• No results found

Discussie

De kerkenraadsleden hebben verder weinig ideeën of oude- ren nog behoeftes hebben. Een enkeling geeft aan dat hij denkt dat oudere gemeenteleden de behoefte hebben om de dominee vaker te zien of meer contact met buitenwereld of gemeente te hebben. Zelf hebben enkele kerkenraadsleden nog een paar ideeën. Deze zijn te vinden in de verwerking van de interviews van de kerkenraadsleden. De oudere gemeen- teleden hebben verder geen behoeftes. De enige behoefte die naar voren kwam was het organiseren van meer sociale (groeps-) contacten.

6. Conclusie onderzoek

In het vorige hoofdstuk hebben wij in de discussie de

feitelijke informatie uit de twee gehouden onderzoeken

weergegeven. In dit hoofdstuk zullen wij de conclusie uit

deze discussie verwerken. In eerste instantie zullen wij

ons richten op de feitelijke overeenkomsten en verschil-

len, maar ook zullen wij onze eigen mening hier ter spra-

ke brengen. Ook zal er een koppeling plaatsvinden vanuit

de gelezen literatuur. Dit hoofdstuk zal tevens een opstap

richting de aanbevelingen zijn. Deze zijn in het volgende

hoofdstuk verwerkt.

Gespreksvraag 1

Wie Christus is voor u?

Conclusie

In de onderzoeksresultaten vinden we een verschil tussen het beeld van de kerkenraadsleden en de oudere gemeenteleden. Daar waar de kerkenraadsleden denken dat oudere gemeente- leden Christus vooral zien als Heer en Heiland, vinden we het beeld van een Helper meer terug bij de oudere gemeenteleden.

Dan kom je uit op een soort ‘ANWB-Jezus’. De ANWB kun je beter maar niet nodig hebben, want dan heb je ook geen pro- blemen. De Bijbel geeft ons een totaal ander beeld van Jezus als redder. Namelijk dat ieder mens Hem nodig heeft. Je kunt eigenlijk geen mens zijn zonder deze Jezus.5 Kerkenraadsleden

denken dat wanneer ouderen over Christus denken, meer hun focus richten op de toekomst en de redding, terwijl oudere ge- meenteleden juist meer de focus richten op het heden. Christus wordt meer gezien als een hulp dan als de Middelaar, de Ver- losser. Gezien onze focus in dit onderzoek vooral ligt op ‘het werk van Christus en het leven uit genade’, is het zorgelijk te noemen dat er een groot gebrek is aan kennis aangaande Chris- tus. Als Christus al niet gekend wordt als Heer en Heiland, hoe kan men dan Zijn werk kennen en leven uit genade?

Gespreksvraag 2

Wie is God voor u?

Conclusie

In de onderzoeksresultaten vinden we ook een verschil tussen het beeld van de kerkenraadsleden en de oudere gemeentele- den met betrekking tot het godsbeeld.

Kerkenraadsleden denken dat oudere gemeenteleden een meer negatief godsbeeld hebben maar bij de ouderen vinden wij dit niet terug. Zelfs niet bij oudere gemeenteleden die af- komstig zijn vanuit de gereformeerde gezindte.

Bij de oudere gemeenteleden vinden we meer het beeld van God als Voorziener terug. Het vaderbeeld van God wordt maar heel weinig genoemd. Als je zegt: ‘ik geloof in God de Vader’ wordt

het persoonlijk. En dat is nu juist het kenmerkende van het geloof: dat het persoonlijk is. Geloven is God als je Vader kennen.6

Ook is het opmerkelijk dat oudere gemeenteleden het las- tig vinden om God en Christus van elkaar te onderscheiden. Daarnaast is er ook nog een groep ouderen die God als on- grijpbaar of als mysterie benoemd. Dit wordt ook door en- kele kerkenraadsleden benoemd. Ook dit is een zorgelijke ontwikkeling. Uit deze gegevens kunnen we concluderen dat een groot deel van de basiskennis ontbreekt bij deze oudere gemeenteleden.

5 D. Meijvogel, Onbeperkt Houdbaar! Omdat je over het geloof nooit uitgedacht

raakt, Uitgeverij Jes, Zoetemeer, 2009. p.29

6 R. De Wit, Onbeperkt Houdbaar! Omdat je over het geloof nooit uitgedacht

Gespreksvraag 3

Wie is de Heilige Geest voor u?

Conclusie

In de onderzoeksresultaten vinden we de overeenkomst dat de kerkenraadsleden denken dat de oudere gemeenteleden de Heilige Geest een lastig onderwerp vinden. Zij denken dat ouderen de Geest vaag en onbekend vinden.

Bij de ouderen vinden we ook terug dat zij de Geest een lastig onderwerp vinden en eigenlijk niet goed weten wat ze hier- mee aan moeten. Vragen als: wie is de Geest, wat doet Hij, en hoe werkt Hij, blijven onbeantwoord door de ouderen. Wanneer we zondag 20 van de Catechismus lezen vinden wij op de vraag ‘Wat gelooft gij van den Heiligen Geest?’ het antwoord: ‘Eerstelijk dat Hij tezamen met den Vader en den

Zoon waarachtig en eeuwig God is. Ten andere dat Hij ook mij gegeven is, opdat Hij mij door een waar geloof Christus en al Zijn weldaden deelachtig make, mij trooste en bij mij eeuwiglijk blijve.’

Dit vinden wij ook terug in de Nederlandse Geloofsbelijdenis, in artikel 11 lezen we over de Geest […]Welke in orde is de derde

Persoon der Drievuldigheid, van éénzelfde wezen, majesteit en heerlijkheid met den Vader en den Zoon; zijnde waarachtig en eeuwig God, gelijk ons de Heilige Schriften leren.

Oudere gemeenteleden vinden slechts niet veel meer dan dat de Geest een Trooster is. De Heilige geest is ook een Trooster, maar Hij is meer dan dat alleen.

Hij geeft ons deel aan het verlossende werk van Christus en Hij is God. Alister McGrath geeft drie antwoorden op de vraag

‘Wat doet de Heilige Geest?’ Hij openbaart, Hij bewerkt de verlossing en het christelijke leven.7

Uit het onderzoek blijkt dat vooral het christelijke leven be- noemt wordt, en de andere punten onderbelicht blijven. H.L. Heijkoop stelt in zijn boek ‘De Heilige Geest’ terecht de vraag; Hoeveel gelovigen zijn er zich praktisch van bewust dat

de Heilige Geest niet zomaar een kracht of invloed is, maar een goddelijke persoon? Hoeveel van hen weten dat de Hei- lige Geest in hen woont? 8

Uit het onderzoek is gebleken dat ook onder de oudere ge- meenteleden maar beperkte bewustheid is over de goddelijke persoon van de Geest. En ook dat ze ontdekt hebben dat de

Geest in hun woont. Bij ons kwam de vraag op, dat gezien het feit dat de Geest openbaart, en dit maar gering beleefd wordt, hier een verband gelegd zou kunnen worden met de geringe kennis van de goddelijke drie-eenheid en hun werken.

Gespreksvraag 1-3