• No results found

Artikelnummers en onderdelen RMC50 motorcontrolunit

In document Ridder RMC50 Motorcontrolunit (pagina 4-0)

Omschrijving Waarde

Spanning stuursignaal (275510) 230V - 50Hz Spanning stuursignaal (275810) 115V - 60Hz Aantal fasen voedingsspanning 1

Spanning stuursignaal 24 V AC/DC

Maximaalstroom stuursignaal 6 mA

Beschermingsklasse IP55

Gewicht 0,46 kg

Omgevingstemperatuur -10 tot 70 °C (14 tot 158 °F)

2.4 Technische specificaties RMC50 motorcontrolunit

RMC Type Omschrijving Nominaal Min. Max. Stroom L1 Voeding Fase voeding (275510) 230 V AC 210 V AC 240 V AC 3.0 A N Voeding Fase voeding (275810) 115 V AC 105 V AC 125 V AC 3.0 A N Voeding Nulleider voeding

P Voeding Randaarde voedingskabel GND

L1’ Uitgang Voeding draairichting 1 buismotor 230/115V L2’ Uitgang Voeding draairichting 2 buismotor 230/115V

N’ Uitgang Nulleider voeding buismotor

P’ Uitgang Randaarde voedingskabel buismotor GND I1 Ingang Stuuringang draairichting 1 24V AC/DC I2 Ingang Stuuringang draairichting 2 24V AC/DC C Ingang Nulleider stuuringang

Pos. Omschrijving

C1 Connector bedieningsprint D1 Signaal LED

S1 Hand - Automaat impulsdrukknop S2 Op - Stop - Neer - Stop impulsdrukknop S3 DIP Switch looptijdinstelling

Bediening RMC50 motorcontrolunit

2.5 Bediening en aansluiting RMC50 motorcontrolunit

Aansluiting RMC50 motorcontrolunit

1

2 1

Draai de 4 bevestigingsschroeven (1) los en demonteer het deksel (2) van de RMC50.

Let op: De kabel van de bedieningsprint in het deksel is nog verbonden met de stuurprint van de RMC50.

2

C1

Maak de connector (C1) los van de stuurprint.

Berg het deksel vab de RMC50 op een veilige plaats op.

3 Monteer de RMC50 motorcontrolunit altijd met de

wartels naar beneden om binnenlopen van water te voorkomen.

4

3

Bevestig de kast met M4-schroeven of schroeven van Ø4 mm. Maak bij het bevestigen gebruik van de reeds aanwezige gaten (3) in de kast (onder de bevestigingsschroeven van het deksel).

5

LET OP

Na het monteren en afstellen altijd het deksel plaatsen in verband met bescherming van de elektronische compontenten in de RMC50 motorcontrolunit!

Hiernavolgende instructies moeten worden gevolgd bij het monteren van een Ridder RMC50 motorcontrolunit. Monteer de RMC50 op een plaats waar deze goed bereikbaar en te bedienen is.

3.1 Montage Ridder RMC50 motorcontrolunit

Bij het aansluiten van de Ridder RMC50 besturingskast moeten de volgende punten in acht worden genomen:

• De verschillende aan te sluiten elektrische producten, besturingskast buistmotor en ander schakelmateriaal, mogen alleen in combinatie met elkaar gebruikt worden indien deze allen voor de aan te sluiten spanning geschikt zijn. Raadpleeg hiervoor de gegevens van deze producten;

• Het is niet toegestaan om meerdere buismotoren parrallel aan te sluiten op een RMC50.

• De “uit”-funktie van de RMC50 is geen beveiliging voor de aanliggende voedingsspanning, Daarom moet een volledige scheidingsmogelijkheid van het net voorzien worden met een minimale contactopening van 3mm per pool (Nen 1010, VDE 0700).

Aansluiten voedingskabel

De voedingskabel is een 3-aderige kabel. Sluit de kabel aan, op klemmenstrook KS1-A, zoals aangegeven in het schema in paragraaf 4.3.

Aansluiten motorkabel

De aansluitkabel van de buismotor is een 4-aderige kabel voor een 2-polige asynchrone (condensator) motor. Hiermee kan de motor zowel links- als rechtsom gestuurd worden. Sluit de kabel aan, op klemmenstrook van de RMC50 zoals aangegeven in het schema in paragraaf 4.3.

Aansluiten externe bediening

De kabel van de externe bediening is een 3-aderige kabel. Sluit de kabel aan, op klemmen strook KS2 zoals aangegeven in het schema in paragraaf 4.3. De externe bediening dient aangestuurd te worden met een continue spanning van 24V AC/DC uit een externe spanningsbron. Waneer de draairichting van buismotor verkeerd om is bij het extern aansturen, moeten de aansluitingen “Op”

en “Neer” op klemmenstrook KS2 (klem 2 en 3) omgewisseld worden.

Kabels

Sluit de kabels met een vrije “lus” op de besturingskast aan, zodat er geen trekspanning op de kabel en de klemmenstrook ontstaat. Na het aansluiten van de bedrading de PG-wartels stevig aandraaien, zodat deze goed om de kabels aansluiten.

Symbool Beschrijving

S21 (SS) Hoofdschakelaar buismotor

RB Buismotor

CC Automaatsturingssignaal

KS1 Klemmenblok voedingsspanning besturingskast en buismotor.

KS2 Klemmenblok automaatsturing

L1 Fase

N Nulleider

PE Randaarde

4.1 Aansluiten Ridder RMC50 besturingskast

4.2 Gebruikte afkortingen in aansluitschema RMC50 besturingskast

Hiernavolgend aansluitschema geeft de aansluitingen en verbindingen weer voor een RMC50 besturingskast met een RB buismotor.

RMC50

4 x 0.75 mm²

3 x 1.5 mm²

3 x 1.5 mm²

RB SS

24 V AC/DC 0 V L1

N PE

CC

KS1-A P N L1 KS1-B

L1’ L2’ N’ P’

KS2 I1 I2 C

ON

1 2 3

4.3 Aansluitschema RMC50 besturingskast

ON Op het frontpaneel RMC van de besturingskast zijn van rechts naar links de volgende posities te vinden:

• D1 - Signaal LED;

• S1 - Hand / Automaat impulsdrukknop

• S2 - Op / Stop / Neer / Stop impulsdrukknop

De impuls-drukknoppen van de RMC50 besturingskast reageren wanneer deze een korte tijd ingedrukt gehouden worden.

Werking RMC50 besturingskast

Bij het inschakelen van de netspanning staat de RMC50 in “Automatisch” bedrijf. De signlaal LED (D1) is uit. Druk op impuls-drukknop (S1) om over te schakelen van “Automatisch” naar

“Handbediening”, of andersom. De signaal LED (D1) brand constant wanneer de RMC50 op handbediening staat. Bij het bedienen van de impuls-drukknop (S2), met de RMC50 in handbediening, doorloopt de RMC50 na iedere bediening van de impuls-drukknop de volgende cyclus: Op-Stop-Neer-Stop. De motor loopt dus eerst “omhoog”, stopt, loopt “omlaag” en stopt.

Indien de optische signalering (D1) knippert, is de looptijdbeveiliging ingetreden.

5.1 Bediening RMC50 besturingskast

De RMC50 is voorzien van een looptijdbeveiliging. Hiermee wordt een buis motor tegen

oververhitting beveiligd wanneer deze niet binnen een ingestelde looptijd op een eindstand door een eigen eindschakelaar wordt uitgeschakeld. Heeft zich een overschreiding van de looptijd voorgedaan dan wordt dit weergegeven door een knipperende signaal LED (D1). Per draairichting is deze knippercode anders (zie §6.1). Aansturen van de buismotor is nu alleen mogelijk in de tegengestelde draairichting. Gedurende een volgende stuurcyclus kan deze storingsmelding worden opgeheven wanneer de eindschakelaar wel bijtijds wordt geschakeld.

Het spanningsvrij schakelen van de RMC50 neemt de storingsmelding niet weg. Blijft de storingsmelding aanhouden dan moet de afstelling en de aansturing gecontroleerd worden.

De looptijd moet op de volgende manier worden ingesteld:

1. Meet de maximale looptijd van het systeem van open naar dicht (of andersom).

2. Bepaal een insteltijd voor de beveiliging, deze moet iets langer zijn dan de gemeten looptijd.

3. Stel de dipswitches in volgens onderstaand schema.

Knippercodes RMC50 besturingskast D1

1

Handbediening: RMC50 besturingskast staat in de stand handbediening. Met behulp van drukknop S2 kan de buismotor omhoog en/of omlaag worden gestuurd. De RMC50 reageert niet op automaatsturingen.

2 D1

Automaatstand: Normaal bedrijf, de RMC50 besturingskast staat in de stand voor aansturing via de 24V AC/DC stuuringang. De RMC50 reageert niet op aansturingen door het bedienen van de drukknop S2.

D1 3

Storingsmelding 1: De ingestelde looptijd van de buismotor in draairichting 1 is overschreden voordat de juiste eindschakelaar is bereikt. Dit kan een incident zijn geweest. Gedurende een volgende stuurcyclus kan deze storingsmelding worden opgeheven wanneer de eindschakelaar wel bijtijds wordt geschakeld. Blijft deze storingsmelding aanhouden dan de afstelling controleren.

4 D1

Storingsmelding 2: De ingestelde looptijd van de buismotor in draairichting 2 is overschreden voordat de juiste eindschakelaar is bereikt. Dit kan een incident zijn geweest. Gedurende een volgende stuurcyclus kan deze storingsmelding worden opgeheven wanneer de eindschakelaar wel bijtijds wordt geschakeld. Blijft deze storingsmelding aanhouden dan de afstelling controleren.

6.1 Knippercodes RMC50 besturingskast 5.3 Installatietips

Het is eenvoudiger om de buismotor voor het aansluiten op de RMC50 af te stellen op zijn eindstanden. Sluit de buismotor aan op een zogenaamde proefschakelaar, direct op de motorkabel van de buismotor. M.b.v. deze proefschakelaar is het mogelijk de buismotor, direct bij de buismotor, elektrisch te bedienen en af te stellen. Deze ingestelde eindstanden gelden tevens voor de RMC50.

Bij het afstellen van de buismotor kan het voorkomen dat de motor veel keren achter elkaar geschakeld wordt. Hierdoor zal de motor warm worden en eventueel thermisch uitschakelen. Indien dat het geval is, laat dan de motor enkele minuten afkoelen, om deze daarna weer verder af te stellen.

Laat de buismotor handmatig en eventueel ook automatisch naar zijn eindstanden lopen en controleer of deze op de juiste wijze gehaald worden, let hierbij vooral op de looprichting.

Storing De RMC50 reageert niet op bediening.

Constatering RB Buismotor begint niet te draaien.

Oorzaak 1 De druktoetsen reageren niet direct.

Oplossing 1 Iets langer op de toets drukken.

Oorzaak 2 De netspanning is niet (goed) aangesloten.

Oplossing 2 Sluit de netspanning aan.

Oorzaak 3 De zekering is doorgebrand.

Oplossing 3 Controleer het systeem en vervang de zekering I=4A.

Storing De buismotor reageert niet op een sturing Constatering RB Buismotor begint niet te draaien.

Oorzaak 1 De netspanning is niet aangesloten Oplossing 1 Sluit de netspanning aan.

Oorzaak 2 De motor is thermisch uitgeschakeld.

Oplossing 2 Laat de motor afkoelen.

Oorzaak 3 Verkeerde netspanning.

Oplossing 3 Raadpleeg het typeplaatje van de motor en vergelijk dit met de aangesloten netspanning. Indien deze niet overeenkomen, raadpleeg Ridder.

Oorzaak 4 Draadbreuk.

Oplossing 4 Raadpleeg uw installateur / leverancier.

Oorzaak 5 De RMC of RB buismotor is mogelijk defect.

Oplossing 5 Raadpleeg uw installateur / leverancier.

Storing De RB buismotor draait alleen één richting op.

Constatering In tegengestelde richting draait de RB buismotor niet.

Oorzaak 1 De eindschakelaar is geschakeld.

Oplossing 1 Verstel de eindschakelaar tot de motor weer kan lopen.

Oorzaak 2 Één fase is defect.

Oplossing 2 Raadpleeg uw installateur / leverancier.

7.1 Storingen RMC50 besturingskast

Storing De RB buismotor stopt niet op de eindschakelaar.

Constatering RB buismotor draait door terwijl stilstand verwacht werd.

Oorzaak 1 De eindschakelaar is niet juist ingesteld.

Oplossing 1 Verstel de eindschakelaar.

In document Ridder RMC50 Motorcontrolunit (pagina 4-0)