• No results found

Appendix transcript Geertje Wijten [Mezelf voorstellen]

Kunt u zichzelf even voorstellen?

Ik ben Geertje Wijten en ben officieel planoloog bij de Gemeente Amsterdam Ruimte Duurzaamheid. Daar werk ik al meer dan 20 jaar en ik ben nu de projectleider van de

Groenvisie. We zijn nu een Groenvisie aan het maken voor Amsterdam, die is er nu nog niet. We hadden voorheen per stadsdeel altijd verschillend beleid en nu werken we veel meer samen. Maar we hebben wel een structuurvisie dat is eigenlijk het beleid voor Amsterdam, ruimtelijk waarin heel veel is vastgelegd. Over 2 jaar wordt er een omgevingsvisie vastgelegd en dat komende jaar de Groenvisie gaat bepalen, dat wordt eigenlijk een bouwsteen voor de omgevingsvisie. Dat gaat over alle groene ruimte in de stad en niet alleen de openbare maar ook de niet openbare ruimte. Dat zijn daken en tuinen etcetera. Er zijn ook semi-openbare ruimte, zoals volkstuinenparken waar je soms op kan maar ook soms niet.

Zou u voor mij kunnen beschrijven wat de Agenda Groen precies is?

De Agenda Groen was eigenlijk een soort actieprogramma van het vorige College, dus in 2014 hadden we een nieuw college en die wilde wel heel veel acties op groen en ook voor het eerst echt combineren met alle andere ecosysteemdiensten die het groen levert, dus bijvoorbeeld klimaatadaptatie, biodiversiteit en gezondheid. Dus daar werd die combinatie wel gemaakt, maar het is geen nieuw beleid. Dus het is niet iets voorgeschreven een actie in de Agenda Groen waar men zich vervolgens aan moest houden, het is een soort van

inspirerend document dat aangeeft waar als de investeringen in Amsterdam in de groene ruimte waar je dat dan zou kunnen doen en waarom. Er waren 56 acties aan gekoppeld, waar we 4 jaar aan hebben gewerkt om die uit te voeren en er was ook een budget van 20 miljoen euro voor groengelden, dus daar konden allerlei partijen ook gebruik van maken. Dus eigenlijk is de Agenda Groen niet een beleidsstuk, maar meer een inspiratiedocument. Maar is dit de eerste keer dat er zo'n soort document is opgesteld over specifiek openbare groene ruimte en niet-openbare groene ruimte?

Het eerste is vanuit de centrale stadsdeel zoals ze dat noemen. Voorheen waren er veel van dat soort documenten denk ik in verschillende stadsdelen maar ieder stadsdeel...en nog steeds kan ieder stadsdeel eigenlijk zelf bepalen wat die doet, maar niet meer qua beleid. In de vorige periode was het nog zoeken van wie gaat nu waar waarover, en nu wordt dat steeds duidelijker.

En komt dat het nu een steeds meer een hot topic is, met groen en klimaatadaptatie dat dat wat makkelijker gaat?

Nou nee dat niet, het heeft meer met de organisatie van de gemeente te maken. Al die veranderingen die leiden ertoe dat iedereen weer even moet hergroeperen van waar zijn we van, wie hebben we in dienst. Maar groen is in Amsterdam altijd al heel belangrijk geweest, dus we hebben de basis eigenlijk gelegd doordat we Amsterdam als soort van vingerstad gingen bouwen. Ik weet niet of je bekend bent met de term scheggen? Amsterdam is zo dat je binnen een paar minuten in je eigen buurt naar een park kan en binnen 10 minuten op de fiets in een groene scheg kan komen, dat is het idee. En omdat Amsterdam zo is gebouwd als een soort van een soort vingers die in het landschap steken, je hebt bijvoorbeeld de Amstelscheg, Amsterdamse bos scheg, je hebt de Diemen scheg in Oost en Waterland in Noord en in het westen de Tuinen van West. Dus je zit altijd snel in het groen. De

of die daarna was... In ieder geval was toen de Hoofdgroenstructuur vastgelegd en dat is wel echt beleid, dat is echt een toetsinstrument, dus dat bepaald welk groen in Amsterdam beschermd is en waar je dus als je dus bijvoorbeeld wilt bouwen of wilt verharden dan moet je langs de B&W om goedkeuring te krijgen. Dus dat is wel beleid, maar dat zegt dan niets over investeren, over kwaliteitverhogen. Wat we in Amsterdam ook hebben is dat we veel stadsecologen in dienst hebben, ze hebben ook een ecologische visie, dus qua biodiversiteit is Amsterdam altijd al goed bezig geweest. De natuurwaarde is ook hoger dan die in het landschap eromheen, maar wat nog minder aandacht had, dat was voor het eerst bij de Agenda Groen, was de aandacht voor klimaatadaptatie. Dus dat vooral toen nog als stad zeg maar met probleem voor het regenwater, dat we daar iets moesten verzinnen. Maar ook steeds meer duidelijk van het hitteprobleem en droogte komt er nu bij. En verder die

koppeling met gezondheid en bewegen, dat was ook voor het eerst bij de Agenda Groen die we maakten. Hoe kan je mensen meer stimuleren om bijvoorbeeld te wandelen en dat hebben we samen over nagedacht ook wat je dan in parken meer zou kunnen doen. Of dat je meer sporttoestellen of meer ruimte voor paden.

Dus inderdaad dat welzijnsaspect dat was in de vorige stukken niet, maar nu wordt dat meer?

En wat minder is in de Agenda Groen was de aandacht voor sociale cohesie, dat was in de periode daarvoor meer. Dus dat je echt bijvoorbeeld postzegelparkjes ging realiseren met het idee dat mensen elkaar daar ook ontmoeten en het vorige college was ook wat minder rood dus daar was wat minder aandacht voor eigenlijk. Wat meer D66 en VVD waar we mee te maken hadden. Je ziet dat bij dit College is er weer meer aandacht voor, ook omdat het als stad duidelijk wordt dat die sociale ongelijkheid groter wordt, dat mag nu in het beleid wel meer aandacht krijgen.

Wat is precies uw rol geweest bij de Agenda Groen?

Ik was medeopsteller van de Agenda Groen, ik was niet de projectleider maar degene die samen met de projectleider het opstelde. En dat was in 2014-2015 en vanaf toen ben ik twee jaar degene geweest die de projectleiding had over de uitvoering, dus ik moest ook steeds naja kijken hoever staan we, welke acties zijn er verricht, wat moet er nog gebeuren, en hoe gaan we rapporteren aan de raad en de wethouders.

In hoeverre is het ook nageleefd, want er waren ook verschillende doelstellingen en focuspunten, is dat nageleefd?

Bijna alles wat we hebben opgeschreven is nageleefd, het waren ook echt realistische doelen. Je kunt natuurlijk ook dat zo'n visie bijvoorbeeld wat we nu schrijven, daar ga je veel meer dromen ' hoe zou de stad er moeten uitzien op lange termijn', dus grote veranderingen. En in de Agenda Groen borduurde we voort qua acties om dingen die al een beetje ontstaan waren, waar ook al meteen geld voor was, dus we wisten ook wel dat is realistisch, dus eigenlijk bijna alle doelen zijn gehaald en worden nu nog gehaald. Er zijn gewoon dingen die minder handig waren. Er staat bijvoorbeeld iets in over geveltuinenbeleid, dat was voorheen voor ieder stadsdeel apart georganiseerd en dat wilde we op 1 manier gaan doen. Toen zijn we de vorige periode eerst gaan kijken van wat kunnen we sowieso meer doen aan groen in de buurt, meer buurtinitiatieven faciliteren. En eigenlijk nu wordt pas het geveltuinbeleid geharmoniseerd noemen ze dat, dus dat is wat dan een jaar later gebeurt. Ik denk dat bijna alles is gehaald, in sommige iets meer, ik denk de meeste doelen die zijn zeg maar...daar zijn we hoger uitgekomen bijvoorbeeld als het gaat om groene daken, of schoolpleinen. Ik denk alleen bij het verbinden van een aantal groene verbindingen en die komen denk ik pas in deze periode dat die we die echt realiseren. En natuurspeeltuinen, echte

natuurspeeltuinen die zijn er niet zo heel veel, wel heel veel speelplekken zijn vergroent, maar echte natuurspeeltuinen die zijn net niet gehaald.

En met stadsparken? Weet u dat?

Ja de stadsparken zijn allemaal... het voordeel bestond niet dat we een heel park opnieuw gingen inrichten maar delen van, dat kun je al snel realiseren.

Toen de Agenda Groen werd opgesteld, wat was toen eigenlijk het doel van de Agenda Groen?

De vorige wethouder die daar achterstond, wethouder Choho, was heel erg gericht op uitvoering. Die wilde geen nieuw beleid. Hij wilde niet dat we allerlei dingen opnieuw gingen bedenken maar hij wilde dat er binnen die periode veel gebeurde, heel erg actiegericht, uitvoeringsgericht. En dat heeft ook gewerkt. We gingen niet eerst nadenken over hoe gaan we het precies doen, maar al heel snel over tot actie.

Dus de uitvoerende aspect erbij?

Ja en ook veel meer zeg maar samenwerking met organisaties en bewoners. Dat zie je ook, er zijn veel subsidies tot stand gekomen voor stadslandbouw, groen in de buurt, groene daken en muren, klimaat en biodiversiteit is er aan toegevoegd als indicator. Dus dat heeft het wel teweeggebracht. Heel actiegericht, groen toevoegen, ondertussen brandde de stad ook en werd er meer gebouwd. En dat was niet zo dat wij daar speciaal naar keken of dat dan...We hebben het afgelopen jaar heel veel vragen gekregen over 'is er nu groen

bijgekomen of niet'. Maar daar hebben we nooit echt naar..We hebben vooral gekeken wat er binnen deze projecten aan groen bijgekomen, maar dat er misschien bij anderen

woonbouwprojecten groen is verdwenen, daar daar keken we niet naar.

Puur naar wat er tot stand is gekomen. En kwam die vraag van bewoners of onderling? Van organisaties. Bijvoorbeeld Uva heeft ook onderzoek gedaan naar remote sensing op basis van luchtfotokaart, van hoeveel groen is er bijgekomen en dat blijven ze ook doen. Dus ik had maand geleden met iemand van de Uva daar contact over, er zijn ook veel

kennisinstellingen die het interessant vinden om dat te onderzoeken. Bijvoorbeeld ook vanuit de Hva. De WUR is bijvoorbeeld bezig met de waarde van groen in kaart brengen, dus eigenlijk soort op basis van alle ecosysteemdiensten en de waarde daaraan. Dus het leeft erg.

Toen de agenda werd opgesteld, lag toen ook het initiatief bij u of hoe is dat geinitieerd? We hebben bij Ruimte & Duurzaamheid, heette toen nog Dienst Ruimtelijke Ordening, een dienst met heel veel groene beleidsmedewerkers en ontwerpers, dus iedere periode als er weer een nieuwe wethouder komt, dan gaan we daar mee om de tafel en dan vertellen we ook vanuit ons idee wat wij denken wat goed zou zijn voor de stad. Maar ieder college is natuurlijk ook een programma/coalitieakkoord of collegeakkoord waar allerlei doelen in staan beschreven, dus in ieder geval stond er heel duidelijk dat er 20 miljoen was voor groen in dat collegeperiode. En toen heeft wethouder Choho aangegeven nou ik wil graag dat dat

gekoppeld wordt aan een agenda.

Dat waren mijn specifieke vragen over de agenda zelf. En toen heb ik een aantal quotes uit de agenda gevonden, wat ik wel interessant vond.

Er staat in het voorafje dat is geschreven door wethouder Choho en dan staat er ‘ Investeren in het groen in de stad staat dan ook gelijk aan het investeren in de economie en de

toekomst van de stad. De huidige coalitie gaat dubbel zoveel geld uitgeven aan groen dan in de voorgaande jaren. Hiermee erkennen we de grote waarde die de groene stad heeft voor

al zijn bewoners’. Ik interpreteer lijkt het alsof er dubbel geld wordt uitgegeven omdat er eerst hier een link wordt gemaakt met dat het ook gelijk aan investeren in de economie. Hoe denkt u daar over?

Het was zo dat we in het geld, die bijdrage van 20 miljoen vanuit de wethouder hebben we altijd gevraagd om een cofinanciering van andere partijen. Dus daardoor is het dat de 20 miljoen heeft geleid tot een investering van 50 miljoen. Dus iedere partij, en dat was vaak een stadsdeel, die had eigen budget en wij betaalden de helft van het hele budget. Dus als er ook subsidie werd verleend, verleenden wij niet de hele subsidie maar de bewoner moest zelf ook nog investeren. Dus zo is het eigenlijk tot stand gekomen dat die 20 miljoen tot een veel grotere investering heef geleid omdat andere partijen mee moesten betalen.

In de inleiding is er een apart kopje met Balans in gebruik waarin staat ‘Dat doen we door de komende jaren minder gebruikte stadsparken en groengebieden in en om de stad te activeren’. Wat wordt er bedoeld met activeren? Hoe uit dat zich in de praktijk?

Dat is wat je toen zag, dat is nu alweer anders, maar dat was het in het Vondelpark superdruk en dan mocht je ook barbequeen enzo, en Rembrandtpark was het veel minder druk. Wat we hebben gedaan is in het Rembrandtpark een aantal toestellen bijgekomen, de route tussen het Vondelpark en Rembrandtpark is vergroend, je moet altijd een soort barriere over maar het is wel aangenamere route geworden. In het Rembrandtpark is bijvoorbeeld een heel weide/grasmat opnieuw aangelegd en er zijn van die lange houten banken bijgekomen. Er zijn nog wat schoonheidsfoutjes, maar dat bedoelen we eigenlijk met activeren. Dat je een impuls geeft aan een park, wat minder druk is, dat het wat

gebruiksvriendelijker wordt of dat het beter aansluit bij aan waar er op dat moment behoefte aan is en daardoor ook meer mensen naar het park gaan.

En hoe wordt dat gemeten?

We hebben iedere vier jaar een groot Groenonderzoek, daar kun je zien hoe een park eigenlijk gebruikt wordt. En de resultaten van het laatste onderzoek die komen pas in juni beschikbaar.

In deel 2 worden de uitdagingen besproken, waar een onderscheiding wordt gemaakt van 5 zones; centrumgebied, ringzone, stedelijke lobben, groene scheggen en metropolitaan. Voor de ringzone staan er dan het volgende ‘Gerichte groeninvesteringen in deze zone betekenen een impuls voor de stedelijke ontwikkeling’. Wat wordt hiermee bedoeld, met stedelijke ontwikkeling?

Dat is nog voordat we zo gigantisch gingen bouwen, en voordat het eigenlijk vanzelf ging. In die periode was de Ringzone nog niet zo'n interessante periode, vervolgens is er bedacht juist daar gaan we investeren, ook met nieuwbouw. Je ziet wel vaak, dat is een beetje die gentrification waar jij ook mee bezig bent, bijvoorbeeld dat er nu gebouwd wordt rond

Lelylaan dat leidt er wel toe dat daar ook cafeetjes komen, andere type mensen gaan wonen, het gaat wel veranderen daar. Je kunt niet zeggen daar, dat juist het vergroenen tot die ontwikkeling heeft geleid, want op sommige plekken is dat wel gebeurt in het verleden bijvoorbeeld bij het Westerpark. Vroeger had je eigenlijk het oude Westerpark, ook klassiek parkje en dat is toen helemaal uitgebreid en toen kwam het Westergrasterrein en daarachter is weer van alles ontwikkeld. Dan zie je wel dat dat ook ervoor zorgt dat zo'n buurt weer opleeft. Alleen wat we nu wel steeds meer zien is dat 'het een kan niet zonder het ander', dus als je zegt van nou 'in een buurt die nog niet zo ontwikkeld is gaan we investeren in een

park en dan komt het wel goed met die hele buurt'. Nee zo werkt het niet en en we zijn ook al denk ik een beetje nu aan het afkomen van dat stedelijke ontwikkeling en meer investeringen en meer koopwoningen altijd beter is voor een buurt. Want nu zie je dat ook een deel van de mensen niet meer in de stad kan wonen en dat er veel meer aandacht is voor...veel meer overal voor die mix zorgen en het is niet perse als een buurt...die gentrificatie zorgt ervoor dat sommige buurten zo veryupt zijn of alleen nog maar expats wonen dat veel mensen dat ook niet fijn vinden.

Maar in hoeverre denkt u dan dat het verbeteren van openbare groene ruimtes invloed heeft op een buurt? Hoe dat verandert?

Ik heb de afgelopen jaren een opleiding gevolgd, die heet 'Triomf van de stad' en toen hadden we ook les van een aantal professoren, met onder andere Maarten van Ham, die onderzoek heeft gedaan naar de buurteffecten. Want ik vind dit wel heel interessant, omdat wij altijd wel denken van zo'n impuls van een wijk zorgt ervoor dat mensen meer sociale cohesie is, gezonder. Dus dat zou ook allemaal wel, en de klimaatadaptie en biodiversiteit, dat mensen elkaar eerder kennen op straat. Maar het zorgt er nog steeds niet voor dat het economisch perse beter gaat met die mensen of dat hun sociale positie verbeterd. Want onderzoek ook uit Amerika heeft aangetoond dat als je een buurt helemaal opkomt en ook, daar hoort natuurlijk vaak bij bijvoorbeeld in Amsterdam dat ook deel van de huurwoningen koopwoningen worden, dan duurt het wel 2 a 3 generaties voordat de mensen waar het minder goed meegaat daar profijt van hebben. Waar ik steeds meer achter kom is dat zeg maar die....Als je in een sociale achterstandpositie zit dan is het heel moeilijk om daar uit te komen en dan is het eigenlijk heel belangrijk dat je wel elkaar ontmoet en dat er een netwerk ontstaat van verschillende mensen. Dit is niet mijn expertise maar wat ik nu denk, dat we eigenlijk in een soort bubbel leven, ik woon in de Baarsjes en mijn kinderen gaan naar een heel gemengde school. Er zit echt alles op die school, maar je ziet wel dat de witte

hoogopgeleide, althans de hoogopgeleide, die trekken naar elkaar toe en de mensen van Turkse afkomst die gaan met elkaar om, met Antiliaanse, Surinaams en dat we proberen op de school juist die verbinding te maken. En dat is ook goed, maar je blijft een soort clupjes houden en dat is gewoon het netwerk waar mensen zich ook prettig bij voelen en vaak is het toch om uit een achterstandspositie te komen heel belangrijk dat je de goede mensen ook kent. En dat vind ik heftig dat het zo werkt, maar het werkt zo wel.

Hoe heette dat vak ook alweer?

Het heet Triomf van de stad. Ik denk dat die professor Maarten, het zou natuurlijk heel mooi zijn als je vanuit dat groen daar aan kan bijdragen. Natuurlijk is het zo dat als mensen bijvoorbeeld in een groenere omgeving wonen, dan zijn ze vaak gezonder. Dus daar kan je ook echt iets wel doen. Maar je ziet ook in Amsterdam dat er wijken zijn, bijvoorbeeld in West