• No results found

Artikel 7b Cessie- en verpandingsverbod uitbetalingen inkomstenbelasting

Artikel 8 Bekendmaking aanslag

Artikel 8 van de wet regelt dat de ontvanger de belastingaanslag bekend maakt door toezending of uitreiking aan de belastingschuldige. De belastingschuldige is de belastingaanslag in zijn geheel verschuldigd.

In aansluiting op artikel 8 van de wet beschrijft dit artikel het beleid o ver:

- de verzending of uitreiking van het aanslagbiljet in bijzondere situaties;

- bekendmaking van de aanslag aan een rechtspersoon die (vermoedelijk) is opgehouden te bestaan;

- de gehoudenheid tot betalen belastingaanslag en aanslagbiljet;

- het verzenden van een uitnodiging tot betaling aan erfgenamen.

8.1. Verzending of uitreiking van het aanslagbiljet in bijzondere situaties

De toezending of uitreiking van het aanslagbiljet gebeurt aan de belastingschuldige of aan zijn wettelijke vertegenwoordiger, met dien verstande dat:

- aanslagbiljetten ten name van een onder curatele gestelde aan de curator worden gezonden;

- als de belastingschuldige minderjarig is, het aanslagbiljet aan de wettelijke vertegenwoordiger wordt gezonden als bekend is dat verzending aan de belastingschuldige zelf al eerder problemen heeft opgeleverd;

- aanslagbiljetten ten name van een belastingschuldige van wie bekend is dat hij is overleden, worden gezonden aan de executeur, de bewindvoerder over de nalatenschap of de erfgena men.

8.2. Bekendmaking als de rechtspersoon (vermoedelijk) is opgehouden te bestaan

Als een rechtspersoon (vermoedelijk) is opgehouden te bestaan, is de wijze van bekendmaking van de belastingaanslag ter beoordeling aan de ontvanger. Bij deze beoordeling kunnen onder andere de volgende factoren een rol spelen:

verstande dat:

- het recht waarnaar de rechtspersoon is opgericht;

- het belang van een snelle bekendmaking in verband met vrees voor onverhaalbaarheid.

8.3. Gehoudenheid tot betalen belastingaanslag en aanslagbiljet

De gehoudenheid tot betalen wordt niet ongedaan gemaakt door de omstandigheid dat de schuld vermeld op de belastingaanslag afwijkt van hetgeen materieel is verschuldigd, noch door de omstandigheid dat de belastingaanslag ten name staat van een ander dan degene die de belasting materieel is verschuldigd.

8.4. Vooraf uitnodigen erfgenamen tot betalen belastingaanslag

Als voor een belastingaanslag ten name van een overledene tegen de erfgenamen afzonderlijk moet worden opgetreden, worden zij zoveel mogelijk vooraf schriftelijk uitgenodigd het verschuldigde binnen een redelijk termijn te voldoen.

Artikel 9 Betalingstermijnen

Artikel 9 van de wet regelt binnen welke betalingstermijnen belastingaanslagen moeten worden betaald.

In aansluiting op artikel 9 van de wet beschrijft dit artikel het beleid over:

- de afwijking van de betalingstermijnen bij voorlopige aanslagen;

- de afwijking van de betalingstermijn bij voorlopige teruggaven;

- de uitbetaling van een voorlopige teruggave in één termi jn;

- de dagtekening van het aanslagbiljet;

- het begrip maand bij betalingstermijnen;

- verzuim ontvanger bij uitbetaling;

- regeling betalingstermijnen;

- automatische incasso.

9.1. Afwijking van de betalingstermijnen in geval van voorlopige aanslagen

In geval van voorlopige aanslagen is (zijn) de betalingstermijn(en) in de gemeentelijke verordening bepaald.

9.2. Afwijking van de betalingstermijnen in geval van voorlopige teruggaven

Deze bepaling is niet van toepassing voor gemeenten.

9.3. Uitbetaling voorlopige teruggave in één termijn

Deze bepaling is niet van toepassing voor gemeenten.

9.4. Dagtekening aanslagbiljet

De dagtekening van het aanslagbiljet wordt normaliter zodanig bepaald dat de belastingschuldige het biljet enige dagen voor de dag van dagtekening ontvangt. Hiervan kan worden afgeweken als op grond van artikel 10 van de wet versnelde invordering wordt toegepast.

9.5. Begrippen bij betalingstermijnen

Als de betalingstermijn van een aanslag is gesteld op een maand of is gesteld op zes weken, dan houdt dat in dat als de dagtekening van een aanslagbiljet valt op 31 oktober, de betalingstermijn van een maand vervalt op 30 november en de betalingstermijn van zes weken vervalt op 12 december.

Als de dagtekening 28 februari is, dan vervalt de betalingstermijn van een maand op 31 maart en de betalingstermijn van zes weken op 11 april, tenzij het jaartal aangeeft dat het een schrikkeljaar is, in welk geval de termijn vervalt op 28 maart dan wel 10 april.

Als de dagtekening van het aanslagbiljet valt op een andere dag dan de laatste dag van de

kalendermaand, vervalt de termijn een maand later (bij een betalingstermijn van een maand) op de dag die hetzelfde nummer heeft als dat van de dagtekening. Als de dagtekening bijvoorbeeld 15 maart is, vervalt de termijn dus op 15 april. Is de betalingstermijn zes weken en is de dagtekening 15 maart, vervalt de termijn op 26 april.

9.6. Verzuim ontvanger bij uitbetaling

Op grond van artikel 2, tweede lid, onderdeel e, van de wet wordt onder het begrip ‘invorderen van rijksbelasting’ mede verstaan het betalen van een terug te geven bedrag aan belastingen. Op grond van deze definitie is de betalingstermijn voor een belastingaanslag zoals vastgelegd in de

gemeentelijke belastingverordening, of bij ontbreken daarvan in artikel 9, eerste lid, van de wet, ook van toepassing op de uitbetaling van een belastingteruggaaf. Hieruit volgt dat de ontvanger niet in verzuim is met de uitbetaling van een belastingteruggaaf zolang die binnen deze betalingstermijn plaats vindt.

9.7. Regeling betalingstermijnen

De gemeente heeft voor iedere belastingsoort de betalingstermijn(en) in de belastingverordening geregeld. Is in de belastingverordening niets geregeld, dan zijn de betalingstermijnen uit de wet van toepassing.

In aansluiting op artikel 9, tiende lid, van de wet wordt de Algemene Termijnenwet in beide gevallen niet van toepassing verklaard.

Op elke belastingaanslag wordt (worden) de betalingstermijn(en) aangegeven. Uiterlijk op die datum moet de belastingschuldige de aanslag (of het evenredige deel ervan bij meerdere termijnen) hebben betaald.

9.8. Automatische incasso

Onder bepaalde voorwaarden en voor bepaalde belastingaanslagen is het mogelijk de aanslag(en) te voldoen via een automatische incasso. Hiervoor heeft de ontvanger een incassoreglement

vastgesteld.

Bij automatische incasso wordt de belastingschuldige (een) afwijkende, ruimere, betalingstermijn(en) toegestaan.