• No results found

Inleidingspunten interview

Om het interview in te leiden vertelt de interviewer dat dit interview zal proberen te achterhalen in hoeverre de directeuren en medewerkers van de scholen en kinderopvangcentra bereid zijn om te willen werken in de nog te vormen kindvoorzieningen. In dit onderzoek wordt gekeken naar de mogelijkheid om de verschillende identiteiten van organisatie X, organisatie Y en organisatie Z samen te voegen in meerdere nog te vormen kindvoorzieningen. Het onderwerp van de interviews is daarom de identiteit van de school of de kinderopvangcentra. Voor de interviews wordt van elke organisatie 4 schooldirecteuren of cluster managers geïnterviewd en tijdens de interviews zal voornamelijk gekeken worden naar het beeld vanuit de eigen school. Omdat het beeld van de verschillende scholen en kinderopvangcentra later met elkaar vergeleken worden (het gaat hier om een multiple case study), is het noodzakelijk dat de interviewer veel concrete voorbeelden uit de interviews krijgt. Daarom zal de interviewer tijdens de interviews hier ook erg veel naar vragen. In tegenstelling tot de enquêtes zullen de interviews niet anoniem zijn, omdat door middel van een multiple case study meerdere scholen en kinderopvangcentra met elkaar vergeleken kunnen worden. Zoals van tevoren aangegeven is duurt het interview maximaal een uur. Nadat dit vertelt is, zal het interview beginnen.

Begin van het interview

Het interview zal beginnen met onderzoeken hoe de geïnterviewde tegenover de nog te vormen kindvoorzieningen staat. Hierdoor wordt gekeken naar de afhankelijke variabele (willingness of organization members to support the transitional identity of the merged organization) en gaat de geïnterviewde denken binnen dit kader. Hier is voor gekozen omdat de geïnterviewde op deze manier eerst denkt binnen het kader van de afhankelijke variabele, en zodat daarna de link tussen de onafhankelijke variabelen en de afhankelijke variabele makkelijker gelegd kan worden. De geïnterviewde zal binnen het beeld van de afhankelijke variabele gaan kijken door de volgende vragen eerst te stellen:

Hoe ziet u de nog te vormen kindvoorzieningen voor u? Hoe staat u tegenover de nog te vormen kindvoorzieningen? Waar komt deze houding uit voort?

Waar komen deze gevoelens uit voort?

Nadat deze vragen gesteld zijn, hoopt de interviewer dat er al enkele onafhankelijke variabelen benoemd en besproken zijn. Wanneer dit niet het geval is en wanneer de interviewer denkt dat dit ook niet zal gaan gebeuren, zal hij of zij na 10 minuten proberen om hetgeen dat gezegd is samen te vatten en vervolgens vertellen welke onafhankelijke variabelen onderzocht worden. Daardoor weet de geïnterviewde wat de interviewer precies wil weten en daardoor kan de interviewer de vragen duidelijk toespitsen op de nog niet behandelde onafhankelijke variabelen. Hetgeen de interviewer wil weten voor het onderzoek zullen hieronder te vinden zijn.

Hoeveelheid veranderingen die noodzakelijk zijn om te werken volgens de principes van de nog te vormen kindvoorzieningen

Vraag Feiten/gebeurtenissen waaruit dit blijkt

Hoeveel zal er moeten worden veranderd binnen de school om te werken volgens de principes van de kindvoorzieningen en is dit een probleem voor de

geïnterviewde?

Verwacht de geïnterviewde dat de scholen van organisatie X/

organisatie Y allemaal ongeveer dezelfde veranderingen zullen moeten doorvoeren?

Verwacht de geïnterviewde dat één van de partijen (organisatie X, organisatie Y en/of organisatie Z) weinig zal moeten veranderen? Speelt dit een rol als het gaat om de totstandkoming van de

bereidheid om mee te werken aan de nog te vormen

kindvoorzieningen?

Behouden van de identiteit van organisatie X/ organisatie Y en de school

Vraag Feiten/gebeurtenissen waaruit dit blijkt

Hoe belangrijk is het voor de geïnterviewde om de identiteit van de school te behouden? Hoe belangrijk is het voor de geïnterviewde om de identiteit van de stichting te behouden? Speelt dit een rol als het gaat om de totstandkoming van de

bereidheid om mee te werken aan de nog te vormen

Inzien van de noodzaak van de nog te vormen kindvoorzieningen

Vraag Feiten/gebeurtenissen waaruit dit blijkt

In hoeverre ziet de geïnterviewde de noodzaak van de

kindvoorzieningen in?

Hoe denken de medewerkers van zijn of haar school hierover? Werd hier vroeger anders over gedacht?

Speelt dit een rol als het gaat om de totstandkoming van de

bereidheid om mee te werken aan de nog te vormen

kindvoorzieningen?

Vertrouwen in toekomstige collega’s

Vraag Feiten/gebeurtenissen waaruit dit blijkt

Heeft de geïnterviewde kennis gemaakt met mogelijk

toekomstige collega’s? Op welke manier en wat riep dit op?

In hoeverre heeft de

geïnterviewde er vertrouwen in dat hij/zij goed zal kunnen samenwerken met de medewerkers van de andere organisaties in de

kindvoorzieningen?

Speelt dit een rol als het gaat om de totstandkoming van de

bereidheid om mee te werken aan de nog te vormen

Verlies van baan of autonomie

Vraag Feiten/gebeurtenissen waaruit dit blijkt

Is de geïnterviewde bang om zijn of haar baan, autonomie en/of financiën te verliezen wanneer hij of zij werkzaam is binnen de nog te vormen kindvoorzieningen? Speelt dit een rol als het gaat om de totstandkoming van de

bereidheid om mee te werken aan de nog te vormen

GERELATEERDE DOCUMENTEN