De stelsels van tijdskrediet, thematische verloven en loopbaanonderbreking hebben als hoofddoel een betere combinatie van het beroeps- en het privéleven mogelijk te maken. In 2002 werd het stelsel van loopbaanonderbreking voor werkne-mers en werkgevers uit de privésector omgezet naar een stelsel van tijdskrediet. Naast die twee stelsels bestaan er ook vier vormen van thema-tisch verlof die gemeenschappelijk zijn voor de openbare en de private sector: in 1995 werd het verlof voor palliatieve zorgen ingevoerd, in 1997 het ouderschapsverlof, in 1998 het verlof voor me-dische bijstand en in 2020 het verlof voor mantel-zorg.
6
58 Vanaf 1 januari 2012 werd de reglementering met betrekking tot loopbaanonderbreking en tijdskrediet ingrijpend gewijzigd, waarbij vooral de maximale duur van de onderbrekingen ingeperkt werd. In het stelsel van het tijdskrediet werden daarenboven on-derbrekingen zonder motief beperkt tot 12 maan-den (voltijds equivalent) op de gehele loopbaan. Een bijkomend saldo wordt enkel toegekend in geval van een geldig motief. Ten slotte werden ook de leef-tijdsvoorwaarden in het eindeloopbaanstelsel (zo-wel in het kader van loopbaanonderbreking als in het kader van tijdskrediet) opgetrokken.
Het ouderschapsverlof werd in 2012 opgetrokken tot een maximum van 4 maanden.
Met ingang van 1 januari 2015 onderging de reg-lementering met betrekking tot het tijdskrediet opnieuw enkele belangrijke wijzigingen. Zo geeft onder meer het niet-gemotiveerd tijdskrediet voortaan geen recht meer op onderbrekingsuit-keringen en gelden opnieuw sterkere leeftijds-voorwaarden voor tijdskrediet in het eindeloop-baanstelsel. Sinds 1 april 2017 is ook het recht op niet-gemotiveerd tijdskrediet afgeschaft.
Vanaf september 2016 is de RVA, behoudens en-kele uitzonderingen, niet meer bevoegd voor nieuwe aanvragen voor onderbrekingsuitkerin-gen in het kader van loopbaanonderbreking en dit voor zowel werknemers van het Vlaamse lo-kale, provinciale, communautaire als het gewes-telijke openbaar ambt, alsook van het Vlaams on-derwijs, met uitzondering van de contractuele personeelsleden die onder het tijdskrediet val-len.
Tabel 30
Evolutie van de uitkeringstrekkers in loopbaanonderbre-king, tijdskrediet en thematisch verlof
T4
Loopbaan-onderbreking (LO)
LO, waarvan federale entiteiten
LO, waarvan gefedereerde entiteiten
Tijdskrediet Thematische
verloven Subtotaal Zonder uitkering Totaal Vlaams Zorgkrediet
2007 72.256 25.420 46.836 114.234 39.769 226.259 3.019 229.278 0
2008 72.256 23.969 48.287 119.624 44.491 236.372 4.988 241.360 0
2009 72.647 23.087 49.561 131.104 54.721 258.473 6.379 264.852 0
2010 72.616 21.715 50.901 132.844 60.498 265.959 7.139 273.098 0
2011 74.263 19.773 54.490 137.208 60.523 271.994 7.879 279.873 0
2012 72.395 17.823 54.572 133.389 61.503 267.287 8.200 275.487 0
2013 69.737 16.300 53.437 132.425 66.682 268.844 6.027 274.871 0
2014 69.490 14.998 54.492 138.378 71.881 279.749 6.134 285.883 0
2015 70.873 15.292 55.581 138.662 72.008 281.543 8.617 290.161 0
2016 82.524 13.711 68.812 124.929 74.845 282.298 12.419 294.718 1.048
2017 62.755 12.415 50.339 115.070 81.510 259.334 13.631 272.966 12.053
2018 56.989 11.818 45.171 110.382 81.489 248.860 11.177 260.037 16.276
2019 51.925 10.997 40.928 103.642 90.351 245.918 14.566 260.484 19.847
2020 45.153 9.524 35.629 95.140 94.557 234.851 18.881 253.732 20.706
Evol.
2007-2020 -37,5% -62,5% -23,9% -16,7% +137,8% +3,8% +525,4% +10,7%
- Loopbaan-onderbreking (LO)
LO, waarvan federale entiteiten
LO, waarvan gefedereerde entiteiten
Tijdskrediet Thematische
verloven Subtotaal Zonder uitkering Totaal
2016 2007 2016 2015 2020 2016 2020 2016
2011 2008 2015 2014 2019 2015 2019 2015
2009 2009 2012 2011 2017 2014 2017 2014
2010 2010 2014 2012 2018 2011 2016 2011
2012 2011 2011 2010 2016 2013 2018 2012
2008 2012 2013 2013 2015 2012 2015 2013
2007 2013 2010 2009 2014 2010 2012 2010
2015 2015 2017 2016 2013 2017 2011 2017
2013 2014 2009 2008 2012 2009 2010 2009
2014 2016 2008 2017 2011 2018 2009 2019
2017 2017 2007 2007 2010 2019 2014 2018
2018 2018 2018 2018 2009 2008 2013 2020
2019 2019 2019 2019 2008 2020 2008 2008
2020 2020 2020 2020 2007 2007 2007 2007
Tijdskrediet, thematisch verlof, loopbaanonderbreking
59
6
Grafiek 33
Relatieve verandering t.o.v. het overeenkomstige trimes-ter van het voorgaande jaar
In T4 2020 werden gemiddeld per maand 234.851 onderbrekingsuitkeringen betaald in de verschil-lende stelsels van tijdskrediet, thematische verloven en loopbaanonderbreking. Dat zijn er 11.067 minder dan in T4 2019, wat een daling inhoudt van 4,5%.
Er is een duidelijke daling te bemerken in het aantal uitkeringsgerechtigden met loopbaanonderbreking.
Op jaarbasis daalt zowel de gefedereerde als de fe-derale loopbaanonderbreking met respectievelijk 12,9% en 13,4% in T4 2020.
Het aantal uitkeringstrekkers met tijdskrediet heeft lange tijd een constante groei gekend, maar de in-perkingen van 2012 en 2015 hebben ervoor gezorgd dat de trend opnieuw dalende is. Het aantal onder-brekingsuitkeringen in het kader van het tijdskrediet daalt verder in T4 2020 (-8,2%) nadat in 2015 de uit-kering voor het tijdskrediet zonder motief werd af-geschaft en de leeftijd om (verhoogde) uitkeringen in het kader van het eindeloopbaanstelsel te genie-ten werd opgetrokken. In T4 2020 is tijdskrediet het grootste stelsel.
In de stelsels van de thematische verloven zet de gestage toename van de voorbije jaren zich ook in T4 2020 door: het aantal uitkeringsge-rechtigden nam toe met 4,7% op jaarbasis. In vergelijking met de voorgaande trimesters is de stijging het laatste trimester veel lager. Dit komt voornamelijk doordat het corona-ouderschaps-verlof slechts mogelijk was tot eind september 20208.
Het aantal personen dat hun loopbaan onder-breekt zonder uitkeringen is sinds T4 2007 meer dan vervijfvoudigd. Dat is het gevolg van:
• het optrekken van de duur van het ouderschaps-verlof van 3 naar 4 maanden in 2012: voor kin-deren geboren of geadopteerd vóór 8 maart 2012 konden de ouders voor de 4de maand geen aanspraak maken op uitkeringen (zie ook verder);
• de afschaffing van de uitkeringen voor nieuwe aanvragen voor tijdskrediet zonder motief vanaf 2015.
8 De RVA voorziet op zijn website tijdelijk een specifieke infor-matiepagina met de betalingsstatistieken over het corona-ouderschapsverlof omwille van de maatregelen wegens COVID-19. Die is te raadplegen via het adres
2019 2020 2019 2020 2019 2020 2019 2020 2019 2020 2019 2020
Loopbaanonderbreking (LO)
LO, waarvan federale entiteiten
LO, waarvan gefedereerde entiteiten
Tijdskrediet Thematische verloven Totaal
60
6.2
Tijdskrediet
Tabel 31
Evolutie van het aantal gerechtigden op tijdskrediet
In het tijdskrediet voor de werknemers van de pri-vate sector neemt het gemiddeld aantal uitkerings-gerechtigden in T4 2020 af op jaarbasis met 8,2% of 8.502 uitkeringsgerechtigden. De afname doet zich in elk van de geschetste profielsegmenten voor. En-kel de voltijdse onderbreking kent een lichte stijging met 1,9%.
Het tijdskrediet zonder motief, afgeschaft sinds 1 april 2017, blijft van toepassing op alle eerste aan-vragen en aanaan-vragen om verlenging waarvoor de werkgever een schriftelijke kennisgeving heeft ont-vangen vóór 1 april 2017. Dit verklaart de daling van 98,6% ten voordele van het aantal uitkeringsgerech-tigden met motief. Ook het aantal werknemers met tijdskrediet zonder uitkeringen daalt om dezelfde re-den: in T4 2020 zijn er gemiddeld nog slechts 8.094 werknemers per maand.
Ten opzichte van T4 2007 zien we een daling van 16,7% van de uitkeringstrekkers in tijdskrediet.
Wanneer we de verdeling voor T4 2020 bekijken volgens de beschreven profielkenmerken, stellen we vast dat 74,8% van de uitkeringsgerechtigden uit het Vlaams Gewest komt, 63,4% ouder is dan 50 jaar, 59,8% zich in een stelsel eindeloopbaan bevindt, 74,9% een vermindering van de arbeids-tijd met 1/5 verkiest en 92,2% een onderbrekings-uitkering geniet. De vrouwen zijn in de meerder-heid met een aandeel 58,8%.
Vanaf 1 juli 2020 werd corona-tijdskrediet inge-voerd om de economische moeilijkheden door de coronacrisis het hoofd te bieden. Het is enkel be-doeld voor werknemers die werken bij een werk-gever van wie de onderneming is erkend als in herstructurering of in moeilijkheden. Het betreft een gedeeltelijke onderbreking (halftijds of 1 vijfde) met een minimumduur van 1 maand en een maximumduur van 6 maanden. In T4 2020 waren er in dit kader 87 betalingen.
T4 2007 T4 2019 T4 2020 Evol. T4 2007
-T4 2020
Evol. T4 2019 -T4 2020 Gewest
Vlaams Gewest 81.814 77.139 71.140 -13,0% -7,8%
Waals Gewest 26.479 22.428 20.446 -22,8% -8,8%
Brussels Hfdst. Gewest 5.941 4.075 3.555 -40,2% -12,8%
Geslacht
Mannen 42.080 40.810 39.203 -6,8% -3,9%
Vrouwen 72.154 62.832 55.937 -22,5% -11,0%
Leeftijd
< 30 jaar 4.464 2.616 2.332 -47,8% -10,9%
30 - 49 jaar 44.805 35.520 32.520 -27,4% -8,4%
50 jaar of meer 64.964 65.506 60.288 -7,2% -8,0%
Stelsel
Einde loopbaan 61.070 60.671 56.860 -6,9% -6,3%
Met motief 3.075 39.097 38.228 x 12 -2,2%
Zonder motief 50.088 3.874 53 -99,9% -98,6%
Onderbreking
Voltijds 11.065 4.018 4.094 -63,0% +1,9%
Halftijds 32.645 22.103 19.754 -39,5% -10,6%
Vermindering met 1/5 70.523 77.521 71.292 +1,1% -8,0%
Totaal 114.234 103.642 95.140 -16,7% -8,2%
Zonder uitkeringen 1.365 9.385 8.094 +492,8% -13,8%
Totaal 115.599 113.027 103.234 -10,7% -8,7%
Tijdskrediet, thematisch verlof, loopbaanonderbreking
61
6
Grafiek 34
Profiel van de uitkeringsgerechtigden in tijdskrediet
71.140 Brussels Hfdst. Gewest
39.203 50 jaar en ouder
56.860
Einde loopbaan Met motief Zonder motief
Vermindering met 1/5
95.140
62