• No results found

Appendix 1. Codeerboek voor inhoudsanalyse

A: Algemene Informatie A1 Geef het itemnummer

NNNNNNNN

A2. Wat is de datum van publicatie van het item?

Let op: de mogelijke datarange is 05/09/12 – 26/04/15 DD/MM/JJ

A3. Uit welke nieuwsbron is het item afkomstig?

1. De Telegraaf 2. de Volkskrant

3. NRC Handelsblad 4. Het Parool

A4. Wat is de kop van het artikel?

A5. Hoe groot is het bericht in woorden?

A6. Journalistiek genre: Wat voor soort bericht is het?

Let op: slechts één keuze toegestaan.

Uitleg: een nieuwsbericht (1) heeft een duidelijke kop, inleiding en hoofdtekst. Een kort bericht heeft niet altijd een inleiding, citaten of signatuur van een auteur, maar wel een hoog

informatiegehalte. Een interview (2) is een stuk in interviewvorm (vraag-antwoord) of een artikel waarvan het overgrote deel gespreksweergave is. Bij twijfel coderen als nieuwsbericht (1). Een column of opiniestuk (3) is vaak geschreven door mensen die niet bij de vaste redactie van een krant horen. Let op: vaak staat boven een editoriaal ‘opinie’ indien het opiniestuk wel door een redacteur is geschreven. In dit geval wordt het dan toch als editoriaal gecodeerd (4). Ook een nieuwsanalyse wordt als editoriaal gecodeerd. Hoofdredactioneel commentaar of een editoriaal (4) is opinie door een lid van de redactie, vaak de hoofdredacteur. Een achtergrondverhaal of reportage (5) is een persoonlijk nieuwsbericht, de journalist is ter plekke geweest, heeft wat er beschreven wordt, ‘zelf’ meegemaakt en beschrijft wat hij ziet, wat er gebeurt; een verslag van een persconferentie is bijvoorbeeld geen reportage.

1. Nieuwsbericht/kort bericht 2. Interview 3. Column/opiniestuk 4. Hoofdredactioneel commentaar/editoriaal 5. Achtergrondverhaal/reportage 6. Lezersbrief 7. Overig

A7. Op welk(e) niveau(s) heeft het nieuwsitem betrekking?

Let op: meerdere keuzes toegestaan.

Voorbeeld: voor ‘De Raad van Ministers in Brussel oordeelde vandaag…’ kies je optie 3. Voor ‘Burgemeester Eberhart van der Laan sprak vandaag met Premier Mark Rutte’ kies je zowel optie 1 als 2. 0. Onbepaald 1. Lokaal/regionaal (Amsterdam) 2. Nationaal 3. Europees/EU 4. Internationaal

A8. Welk evenement of welke gebeurtenis is de voornaamste aanleiding voor het artikel?

Let op: slechts één keuze toegestaan. Ook een aankondiging van een evenement/gebeurtenis kan worden ingedeeld volgens onderstaande keuzemogelijkheden.

0. Niet af te leiden/niet geïdentificeerd 1. Protest/actie door asielzoekers

2. Protest/actie door supporters asielzoekers 3. Protest/actie door tegenstanders asielzoekers 4. Kraken van een gebouw door asielzoekers

5. Ontruiming/gedwongen uitzetting asielzoekers van verblijfplek 6. Verhuizing asielzoekers (naar een andere locatie)

7. Asielzoekers mogen (tijdelijk) op de locatie blijven 8. Zorgen over situatie asielzoekers

9. Asielzoeker houdt zich niet aan de regels/overtreedt de wet 10. Politiek overleg

11. Uitspraak vanuit de politiek 12. Politieke beleidsverandering 13. Oordeel door rechterlijke macht 14. Publicatie van een rapport

15. Oproep/uitspraak door NGO of andere hulporganisatie 16. Anders

A9. Welke ‘vlucht’ locatie(s) wordt/worden genoemd in het artikel?

Let op: meerdere keuzes toegestaan.

Indien anders, gelieve te specificeren bij commentaar. 0. Niet af te leiden/geen

4. Vluchtflat 5. Vluchtkantoor 6. Vluchthaven 7. Vluchtgarage 8. Vluchtmarkt 9. Vluchtopvang 10. Vluchtschool 11. Vluchttoren 12. Ander

A10. Welke actoren komen voor in het artikel?

Een actor wordt beschouwd als een deelnemer aan een actie of proces; ofwel, iets of iemand die handelt of heeft gehandeld. Zowel actoren waar slechts aan wordt gerefereerd als actoren die daadwerkelijk spreken in het nieuwsitem worden gecodeerd.

Let op: meerdere keuzes toegestaan. Woordvoerders van een actor vallen ook onder de noemer van deze actor.

Indien ‘anders’, gelieve te specificeren bij commentaar. 0. Niet af te leiden/niet geïdentificeerd

1. Uitgeprocedeerde asielzoeker(s)/Wij zijn hier 2. Inwoner(s) van Amsterdam

3. Burgemeester/Gemeente 4. (Politicus/politici) regering(spartij) 5. (Politicus/politici) oppositiepartij 6. NGO(s)/Belangenorganisaties/Juridische hulp 7. Juridische macht 8. Sympathisanten asielzoekers 9. Tegenstanders asielzoekers 10. Ordehandhaver (politie e.d.) 11. Anders

B: Framing

B1 - B13. Komt de volgende terminologie voor in het artikel (inclusief de titel)?

Let op: Als er bijvoorbeeld staat: “Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen”, dan telt dat niet als “vluchteling”, omdat de titel zo luidt.

De keuzes B2, B4 en B5 mogen ook als bijvoeglijk naamwoord voorkomen. Bijvoorbeeld: ‘uitgeprocedeerde asielzoekers’ of ‘ongedocumenteerde vluchtelingen’.

B1. Asielzoeker(s) 0. Nee 1. Ja

B2. Uitgeprocedeerde(n) 0. Nee 1. Ja

B3. Vluchteling(en) 0. Nee 1. Ja B4. Illegale(n) 0. Nee 1. Ja B5. Ongedocumenteerde(n)/zonder papieren 0. Nee 1. Ja B6. Migrant(en)/immigrant(en) 0. Nee 1. Ja B7. Vreemdeling(en) 0. Nee 1. Ja B8. Allochtoon 0. Nee 1. Ja B9. Buitenlander(s) 0. Nee 1. Ja B10. Gelukzoeker(s) 0. Nee 1. Ja

B11. Ontheemde(n) 0. Nee 1. Ja B12. Uitgewekene(n) 0. Nee 1. Ja B13. Nieuwkomer(s) 0. Nee 1. Ja

B14. Wordt er gerefereerd aan asielzoekers in termen van metaforen?

Voorbeelden: De water-metafoor; ‘toevloed’, ‘toestroom’, ‘stroom’, ‘overspoelen’, ‘vloedgolf’, ‘de grens lekt’, ‘de druk van’. De afval-metafoor; ‘dumpen’, ‘proppen’. De poort/deur-

metafoor; ‘de poort tot Europa’, ‘de poort naar een beter leven’, ‘toegang tot een nieuw leven’,

‘een gesloten huis’, ‘de deur van ons hart’. De fort/vestiging-metafoor; ‘de onneembare vesting’, ‘Fort Europa’, ‘binnen de stadsgrenzen’. De herberg-metafoor; ‘dak boven het hoofd bieden’, ‘gastvrijheid’, ‘welkom heten’, ‘komen aankloppen’, ‘een warm bed bieden’. De jacht-

metafoor; ‘de jacht op illegalen’, ‘de klopjacht kan beginnen’, ‘achterna gezeten door…’ ‘in het

vizier nemen’. De koopwaar-metafoor; ‘slavenhandel’, ‘de marktwaarde van een asielzoeker’. De record-metafoor; ‘de teller stijgt dramatisch snel’, ‘deed een record aantal vluchtelingen een asielaanvraag’, ‘een nieuwe piek in de cijfers’. De achtertuin-metafoor: ‘we hebben niets tegen asielzoekers, maar liever niet hier om de hoek’, ‘laat ze maar verplaatsen naar de achtertuin van de burgemeester’.

Indien ja, gelieve te specificeren bij commentaar.

0. Nee 1. Ja

B15. Wordt er verwezen naar mythes, legendes of Bijbelse taferelen met betrekking tot asielzoekers?

Voorbeeld: ‘Nederland wordt gezien als het Beloofde Land’, ‘voor deze mensen is het luilekkerland’.

Indien ja, gelieve te specificeren bij commentaar.

0. Nee 1. Ja

Let op! Bij de volgende vragen gaat het om de algemene strekking van het nieuwsartikel B16. Probleem definitie: welk van de volgende problemen worden in het artikel vermeld of gesuggereerd?

Let op: meerdere keuzes mogelijk.

Indien ‘anders’, gelieve te specificeren bij commentaar. 0. Niet af te leiden/niet geïdentificeerd

1. Het verblijf van asielzoekers stuit op verzet

2. Politici nemen keuzes omtrent asielbeleid/asielzoekers uit eigenbelang en benadelen hiermee anderen

3. Asielzoekers zorgen voor overlast of vormen een gevaar voor de samenleving

4. Asielzoekers hebben moederland gedwongen verlaten en zoeken een veilig onderkomen 5. Er is een gebrek aan solidariteit/gastvrijheid richting asielzoekers

6. Er is geen probleem, de aanwezigheid van asielzoekers biedt kansen

B17 - B28. Verantwoordelijkheid: wordt er aangegeven of gesuggereerd wie het besproken probleem heeft veroorzaakt?

Indien anders, gelieve te specificeren bij commentaar.

B17. De Nederlandse overheid 0. Nee 1. Ja B18. Het asielbeleid 0. Nee 1. Ja B19. Machthebbers hoger dan Nederlandse overheid 0. Nee 1. Ja B20. De asielzoeker(s) 0. Nee 1. Ja B21. Rijke/westerse landen 0. Nee 1. Ja B22. De lokale bevolking 0. Nee 1. Ja B23. Ordehandhavers (politie/justitie e.d.) 0. Nee 1. Ja B24. Instellingen/organisaties 0. Nee 1. Ja B25. Het land van herkomst van asielzoeker(s) 0. Nee 1. Ja B26. Maffia, zoals mensensmokkelaars 0. Nee 1. Ja B27. Niet geïdentificeerd 0. Nee 1. Ja B28. Anders 0. Nee 1. Ja

B29. Oplossing: welk van de volgende oplossingen wordt er aangedragen of gesuggereerd in het artikel?

Let op: meerdere keuzes mogelijk

Indien ‘anders’, gelieve te specificeren bij commentaar. 0. Niet af te leiden/niet geïdentificeerd

1. De asielzoekers kunnen blijven (in Amsterdam/Nederland)

2. De asielzoekers moeten weg (verplaatsing binnen Nederland of land verlaten) 3. Protest tegen de besluitvorming van politici omtrent asielzoekers

4. Er moet een strak(er) en streng(er) asiel- en terugkeerbeleid komen

5. Er moet een efficiënt(er) en human(er) beleid komen omtrent asielzoekers 6. Hulp bieden aan Asielzoekers

7. Het behouden van de asielzoekers moet worden gezien als kans

8. Anders

B30 - B35. Morele basis

B30. Wordt er aangegeven of gesuggereerd dat er meer rekening moet worden gehouden met Nederland en/of de ‘eigen mensen’?

Voorbeeld: ‘Amsterdam kan niet heel de wereld opvangen’, ‘Er zijn ook mensen die het slecht hebben in Nederland’.

B31. Wordt er aangegeven of gesuggereerd dat politici zich laten leiden door eigenbelang in de besluitvorming omtrent asielzoekers?

Voorbeeld: ‘VVD en PvdA hebben een compromis gesloten, omdat ze de regeringscoalitie in stand willen houden’.

0. Nee 1. Ja

B32. Vermeldt of suggereert het artikel de morele plicht om de eigen bevolking te beschermen tegen asielzoekers?

Voorbeeld: ‘de verloedering van de buurt’, ‘ik voel me onveilig’.

0. Nee 1. Ja

B33. Vermeldt of suggereert het artikel de morele plicht om de medemens in nood te helpen?

Voorbeeld: ‘niemand verlaat zijn land zomaar’, ‘je kunt die mensen toch niet terugsturen’.

0. Nee 1. Ja

B34. Wordt er aangegeven of gesuggereerd dat er een gebrek is aan verdraagzaamheid, gastvrijheid, solidariteit, enz., ten aanzien van asielzoekers?

Voorbeeld: ‘asielzoekers zijn ook gewoon mensen’, ‘geen mens is illegaal’, ‘onmenswaardige situatie’.

0. Nee 1. Ja

B35. Wordt er aangegeven of gesuggereerd dat de overheid zich als ‘voorziener’ opstelt voor de bevolking?

Voorbeeld: concrete en praktische voordelen van de aanwezigheid van de asielzoekers voor de bevolking. ‘aanwezigheid asielzoekers schept werk voor 80 mensen’.

0. Nee 1. Ja

B36 - B42. Emotionele Basis

B36. Worden er volgens jou gevoelens/emoties bij de lezer opgewekt dat de

bevolking/Nederlander bekrompen en/of egoïstisch is ten opzichte van asielzoekers?

Voorbeeld: ‘het beruchte syndroom van bekrompen vooringenomenheid dat steeds weer de kop opsteekt bij Nederlanders’.

0. Nee 1. Ja

B37. Worden er volgens jou gevoelens/emoties bij de lezer opgewekt dat buurtbewoners/Nederland onrecht wordt aangedaan?

Voorbeeld: ‘dat is een ondoordachte beslissing genomen door de overheid’.

B38. Worden er volgens jou gevoelens/emoties van wantrouwen, cynisme en verzet ten opzichte van politici/de politiek bij de lezer gewekt?

Voorbeeld: ‘politici sjoemelen’, ‘politici laten zich leiden door eigen belang en presenteren een compromis in plaats van een oplossing’, ‘er is sprake van corruptie’.

0. Nee 1. Ja

B39. Worden er volgens jou gevoelens/emoties van wantrouwen/afkeer te aanzien van asielzoekers bij de lezer gewekt?

Voorbeeld: ‘asielzoekers hebben hier niets te zoeken’, ‘ze werken niet mee aan hun terugkeer’.

0. Nee 1. Ja

B40. Worden er volgens jou gevoelens/emoties van medelijden met of sympathie voor asielzoekers bij de lezer gewekt?

Voorbeeld: ‘ze leefden jaren in hongersnood’, ‘in hun moederland wacht hen vervolging’, ‘slachtoffer van geweld’, ‘geen democratisch land/Derde Wereldland’.

0. Nee 1. Ja

B41. Worden er volgens jou gevoelens/emoties van saamhorigheid met asielzoekers bij de lezers gewekt?

Voorbeeld: ‘we moeten elkaar de hand reiken’, ‘onze multiculturele samenleving functioneert goed’, ‘het is een maatschappelijk probleem’.

0. Nee 1. Ja

B42. Worden er volgens jou gevoelens/emoties van dank ten opzichte van de aanwezigheid van asielzoekers bij de lezer gewekt?

Voorbeeld: de asielzoekers is een geschenk, ‘het faciliteren van een verblijfplaats voor de asielzoekers heeft voordelen voor de buurt’, ‘de asielzoekers die mogen blijven gaan werken in lokale bedrijven’.

0. Nee 1. Ja

B43. Wordt er vermeld of gesuggereerd dat asielzoekers regels overtreden en/of illegale/criminele praktijken heeft begaan, of mogelijk zal begaan in de toekomst?

Voorbeeld: ‘het vervalsen van papieren’, ‘misbruik maken van het recht om asiel aan te vragen’, ‘ze bezorgen overlast’, ‘asielzoekers zijn gevaarlijk omdat…’.

B44. Wordt er verwezen naar asielzoeker(s) als hulpeloos individu en/of slachtoffer?

Voorbeeld: ‘ze dragen versleten kleding en hebben honger’, ‘terugkeer naar het geboorteland betekent de dood’, ‘uitzichtloze situatie’.

0. Nee 1. Ja

B45 - B47. Overig

B45. Komen concrete, praktische argumenten voor om te overtuigen dat asielzoekers een goede zaak zijn voor buurtbewoners?

Geef bij commentaar de concrete argumenten weer.

0. Nee 1. Ja

B46. Vermeldt het artikel expliciet dat asielzoekers een houding aannemen ten aanzien van (vrijwillige) terugkeren naar hun thuisland?

0. Nee/neutraal

1. Asielzoeker wil meewerken aan (vrijwillige) terugkeer 2. Asielzoeker wil niet meewerken aan (vrijwillige) terugkeer 3. Beide komen in het artikel voor

B47. Wordt er expliciet vermeld dat asielzoeker/asielzoekers dankbaar is/zijn?

0. Nee

1. Ja, ten aanzien van Nederlandse overheid/beleid 2. Ja, ten aanzien van Nederlandse bevolking 3. Ja, ten aanzien van hulporganisaties/NGOs