• No results found

Functie werknemer: Werkgever:

De volgende stellingen hebben betrekking op de overslag van B-hout. De stellingen hebben betrekking op het verbeteren van het proces. Ze kunnen worden beantwoord door aan te geven in welke mate u het eens bent met elke stelling. De schaal waarop de vragen worden beantwoord is de schaal van 1=helemaal mee oneens tot 5 helemaal mee eens.

Stelling 1

Ik heb een belangrijk aandeel in het goed laten verlopen van het proces

1 2 3 4 5

Stelling 2

Ik geef regelmatig door aan Wijnne Barends hoe het proces verloopt (een aantal keer per dag)

1 2 3 4 5

Stelling 3

Ik word goed op de hoogte gehouden van de planning door Wijnne Barends

1 2 3 4 5

Stelling 4

Ik weet precies wat er van mij gevraagd wordt

1 2 3 4 5

Stelling 5

Er doen zich vaak problemen voor in het proces

1 2 3 4 5

Stelling 6

Het zijn vaak dezelfde problemen die zich voordoen in het proces

1 2 3 4 5

Stelling 7

Als er zich problemen voordoen in het proces, heeft dit vaak betrekking op de activiteiten die ik uitvoer

71

Stelling 8

Als er zich problemen voordoen in het proces, wordt er door Wijnne Barends Logistics geprobeerd om dit zo snel mogelijk op te lossen

1 2 3 4 5

Stelling 9

Als bepaalde problemen zich voordoen, wordt er gezorgd door Wijnne Barends dat soortgelijke problemen zich in de toekomst niet meer voordoen

1 2 3 4 5

Stelling 10

Ik denk dat het proces verbeterd kan worden als ik suggesties geef voor verbeteringen van het proces.

1 2 3 4 5

Stelling 11

Ik word betrokken bij het verbeteren van het process

1 2 3 4 5

Stelling 12

Als er iets fout gaat in het proces, wordt er uitgezocht waarom dit fout is gegaan

1 2 3 4 5

Stelling 13

Als ik een suggestie heb voor een verbetering van het proces, weet ik bij wie ik dit kan melden

1 2 3 4 5

Stelling 14

Ik geef regelmatig aan hoe het proces verbeterd kan worden

1 2 3 4 5

Stelling 15

Als ik een suggestie doe voor een verbetering van het proces, wordt hier iets mee gedaan door Wijnne Barends Logistics

1 2 3 4 5

Stelling 16

Als ik een suggestie doe voor een verbetering van het proces, wordt dit gewaardeerd door Wijnne Barends Logistics

72

Stelling 17

Als ik bepaalde ideeën heb over hoe het proces het best uitgevoerd kan worden, deel ik dit met mijn collega's

1 2 3 4 5

Stelling 18

Als het proces voorspoedig verloopt omdat ik mijn activiteiten goed uitvoer, krijg ik waardering van Wijnne Barends Logistics

1 2 3 4 5

Stelling 19

Ik heb de juiste vaardigheiden om mijn taken goed uit te voeren

1 2 3 4 5

Stelling 20

Ik heb voldoende training gehad om mijn taken goed te kunnen uitvoeren

1 2 3 4 5

Open vraag: Wat is belangrijk in het uitvoeren van uw taak?

…... …... …... Verdere opmerkingen: …... …... …...

73

APPENDIX B: QUESTIONNAIRE OUTCOMES

75

MANAGEMENT SUMMARY:

Dit onderzoek betreft het toepassen van het Continuous Improvement model ontwikkeld door Bessant & Caffyn (1997) op een logistiek dienstverlener (LSP) met als doel om bepaald gedrag te identificeren dat karakteristiek is voor Continuous Improvement in een Logistieke context. Daarnaast heeft dit onderzoek tot doel de logistiek specifieke structuren te identificeren die dit gedrag mogelijk maken en daarmee een vermogen tot Continuous Improvement creëren. De structuren die het vermogen tot Continuous Improvement helpen ontwikkelen worden in de literatuur enablers genoemd. Voor het onderzoek is er een case study toegepast op het process van B-hout verscheping dat wordt beheerst door de logistiek dienst verlener Wijnne Barends Logistics. Wijnne Barends Logistics is een logistiek dienstverlener werkzaam in de maritieme sector.

Door logistiek-specifiek verbetergedrag te identificeren en door de structuren te identificeren die dit gedrag veroorzaken, wordt er inzicht verkregen in welke structuren te implementeren om mensen dergelijk gewenst gedrag te laten vertonen om uiteindelijk logistieke processen te verbeteren. De hoofdvraag die deze studie doelt te beantwoorden is zodoende: Hoe wordt Continous Improvement in een logistieke context ontwikkeld? Als gevolg zijn de deelvragen die beantwoord worden: Welk Continuous Improvement gedrag wordt vertoond binnen het B-hout verschepingsproces?, Welke structuren zijn er aanwezig die dit Continous Improvement gedrag veroorzaken?, Welk Continous Improvement gedrag is karateristiek voor de logistieke context? en Welke structuren zijn specifiek nodig om Continuous Improvement gedrag in de logistieke context te veroorzaken?.

Uit het onderzoek bij Wijnne Barends bleek dat er in het verleden nog geen formele pogingen waren gedaan om Continous Improvement of een ander aanverwant concept te introduceren. Echter, er werd wel gedrag waargenomen dat correspondeert aan de gedragingen zoals gedefinieerd door Bessant en Caffyn (1997). Karakteristieken die de gedragen zo specifiek maakten waren de betrokkenheid van meerdere partijen in het proces die tegenovergestelde belangen hadden. Doordat meerdere partijen een rol hadden in het proces was er de noodzaak om verbeteringen alvorens ze te kunnen implementeren met andere partijen te overleggen. Verder zorgde de betrokkenheid van meerdere partijen voor een uitgebreide behoefte aan communicatie. Verder veroorzaakte de verschillen in educatieve achtergrond een afstand tussen werknemers op management level en werknemers op operationeel level. Werknemers op operationeel level zijn waren vooral geïnteresseerd in het uitvoeren van hun primaire taken en waren niet geïnteresseerd in het doen van secundaire taken zoals het uitvoeren van activiteiten die te maken hebben met het verbeteren van processen. Het verbeteren van processen moest daarom vooral komen van het management van Wijnne Barends Logistics. Gezien de mentaliteit onder de werknemers op operationeel niveau, is het belangrijk om concept van Continuous Improvement in hele kleine stappen te implementeren.

GERELATEERDE DOCUMENTEN