• No results found

Allianties gewenst voor innovaties

„

7e Kaderprogramma EU: Technology Platforms

z door industrie geleid

z lange termijn onderzoeksagenda centraal

„

KB7 2005:

z best practices geïnventariseerd

z ETP Food for Life met CIAA opgezet

z COVOSECO tool (Co-evolution of science and economy

tool) voor gestructureerde dialoog geïdentificeerd

Voor beklijvende innovaties zijn allianties van groot belang. In transitieprocessen geldt daarbij in het bijzonder dat ook netwerken met nieuwe stakeholders worden ontwikkeld, die de strate- gische ruimte van ondernemers kan oprekken en tot nieuwe inzichten leiden op de eigen rol.

Vandaar dat in 2005 aandacht is besteed aan alliantiemanagement, in het bijzonder rond European Technology Platforms. Dit zijn door de industrie geleide initiatieven, waarin stake- holders uit heel Europa rondom een bepaald onderwerp bij elkaar komen om de onderzoeks- agenda voor de lange termijn vast te stellen, met als beoogd effect een betere doorstroming van fundamentele kennis in innovaties bij bedrijven en met name het MKB als ook het vergro- ten van de R&D inspanningen (Lissabon-doelstelling)TP

1 PT . P 1

PIn het project rond kennisallianties dat in 2005 is uitgevoerd, is door meerdere kenniseenheden bijgedragen en

was er sprake van wisselende projectleiding. Bovendien was dit onderdeel vraagsturing formeel nog deel van KB thema 9 (onderdeel 9.3) dat per 1 januari 2006 is overgeheveld naar KB7. Projectleiders waren Henk Smit (Alter- ra/Wing inzake nieuwe alliantiearrangementen in Nederland) en (na vertrek van haar voorganger Fred Beekmans) Daniëlla Stijnen (A&F) rond Technology Platforms. Het ETP Food for Life publiceerde via CIAA (Confédération des Industries Agro-Alimentaires de l'UE) 'European Technology Platform on Food for Life - the vision for 2020 and beyond', Brussel, 2005. Daarnaast is bij A&F in 2005 een project gefinancierd uit KB7 over de rol van het MKB in innovatieprocessen. Projectleider was Kees van 't Klooster.

Voor meer informatie kunt u terecht bij Krijn Poppe. T 070 - 3358313 of krijn.poppe@wur.nl

Bron : Wb 30, 27 oktober 2005.

Landbouw en platteland maken ingrijpende veran- deringen door. Wagenin- gen is op diverse terreinen actief met me- thodieken om dergelijke transities wetenschappe- lijk te ondersteunen. Di- verse bloemen staan in de knop en op verschillende plaatsen is er sprake van bloei. De volgende stap is onderlinge versterking: het gaat een mooi boeket worden. Tijd voor een stu- diedag om te inventarise- ren en schikken.

Vorige week donderdag vond in het WICC de studiedag 'Methodische verdieping in transitie' plaats. Ongeveer zeventig deelnemers bespra- ken met elkaar welke weten- schappelijke methoden het beste kunnen worden toege- past om grote maatschappe- lijke verandering te begrijpen en te ondersteunen. Deze zogenoemde transities doen zich op allerlei terreinen voor, zo vertelt initiatiefnemer Krijn Poppe. Hij is hoofd van de afdeling Dier van het LEI

en trekker van het thema' - Transitieprocessen, institu- ties, beleid en beheer' binnen de zogenoemde 'kennisba- sis'. "Die jaarlijkse bijdrage van LNV heeft tot doel om onze methoden van werken op peil te houden," legt Pop- pe uit. De studiedag is een startpunt om de kennis over en ervaringen met transitie- onderzoek uit te wisselen. Onder leiding van dagvoorzit- ter Poppe werden donderdag korte presentaties gehouden over verschillende methoden om 'transitieonderzoek' uit te voeren. Vaak gaat het om het betrekken van verschillende stakeholders. Gevraagd naar een voorbeeld noemt Pope het project 'Houden van hen- nen'. Een dubbelzinnige term, die meteen verraadt dat het niet gaat om het traditionele onderzoek waarbij nieuwe maatschappelijke eisen alleen op technisch vlak worden ver- taald naar een oplossing - bij- voorbeeld een nieuwe stal. "Het blijkt dat dergelijke op- lossingen lang niet altijd wor- den geaccepteerd door alle betrokkenen. Daarom heb- ben we in dit

project ook samengewerkt met dierenbeschermers en ander stakehoders. Hoe zij tegen de werkelijkheid aankij- ken is gewoon een factor waar je rekening mee moet houden," aldus de weten- schapper. Niet alleen eigen 'Wageningse' voorbeelden passeerden vorige week de revue. Zo onderwees John Grin van de Universiteit van Amsterdam over het toepas- sen van handelingstheorieën en liet Peter van Baalen van de Erasmus Universiteit zijn licht schijnen over het OVO- drieluik. Dit decennialang suc- cesvolle model voor innovatie in de agrarische sector moet in zijn visie worden opgevolgd door een O & OVO drieluik, wat staat voor Onderzoek & Onderwijs van Onderop. Pop- pe: "Je ziet dat de landbouw deels in verwarring is. Er vin- den dermate grote verande- ringen plaats, dat instituties kraken in hun voegen. Kijk naar de problemen bij LTO, de discussie over de publiek- rechtelijke bedrijfsorganisatie of nieuwe vormen van sa- menwerking, bijvoorbeeld

milieucoöperaties. Allemaal transitieverschijnselen en de wetenschap moet proberen dat te begrijpen en daarmee helpen het in goede banen te leiden". Een top-down bena- dering is daarbij gedoemd te mislukken, zo weet Poppe. "Mensen willen tegenwoordig zelf meebeslissen over wat er om hen heen gebeurt. Dat is logisch. Dus dan kun je als wetenschapper niet meer met je technische kennis in je een- tje de oplossing aandragen. Dan heb je interactie met alle stakeholders nodig. Daarvoor in Wageningen goede metho- den ontwikkelen is ons doel". Zodat over een paar jaar mensen in Europa en daarbui- ten weten: als ik op mijn plat- teland te maken heb met een ingrijpende verandering - dus een transitie - kan ik in Wage- ningen terecht voor weten- schappelijke ondersteuning.

Binnen deze omgeving is kennisuitwisseling tussen onderzoekers van Wageningen UR, en met name ook tussen fundamenteel, strategisch en beleidsonderzoek van belang. In 2005 is dat met een gezamenlijke studiedag vorm gegeven.

Deel III