt wat ze zouden hopen dat ze zou brengen. Dat ze inzicht krijgen in het proces, dat inzicht heb je nodig om op een behoorlijke manier te functioneren.

Als je niet weet hoe het werkt neem je alles voor waar aan, je moet weten dat elke reactie een tegenreactie heeft. Dat als er een onderzoek gepresenteerd wordt, je beseft dat het maar een onderzoek is, en dat er ook een ander onderzoek kan zijn die weer wat anders zegt. Het besef dat de wereld gecompliceerder in elkaar zit dan dat het journaal het brengt. Een jongere die nieuwswijs zou zijn, zou dan na het kijken van het journaal opzoek gaan naar mee informatie of zeggen ; dat is één deel van de waarheid.

Het idealistisch beeld is dat ze naar het nieuws kijken, dat ze het in een context kunnen plaatsen, dat ze het er met elkaar over hebben, en dat ze nog wat dingen opzoeken op internet. Maar dat gaat niet gebeuren. Dat is niet realistisch.” (Jadnanansing, 2009,48)

Pelle schetst in zijn artikel waarom jongeren juist wel nieuwswijs moeten zijn (zie ook hoofdstuk 1). Dit benadrukt hij nogmaals in een interview met hem:

“Nieuwswijsheid is jongeren uitleggen wat waar en niet waar is aan nieuws. En dat kunnen ze zelf niet onderscheiden. Omdat zij opgroeien in een tijd waarin je alles kunt manipuleren en alles kunt kopen, alles voor je kunt laten werken. En je zult getraind moeten worden om af te kunnen gaan op gerenommeerde journalisten of juist de traditionele vragen van

wie,wat,waar etc. te stellen of te laten stellen en opzoek te gaan naar anderen invalshoeken.

Voorbeeld: we googlen allemaal. Er is inmiddels bekend dat dertig procent van wat er in de wereld bekend is over een onderwerp op internet staat. Dus zeventig procent niet. We weten ook dat google te koop is, bijv de chinese regering die aan google eist dat sommige dingen niet te laten zien, en google luistert daar naar. Dus waar blijf je dan met je vrijheid van meningsuiting.“ (Pelle, 2009, 55)

Fifi Schwarz (directeur Stichting Krant in de Klas) geeft een verduidelijking:

“Ik ben wel geneigd om het met Roland Pelle eens te zijn. Waar het om gaat is dat je ten eerste je informeert wat er in de wereld gebeurt, dat je beseft dat het belangrijk is. En dat je ook beseft dat nieuws gemaakt is door andere mensen, die voor jou keuzes maken. En dat geldt voor kranten als voor televisie, dat geldt voor NOS Headlines als voor Nova. Iedereen die jou wat vertelt, via het scherm of via papier, die doet dat met een bepaalde insteek. Maakt daarbij bepaalde keuzes en laat dus ook dingen weg, bewust of onbewust. En op een gegeven moment komt de informatie tot jou. En jij moet als ontvanger daar ook weer keuzes in maken en daar van bewust zijn. Dus het belang nieuwswijsheid staat volgens mij voor het

belang dat jij je informeert. Het feit dat jij je informeert en dat je dat ook regelmatig moet doen om bij te blijven. En voor het bewust zijn van de verschillende rollen van de mensen die de informatie verspreiden en wat jij daar zelf mee doet.“ (Schwarz, 2009, 61)