• No results found

6 Regionale grondwaterstroming op het landgoed

6.4 Analyse waterkwaliteit van de grondwaterstroming

Uit de figuren 6.3 (kwel-wegzijging) en 6.5 (stroomlijnen) blijkt dat via wegzijging een deel van het ingelaten water in de rietvelden de grond inzijgt en elders als kwel in de sloten terecht komt. De kortste tijd die het water er over doet is ca. 10 jaar. De vraag is dus wat de waterkwaliteit zal zijn als dit water na 10 jaar in een sloot op het landgoed uittreedt.

In tabel 6.1 zijn de inkomende en uitgaande nutriënten en fosfor concentraties weergegeven (van der Werf e.a., 2008). In deze tabel zijn de gemiddelde concentraties gegeven over de periode 8 april tot 25 november 2007. De NO3-N zal door de verblijf in de ondergrond sterk in concentratie afnemen. Van de Totaal N zal naar verwachting 1 mg/l overblijven bij uittreden in de beek. Fosfor zal zich binden aan de bodem. Gezien de reeds lage concentraties zal de afname gering zijn. Het water wat na 10 jaar uittreedt zal dus een betere kwaliteit hebben dan het water wat nu uit de rietvelden stroomt (tabel 6.1).

Tabel 6.1: Gemiddelde concentraties van het in- en uitstromende water van de rietvelden (mg/l).

Omschrijving Inkomend Uitgaand

Totaal P 0.095 0.061

Ortho P 0.047 0.022

Totaal N 6.110 4.030

7

Conclusies

Het SIMGRO model is opgezet voor een gebied van iets meer dan 12 000 ha, hiervan is het interessegebied ca. 400 ha groot. In deze studie is de nadruk komen te liggen om de beekafvoeren en grondwaterstanden zo goed mogelijk te berekenen. In de referentiesituatie, voor de aanleg van het waterpark het Lankheet, wordt het verloop van de afvoeren in de Buurserbeek goed gesimuleerd. Voor de zomerperiode zijn de berekende afvoeren over het algemeen enigszins hoger dan de gemeten afvoeren. De verschillen tussen gemeten en berekende grondwaterstanden zijn zowel in de referentiesituatie als in de situatie na aanleg van de rietvelden over het algemeen klein. De betrouwbaarheid van het model is voldoende om hiermee de effecten van de maatregelen inzichtelijk te maken.

In deze studie is gebleken dat in het voorjaar een waterberging mogelijk is van ca. 45 mm en in het najaar een waterberging tot ca. 100 mm. Hiermee is het beperkt mogelijk om de waterstroming te sturen. Mogelijkheden om de lage afvoeren in de zomer te laten toenemen zijn daardoor ook beperkt. Gezien de geringe omvang van het landgoed mag dat ook niet verwacht worden. Onderzoek naar opschaling van soortgelijke watersystemen waarbij waterzuivering en -berging gecombineerd worden, kan wellicht aantonen dat beïnvloeding van waterstroming in het stroomgebied van de Buurserbeek wel mogelijkheden behoort.

Waterberging op het landgoed heeft gevolgen voor de waterafvoer. Door het vasthouden van water is er gedurende het hele jaar sprake van een beperkte bergingscapaciteit in de grond, waardoor de afvoer na een hevige regenbui fors kan toenemen. Gezien de doelstelling voor WB21 is dit een verslechtering van de situatie. Door het beekwater te zuiveren in rietvelden en vast te houden op het landgoed wordt de waterkwaliteit verbeterd en de verdroging tegengegaan om zo tegemoet te komen aan doelstellingen van de KRW en GGOR. Zodoende is er een tegenstelling tussen het realiseren van de doelstellingen in het kader van de KRW en GGOR, met de doelstelling van WB21. De mogelijkheid om water vast te houden in de rietvelden ten tijde van extreme afvoeren kan hierbij dienen als compensatie van de negatieve effecten. Daardoor zijn waterzuivering en waterberging kansrijke maatregelen en goed te combineren.

De kwel concentreert zich op de sloten in het westelijk en noordwestelijk deel van het landgoed. Wegzijging treedt met name op zuidelijk en oostelijk van het landgoed en verder weg van de waterlopen op het landgoed. Dit wordt met name veroorzaakt door de hogere ligging. De grondwaterstroming is in noordwestelijke richting. Ter plaatse van de rietvelden eindigen enkele stroomlijnen, wat inhoudt dat daar kwel optreedt. Na de inlaat van water voor de rietvelden verandert de grondwaterstroming. Vanuit de rietvelden stroomt er grondwater in noordwestelijke richting en treedt uit in enkele sloten op het landgoed. Dit water doet er ca. 10 jaar over om in de sloot weer uit te treden Het water wat na 10 jaar uittreedt zal een betere kwaliteit hebben dan het water wat nu uit de rietvelden stroomt.

Literatuur

Ad hoc groep verdamping, 1984. Herziening van de berekening van gewasverdamping in het

hydrologische model GELGAM. Begeleidingsgroep GELGAM, Provincie Gelderland,

Dienst Waterbeheer, Arnhem.

Bakel, P.J.T., H.Th.L. Massop, R.H. Kemmers, S.P.J. van Delft, 2007. Eerste Analyse

van de hydrologische en bodemchemische geschiktheid van het landgoed het Lankheet voor de aanleg van vloeivelden. Wageningen, SC-DLO rapport 1397.

Dik, P.E., P.J.T. van Bakel, M.J.D. Hack-ten Broeke, E.P. Querner en H.Th.L. Massop, 2006. Hydrologische berekeningen voor landgoed Lankheet; Mogelijkheden voor waterberging en verdrogingsbestrijding bij de aanleg van rietvelden. Alterra Wageningen. Alterra rapport.

Elburg van, H.; Engelen, G.B. ; Hemker, C.J., 1992. FLOWNET version 5.12 : user's

manual: microcomputer modeling of two-dimensional steady state groundwater flow in a rectangular heterogeneous anisotropic section of the subsoil. 31 p.

Ernst, L.F., 1978. Drainage of undulating sandy soils with high groundwatertables. Journal of Hydrology 39 (3/4):1-50.

Feddes, R.A., 1987. Crop factors in relation to Makkink reference-crop evapotranspiration. Commissie Hydrologisch Onderzoek TNO, Den Haag.

Hemker, C.J. en G.J. Nijsten (1996) Groundwater Flow Modeling using MicroFem:

Manual Version 3. Hemker Geohydroloog Amsterdam. (www.microfem.com)

Hooghart, J.C. 1987. Verdampingcijfers: van Penman naar Makkink. Waterschapsbelangen, 72e jaargang no.8: 232-235.

Querner, E.P., P.J.T. Bakel, 1989. Description of regional groundwater flow model SIMGRO. Wageningen, DLO Winand Staring Centre. Report 7.

Vries, F. de, J. Denneboom, 1992. De bodemkaart van Nederland digitaal. Technisch document 1. Wageningen, DLO-Staring Centrum, Wageningen.

Walsum, P.E.V. van, A.A. Veldhuizen, P.J.T. van Bakel, F.J.E. van der Bolt, P.E. Dik, P. Groenendijk, E.P. Querner, 2004. SIMGRO 5.0; Description of theory and model

implementation. Wageningen, Alterra, Alterra-rapport 913.1.

Werf, A. van der, B. Meerburg, E.P. Querner, A. de Blaeij, S. Reinhard, 2008. Bsik

52 Alterra-rapport 1674 Wesseling, J.G., 1991. CAPSEV: steady state moisture flow theory: program description, user

manual. Staring Centre, Wageningen.

Wösten, J.H.M., G.J., 2001. Waterretentie- en doorlatendheidskarakteristieken van boven- en

ondergronden in Nederland: de Staringreeks. Alterra, Wageningen.

Waterpark het Lankheet