• No results found

Basisteams politie8.

In document Veiligheidsmonitor 2015 (pagina 145-150)

Dit afsluitende hoofdstuk bevat een noviteit in de reeks VM-publicaties: de uitkomsten worden voor het eerst uitgesplitst naar de 167 basisteams van de politie. Dit gebeurt voor een vijftal indicatoren: sociale overlast in de buurt,

onveiligheidsgevoelens in de buurt, slachtofferschap criminaliteit, tevredenheid over contact met de politie, tevredenheid over het totale functioneren van de politie in de buurt. Per indicator wordt door middel van cartogrammen weergegeven of regionale eenheden en de daarbinnen gelegen basisteams van politie bovengemiddeld,

gemiddeld of benedengemiddeld scoren, waarbij zowel het landelijke gemiddelde als het gemiddelde van de regionale eenheid als referentiepunt worden genomen. De uitkomsten voor de afzonderlijke basisteams en een cartogram met de ligging ervan plus legenda zijn opgenomen in respectievelijk Bijlage III en IV.

8.1 Sociale overlast in buurt

In 2015 is het aandeel inwoners dat veel sociale overlast in de buurt ervaart hoger dan gemiddeld in de regionale eenheden Amsterdam, Rotterdam en Limburg, Minder dan landelijk gemiddeld wordt sociale buurtoverlast ervaren in Noord-Nederland, Oost- Nederland en Oost-Brabant.

Binnen de regionale eenheden kan de ervaren sociale overlast tussen de basisteams flink uit elkaar lopen.

In Limburg bijvoorbeeld, dat met een gemiddeld sociale overlastaandeel van 15 procent (tegen 12 procent landelijk) bovengemiddeld hoog scoort, lopen de percentages naar basisteam uiteen van 4 procent in Horst/Peel en Maas tot 28 procent in Heerlen. Lager dan gemiddeld in Limburg is het aandeel dat veel sociale buurtoverlast ervaart naast Horst/Peel en Maas in de basisteams Weert, Echt en Heuvelland. Hoger dan het Limburgs gemiddelde zijn de overlastpercentages in Heerlen en Maastricht.

In Oost-Nederland, een regionale eenheid waar de sociale overlast in de buurt met 9 procent benedengemiddeld laag is, variëren de overlastpercentages van 4 procent in de basisteams Vechtdal en Veluwe Vallei Noord tot 19 procent in Arnhem-Noord. Lager dan gemiddeld in Oost-Nederland is de buurtgerelateerde sociale overlast naast Vechtdal en Veluwe Vallei Noord in IJsselland-Noord, Twente West, Twente-Oost en Achterhoek- Oost. Hoger dan gemiddeld is de overlast behalve in Arnhem Noord in Arnhem Zuid, Nijmegen Noord en Nijmegen Zuid en in Enschede.

Lager dan landelijk gemiddeld Landelijk gemiddeld Hoger dan landelijk gemiddeld

Lager dan landelijk gemiddeld Landelijk gemiddeld Hoger dan landelijk gemiddeld

8.1.1 Sociale overlast in buurt – naar regionale eenheid t.o.v. landelijk gemiddelde (a), naar basisteam t.o.v. landelijk gemiddelde (b), en naar basisteam t.o.v.

regionaal gemiddelde (c), 2015

Lager dan regionaal gemiddeld Regionaal gemiddeld

Amsterdam Den Haag Limburg Midden-Nederland Noord-Holland

Noord-Nederland Oost-Brabant Oost-Nederland Rotterdam Zeeland-West-Brabant

8.2 Onveiligheidsgevoelens in buurt

Het aandeel inwoners dat zich wel eens onveilig voelt in de buurt is in 2015 hoger dan gemiddeld in de regionale eenheden Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Limburg, Lager dan landelijk gemiddeld zijn de buurtgerelateerde overlast gevoelens in Noord- Nederland, Oost-Nederland, Oost-Brabant en Noord-Holland.

Net als de ervaren sociale overlast kunnen ook de onveiligheidsgevoelens in de buurt tussen basisteams binnen een regionale eenheid fors verschillen.

Zo lopen in Rotterdam, een regionale eenheid die met 22 procent een hoog aandeel inwoners met onveiligheidsgevoelens in de buurt heeft, de percentages uiteen van 9 procent in basisteam Hoeksche Waard tot 38 procent in de basisteams Charlois en Feijenoord. Lager dan gemiddeld in Rotterdam is het aandeel dat zich wel eens onveilig voelt in de buurt naast Hoeksche Waard in Midden-Schieland, Haringvliet, Oude Maas, Drechtsteden-Buiten en Alblasserwaard/Vijfheerenlanden. Hoger dan het Rotterdams gemiddelde zijn de onveiligheidsgevoelens behalve in Charlois en Feijenoord in de basisteams Schiedam, Delfshaven, Maas-Rotte en IJsselmonde.

In Oost-Nederland bijvoorbeeld waar de buurtgerelateerde onveiligheidsgevoelens met 15 procent laag zijn, loopt het aandeel inwoners dat zich wel eens onveilig voelt in de buurt uiteen van 9 procent in basisteam Twente West tot 26 procent in Nijmegen Zuid. Lager dan gemiddeld in Oost-Nederland zijn de buurtgerelateerde onveiligheidsgevoelens naast Twente West in Twente Oost, IJsselstreek, Veluwe Noord, Veluwe West, Veluwe Vallei Noord en Rivierenland West. Hoger dan gemiddeld zijn de onveiligheidsgevoelens behalve in Nijmegen Zuid in Arnhem Noord en Arnhem Zuid en in Enschede. Het spreidingspatroon van de buurtgerelateerde onveiligheidsgevoelens in Oost-Nederland naar basisteams lijkt sterk op dat van de buurtgerelateerde sociale overlast in Oost-Nederland in de vorige paragraaf.

8.2.1 Onveiligheidsgevoelens in buurt – naar regionale eenheid t.o.v. landelijk gemiddelde (a), naar basisteam t.o.v. landelijk gemiddelde (b), en naar basisteam t.o.v.

regionaal gemiddelde (c), 2015

Lager dan landelijk gemiddeld Landelijk gemiddeld Hoger dan landelijk gemiddeld

Lager dan landelijk gemiddeld Landelijk gemiddeld Hoger dan landelijk gemiddeld

Lager dan regionaal gemiddeld Regionaal gemiddeld Hoger dan regionaal gemiddeld

Amsterdam Den Haag Limburg Midden-Nederland Noord-Holland

8.3 Slachtofferschap criminaliteit

Het aandeel inwoners dat aangeeft zelf slachtoffer te zijn geweest van veelvoorkomende criminaliteit is in 2015 bovengemiddeld groot in de drie randstedelijke regionale

eenheden Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. Lager dan landelijk gemiddeld is het slachtofferschapspercentage in Noord-Nederland en Oost-Nederland.

Het slachtofferschap van criminaliteit in totaliteit is in 2015 duidelijk het hoogst in de regionale eenheid Amsterdam (26 procent tegen 18 procent landelijk en 21 procent in Rotterdam en Den Haag). De verschillen tussen de Amsterdamse basisteams zijn relatief beperkt. In 14 van de 17 gebieden wijkt het slachtofferschap in 2015 niet wezenlijk af van het Amsterdamse gemiddelde. Alleen in Diemen-Ouder-Amstel (18 procent), Zuidoost Bijlmermeer (19 procent) en vooral Alsmeer-Uithoorn (13 procent) werden in 2015 minder inwoners slachtoffer dan gemiddeld in de Amsterdamse regio. In geen enkel basisteam was het slachtofferschap hoger dan gemiddeld in Amsterdam.

Met het landelijk gemiddelde slachtofferschapspercentage van 18 procent als

referentiepunt ontstaat een ander beeld: in 12 van de 17 Amsterdamse basisteams is het slachtofferschapspercentage hoger dan gemiddeld in Nederland. Alleen Diemen-Ouder- Amstel, Zuidoost Bijlmermeer, Zuidoost Gaasperdam, Amstelveen en Alsmeer-Uithoorn wijken niet wezenlijk af van het landelijk gemiddelde.

In Noord-Nederland waar met 15 procent relatief weinig mensen slachtoffer zijn, varieerde het slachtofferschap van 9 procent in basisteam Drachten tot 35 procent in Groningen Centrum. Drachten is het enige basisteam waar het slachtofferschap beneden het Noord-Nederlandse gemiddelde ligt. Hoger dan dit regionale gemiddelde is het slachtofferschap in de basisteams Leeuwarden, Groningen Centrum en Groningen Noord; basisteams gelegen in de twee grootste steden van Noord-Nederland. Deze concentratie van regionale veiligheidsproblematiek in Leeuwarden en Groningen is ook herkenbaar bij sociale overlast en onveiligheidsgevoelens in de vorige paragrafen.

Gerelateerd aan het landelijke slachtofferschapspercentage scoren alleen de beide genoemde basisteams in Groningen bovengemiddeld. In het merendeel van de andere basisteams zijn relatief minder inwoners slachtoffer van criminaliteit dan landelijk gemiddeld.

9% is in basisteam Drachten

In document Veiligheidsmonitor 2015 (pagina 145-150)