• No results found

AIS: Automatic Identification System. Het automatisch identificatiesysteem is een autonoom en permanent vaartuigidentificatie- en volgsysteem voor de veiligheid op zee. Vaartuigen kunnen hiermee elektronisch met andere vaartuigen in de buurt en met de autoriteiten aan wal hun identificatiegegevens, positie, koers en snelheid uitwisselen. Alle visserijvaartuigen uit de EU groter dan 15 m moeten met AIS-apparatuur worden uitgerust. De EU-landen mogen AIS- gegevens gebruiken om schepen te volgen en te controleren. Met AIS wordt o.a. de positie van schepen met hoge frequentie vastgelegd. Het systeem is gefaseerd ingevoerd, pas in de jaren 2011-2014 is gestart met de invoering van AIS-plicht voor vissersschepen <15 meter, vóór die tijd waren alleen koopvaardijschepen en grotere vissersschepen verplicht uitgerust met AIS (Hintzen et al., 2014). Kleinere schepen (o.a. recreatievaart) hebben vaak geen AIS.

BACI (Before-After-Control-Impact) analyse: (Green, 1979). Het ecologische effect van een ingreep in een gebied wordt bepaald door metingen voor en na de ingreep uit te voeren (Before-After), en een vergelijking te maken met referentiegebieden waar de ingreep niet plaats vindt (Control- Impact). Op deze wijze kunnen de effecten van ‘autonome’ ontwikkelingen worden onderscheiden van de effecten van de ingreep (Green, 1979; Underwood, 1992; Underwood, 1996).

BBG: Bodembeschermingsgebied

Boomkorvisserij: op platvis gerichte boomkorvisserij met wekkerkettingen, door Eurokotters met een motorvermogen 260-300 pk, te beschrijven. De schepen trekken twee sleepnetten over de zeebodem waarbij de doelsoorten bestaan uit platvis. De netten worden opengehouden door een stalen balk, de boom. Aan de uiteinden van deze boom zitten zware stalen glijders (sloffen, een soort sleeën) die over de zeebodem glijden. Aan deze glijders zijn meerdere rijen kettingen (wekkerkettingen) bevestigd, die over de grond slepen en zo de platvis uit het zand op laten schrikken. De boomkor en kettingen zijn gemiddeld 4,5 meter breed. Een schip trekt zodoende in totaal 9-meter-breed tuig voort. De glijders en wekkerkettingen veroorzaken bodemberoering.

Broedparen: mannetjes- en vrouwtjesvogel die samen broeden

Broedsucces: het aantal vliegvlugge jongen dat per paar wordt geproduceerd DFS: Demersal Fish Survey

Ebschild: de ondiepe drempel aan het einde van een ebgeul. Een ebgeul wordt per definitie ondieper in de richting van de zee. Als de met zand beladen stroming in dieper water komt en zijn

stroomsnelheid verliest, wordt het zand afgezet, waardoor er een ondiepte ontstaat . Deze ondiepte is vaak hoefijzervormig.

Garnalenvisserij: op garnalen gerichte visserij door kotters met een motorvermogen <300 pk, uitgerust met garnalen(boom)korren van 9 m breed. Net als bij de gewone boomkor wordt aan iedere kant van het schip een net voortgesleept over de bodem. Garnalenkorren zijn lichter in gewicht dan boomkorren, en zijn niet voorzien van wekkerkettingen, maar van klossenpezen die over de bodem rollen. Hierdoor is de bodemberoering minder groot dan bij boomkorren.

Doelsoort is garnaal en er wordt weinig grote vis bijgevangen (~7%), door een verplichte zeeflap die vissen groter dan ca 10 cm weert.

Hellmann getal: Het koudegetal, ook wel aangeduid als het Hellmanngetal (H) naar de Duitse

meteoroloog Gustav Hellmann, is een maat voor de koude in het tijdvak van 1 november van het voorafgaande jaar tot en met 31 maart van het genoemde jaar. Het wordt verkregen door over dit

tijdvak alle etmaalgemiddelde temperaturen beneden het vriespunt te sommeren met weglating van het minteken.

Kortsluitgeul: de ondiepste vorm van een geul. Een kortsluitgeul vormt de verbinding tussen de ebschaar en de vloedschaar. Een ebschaar of ebgeul zorgt ervoor dat bij eb het water weer terug uit het binnenland stroomt. De stroom in deze ebschaar wordt de ebstroom genoemd. Een Vloedschaar of vloedgeul is een getijgeul die open ligt voor de vloed en aan de bovenzijde een drempel heeft.

Kriging: geostatistische techniek die de interpolatieschatting optimaliseert op basis van de ruimtelijke variantiestructuur van de dataset. Die laatste wordt uitgedrukt in een zogenaamd variogram, een plot die aangeeft hoe de verschillen tussen waarnemingen toenemen met de afstand tussen de waarnemingspunten. Na fitting van een theoretisch model op het variogram kan de beste interpolatie met kriging worden gevonden.

MEP-NCV: Monitorings- en Evaluatie Programma Natuurcompensatie Voordelta MV2: Maasvlakte 2

MWTL programma: Voor het programma Monitoring Waterstaatkundige Toestand des Lands (MWTL) zijn in de zoete en zoute Nederlandse rijkswateren een morfologisch, waterkwantiteit, chemisch, biologisch (inclusief zwemwater) en een afval meetnet ingericht. De data van het MWTL-

monitoringprogramma worden gebruikt voor operationeel waterbeheer, bepalen trends, toetsing aan normen en het leveren van nationale en internationale rapportages.

PMR-NCV: Project Mainportontwikkeling Rotterdam – Natuurcompensatie Voordelta REF: Referentie Gebied

Rustgebieden : Voor de zwarte zee-eend, grote stern en visdief zijn rustgebieden ingesteld: de Hinderplaat (grote stern en visdief), de Bollen van de Ooster (grote stern en zwarte zee-eend) en Bollen van het Nieuwe Zand (zwarte zee-eend). In 2013 is op basis van tussentijdse resultaten geconcludeerd dat de zwarte zee-eenden in de Voordelta zich voornamelijk buiten de rustgebieden Bollen van de Ooster en Bollen van het Nieuwe Zand bevonden (van Oostveen & Koolmees 2013). In 2016 zijn de begrenzingen van de rustgebieden voor de zwarte zee-eend (Bollen van de Ooster en Bollen van het Nieuwe Zand) daarom ruimer gemaakt en is de periode van sluiting van het gebied aangepast. Door een gerechtelijke uitspraak eind 2018 is deze maatregel echter weer teruggedraaid.

Schelpdiervisserij: Visserij waarbij met behulp van zuigkorren strandschelpen (Spisula) en zwaardschedes (Ensis) uit de bodem worden gezogen.

Soorten naamgeving: ten behoeve van de leesbaarheid is een verschillende werkwijze gehanteerd voor bodemdieren, vissen en vogels. Voor vissen en vogels worden de Nederlandse namen gebruikt. Voor bodemdieren wordt de wetenschappelijke naam (volledig of verkort) gebruikt, omdat niet voor alle soorten bodemdieren Nederlandse namen bestaan of algemeen bekend zijn. In

voorkomende gevallen, waar het algemene soorten betreft, wordt soms ook de Nederlandse naam gebruikt. De wetenschappelijke naamgeving is aan verandering onderhevig. De naamgeving in dit rapport is gebaseerd op de stand van zaken van maart 2020 in het World Register of Marine Species en voor de Nederlandse namen op het Soortenregister . De wetenschappelijke naam van de Amerikaanse zwaardschede is recent gewijzigd van Ensis directus in Ensis leei. In eerdere rapportages is nog de naam Ensis directus gebruikt.

Strandhaken: zandbanken die aan de kust vastgroeien T0: nulmetingen (2004-2007) in de periode vóór aanleg MV2

T1: eerste periode monitoring en onderzoek PMR-NCV 2009-2015 T2: tweede periode monitoring en onderzoek PMR-NCV 2016-2018

VMS: Vessel Monitoring System. Het VMS is een systeem op basis van satelliettechnologie om visserijvaartuigen te volgen en de visserijautoriteiten regelmatig te informeren over de locatie, koers en snelheid van die vaartuigen. Het is verplicht voor EU-vaartuigen van meer dan 15 m (en vanaf 1 januari 2012 voor vaartuigen van meer dan 12 m).

Vogeldagen : Vogeldagen zijn een veelgebruikte maat om gebruik van een gebied door vogels te kwantificeren. Elke dag dat één vogel in een gebied verblijft, telt als één vogeldag dus aantal vogel dagen is aantal getelde vogels vermenigvuldigd met het aantal dagen dat ze in het gebied verblijven.

Bijlage 2 Kenmerken van de kwaliteit van