• No results found

Het toepassen van geweld en/of bedreiging door faillissementsfraudeurs kwam in meer-dere bestudeerde zaken voor. Deze mogelijkheid kwam ter sprake als de fraude werd belemmerd of als er financiële onenigheden ontstonden. Zo heeft de Architect mensen bedreigd en/of geïntimideerd. Onder deze groep vielen een ‘lastige’ curator en een voormalige eigenaar van een vennootschap die moeilijk deed. Uit tapgesprekken is ge-bleken dat ook de Coureur is bedreigd door de Architect. Hij had schulden bij de Archi-tect en moest snel met auto’s komen, anders zouden de jongens worden ingeschakeld die het geld altijd geïnd kregen. In een afgetapt telefoongesprek zegt de Architect tegen de Coureur onder andere: ‘Want anders draai ik echt vanavond je kop eraf. Een advo-caat heb ik niet nodig hoor. Ik heb een “9 millimeter”.’

In de zaak de Bouwer is een leverancier door een ‘onbekend persoon’ gebeld en deze leverancier kreeg kort te horen: ‘Stoppen. Nu is het afgelopen. Geen brieven of advo-caat meer. Anders weten we je te vinden.’ Daarna is de verbinding verbroken.

Wanneer een afnemer weigerde te betalen, werd de Groenteman erg kwaad. In een tele-foongesprek gaf de Groenteman zijn vader (medefraudeur) en een derde de opdracht om de afnemer een lesje te leren. Ze mochten indien nodig hem ‘afmaken’ en de Groen-teman vertelde bereid te zijn de schuld op zich te nemen en de straf uit te zitten.

Risico verlies sociale relaties

Zoals reeds besproken, konden de fraudeur en zijn slachtoffers in de bestudeerde fail-lissementszaken elkaar zakelijk kennen of juist onbekenden voor elkaar zijn. Wanneer de fraudeur en zijn slachtoffers elkaar vóór de totstandkoming van de fraude kenden, bracht dit een extra risico voor de fraudeur met zich mee. Afhankelijk van de relatie van de fraudeur met zijn slachtoffers waren er twee soorten risico’s te onderscheiden. Het eerste betrof het risico van het verlies van sociale relaties. Dit risico was in de be-studeerde faillissementszaken nihil omdat de fraudeur en zijn slachtoffers elkaar privé

niet kenden. Het tweede risico betrof het verlies van de zakelijke relaties. Van dit risico was sprake wanneer de fraudeur zijn klanten slachtoffer maakte van zijn fraude.

Zoals in tabel 5.7 weergegeven was in tien zaken sprake van een zakelijke relatie. Het was niet mogelijk om bij iedere zakelijke relatie uit te maken of de relatie vóór of tijdens de uitvoering van de fraude tot stand was gekomen. Zo was er sprake van een zakelijke relatie in de fraudezaken waarbij de kredietverleners, leveranciers, en/of klan-ten zijn benadeeld. Zie tabel 5.6 voor een uitgebreidere splitsing van de relatie van de fraudeurs met hun slachtoffers. In de zaken de Opruimer, de Herder, de Calculator, de

Architect en de Huurling was er geen sprake van een relatie met de slachtoffers.

Het derde en het laatste risico betrof de situatie waarin de fraudeurs voor hen onbe-kende mensen slachtoffer hadden gemaakt. Bij deze categorie was het risico het laagst omdat er helemaal geen sprake was van verlies van sociale relaties, tenzij de fraude via de media of anderszins in de omgeving van de fraudeur bekend werd. Bij de vijftien bestudeerde faillissementszaken was echter – bij de aanvang van fraude – geen sprake geweest van een relatie tussen de fraudeur en zijn slachtoffers. In elf zaken is in de loop van de totstandkoming en uitvoering van de fraude wel een zakelijke relatie ont-staan die op initiatief van de fraudeurs is ontont-staan. Deze relatie is enkel bedoeld ge-weest om financieel voordeel te realiseren.

5.3.3 Ontdekking van de fraude

Met de ontdekking van de fraude in de vijftien bestudeerde faillissementszaken wordt bedoeld de wijze van ‘de afsluiting’ of ‘de afronding’ van de fraude. Ongeacht de wijze van de ontdekking van de fraude is door de strafrechtelijke vervolging van de fraudeurs en het faillissement (of een reeks van faillissementen) van de betrokken rechtspersonen waarmee gefraudeerd is, een einde gekomen aan deze fraudezaken. Daarmee is overi-gens niet gezegd dat de strafrechtelijke afhandeling van de zaak onherroepelijk was. Naast de mogelijke beroepsprocedures die er konden lopen, kon het zijn dat er naar aanleiding van deze strafrechtelijke veroordelingen ook ontnemingszaken tegen de (mede)fraudeur liepen. In vijf faillissementsfraudezaken was sprake van een (mogelij-ke) ontnemingszaak tegen de fraudeurs.

Evenals bij de beleggingsfraudezaken wordt ook bij de faillissementszaken onder-scheid gemaakt tussen de gewaarwording van de slachtoffers, de wijze van de ontdek-king van de fraude en de aanleiding van het strafrechtelijke onderzoek. Deze drie ont-dekkingswijzen zijn in tabel 5.9 weergegeven. De zaak de Opruimer is de enige zaak waarin de gewaarwording van slachtoffers, de wijze van de ontdekking en de aanlei-ding van het strafrechtelijke onderzoek dezelfde waren. Zo heeft de curator de fraude in deze zaak ontdekt, heeft hij de benadeelden via een bericht laten weten dat zij slachtof-fers zijn geworden en gaf de aangifte van de curator de aanleiding tot het strafrechtelij-ke onderzoek.

Gewaarwording van slachtoffers

In veertien zaken beseften de slachtoffers opgelicht te zijn doordat de betalingen van rekeningen uitbleven, de zaak failliet ging, goederen weg waren of de fraudeurs niet meer bereikbaar waren. Zie tabel 5.9 voor een volledig overzicht van de gewaarwor-ding van de slachtoffers. In de zaken de Groenteman, de Besteller en de Huurling kwamen de slachtoffers erachter dat ze benadeeld zijn enkel doordat de betalingen van de rekeningen uitbleven. Een combinatie van het uitblijven van de betaling van de rekeningen en het faillissement van de rechtspersonen leidde in de zaken de Herder, de

Kampeerder, de Calculator, de Architect, de Meester en de Bloemist tot een besef

fraude bij de slachtoffers.

Tabel 5.9: Gewaarwording, ontdekking en aanleiding strafrechtelijk onderzoek

Zaak Gewaarwording door

Ontdekking Aanleiding strafrechte-lijk onderzoek Cu ra to r Be n ade el de n Ov er ig e

de Kapitein Uitblijven betalingen en goederen weg X X Aangifte curator

de Bouwer Uitbl. betaling en fraud. onbereikbaar X X Aangifte curator

de Kampeerder Uitblijven betaling en faillissement X X Aang. c. en benadeelden

de Calculator Uitbl. aflossing schulden en failliss. X X Media-aandacht

de Coureur Auto’s weg, uitblijven betalingen X X Aang. curator lease.mij.

de Architect Uitblijven betalingen, faillissement X X Aang. c., belastingdienst

de Opruimer Bericht curator X Aangifte curator

de Herder Uitbl. aflossing schulden en failliss. X Aangifte curator

de Reiziger Faillissement X Aangifte curator

de Bloemist Uitblijven betalingen, faillissement X Aangifte curator

de Huurling Uitblijven betaling X Zaak Bloemist en aang. c.

de Jager Uitbl. betaling, onterechte bestellingen X Aangifte benadeelden

de Besteller Uitblijven betaling X Aangiftes benadeelden

de Groenteman Uitblijven betaling rekening X Aang. benad., ex-werknr.

de Meester Uitblijven betalingen, faillissement X Aang. c., belastingdienst

Totaal NVT 11 7 3 NVT

De fraude in de zaak de Reiziger werd door de slachtoffers opgemerkt door het faillis-sement van de reisbureaus van de fraudeur. Het uitblijven van de betalingen in combi-natie met de verdwijning van goederen en auto’s leidde tot gewaarwording van de slachtoffers in de zaken de Kapitein en de Coureur. Slachtoffers in de zaken de Bouwer en de Jager kwam achter de fraude door het uitblijven van betalingen in combinatie met onbereikbaarheid van de fraudeurs onderscheidenlijk het opmerken van de onte-rechte bestellingen.

Wie heeft de fraude ontdekt?

De fraude in elf zaken is (mede) door de curatoren ontdekt. Uitzonderingen waren de zaken de Jager, de Meester, de Groenteman en de Besteller. In vijf van de elf zaken die (mede) door de curatoren zijn ontdekt, hebben ook de benadeelden in de gaten gekre-gen dat ze slachtoffer waren geworden van de fraude. Dat zijn de zaken de Kapitein, de

Bouwer, de Kampeerder, de Calculator en de Coureur. In de zaken de Jager en de Besteller is de fraude enkel en alleen door de slachtoffers zelf opgemerkt. De zaak de Architect is mede door een onderzoek van de belastingdienst naar aanleiding van de

fiscale financiële benadeling door een aantal rechtspersonen aan het licht gekomen. De zaak de Meester is uitsluitend ontdekt doordat de belastingdienst een onderzoek was gestart naar aanleiding van zeven faillissementen waar de Meester bij betrokken was. De fraude in de zaak de Groenteman werd ontdekt doordat een ex-medewerker van de

Groenteman bij de politie aan de bel heeft getrokken. Aanleiding strafrechtelijk onderzoek

De aangiftes van de curatoren waren de aanleiding van strafrechtelijke onderzoeken in de zaken de Opruimer, de Kapitein, de Bouwer, de Herder, de Reiziger, de Coureur en

de Bloemist. In de zaken de Kampeerder, de Architect en de Meester was de aanleiding

daartoe mede de aangifte van de curatoren. In de zaken de Architect en de Meester waren naast de aangiftes van de curatoren ook de aangiftes van de belastingdienst de aanleiding van het onderzoek. Het strafrechtelijke onderzoek in de zaak de Calculator is echter naar aanleiding van de vele media-aandacht (zowel in dagbladen als op TV) gestart. De aangiftes van de benadeelden in de zaken de Jager en de Besteller waren de aanleiding van het strafrechtelijke onderzoek. De zaak de Groenteman is naar aanlei-ding van de aangiftes van de benadeelden en melaanlei-dingen van een ex-medewerker rechtelijk opgepakt. Tot slot waren de aangiftes van de curator samen met het straf-rechtelijke onderzoek naar de zaak de Bloemist de aanleiding voor het onderzoek in de zaak de Huurling, hij was zogenaamd ‘in beeld’.

Gevolgen ontdekking fraude voor de fraudeur

De fraudeurs in de vijftien bestudeerde faillissementszaken zijn vervolgd en in ieder geval in eerste aanleg veroordeeld. De opgelegde gevangenisstraffen in eerste aanleg liepen uiteen van tien maanden (waarvan drie maanden voorwaardelijk) voor de

Bou-wer en de Huurling tot 50 maanden onvoorwaardelijk in de zaken de Calculator en de Bloemist. Naast de veroordeling zijn de rechtspersonen waarmee de fraudeurs hun

slachtoffers hebben gemaakt, failliet gegaan. Aangezien de fraudeurs en slachtoffers elkaar privé niet kenden, heeft de ontdekking van de fraude in geen van de gevallen tot verlies van sociale relaties geleid. Enkel in het geval van de Meester hebben de ont-dekking van de fraude en zijn veroordeling tot een scheiding geleid.

5.4 Naspeurbaarheid van de opbrengsten van faillissementsfraude

In hoeverre het te achterhalen was wat de faillissementsfraudeurs met de buitgemaakte gelden hebben gedaan, waaraan en op welke wijze zij deze hebben uitgegeven, wordt in deze paragraaf uiteengezet. Wanneer het geld niet naspeurbaar is, wordt aangeno-men dat het geld is weggesluisd of anderszins buiten zicht van de benadeelden, de curatoren en/of de opsporingsdiensten is gehouden om er op een geschikt moment gebruik van te maken. Indien wel naspeurbaar, wordt nagegaan hoe en waarom het geld is uitgegeven en of deze uitgaven voor de directe omgeving van de fraudeurs zichtbaar of juist niet zichtbaar geweest.

5.4.1 Wijze van besteding van het geld

In de faillissementszaken de Kampeerder en de Meester was de bestemming van het geld (vrijwel) geheel naspeurbaar en kon met redelijke zekerheid worden bepaald waar het heen is gegaan. De Kampeerder heeft het buitgemaakte geld gebruikt om, naast het bekostigen van zijn levensonderhoud en de nodige luxe, de aankoop en verbouwing van een camping c.q. recreatiecentrum in Frankrijk mee te financieren. Hij heeft dan ook het leeuwendeel van het geld in dit project gestoken of gereserveerd om hierin te investeren. Waar de rest van het geld aan is uitgegeven, wordt hierna besproken. De tweede zaak waarin de bestemming van het geld vastgesteld kon worden, betrof de zaak de Meester. Aangezien hij ervan overtuigd was dat hij binnen de grenzen van de wet opereerde, heeft hij de opbrengsten van de fraude zijn bedrijf binnen laten stromen.

Het buitgemaakte geld in de zaak de Groenteman was helemaal niet naspeurbaar. Hij heeft zijn opbrengsten contant ontvangen van de Duitse groenten- en fruitgroothan-delaar zonder dat duidelijk was waar deze gelden gebleven zijn. Bij de rechercheurs bestaat een sterk vermoeden dat al het buitgemaakte geld naar Turkije is weggesluisd. In de overige twaalf zaken is een deel van het buitgemaakte geld werkelijk verdwenen en was onbekend waar dat deel het geld was gebleven. In deze zaken hebben de frau-deurs geweigerd of waren zij niet in staat om aan te geven waar het geld was gebleven. Het is aannemelijk dat in ieder geval vier van deze fraudeurs (een deel van) het geld ‘ergens’ hebben geparkeerd als appeltje voor de dorst. Dit betreft de zaken de Kapitein,

de Calculator, de Architect, en de Reiziger.

In de overige acht zaken waarin de bestemming van slechts een deel van het geld is achterhaald, zijn er twee mogelijkheden: ten eerste hebben de fraudeurs gezien hun werkelijke rol als katvanger slechts een klein deel van het geld ontvangen en is de rest naar mensen gegaan die geen onderwerp van het strafrechtelijke onderzoek zijn ge-weest. Dit was het geval in de zaken de Opruimer, de Bouwer, de Herder, de Coureur,

de Bloemist en de Huurling. De tweede mogelijkheid, die betrekking heeft op de zaken de Jager en de Besteller, heeft te maken met de chaotische toestand die deze twee

heb-ben gecreëerd waarbij ook zijzelf het zicht op het geld kwijt zijn geraakt. Zie voor een voorbeeld van het bestedingsgedrag van de Jager het tekstkader 5.11.