• No results found

1.9.2 Factoren die invloed hebben op de luisterinspanning

3.4 Confounding variabelen

4.2.3 Algemene discussiepunten

Bij sommige kinderen en jongeren die deelnamen aan het onderzoek was er sprake van een comorbiditeit. Deze comorbiditeiten liepen erg uiteen. Zo was er onder andere sprake van een totale ontwikkelingsachterstand, dyslexie, emotionele problemen of een vermoeden van cognitieve problemen. Deze comorbiditeiten kunnen invloed hebben op de prestaties van de afgenomen testen in dit onderzoek. Doordat er echter sprake is van een kleine

53 onderzoekspopulatie en er zowel in de UCI-groep kinderen en jongeren als in de NH-groep kinderen en jongeren proefpersonen deelnamen met een comorbiditeit, zijn al deze kinderen en jongeren toch geïncludeerd. Deze kinderen en jongeren geven namelijk ook een weergave van de werkelijke populatie kinderen en jongeren. Er zijn tegenwoordig steeds meer kinderen en jongeren waarbij een comorbiditeit gediagnosticeerd is.

Het kenmerk geslacht is niet evenredig verdeeld tussen beide groepen. De prestatie op de dual-task kent een effect van geslacht. Meisjes laten betere prestaties zien dan jongens (Geers et al., 2003; Le Normand et al., 2008). Aangezien de verhouding man/vrouw niet gelijk is tussen de UCI- en de NH-groep kan het zijn dat de ene groep beter presteert omdat er meer meisjes inzitten dan jongens.

Daarnaast hebben alle kinderen en jongeren zowel in de UCI- als in de NH-groep dezelfde volgorde van de taken gekregen behorend bij het dual-task paradigma. Er werd namelijk eerst de single task cijfers onthouden afgenomen, vervolgens werd de single task woorden nazeggen in stilte en de single task woorden nazeggen in ruis afgenomen. Daarna werd de dual-task in stilte en als laatste de dual-task in ruis afgenomen. Doordat de taken behorend bij het dual-task paradigma in een vaste volgorde zijn afgenomen, kan dit ervoor zorgen dat kinderen en jongeren in de stilte-conditie beter presteren dan in de ruis-conditie omdat ze dan meer concentratie nog hebben om de dual-task goed uit te voeren.

De woordbegripstest, de PPVT-III-NL, werd in sommige gevallen voor de

gehoormeting afgenomen en in de meeste gevallen na de dual-task in ruis.Als het kind eerst al de gehoormeting en het dual-task paradigma heeft ondergaan, zal het hierdoor al extra vermoeid zijn wat invloed kan hebben op de prestatie op de PPVT-III-NL. Als echter eerst de PPVT-III-NL is afgenomen is de kans groot dat het kind of de jongere nog alerter is waardoor de prestatie op de woordbegripstest beter is. De taken zijn echter niet bij alle kinderen uit de UCI- en de NH-groep in dezelfde volgorde afgenomen. Dit met de reden dat de audio box niet altijd beschikbaar was bij de start van het onderzoek waardoor er eerst werd begonnen met de afname van de PPVT-III-NL. In principe werd de voorkeur uitgesproken om eerst de

gehoormeting, dan het dual-task paradigma en als laatste pas de PPVT-III-NL af te nemen. Dit is dus niet in alle gevallen gebeurd waardoor de volgorde van de taken invloed kan hebben op de prestatie.

Naarmate de taken vorderen, neemt naar verwachting het vermoeidheidseffect toe. Er heeft in dit onderzoek geen counter balancing plaatsgevonden om ervoor te zorgen dat er geen invloed is van de volgorde van de taken die aangeboden werden.

De kinderen en jongeren zowel in de NH- als in de UCI-groep laten soms betere prestaties zien in de ruis-conditie op de primaire en/of secundaire taak van de dual-task dan in de stilte-conditie. De ruis-conditie wordt gezien als een moeilijkere conditie dan de stilte- conditie. De aanwezigheid van ruis heeft namelijk niet alleen een negatief effect op de primaire luistertaak maar ook op de secundaire cognitieve taak (Howard et al., 2010;

McFadden & Pittman, 2008; Sarampalis et al., 2009). Daarom zou de verwachting zijn dat de UCI en NH kinderen betere prestaties laten zien op de primaire en secundaire taak in de stilte- conditie dan in de ruis-conditie. Een mogelijke verklaring voor de soms betere prestaties in de ruis-conditie, is dat de kinderen en jongeren in deze conditie alerter zijn omdat ze weten dat er nu een moeilijkere taak komt. Hierdoor gaan ze zich extra focussen. Door deze extra

concentratie wordt dan vervolgens de prestatie op de primaire en/of secundaire taak in de ruis- conditie beter.

Ook waren bij sommige kinderen en jongeren de ouders wel aanwezig tijdens het uitvoeren van de taken en bij sommige kinderen en jongeren niet. Ook dit gegeven kan de onderzoeksresultaten beïnvloed hebben doordat een kind of jongere anders kan gaan presteren bij de aan- of afwezigheid van de ouder.

54 Daarnaast is er een effect van of het kind het eerste of tweede/derde etc. is van het gezin. Het oudste kind van het gezin laat 5 procent lagere scores zien op de PPVT-III-NL dan de jongere kinderen van het gezin (Sarant et al., 2014). Deze factor kan dus invloed hebben op de

woordbegripsquotiënten. Ook op de PPVT-III-NL is er invloed van de concentratie en

aandacht. Als er minder aandacht is of indien er sprake is van een vermoeidheidseffect dan zal de prestatie op de PPVT-III-NL ook slechter zijn dan wanneer er voldoende concentratie is (Hicks & Tharpe, 2002).