• No results found

ALGEMENE BEPALINGEN

In document EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT (pagina 21-27)

Artikel 1 Toepassingsgebied

1. Deze verordening is van toepassing op de grensoverschrijdende betekening of kennisgeving van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken. Deze verordening is, met name, niet van toepassing in fiscale, douane- of administratieve zaken of op de aansprakelijkheid van een lidstaat voor handelen of nalaten bij de uitoefening van het overheidsgezag (acta iure imperii).

2. Met uitzondering van artikel 7 is deze verordening niet van toepassing indien het adres van de persoon aan wie een stuk moet worden betekend of ter kennis gegeven, niet bekend is.

3. Deze verordening is niet van toepassing op de betekening of kennisgeving van een stuk in de lidstaat van het forum aan een vertegenwoordiger die gevolmachtigd is door de persoon aan wie een stuk moet worden betekend of ter kennis gegeven, ongeacht de verblijfplaats van die persoon.

Artikel 2 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

1) "lidstaat van het forum": de lidstaat waar de gerechtelijke procedure plaatsvindt;

2) "gedecentraliseerd IT-systeem": een netwerk van onder de eigen verantwoordelijkheid en het eigen beheer van elke lidstaat opererende nationale IT-systemen en interoperabele toegangspunten, dat de veilige en betrouwbare grensoverschrijdende uitwisseling van informatie tussen de nationale IT-systemen mogelijk maakt.

Artikel 3

Verzendende en ontvangende instanties

1. Elke lidstaat wijst de ambtenaren, autoriteiten of andere personen aan die bevoegd zijn gerechtelijke of buitengerechtelijke stukken te verzenden ter betekening of kennisgeving in een andere lidstaat ("verzendende instanties").

2. Elke lidstaat wijst de ambtenaren, autoriteiten of andere personen aan die bevoegd zijn van een andere lidstaat afkomstige gerechtelijke of buitengerechtelijke stukken in ontvangst te nemen ("ontvangende instanties").

3. De lidstaten kunnen afzonderlijke verzendende instanties en ontvangende instanties aanwijzen, dan wel één of meer instanties die beide functies vervullen. Lidstaten met een federaal karakter, lidstaten waarin verschillende rechtsstelsels gelden en lidstaten met autonome territoriale structuren kunnen meer dan één van dergelijke instanties aanwijzen.

De aanwijzing is vijf jaar geldig en kan telkens met vijf jaar worden verlengd.

4. Elke lidstaat verstrekt de Commissie de volgende gegevens:

a) de naam en het adres van de in de leden 2 en 3 bedoelde ontvangende instanties;

PE-CONS 47/20 22

NL

b) de geografische gebieden waarin die ontvangende instanties bevoegd zijn;

c) de wijze waarop die ontvangende instanties stukken kunnen ontvangen indien artikel 5, lid 4, van toepassing is; en

d) de talen die kunnen worden gebruikt voor het invullen van de formulieren opgenomen in bijlage I.

De lidstaten stellen de Commissie van alle wijzigingen van de in de eerste alinea bedoelde gegevens in kennis.

Artikel 4 Centraal orgaan

Elke lidstaat wijst een centraal orgaan aan dat tot taak heeft:

a) de verzendende instanties informatie te verschaffen;

b) oplossingen te zoeken voor de problemen die zich bij de verzending van stukken ter betekening of kennisgeving kunnen voordoen;

c) in uitzonderlijke omstandigheden, op verzoek van een verzendende instantie aan de bevoegde ontvangende instantie een aanvraag voor betekening of kennisgeving door te sturen.

Lidstaten met een federaal karakter, lidstaten waarin verschillende rechtsstelsels gelden en lidstaten met autonome territoriale structuren kunnen meer dan één centraal orgaan aanwijzen.

Artikel 5

Door verzendende instanties, ontvangende instanties en centrale organen te gebruiken communicatiemiddelen

1. Te betekenen of ter kennis te geven stukken, aanvragen, bevestigingen, ontvangstbewijzen, certificaten en mededelingen die op basis van de formulieren in bijlage I plaatsvinden tussen verzendende instanties en ontvangende instanties, tussen die instanties en de centrale organen, of tussen de centrale organen van de verschillende lidstaten, worden verzonden via een veilig en betrouwbaar gedecentraliseerd IT-systeem. Dat

gedecentraliseerd IT-systeem is gebaseerd op een interoperabele oplossing, zoals e-CODEX.

2. Het algemene juridisch kader voor het gebruik van gekwalificeerde vertrouwensdiensten in de zin van Verordening (EU) nr. 910/2014 is van toepassing op de te betekenen of ter kennis te geven stukken, aanvragen, bevestigingen, ontvangstbewijzen, certificaten en mededelingen die via het gedecentraliseerde IT-systeem worden verzonden.

3. Indien de in lid 1 van dit artikel bedoelde te betekenen of ter kennis te geven stukken, aanvragen, bevestigingen, ontvangstbewijzen, certificaten en andere mededelingen een zegel of handgeschreven handtekening vereisen of daarvan zijn voorzien, mogen in plaats daarvan gekwalificeerde elektronische zegels of gekwalificeerde elektronische

handtekeningen als omschreven in Verordening (EU) nr. 910/2014, worden gebruikt.

4. Indien verzending overeenkomstig lid 1 niet mogelijk is wegens de verstoring van het gedecentraliseerde IT-systeem of wegens uitzonderlijke omstandigheden, vindt de

verzending met behulp van de snelste, meest geschikte alternatieve middelen plaats, ermee rekening houdend dat betrouwbaarheid en veiligheid gewaarborgd moeten zijn.

PE-CONS 47/20 24

NL

Artikel 6

Rechtsgevolgen van elektronische stukken

Aan via het gedecentraliseerde IT-systeem verzonden stukken wordt geen rechtsgevolg ontzegd of zij worden in de procedure niet ontoelaatbaar als bewijsmiddel geacht louter omdat zij in

elektronische vorm zijn.

Artikel 7

Bijstand bij het achterhalen van adressen

1. Indien het adres van de persoon aan wie het gerechtelijk of buitengerechtelijk stuk in een andere lidstaat moet worden betekend of ter kennis gegeven, niet bekend is, verleent die lidstaat bijstand bij het achterhalen van het adres op ten minste één van de volgende manieren:

a) autoriteiten aanwijzen waarbij verzendende instanties verzoeken kunnen indienen tot het achterhalen van het adres van de persoon aan wie betekening of kennisgeving moet worden gedaan;

b) personen uit andere lidstaten rechtstreeks bij bevolkingsregisters of andere voor het publiek toegankelijke databanken verzoeken, ook elektronisch, om informatie over adressen laten indienen door middel van een modelformulier dat op het Europees e-justitieportaal beschikbaar is; of

c) via het Europees e-justitieportaal gedetailleerde informatie verstrekken over hoe de adressen gevonden kunnen worden van de personen aan wie betekening of

kennisgeving moet worden gedaan.

2. Elke lidstaat verstrekt de Commissie de volgende informatie teneinde de informatie beschikbaar te maken via het Europees e-justitieportaal:

a) de wijzen van bijstand die de lidstaat op grond van lid 1 op zijn grondgebied zal verlenen;

b) in voorkomend geval, de naam en de contactgegevens van de in de lid 1, punten a) en b), bedoelde autoriteiten;

c) of de autoriteiten van de aangezochte lidstaat op eigen initiatief bij bevolkings-registers of andere databanken verzoeken om informatie over adressen indienen ingeval het adres in de aanvraag om betekening of kennisgeving niet correct is.

De lidstaten stellen de Commissie in kennis van alle wijzigingen van de in de eerste alinea bedoelde informatie.

PE-CONS 47/20 26

NL

HOOFDSTUK II

In document EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT (pagina 21-27)