• No results found

Beheerdoelstellingen m.b.t. de economische functie

Voor de bossen van ANB binnen dit plangebied is de economische functie ondergeschikt aan de andere functie.

Economische opbrengst is geen doelstelling op zich, doch eerder een neveneffect van ingrepen ter bevordering van de natuurwaarde.

3.2.1 HOUT

De oude Ferrarisbossen zijn zeer waardevol en worden dus zoveel mogelijk op zichzelf gelaten, mits een adequaat veiligheids- en exotenbeheer en af en toe een lichte dunning (zie verder). Daarnaast zijn er in deze bossen enkele grotere, eenmalige maatregelen voorzien dewelke een grotere houtopbrengst zullen voortbrengen (zie verder). Er zijn eveneens nog enkele hakhoutbestanden aanwezig dewelke in houwen worden opgedeeld en periodiek zullen worden afgezet. De houtoogst van deze hakhoutbestanden wordt te koop aangeboden als brandhout.

Met uitzondering van de groepen- of eindkappen zijn de kappingen die in het plangebied zullen plaatsvinden eerder beperkt. De houtopbrengst uit reguliere ingrepen zal dus laag zijn. Zoals bovenstaand vermeld is dit voor ANB ook niet de hoofddoelstelling in deze bossen.

De belangrijkste boomsoorten in de bestanden van ANB zijn:

Boomsoort Stamtal(N)/ha Grondvlak(m²)/ha Volume (m³) /ha

Beuk 49 9% 9,34 30% 128,86 34%

Zomereik 39 7% 6,09 19% 78,35 21%

Amerikaanse eik 63 11% 6,08 19% 80,25 21%

Populier (G) 62 11% 2,45 8% 24,03 6%

Lork (G) 24 4% 2,08 7% 26,09 7%

Gewone esdoorn 96 17% 1,42 5% 10,58 3%

Zwarte els 70 13% 1,11 4% 8,18 2%

Gewone es 53 10% 0,97 3% 9,18 2%

Volgende kappingen worden voorzien in de domeinbossen tijdens de planperiode:

Zuivering in de jonge aanplanten: 6a, 6h, 6k, 6m, 7a, 8b, 9a Eindkap: 4b, 5g, 5k

Groepenkap: in 5c, 5i, 5j (totaal +/- 3 ha)

Hakhoutkappingen: 1a, 2a, 8a (telkens enkele overstaanders behouden) en kleinschalig in zuidelijk deel van bestand 6i in het Heilig Geestgoed

Dunningen in andere bestanden, rekening houdend met een aantal ecologische factoren (zie verder tabel).

Naast bovenstaande ingrepen zal ook hout vrijkomen bij exotenbeheer, bosrandbeheer en veiligheidskappingen.

Er wordt rekening gehouden met een gemiddelde aanwas van 6 m³/ha/jaar. I

In onderstaande tabellen worden de bovenvermelde kappingen in detail bekeken. (De dendrometrische gegevens per bestand kunnen teruggevonden worden in bijlage 2.3.)

Hakhoutkappingen

Perceel Bestand Hoofd boomsoort oppervlakte bestand Stamtal/ha Grondvlak/ha Volume/ha volume per bestand aantal houwen oppervlakte per houw geëxploiteerd volume

1 a populier (G)/Zwarte els 2,41 1846,98 23,20 124 298 4 0,60 74 2 a populier (G)/Zwarte els/Gewone es 3,604 1778,21 34,66 280 1008 3 1,20 336

8 a Zwarte els 0,601 2357,85 32,80 189 114 2 0,30 57

6 i kleinschalig hakhout

Groepen- en eindkappen

Groepenkappen / eindkappen die zullen plaatsvinden in de domeinbossen gedurende de planperiode zijn:

Perceel Bestand Hoofdboomsoort oppervlakte bestand Stamtal/ha Grondvlak/ha Volume/ha Volume per bestand Oppervlakte eindkap Te kappen volume Reden van kapping

5 c lork (G) 3,5 692,62 36,23 418 1462 1,337 558 open plek

5 f opslag na kaalkap 0,723 0 0,723 0 open plek

5 g Douglasspar 0,438 903,84 37,52 421 184 0,438 184 stapelplaats 5 i Amerikaanse eik 1,279 343,85 24,30 273 349 0,467 127 open plek 5 j

Amerikaanse eik/lork

(G) 1,171 982,44 50,20 579 678 1,171 678

open plek

5 k opslag Am. eik 0,42 0 0,42 0

bestrijding+

heraanplant totaal volume 1548

In totaal komt uit deze kappingen (eenmalig) zo’n 1548 m³ hout vrij.

Zuivering

Jonge bestanden waarin een zuivering zal gebeuren tijdens de planperiode zijn:

Perceel Bestand

oppervlakte bestand

5 k 0,416

6 a 3,65

6 k 1,02

6 m

8 b 4,962

9 a 0,72

Er wordt geen rekening gehouden met de opbrengst uit zuiveringen.

Dunningen

Ondanks het feit dat het huidige volume per hectare vaak hoger ligt dan het streefvolume van 450m³/ha, zal in de domeinbossen hoogstens de aanwas gekapt worden. Er wordt dus geen ‘dunningsachterstand’ weggewerkt. Dit is te wijten aan de ouderdom en aldus de ecologische waarde van de bestanden in hun huidige vorm. Er wordt gerekend met een gemiddelde aanwas van 6m³/ha/jaar, dit nog een zeer voorzichtige aanname en dus een onderschatting van de werkelijke aanwas in deze domeinbossen.

In theorie zou er dus uit de domeinbossen (+/- 85 ha bos) over de hele planperiode rekening houdende met een aanwas van 6m³/ha/jaar zo’n 10200 m³ hout gekapt kunnen worden. In onderstaande tabel wordt echter de totale bosoppervlakte herleid tot de ‘theoretisch exploiteerbare’ bestandsoppervlakte.

Uit deze oppervlakte werden groepenkappen en kaalkappen reeds geëlimineerd. Ook de jonge aanplanten en hakhoutbestanden worden buiten beschouwing gelaten. Bovendien wordt een ‘theoretische voorzichtigheidsbuffer’ in rekening gebracht (kaart 3.2.1). Dit is een buffer van 50m rondom poelen en waterlopen waar geen volwaardige exploitatie zal plaatsvinden. Wel zijn zeer kleinschalige ingrepen mogelijk zoals bijvoorbeeld een veiligheidskapping, af en toe een Amerikaanse eik in hakhout zetten of ringen, meer licht brengen (waar geen schaduw vereist is voor vuursalamander), zuivering…

Er kan besloten worden dat de resterende oppervlakte waar de aanwas zou kunnen geëxploiteerd worden door middel van een dunning slechts 21ha bedraagt, dus 33% van de 62ha in principe op heden ‘dunbaar’ domeinbos in dit beheerplan of 25% van de totale 85ha bos inclusief hakhoutbestanden, eindkappen en jonge aanplanten. Mede met de beslissing om hoogstens de aanwas weg te kappen, en een goede spreiding van de kappingen in tijd en ruimte, maakt dit dat er slechts beperkte dunningen zullen plaatsvinden in de betreffende (delen van) bestanden.

Perceel Bestand Hoofd boomsoort Oppervlakte bestand (ha) Stamtal(N)/ha Grondvlak(m²)/ha Volume(m³)/ha Volume per bestand (m³) theoretisch ‘exploiteerbare' bestandsoppervlakte (*) ‘theoretisch exploiteerbaar' volume per bestand Aanwas(m³)/ha/j Aanwas(m³)/ha/planperiode Aanwas(m³)/bestand/planperiode

3 a Beuk/Amerikaanse eik 3,705 137,54 41,35 587 2175 1,70 998 6 120 204

Perceel Bestand Hoofd boomsoort Oppervlakte bestand (ha) Stamtal(N)/ha Grondvlak(m²)/ha Volume(m³)/ha Volume per bestand (m³) theoretisch ‘exploiteerbare' bestandsoppervlakte (*) ‘theoretisch exploiteerbaar' volume per bestand Aanwas(m³)/ha/j Aanwas(m³)/ha/planperiode Aanwas(m³)/bestand/planperiode 6 e Amerikaanse eik/Beuk 2,866 412,62 48,67 702 2011 0,84 589 6 120 100

6 f populier (G) 0,899 982,44 50,67 597 536 0,31 185 10 200 62

6 g Zomereik/Gewone es 0,407 776,13 45,01 576 235 0,14 81 6 120 16,8

6 h Zomereik 0,317 864,55 28,05 245 78 0,32 78 6 120 38

6 i Zomereik/lork (G) 7,221 618,94 47,17 583 4207 2,98 1736 6 120 358

6 j Zomereik 3,646 494,49 34,52 408 1486 3,06 1247 6 120 367

6 l Zomereik 0,212 0 0,00 0 0 0 0

6 m Zomereik/Beuk 0,493 658,23 39,02 448 221 0,33 148 6 120 39,6

7 a Wilg/es/ze 0,62 0 0,62 0 6 120 74,4

61,473 27714 20,8 2920 2581

(*) 'exploiteerbare' bestandsoppervlakte = bestandsoppervlakte - theoretische voorzichtigheidszone rond poelen en waterlopen - voorziene open plekken (groepenkappen)

Uit bovenstaande tabel blijkt dat indien van de netto oppervlakte bij dunningen telkens de aanwas wordt weggehaald dat dit 2581m³ hout oplevert over de hele planperiode. Ook dit is nog een overschatting van wat er werkelijk geoogst zal worden want er zal overwegend minder dan de aanwas weggehaald worden.

3.2.2 ZAADOOGST

In de databank van autochtone bomen en struiken wordt geen melding gemaakt van bomen in het plangebied die voldoen aan de criteria voor opname in de lijst van erkende autochtone zaadbronnen. ANB heeft wel een aanvraag lopen om de esdoorns in het Heilig geestgoed aan te duiden als ‘eliteboom’ en aldus te erkennen als bosplantsoen.

3.2.3 JACHT

Een andere mogelijke toekomstige opbrengstpost is de jachtverpachting. Er wordt tijdens de planperiode rekening gehouden met de mogelijke noodzaak tot licentiejacht op grof wild (everzwijn, ree, …) om de populaties onder controle te houden.

Ook hier is de opbrengst een gevolg van de ecologische functie in plaats van een doel op zich.