• No results found

Na het theoretisch kader zullen nu de resultaten van het gevoerde onderzoek worden weergegeven. Dit onderzoek werd gebaseerd op mijn eigen werkdefinitie rond pesten:

“Pesten is een stelselmatige vorm van agressie waarbij één of meer personen proberen een andere persoon fysiek, verbaal of psychologisch schade toe te brengen. Bij pesten is de macht ongelijk verdeeld.” (Lynn Wauters)

Binnen dit onderzoek werden kleuterscholen gecontacteerd om hun ervaringen te delen. Op basis van deze ervaringen zullen de resultaten worden toegelicht.

Bij de vragenlijst kwamen er diverse vragen aan bod, al dan niet aangevuld met een grafiek, om de resultaten te duiden.

Uiteindelijk zal er vanuit de opgedane ervaringen van leerkrachten, tewerkgesteld binnen Vlaamse scholen, een beeld van de pestproblematiek binnen de Vlaamse kleuterscholen gevormd worden. Uit dit overzicht zal er vervolgens kunnen geconcludeerd worden of er al dan niet sprake kan zijn van een aanwezig pestgedrag bij kleuters in de kleuterklas.

In totaal hebben 100 personen deelgenomen aan dit onderzoek door de online vragenlijst in te vullen.

Aan het begin van de vragenlijst werden de leerkrachten bevraagd over hun functie binnen het onderwijs. Daarbij kregen ze de keuze tussen het selecteren van

volgende antwoorden: directie, zorgcoördinator, leerkracht jongste kleuter,

leerkracht oudste kleuter en overige, met daarbij de mogelijkheid om hun specifieke functie neer te schrijven indien gewenst.

Aangezien de respondenten meerdere functies tegelijk op zich kunnen nemen binnen het onderwijs (zoals vb. directeur en tegelijk leerkracht zijn), geeft de grafiek hieronder geen exact aantal van 100 reacties weer.

31

Vraag 1:

De grafiek maakt duidelijk dat voornamelijk leerkrachten hebben deelgenomen aan deze vragenlijst. Zo’n 70-tal van de ondervraagden zijn leerkrachten. Twintig van de honderd bevraagden zijn leerkracht bij de jongste kleuters, peuters - 1e kleuterklas, waarbij de kinderen een leeftijd hebben van 2.5 – 4 jaar. De helft van de reacties op de vragenlijst komt van leerkrachten die werkzaam zijn bij de leeftijd van de oudste kleuters, namelijk de 2e – 3e kleuterklas. Deze kinderen hebben de leeftijd van 4 – 6 jaar bereikt. Daarnaast hebben ook 23 directieleden de tijd genomen om deel te nemen aan dit onderzoek. Hun jarenlange ervaring vormt een meerwaarde aan dit onderzoek, aangezien de meeste directieleden voor hun directieloopbaan ook als leerkracht in het werkveld gestaan hebben, of nu nog steeds deze functie

beoefenen.

Onder de noemer “overige functies”, kwamen volgende functies aan bod: zorgjuf, ambulante leerkracht die in alle klassen komt, orthopedagoge die vervanging doet in een 2e kleuterklas, leerkracht bewegingsopvoeding en toezichthouders op de speelplaats. Om het onderzoek verder te zetten, werd er op zoek gegaan naar de ervaringen van deze deskundigen. Er werd gepeild naar hun ervaringen binnen hun carrière op het vlak van pestgedrag bij kleuters. Hierbij hadden de deelnemers van het onderzoek de mogelijkheid om te kiezen voor volgende kenmerken: meerdere tegen één, gepeste kan zich niet verweren, langere periode en meerdere malen, uitsluiting of geen van bovenstaande. Zoals bij de eerste vraag in dit onderzoek, konden de deelnemers ook meerdere keuzemogelijkheden aanduiden bij vraag 2.

32

Vraag 2:

Volgens de gegeven antwoorden op deze vraag, kennen 55 van de 100

respondenten één of meerdere kleuters die met uitsluitingsgedrag te maken kregen. In meer dan de helft van alle pestgevallen zou uitsluiting van anderen voorkomen. Vervolgens is op de grafiek te zien dat de pestvorm “meerdere tegen één”, als tweede hoogste kenmerk door de proefpersonen werd aangegeven. Een kleine helft van de respondenten (43 van de 100) heeft deze vorm van pesten aangekruist. Dit kan erop wijzen dat pestgevallen bij kleuters vaak situaties zijn waarbij het om een groep kleuters gaat dat pestgedrag vertoont naar één enkele zondebok.

In 35 van de 100 gevallen lijkt de gepeste zich niet te kunnen verweren in een pestsituatie. Hierbij speelt mogelijks het aanwezige machtsonevenwicht tussen dader en slachtoffer een rol.

Vervolgens zijn er ook ervaringsdeskundigen die het herhaaldelijk karakter van pestgedrag alsook pestgedrag over een langere periode hebben opgemerkt. Een vierde van de deelnemers geeft dit kenmerk van pesten aan.

Als laatste mogelijkheid was er ruimte voor de ervaringsdeskundigen om hun eigen ervaringen neer te schrijven bij “geen van bovenstaande”.

Van de 100 heeft 22% gereageerd met een eigen antwoord op de vraag. Hieronder wordt er een selectie van enkele persoonlijke reacties van ervaringsdeskundigen weergegeven.

33 Leerkracht jongste kleuter:

“weigeren van een kleuter een hand te geven of naast hem/haar te zitten wegens andere origine of wegens uiterlijk (onverzorgd).”

“Pesten is een zeer groot woord. Echt pesten komt bij kleuters zelden voor denk ik. Ik heb er toch nog geen ervaring mee... Bij kleuters is dit vooral plagen, echt pesten vind ik dat niet.”

Leerkracht oudste kleuter:

“1 pester die de klas probeert te manipuleren om zo mee te doen tegen een andere kleuter.”

“Grotere kinderen (broers/zussen) optrommelen om te helpen bij problemen, maar dat escaleert soms.”

“In een klas hebben we een kindje met een andere huidskleur en zij kan zich niet goed uiten. Ze heeft het moeilijk om voor zichzelf op te komen en daar maken de andere kleuters gebruik van.”

“Nog geen echt pestgeval, wel dat de groep er 1 "stoute" kleuter uitpikt (vaak iemand waar je wel regelmatig een opmerking aan moet geven) en die heeft het altijd gedaan. Ook als die kleuter die dag ziek is en eigenlijk dus niet op school aanwezig is, zullen kleuters die ene kleuter nog als de schuldige aanduiden.” “Kinderpesterijen: schoenen wegstoppen, ik speel niet met jou want jij hebt een broek aan of jouw haar zit los en alleen die met staartjes mogen mee.”

Zorgcoördinator:

“Pesten kan je het niet noemen denk ik bij kleuters. Een kleuter doet dit nog niet expres. Het is ook vaak eenmalig. Een kleuter is nog met zichzelf bezig en het ontdekken ervan.”

Directie:

“Van echt bewust pestgedrag bij kleuters is er bij ons geen sprake. Naar mijn mening zijn deze kinderen daar nog te jong voor. Er zijn natuurlijk wel veel incidenten, en we merken dat het spel bij en de omgang tussen kleuters ruwer wordt, maar dat is ons inziens niet écht pesten. De antwoorden op de volgende vragen moet je dan ook in deze context zien.”

"Bij kleuters is er geen sprake van pestgedrag, zie wetenschappelijke onderzoeken."

Nu er een korte blik is gevestigd op het al dan niet aanwezige pestgedrag bij

kleuters, geeft de volgende vraag weer welke de vormen van pestgedrag zijn die bij kleuters voorkomen. De ervaringsdeskundigen hadden hierbij de mogelijkheid om volgende antwoorden aan te duiden: fysiek/lichamelijk pesten, verbaal pesten, materieel pesten en sociale pesterijen. Daarnaast werd er opnieuw ruimte gelaten voor overige reacties.

34

Vraag 3:

De grote koploper met 78%, lijkt de vorm van sociale pesterijen te zijn. Bij deze vorm werd als korte omschrijving weergegeven dat het om uitsluiting, het niet laten meedoen en negeren zou gaan.

Kort daarna volgt de aanwezigheid van fysieke pesterijen, waarbij het gaat om lichamelijk slaan, schoppen,... . Deze vorm werd door 63% van de deelnemers aangeduid.

Bijna gelijklopend met elkaar staan verbaal pesten en materiaal pesten. Bij verbaal pesten (48%) wordt schelden en het gebruik van scheldnamen toegepast. Materieel pesten zoals het afnemen en het opzettelijk stukmaken van elkaars materiaal, volgt op de voet met 47%.

Tot slot heeft 17% van de respondenten op de vraag gereageerd met eigen ervaringen. Een korte weergave van deze ervaringen zal hieronder worden weergegeven.

Leerkracht jongste kleuter:

"Geen."

Leerkracht oudste kleuter:

35

"Uitlachen, pesten is een zwaarbeladen woord; de kleuters zijn nog volop op zoek naar eigen identiteit en experimenteren nog veel in hun gedrag en relaties. Ook het nadoen van anderen is er volop in die periode."

"Omkopen of chantage (jij mag niet naar mijn feestje komen, jij krijgt een koek als,...) dreigen dat hun papa naar school zal komen."

Zorgcoördinator:

"Pesten kan je het niet noemen denk ik bij kleuters. Een kleuter doet dit nog niet expres. Het is ook vaak eenmalig. Een kleuter is nog met zichzelf bezig en het ontdekken ervan."

Directie:

"Dit is geen pesten. Eerder een fase in hun sociale ontwikkeling. Het is niet bewust." ( ook leerkracht 2e – 3e kleuterklas)

"Alle mogelijke vormen kunnen zich voordoen."

Vraag 4:

Hierbij kregen de participanten aan dit onderzoek de mogelijkheid om een eigen antwoord te formuleren. Van de 100 zijn alle deelnemers bereid geweest om hun (voorbereidende) stappen toe te lichten.

Hieronder volgt er een selectie van de verkregen antwoorden. Elke schoolfunctie, met bijbehorende interventie en vorm van preventie, komt hierbij aan bod. Leerkracht jongste kleuter:

"Praten met kleuters, werken rond een 'doos vol gevoelens'"

( ook leerkracht 2e – 3e kleuterklas)

"Zelf goeie voorbeeld geven, verhalen en thema’s aankaarten, methode Gat in de haag, conflicten leren hanteren, kleuters op gepaste manier leren omgaan met diversiteit."

Leerkracht oudste kleuter:

"Ik praat hierover in de kring, benoem de gevoelens, maak afspraken hoe we met elkaar omgaan op de speelplaats (daar stelt zich het probleem, niet in de klas)."

36

"Wij (het leerkrachtenteam) kregen bijscholing rond pesten. (Het lager gebruikt de no blame methode), wij hebben de kaarten van de Fiep Westendorp Foundation. Ik heb ze momenteel nog niet nodig gehad dit jaar."

"Werken met dieren van de axenroos."

"Gesprekken, afspraken met picto's, algemeen werken aan welbevinden van

iedereen en elkaar aanvaarden: iedereen is anders en dat is best OK = thema begin schooljaar."

"Kinderen weerbaar maken , als we iets echt niet willen dan zeggen we: stop hou er mee op. Ik zeg ook aan ouders als kleuters met zulke verhalen thuis komen dat ik dat direct wil weten, zodat dit open getrokken kan worden in de klas. Ook moedig ik de kleuters aan dit aan mij te vertellen."

"Godsdienstige activiteiten rond de component 'verbondenheid met anderen', rond de fundamentele waarde respect werken, thema rond uitsluiten en voor elkaar zorgen en duidelijk afspraken maken."

Zorgcoördinator:

"Werken aan sociale vaardigheden. Leren kennen van gevoelens, deze leren verwoorden."

"Fijne sfeer creëren in klas, groepje. Meteen inspelen op ongewenst gedrag door de kleuter zelf 'stop, hou op' te laten verwoorden, terwijl ik er bij ben en eventueel zelf wat duiden indien nodig, voor er echt van pestgedrag sprake is."

"Sociogram afgenomen in 3de kleuterklas."

Directie:

"Een ruim speelaanbod op de speelplaats aanbieden. Peter- en meterschap door oudere leerlingen. Op de infoavond of bij een inschrijving aan ouders vragen zo vlug mogelijk enige vorm van pesten te melden. Het vermelden in de schoolbrochure. Ouderbetrokkenheid verhogen door vele informele contacten en formele contacten." "Jaarlijks de STOP-methode aanleren."

"Pestactieplan opmaken en concreet opvolgen: in de klas erover praten (ook bij kls)"

"De methode 'Toeka' wordt gebruikt: (sociaal) welbevinden, veiligheid en vertrouwen stimuleren."

37

Na de mogelijke stappen die de school kan nemen ten aanzien van pesten, werd er op zoek gegaan naar de context waarin dit gedrag kan worden gesteld. Is het fenomeen pesten klasgebonden of worden er ook andere klassen bij betrokken?

Vraag 5:

Leerkracht jongste kleuter:

"Vaak in dezelfde klas."

Leerkracht oudste kleuter:

"In het begin van het jaar gaat het om kinderen in dezelfde klas; Naar het einde van het jaar gaat het meer om kinderen uit hogere klassen want in de klas bespreken we het gedrag onder elkaar en zoeken we naar een oplossing." "Vooral binnen dezelfde klas."

"Kan klas overschrijdend voorkomen( kleuterschool)."

"Soms door oudere kinderen, of broers of zussen die erbij betrokken worden... ( pas op of mijn grote broer komt ... )."

"Kan beide gevallen zijn. Meestal wel uit eigen klas. Maar kl die moet blijven zitten kan ook gepest worden door kls die wel mogen overgaan."

"Meestal uit de 2 derde kleuterklassen."

Zorgcoördinator:

"In dezelfde klas, soms ook bij kinderen uit meerdere klassen, bij pesten op speelplaats of in de eetzaal."

"Beiden."

"Kinderen van de lagere school vinden het soms ook gemakkelijk om 'zwakkere' kleuters te pesten."

Directie:

"Neen"

38

Wanneer er toch sprake blijkt te zijn van pesten is het belangrijk dat je met diverse instanties kan gaan samenwerken. Daarom is deze vraag gericht op de mogelijke samenwerking met verschillende instanties om het pestprobleem aan te pakken.

Vraag 6:

Leerkracht jongste kleuter:

"Directie, zorgcoördinator, zorgjuf, CLB of collega's."

"Eerst proberen we zelf het conflict op te lossen, daarna raad vragen bij de directeur en zorgcoördinator. De verste stap gaat dan naar het CLB."

( Ook leerkracht 2e – 3e kleuterklas)

Leerkracht oudste kleuter:

"We overleggen met de GOK leerkracht en de ZORG leerkracht." "CLB."

"Directie, collega's, CLB, werkgroep binnen de school die werkt rond welbevinden." "Zorgjuffen directie CLB, internet,boeken en ervaring door de jaren heen."

"Directie en zorgjuf. Maar we overleggen vaak met vorige leerkracht van het kind ifv de aanpak. Wat is er reeds gedaan, wat helpt,..."

Zorgcoördinator:

"Schoolhoofd, ouders, CLB."

Directie:

"Zorgcoördinator en collega's in de eerste plaats.

39

Om even te peilen naar hoe kinderen zich gedragen wanneer ze gepest worden of werden, werd deze vraag gesteld aan de contactpersonen. Bij deze meerkeuzevraag kregen ze de mogelijkheid om volgende signalen aan te duiden: lijken niet graag naar school te komen, spelen steeds of vaak alleen, reageren soms agressief, zijn erg gevoelig en huilen veel. Ook hierbij was er de mogelijkheid voor een eigen toelichting op de vraag.

Vraag 7:

Het signaal dat volgens deze correspondenten het meeste voorkomt (69%), is dat kinderen niet graag naar school lijken te komen.

Kinderen zijn erg gevoelig en huilen veel tijdens de pestproblematiek. Deze stelling werd door 58 van de 100 respondenten aangegeven. Iets meer dan de helft van de proefpersonen (53 van de 100 personen), gaf aan dat kinderen steeds of vaak alleen spelen in de klas of op de speelplaats.

43 van de 100 ervaringsdeskundigen merkte n op dat slachtoffers van pesten soms agressief uit de hoek kunnen komen.

Tot slot zijn er 27 van de 100 ondervraagden die een overig antwoord hebben gegeven. Hieronder kan u een selectie van deze antwoorden vinden.

40 Leerkracht jongste kleuter:

"Kinderen komen zelf vertellen als ze uitgesloten worden."

"Vooral kinderen die verbaal niet sterk zijn, reageren door te slaan/ schoppen/... Durven soms niet meer komen klagen bij de juf, duurt soms lang voor je het echt inziet dat het pesten is. Jonge kinderen maken nu eenmaal snel ruzie."

"Er is geen sprake van pesten."

Leerkracht oudste kleuter:

"Sommige kinderen kunnen zich verbaal nog niet goed genoeg uitdrukken. Daarom werk ik met groene kaart (= alles is OK) en een rode kaart (=STOP ik moet je iets vertellen. Ofwel ben ik eerlijk en geef ik toe iemand pijn te hebben gedaan, ofwel STOP juf, luister even... ik ben verdrietig omdat...) Dat helpt de kinderen zich uit te drukken en ze leren dat ze niet alleen staan met dit probleem."

"Weinig ervaring mee."

"Net zoals vorige antwoorden, herken ik niet echt pestgedrag zoals je ze beschrijft bij kleuters, wel bij lagere schoolkinderen."

"Ze worden stil en of komen steeds in de omgeving van de juf werken en spelen. Ze vertellen het aan de juf of je ziet het (ervaring)."

"Wanneer ze heel erg fier op iets zijn, maakt hun dit in grote groep snel onzeker, bang om reactie te krijgen."

Zorgcoördinator:

"Geven thuis aan niet meer graag naar school te komen." "Wil niet graag buiten spelen tijdens de speeltijd."

Directie:

41

In scholen of kleuterklassen zijn er verschillende mogelijkheden om rond

pestgedrag te werken. Zo is er de bekende "week tegen pesten", maar wordt dit initiatief ook in de scholen gebruikt of is er nog een ander aanbod waaruit je als school kan kiezen?

Vraag 8:

Leerkracht jongste kleuter:

"In de klas worden leuke activiteiten georganiseerd waarbij ze in interactie gaan met elkaar Bv. gezelschapspelletjes, sherborne, groepswerk, kringgesprek in de klas. OP de speelplaats bieden we speelkoffers aan om samenspel te bevorderen en verveling en pestgedrag tegen te gaan."

"Move tegen pesten, we hebben ook een maandafsluiting waarbij we de sociale vaardigheden in de kijker zetten."

Leerkracht oudste kleuter:

"Ik vertel elk jaar het verhaal 'ik zie het aan je ogen'. De kleuters herkennen het gevoel pesten er in en zo kan er verder rond gepraat worden. We werken het thema niet uit in de school maar in de klas komt het heel vaak aan bod."

"Lager school is in het KIVA-project gestapt en de kleuters werken met ' Groei mee met Lisa en Cas ' van Averbode."

Zorgcoördinator:

"We werken doorheen het jaar aan sociale vaardigheden door middel van spelletjes, verhalen, gesprekjes. Ik geef ook sherborne aan groepjes kleuters uit verschillende klassen om te leren opkomen voor zichzelf, om te leren rekening te houden met de gevoelens van andere."

Directie:

"Nee, niet meer. We hebben de indruk dat het probleem aangewakkerd wordt door deze themaweken."

"Veel aandacht geven aan het onderwerp pesten, geeft mijn inziens signalen om pesten te promoten."

"Wij werken rond pesten als het zich voor doet. anders werken we liever aan een positief school- en klasklimaat en het welbevinden van alle kinderen."

42

Naast het aanbod op vlak van pesten buiten de school, werd er even stilgestaan bij de interventies die gesteld kunnen worden binnen de school. Initiatieven om pesten preventief aan te pakken of mogelijke andere manieren om pesten aan te pakken wanneer er hiervan sprake is.

Vraag 9:

Hieronder volgt een selectie van antwoorden op deze vraag, afkomstig vanuit de verschillende functies van de respondenten binnen het onderwijs.

Leerkracht jongste kleuter:

"Dit staat vermeld in ons schoolwerkplan. De verschillende stappen die we ondernemen staat daarin vermeld. Deze brochure wordt aan iedere ouder mee gegeven bij het begin van het schooljaar."

Leerkracht oudste kleuter:

"Voorkomen vooral! Als dat onvoldoende is dan werken we er met hele school aan mee. Elke juf is op hoogte zodat er op gepaste wijze kan gereageerd worden tijdens speeltijden."

"Relationele opvoeding : elke maand brengt de klas een maandpuntje (eerlijk zijn, verdraagzaam, geweldloosheid, vertrouwen, samen werken...)

Ook binnen onze pastorale komt verdraagzaamheid aan bod. Belangrijk op onze school is het woord: RESPECT."

Zorgcoördinator:

"We zijn het volop aan het uitwerken."

Directie:

"Wij werken met de No-blamemethode waarbij gepeste en de pester in gesprek gaan met de zorgco - directie en leerkracht."

"Er werd inderdaad een antipestbeleid uitgewerkt. Daarin staan o.m. afspraken in hoe we te werk gaan bij een melding, de beschikbare materialen, preventieve tips, enzovoort... . Doel is om bij een melding meteen te kunnen reageren en geen tijd verloren te laten gaan. De leerlijn sociale vaardigheden en de uitwerking van "vriendjesdag" is een onderdeel van dit beleid."

43

Tot slot werd de vraag gesteld of er preventief gewerkt wordt in de kleuterklassen om mogelijke vorming van pesten tegen te gaan of te voorkomen.

Vraag 10:

Deze vraag werd gesteld als een open vraag, waarbij de correspondenten de ruimte kregen om hun eigen bedenkingen of ervaringen neer te schrijven. Hieronder volgt