• No results found

Begeleidende brief bij vragenlijst van Marieke

In document Spelling, best leuk! (pagina 53-61)

Wat willen we op het gebied van ons spellingonderwijs behouden en wat willen we verbeteren?

Voor mijn onderzoek naar een vernieuwde spellingdidactiek en –methodiek voor de groepen 3/4/5 vraag ik jullie om deze vragenlijst in te vullen. Vanaf

donderdag 13 maart ligt de lijst ook in je postvak. Je kunt kiezen of je de vragenlijst digitaal of op papier invult.

Om de startsituatie van mijn onderzoek te bepalen wil ik graag te weten komen hoe jullie het spellingonderwijs vorm geven. Aan de hand van de uitkomsten van de vragenlijsten wil ik vervolgens in twee groepen, door middel van een

focusgroepinterview, met jullie bespreken welke aspecten we van de huidige methodiek willen behouden en wat we willen veranderen.

In de vragenlijst komen de volgende items aan de orde: instructie, begeleide inoefening, zelfstandige verwerking, onderwijs aan sterke en zwakke spellers, spellingbewustzijn en spellinggeweten. Ik licht de begrippen begeleide

inoefening, spellingbewustzijn en spellinggeweten in de vragenlijst toe.

De uitkomsten van de vragenlijsten zullen anoniem en vertrouwelijk behandeld worden. Ik zal deze uitkomsten uiterlijk twee weken na het inleveren van de vragenlijst via de mail aan jullie verspreiden. In de focusgroepinterviews op dinsdag 1 april en donderdag 3 april, van 15.30 tot ongeveer 16.15 uur, zal ik de uitkomsten mondeling toelichten.

De vragenlijst bestaat uit drie delen. Deel 1 bestaat uit vragen waarbij je één antwoordmogelijkheid mag vet maken. Deel 2 bestaat uit vragen waarbij je één of meerdere antwoordmogelijkheden vet mag maken. Deel 3 bestaat uit open vragen. Het invullen van de vragenlijst zal ongeveer 20 tot 30 minuten in beslag nemen.

Ik verzoek jullie vriendelijk om de vragenlijst binnen een week, voor woensdag 19 maart, bij me in te inleveren (digitaal of in mijn postvak). Dan heb ik

voldoende tijd om de gegevens te verwerken en het focusgroepinterview voor te bereiden.

Alvast hartelijk bedankt voor jullie medewerking!

Groeten, Marieke

53 Bijlage 3

Deel 2: instructie, begeleide inoefening en zelfstandige verwerking.

vragen antwoordmogelijkheden aantal antwoorden

1.Begin spellinginstructie -bordwoordjes -gesproken woord -anders, n.l.:

-2 -2

-betekenis woorden 2. Spelling-strategieën -fonologische

-woordbeeld

3. Dictees -klassikaal

-in duo’s

-1: zelfdictee invoeren om woordbeelden op te bouwen 4. Zelfstandige verwerking -Montessori materialen

-werkbladen van de

-werkbladen Taal Actief stellen; letten op aangeboden categorieën

-in tweetallen werk bespreken -met bordwoordjes galgje of kruiswoordpuzzels

-zwakke spellers:

computerprogramma Bloon

54 Bijlage 4 Deel 3: instructie, begeleide inoefening, zelfstandige verwerking, zwakke en sterke spellers, spellingbewustzijn en spellinggeweten.

De respondenten hebben met betrekking tot bovengenoemde thema’s de volgende professionele ontwikkel- en ondersteuningsbehoeften:

Ontwikkel- en

ondersteuningsbehoeften

ja nee Welke

Instructie 5 1 - meer handvatten

- allemaal zelfde termen

- leerstijlen - hardnekkige spellingproblemen - dyslectische en spellingsterke leerlingen

Begeleide inoefening 4 1 - tips/handvatten

- zwakke/sterke spellers

Zelfstandige verwerking 1 4 - welke eisen?

Begeleiding zwakke spellers

6 - tips/handvatten

- hoe instructie?

- klassenmanage-

Spellingbewustzijn 2 3 - tips/handvatten

Spellinggeweten 4 1 - tips/handvatten

Overzicht antwoorden op de open vragen Instructie

1. Hoe ziet jouw spellinginstructie eruit oftewel welke stappen pas jij toe in je spellinginstructie? (Je kunt hierbij bijv. denken aan stap 1 – bordwoordje opnoemen, stap 2 – vertellen wat de moeilijkheid is etc.)

De leerkrachten passen enkele of meerdere stappen toe:

 bordwoorden opschrijven of woorden uitspreken

 woorden in klanken of klankgroepen verdelen, zowel auditief als visueel (1 leerkracht)

55

 korte en lange klanken visueel maken door ze aan een kleur te koppelen (1 leerkracht)

 groepsgewijs of in tweetallen vaststellen wat de moeilijkheid is

 spellingprobleem uitleggen

 voorbeelden erbij bedenken

 moeilijke woorden bespreken

 zinnen bedenken met woord erin

 1 leerkracht bespreekt na het uitleggen van de spellingregel de betekenis van woorden door waar mogelijk in te gaan op de herkomst van het woord (dus vaak de reden van de spellingwijze).

Begeleide inoefening

2. Welke manieren van begeleide inoefening pas je toe in je groep? (Je kunt hierbij bijv. denken aan dictees, samen maken van een werkblad etc.)

 hulp bij maken van werkbladen

 hulp bij het werken met Montessorimateriaal

 hulp bij werken aan Taalzee

 verbeteren spelling in schriftelijk werk

 klassikale energizers (minimaal 2x per week)

 dictees

 sommige kinderen “blonen” i.p.v. overschrijven van woordjes (www.bloon.nl)

 woorden verzamelen van dezelfde categorie

 verhalen schrijven met verplichte woorden van een bepaalde categorie

 al het werk corrigeren en bespreken op de aangeleerde categorie

 bewustwording dat spellen niet gelijk is aan een dictee, maar aan het geschreven woord

Zwakke spellers

3. Op welke wijze onderken jij zwakke spellers?

 spelling analyseren in schriftelijk werk

 Cito toetsen

 Signaaldictee

4. Waardoor kenmerken zich zwakke spellers zich volgens jou?

 onachtzaamheid/chaotische spellers (vergeten bijv. letters)

 denken sneller dan ze kunnen schrijven

 regelvastheid en toepassen op verkeerde plaats/ door elkaar halen van categorieën

 zwak woordbeeld/woorden beklijven niet

 soms onvoldoende geautomatiseerde letterkennis

 soms niet het verschil horen in klanken (v/f, s/z, d/t)

56

 soms niet het verschil in letters zien (b/d, p/q etc.)

 onvoldoende overzicht in toepassen strategie

 hardnekkige fouten

 te hoog tempo van één categorie per week

 gespannen bij maken van spellingopgave

5. Welke materialen zet je in voor zwakke spellers?

 werkbladen

 spellingdoosjes

 materiaal “woordwijs”

 woordlijsten

 Taalzee

 spellingstappenplan in schrift plakken

 letters kleien

 met “bloon” woordbeelden opslaan

 extra dictees

 spelling in de lift

 verhalen schrijven

6. Geef je zwakke spellers andere opdrachten? Zo ja, welke?

Nee: 4 Ja: 2

 Opdrachten passend bij interesse en leerstrategie

 Woorden opzoeken op een gekopieerd blad en deze kleuren

 Samen werk bespreken en verbeteren

 Beelddenkers: woord netjes doorkrassen en leerkracht schrijft het goede woord voor.

7. Op welke manieren begeleid je zwakke spellers?

 Verlengde instructie

 Veel positieve feedback

 Individuele lesjes/meer tijd

 Afstemmen op onderwijsbehoefte

 Herhaling regels

 Zelf laten nadenken en verwoorden

 Visuele inprenting

Sterke spellers

8. Op welke wijze onderken jij sterke spellers?

 Tijdens spontaan spellen en in dagelijks werk weinig fouten schrijven

 Dictees

57

 Cito scores

9. Waardoor kenmerken sterke spellers zich volgens jou?

 Niet nadenken over spelling; intuïtieve vaardigheid (vormen snel een woordbeeld)

 Passen regels ook tijdens dagelijks werk goed toe

 Snel doorzien van moeilijkheid in een woord

 Zijn snel klaar met spellingwerk

 Zijn verbaal sterk

 Grote woordenschat

 Maken goede zinnen

10. Welke materialen zet je in voor sterke spellers?

 Dictee

 Taaldoosjes van Montessori

 Rekkenwerkjes van Montessori (open en gesloten lettergrepen)

 Werkbladen van een hoger niveau

 Taalzee

11. Geef je sterke spellers andere opdrachten? Zo ja, welke?

Nee: 2 Ja: 4

 Verhalen schrijven en achteraf woorden met spellingfouten omcirkelen, ook van de categorieën die nog niet aangeboden zijn

 Verhalen schrijven en daarbij letten op bepaalde categorieën

 Muurkranten van bepaald thema

 Kruiswoordpuzzels laten maken

12. Op welke manieren begeleid je sterke spellers?

 Verkorte instructie

 Hulp bieden tijdens extra opdrachten

 Vooral door het wijzen op spelfouten

 Nog te weinig

 Laat het kind uitleggen waarom het woord op die manier geschreven moet worden

 Stel retorische vragen: wat nou als dit en dit was, hoe zou het dan geschreven moeten worden?

Spellingbewustzijn

13. Ben je je bewust van spellingbewustzijn bij kinderen?

Ja: 5

58 Nee: 1

14. Zo ja, op welke manieren werk je aan de attitude om bewust te spellen?

 De kinderen hardop laten redeneren tijdens de instructie

 De kinderen de moeilijkheid in woorden laten zoeken

 Spellingstappenplan hardop te verwoorden en te modellen

 In de individuele begeleiding

 Elkaars werk nakijken en bespreken

 De kinderen ook in hun dagelijks werk op hun spelling wijzen

 Kinderen hun werk te laten controleren op fouten

 Als ik een kind wijs op een fout ga ik met ze de stappen na: wat hoor je?

Is dat een korte of een lange klank? Welke regel hoort daarbij?

15. Leer je de kinderen hun spelling achteraf te controleren? Zo ja, hoe doe je dat dan?

Nee: 1 Ja: 5

 Na een dictee aangeven dat de kinderen de woorden moeten nakijken

 Na correctie moeten de kinderen fouten zelfstandig verbeteren of een lesje vragen

 Dictee begint met de zijn: luisteren-denken-schrijven-nakijken

 Visueel stappenplan van Meichenbaum (hangt in de klas) waarbij de laatste stap voor ieder werk is: Ik kijk mijn werk na. Moet ik wat verbeteren?

Spellinggeweten

16. Ben je je bewust van spellinggeweten bij kinderen? Zo ja, op welke manieren stimuleer je de kinderen om foutloos te willen spellen?

Nee: 1 Ja: 4

 Door regelmatig te benadrukken wat het belang is van goed spellen en welke indruk spelfouten maken (zowel individueel als klassikaal)

 Woorden van aangeboden categorie opzoeken in geschreven taal om je heen.

 Dat doe ik door ze de mogelijkheid te geven werk te verbeteren. Nadruk ligt daarbij op dat fouten maken mag en dat je daar van leert.

 Ik wijs de kinderen die daar laconiek over doen meestal op door een tekeningetje bij te maken met een vraagteken. Bijv. Ik zag kammelen door de straat lopen

59

of ?

Ruimte voor opmerkingen

17. Zijn er nog dingen die je niet kwijt kon en die je wilt toevoegen?

 Meer aantrekkelijke verwerkingsopdrachten

 Af en toe “spelling” als agendapunt op de bouwvergadering; ideeën uitwisselen, leren van elkaar

 Manier van aanbieden van spelling die voor meerdere leerstijlen geschikt zijn.

 Ik hoop dat je je ook verdiept in Spelling Per Persoon ontwikkeld door Montessorischool ’t Ronde. Hierbij kan het kind op eigen niveau door de spellingscategorieën heen werken.

60 Bijlage 5

In document Spelling, best leuk! (pagina 53-61)