• No results found

2 Het Landelijk Kader Forensische Diagnostiek in de Jeugdzorg

3.2 Definiëring kernbegrippen

3.3.2 Analyse registratiegegevens

Gegevens over aantallen rapportages en doorlooptijden worden door het NIFP geregistreerd in het Forensisch Registratie en Informatiesysteem (FRIS). In dit systeem wordt van elk forensisch onderzoek dat door het NIFP bemiddeld is een aantal gegevens bijgehouden. De gegevens over aantallen rapportages en doorlooptijden zijn door het NIFP aangeleverd over de jaren 2002 (het jaar dat het Landelijk Kader formeel nog nergens was ingevoerd), 2006 (het eerste jaar na volledige landelijke uitrol van het Landelijk Kader), 2007 en 2008.

Tevens is bij de onderzoeksbureaus in de arrondissementen waar het dos-sieronderzoek heeft plaatsgevonden het aantal uitgevoerde forensische onderzoeken opgevraagd.

3.3.3 Dossieronderzoek

Voor het beantwoorden van de onderzoeksvragen over de kwaliteit van rap-portages is dossieronderzoek uitgevoerd. Het doel van het dossieronder-zoek was een kwantitatieve indicatie te krijgen van de verandering van kwa-liteit van de forensische jeugddiagnostiek.

Selectie van de arrondissementen

In drie arrondissementen zijn rapportages forensische diagnostiek in straf-rechtelijke en civielrechtelijk kader gescreend.

Er is gekozen voor:

een arrondissement waar het Landelijk Kader in 2003 is ingevoerd (een voorloopregio): Amsterdam;

een arrondissement waar het Landelijk Kader in 2004 is ingevoerd (een middenregio): Den Haag;

een arrondissement waar het Landelijk Kader in 2005 is ingevoerd: Arn-hem.

De arrondissementen zijn geselecteerd in overleg met de begeleidingscom-missie. Verder is als selectiecriterium gehanteerd dat ook in de nulmetingen dossieronderzoek in het desbetreffende arrondissement heeft plaatsgevon-den. Dit biedt de mogelijkheid tot vergelijking van de resultaten.

Opzet dossieronderzoek strafrechtelijke rapportages

Voor het vaststellen van de kwaliteit van forensische diagnostiek in straf-rechtelijk kader is gebruikgemaakt van items uit de STER-J. Uit het instru-ment zijn 27 items geselecteerd die van belang zijn voor het beantwoorden van de onderzoeksvraag (zie bijlage 3). De interraterbetrouwbaarheid van de geselecteerde items is eerst onderzocht (zie bijlage 4).

Om een goede vergelijking van de kwaliteit van de rapportages mogelijk te maken, zijn rapportages van voor de invoering van het Landelijk Kader en huidige rapportages gescreend. Per geselecteerd arrondissement zijn 25 rapportages gescreend uit het jaar voorafgaand aan de invoering van het Landelijk Kader en 25 rapportages uit 2007/2009. Er is per arrondissement een proportioneel gestratificeerde aselecte steekproef getrokken17. De opzet van het dossieronderzoek in het strafrechtelijk kader zag er als volgt uit:

Tabel 3.1 Aantallen rapportages uitgesplitst naar oude en nieuwe strafdossiers

Type rapportages Amsterdam Den Haag Arnhem

Nieuwe rapportages 25 25 25

Oude rapportages 25 25 25

Om de strafrechtelijke rapportages in te kunnen zien, is via het NIFP mede-werking gevraagd aan de coördinatoren NIFP-locaties in Amsterdam, Den Haag en Arnhem en aan de directeuren van de onderzoeksbureaus FORA en Haags Ambulatorium.

Analyse van de gegevens uit het dossieronderzoek strafrechtelijke rapporta-ges

De gegevens uit het dossieronderzoek zijn geanalyseerd met behulp van SPSS. De scores voor 'oude' en 'nieuwe' rapportages zijn vergeleken met behulp van kruistabellen en chi-kwadraat toetsing op itemniveau.

Opzet dossieronderzoek civielrechtelijke rapportages

Om de kwaliteit van de civielrechtelijke rapportages te meten, zijn tachtig dossiers uit 2006 en 2007 gescreend met behulp van de screeningslijst

Noot 17 Bij het trekken van de steekproef aan rapportages is rekening gehouden met een mix van enkelvoudige en meervoudige rapportages en psychologische en psychiatrische rapportages.

Het aantal rapportages per jaar was mede afhankelijk van het aantal beschikbare rapportages in de onderscheiden categorieën.

zoals gebruikt in de nulmetingen door Adviesbureau van Montfoort (zie bijla-ge 5). Op die manier kunnen de resultaten verbijla-geleken worden met de uit-komsten uit de nulmetingen. De dossiers waren afkomstig uit dezelfde re-gio’s waar de strafrechtelijke dossiers werden beoordeeld. De opzet van het dossieronderzoek in het civielrechtelijk kader zag er als volgt uit:

Tabel 3.2 Aantal dossierscreeningen uitgesplitst naar oude en nieuwe civiele dossiers en instantie die de screening verricht of verricht heeft

Type rapportages Amsterdam Den Haag Arnhem

Nieuwe rapportages 25 door DSP 25 door DSP 25 door DSP Oude rapportages Geen informatie uit

nulmeting

uit nulmeting1 uit nulmeting 2

1 Adviesbureau van Montfoort heeft in de nulmeting 11 dossiers uit het arrondissement Den Haag onderzocht en in totaal 45 dossiers uit de arrondissementen waar het LKJ in 2004 is ingevoerd.

2 Adviesbureau van Montfoort heeft in de nulmeting 11 dossiers uit het arrondissement Arnhem onderzocht en in totaal 51 dossiers uit arrondissementen waar het LKJ in 2005 is ingevoerd.

Om civielrechtelijke dossiers in te kunnen zien, is via het NIFP medewerking gevraagd aan de coördinatoren van de NIFP-locaties in Amsterdam, Den Haag en Arnhem en aan de directeuren van de onderzoeksbureaus FORA, Ambulatorium Zetten en Haags Ambulatorium. De aanpak van het dossier-onderzoek verschilde enigszins per arrondissement. Per arrondissement is een gestratificeerde aselecte steekproef getrokken. Voor de beschrijving per arrondissement verwijzen we naar bijlage 8.

Checklist voor het dossieronderzoek civielrechtelijke rapportages

De rapportages zijn gescreend met dezelfde checklist die in twee van de drie nulmetingen is gebruikt door het Adviesbureau van Montfoort in 2006.18 Hierdoor is vergelijking met gegevens uit de nulmeting mogelijk. De scree-ningslijst en meer informatie over het tot stand komen van de screescree-ningslijst is opgenomen in bijlage 5.

Analyse gegevens uit het dossieronderzoek civielrechtelijke rapportages De gegevens op basis van de screening van de rapportages zijn geanaly-seerd met behulp van het statistisch programma SPPS. In eerste instantie zijn beschrijvende analyses uitgevoerd. Verschillen tussen arrondissemen-ten zijn getoetst met behulp van chi-kwadraatanalyse. Omdat met het dos-sieronderzoek beoogd werd een eerste indicatie te verkrijgen van verande-ringen wordt de vergelijking met de nulmeting slechts in beschrijvende zin gegeven.

Vergelijking met de uitkomsten uit de nulmetingen voor civielrechtelijke rap-portages

Een betrouwbare vergelijking met de nulmetingen was niet volledig mogelijk om de volgende redenen:

In de voorloopregio's waaronder Amsterdam heeft geen dossieronder-zoek plaatsgevonden naar de kwaliteit van de rapportages.

Noot 18 Van der Braak J., Elderman E., Erftemeyer L. (2006). Nulmeting forensische diagnostiek jeugd.

Een onderzoek naar de inwerkingtreding van het Landelijk Kader in de arrondissementen Arn-hem, Breda, Groningen en Haarlem. Woerden: Adviesbureau van Montfoort.

In de 'middenregio's' heeft dossieronderzoek plaatsgevonden naar rap-portages uit 2002 en 2003 (de twee jaren voor invoering van het Lande-lijk Kader) in vier arrondissementen waaronder Den Haag. In totaal zijn 45 dossiers gescreend waarvan elf in Den Haag.

In de regio's waar het Landelijk Kader in 2005 is ingevoerd, heeft dos-sieronderzoek plaatsgevonden naar dossiers uit 2002 en 2003 in vier ar-rondissementen waaronder Arnhem. In totaal zijn 51 dossiers gescreend, waarvan elf uit Arnhem.

Gezien het geringe aantal rapportages uit de door ons onderzochte arron-dissementen in de nulmetingen, worden uitkomsten omtrent de kwaliteit van de rapportages vergeleken met de uitkomsten van alle rapportages in de nulmetingen. Alleen wanneer er duidelijke verschillen zijn tussen arrondis-sementen wordt daar melding van gemaakt.