• No results found

Beantwoordt het waarom van de Zaligmaker. Omdat Hij de Borg van zondaren was en in hun plaats leed

1. Hij was met Zijn Vader overeengekomen, voor de gehele wereld, in de plaats van zondaren, te lijden en te sterven. Alle vloek, die hen zou treffen, laat die op Mij komen. Waarom zou het Hem verwonderen dat God al Zijn toorn op Hem deed neerkomen? „Waarom hebt Gij Mij verlaten? Omdat u bewilligd hebt om in de plaats van zondaren te staan.

2. Hij stelde Zijn aangezicht er voor. „Hij stelde Zijn aangezicht gelijk een keisteen.” En: „Hij stelde Zijn aangezicht standvastig.” God stelde in Gethsémané de drinkbeker voor Hem, zeggende: „Wilt U deze drinken? Hij zeide: „De drinkbeker, die Mij de Vader gegeven heeft, zal Ik die niet drinken? (Joh. 18 : 11). „Daarom behaagde het de Heere Hem te verbrijzelen.” Waarom? Omdat U er in bewilligd hebt om Borg te zijn; U wilde het niet tegengaan.

3. Hij wist dat óf Hij of de gehele wereld lijden moest. Zijn medelijden met de

wereld maakte Hem tot een Zaligmaker: „Omdat Hij zag dat er niemand was, zo ontzette Hij zich dat er geen voorbidder was; daarom bracht Hem Zijn arm heil aan en Zijn gerechtigheid ondersteunde Hem.” (Jesaja 59 : 6). Waarom? Óf U óf zij moesten de hel ondervinden.

1ste. Een les voor hen die zonder Christus zijn. Leer uw gevaar kennen. Waar God de zonde ziet, zal Hij dezelve straffen. Hij strafte ze in de oproerige engelen, in Adam, in de oude wereld, in Sodom. En toen Hij Christus met de zonden beladen zag, verliet Hij Zijn eigen Zoon. U denkt licht over de zonde. Zie, hoe God er over denkt.

Indien slechts één zonde van u niet bedekt is, zo kunt u niet zalig worden. God zeide: „Hoewel U het zegel aan Mijn rechterhand was, en hoewel u de Zoon Mijns schoots was, toch wilde ik U voortaan verbrijzelen.” O, laat mij u nog heden overtuigen om u nauwer aan Christus te verbinden!

2e. Een les voor het volk Gods. Bewonder de liefde van Christus. O, welk een zee van toorn onderging Hij voor u! O, wat leed Hij niet voor u, lage, ondankbare ziel!

Het gebroken brood en de uitgestorte wijn zijn een afbeelding van Zijn liefde. O, wanneer u hierop ziet, mocht uw hart dan zeer verliefd worden naar zo’n Zaligmaker!

Tot allen die in Christus zijn, wilden wij zeggen, dat Hij in de plaats van zondaars verlaten werd. Indien u in Hem uw zekerheid hebt, dan zult u nooit verlaten worden.

Uit het gebroken brood en uit de vergoten wijn schijnt een stem te komen die roept:

„Mijn God, Mijn God! waarom hebt Gij Mij verlaten? Voor mij, voor mij!

Moge God Zijn Eigen woord zegenen! Amen.

(Avondmaalspreek).

27. DE DOOD VAN STEFANUS.

„En zij stenigden Stefanus, aanroepende en zeggende: Heere Jezus, ontvang mijn geest.” (Hand. 7 : 59).

Stefanus was de eerste, die als een martelaar voor Christus stierf. Hij schijnt ook meer dan iemand na hem een beeld van de Heiland geweest te zijn. Zijn aangezicht was gelijk dat van een engel. Zijn onweerstaanbare wijsheid om met de Joden te twisten was gelijk aan die van Christus; zijn gebed, dat hij met stervende lippen voor zijn vijanden bijna in dezelfde woorden als de Zaligmaker uitsprak, en de aanbeveling van zijn ziel in de handen van de Heere Jezus, waren in dezelfde geest van vertrouwen als waarin Christus zeide: „Vader, in Uw handen beveel ik Mijn geest.” Het is niet te betwijfelen dat hij, door op Christus te zien, aan Hem gelijk werd; de laatste blik, die hij op Christus wierp, schijnt bijzonder hem stervende een hemelse uitdrukking gegeven te hebben, die zo boven al het aardse is.

Twee dingen zijn hierbij aan te merken:

1ste. dat hij Christus aan de rechterhand Gods zag;

2e, dat hij Christus zag Die daar stond. De Bijbel spreekt zestienmaal van Christus, zijnde aan de rechterhand Gods; dertienmaal wordt er gezegd dat Hij daar zit, tweemaal als zijnde daar, maar hier alleen wordt gezegd dat Hij daar stond. Dit schijnt een diepe en levendige indruk op Stefanus gemaakt te hebben, want hij roept uit: „Ziet, ik zie de hemelen geopend en de Zoon des mensen staande ter rechterhand Gods.” (Hand. 7 vs. 56). Toen met de vaste overtuiging dat de armen van Christus uitgestrekt waren om hem te ontvangen, riep hij: „Heere Jezus, ontvang mijn geest.”

Onderwerp. Nu Christus aan de rechterhand Gods is en sedert Hij ten hemel opvoer, om de stervende gelovige te ontvangen, moeten ook alle gelovigen hun ziel aan de Heere Jezus aanbevelen.

1. Indien Christus aan de rechterhand Gods is, dan moeten ook de gelovige zijn zonden vergeven zijn, zodat hij met volle vrede zeggen kan: „Heere Jezus, ontvang mijn geest.” Indien het graf zich voor eeuwig over Christus gesloten had, indien de steen tot op deze dag op de mond des grafs gebleven was, dan mochten wij twijfelen of Christus in de plaats van zondaars genoeg geleden had. „Indien Christus niet opgewekt is, dan is uw geloof tevergeefs, dan bent u nog in uw zonden.” Maar is het waar dat Christus ter rechterhand Gods is, dan is ook de steen van het graf weggenomen. God heeft Hem bevrijd van de vloek die op Hem lag. Aan Gods gerechtigheid is volkomen voldaan. Indien u een veroordeelde in de gevangenis zag werpen, en de deuren van de gevangenis achter hem toegaan, en u zag er hem nooit uitkomen, dan zou u mogen geloven dat hij nog in de kerker was en nog altijd het rechtmatige vonnis van de wet onderging. Maar indien u de deuren van de gevangenis zag opengaan en de gevangene vrij langs de straten zag gaan, dan zou u geloven dat hij aan de wet voldaan, al het nodige geleden, en tot de laatste penning toe betaald had. Zo is het ook met de Heere Jezus. Hij werd als een veroordeelde gerekend, de misdaden van de mensen tegen God werden op Hem gelegd, en Hij werd in hun plaats veroordeeld. Hij werd veroordeeld tot de dood des kruises en tot

het kille graf, waarvoor een steen gewenteld werd. Indien u er Hem nooit uit had zien komen, dan zou u mogen geloven dat Hij nog altijd het rechtvaardige vonnis van de wet onderging. Maar stil! „Hij is opgestaan Hij is hier niet.” (Matth. 28 : 6). Christus is werkelijk opgestaan. God, die Zijn Rechter was, heeft Hem uit de dood opgewekt en Hem in de hemel aan Zijn rechterhand geplaatst; nu kunt u verzekerd zijn dat Hij aan Gods gerechtigheid voldaan heeft. Hij heeft alles geleden wat nodig was. Hij heeft tot de laatste penning toe betaald.

Zijn er enige onder mijn hoorders, die zich aan Jezus vasthouden? Is dit de Zaligmaker, in Wie u uw vertrouwen stelt? „Zijt welgemoed, uw zonden zijn u vergeven.” (Luk. 8 : 48). Indien uw Borg vrij is, dan bent u ook vrij. Dit gaf de stervende Stefanus zo’n vrede. Hij had dezelfde zondige natuur die u hebt. Hij bedreef dezelfde zonden. Hij was evenals u veroordeeld. Maar toen hij Jezus Christus, die hij als zijn Redder had aangenomen, vrij ter rechterhand Gods zag staan, toen gevoelde hij dat de vloek alreeds gedragen was, en dat Gods toorn van hem geweken was. Zijnde aldus inwendig van de vergeving van de zonden overtuigd, beval hij zijn geest in Christus' handen: „Heere Jezus, ontvang mijn geest.” O, broeders, klem u vast aan dezelfde Jezus. Hij is nog dezelfde als toen Stefanus stierf.

Hij is nog altijd willig u aan te nemen; de dood heeft geen macht meer over Hem, want Hij heeft alles geleden. Neem Hem aan als uw Borg, klem u aan Hem vast als uw Zaligmaker, en u zult nog heden dezelfde vrede bezitten die Stefanus had, en in die vrede zult u ook kunnen sterven, zeggende: „Heere Jezus, ontvang mijn geest.”

II. Indien Christus aan de rechterhand Gods is, dan wordt de gelovige door God