• No results found

ALGEMEENE BOEKEN

In document BEHEEE EN DEN STAAT (pagina 155-200)

J. Geldelijk beheer

IV. ALGEMEENE BOEKEN

De „algemeene boeken" bevatten alle finantiele gebeurtenissen in Nederlandsch Indie, onverschillig of zij tot pecuniële dan wel tot materiële voorwerpen betrek-king hebben.

Zij worden opgemaakt door eenen boekhouder bij de generale directie van finan-tien, met behulp van eenig bureau-personeel.

Hij staat onder de bevelen van den directeur-generaal.

9*

— 132 —

Voor de opmaking bestaat een reglement, vastgesteld door 's Konings commis-saris-generaal in 1829 {Indisch Staatsblad n°. 99).

De boeken worden afgesloten over elk jaar.

De afsluiting geschiedt gemeenlijk na ultimo van het volgende jaar , vermits bij de boeken verhandeld moeten worden de afrekeningen over de verkoopen van pro-ducten, betalingen enz. in Nederland, betreffende het boekjaar.

In 1849 zijn afgesloten de algemeene boeken van 1847.

V . BEGROOTING.

De zamenstelling der begrooting van Nederlandsch Indie blijkt uit de hiernevens gevoegde bijlagen litt. E en F, terwijl de uitkomsten dier begrooting zijn aange-wezen in de staten O, H, I, en K, voor de jaren 1848 en 1849.

V I . LANDS-GEBOUWEN EN WATEBSTAAT.

§ 1 Militair beheer.

Vestingwerken van allerlei omvang (weinige uitgesloten om bijzondere redenen), de gebouwen daarbinnen, en alle kruidmagazijnen worden beheerd door den kom-mandant van het Indische leger, die tot dat einde beschikt over den directeur der genie en het personeel onder diens bevelen gesteld.

5 2. Civiel algemeen beheer.

De militaire gebouwen niet binnen vestingwerken gelegen, en alle andere niet onder militair beheer gestelde lands-gebouwen, zoomede de geheele waterstaat (ha-vens, rivieren, kanalen, sluizen, waterkeeringen, bruggen en wegen) stonden in 1849, volgens een reglement, door 's Konings commissaris-generaal in 1829 {Staatsblad n°. 21) uitgevaardigd, onder het algemeen beheer van den directeur der producten en civile magazijnen en onder het regtstreeksch beheer te Batavia, van eenen hoofd-ingenieur van den waterstaat en 's Landsgebouwen, en elders, van de hoofden der gewestelijke besturen.

Voor zoover de gebouwen of waterstaatswerken betrekking hebben tot de teelt, bereiding of voorloopige berging (vóór het vervoer naar de strandpakhuizen) van producten, behooren zij ook tot de bemoeijenis van den directeur der cultures.

§ 3. Civiel toezigt

Voor het toezigt over de gebouwen en werken, in § 2 omschreven, en voor het begrooten, ontwerpen en uitvoeren van voorzieningen en verbeteringen daaraan, zoomede van nieuwe gebouwen en werken van dien aard zijn beschikbaar de in die paragraaph genoemde hoofd-ingenieur te Batavia, en wijders ingenieurs en op-zieners van den waterstaat en 's Landsgebouwen.

De hoofd-ingenieur staat regtstreeks onder de bevelen van den directeur der pro-ducten en civile magazijnen.

De ingenieurs en opzieners zijn ondergeschikt: te Batavia aan den hoofd-ingenieur, en buiten Batavia aan de hoofden der gewestelijke besturen, alles behoudens het oppertoezigt van den directeur der producten en civile magazijnen.

De ingenieurs, die bepaaldelijk voor werken in het belang der cultures bestemd worden, volgen gedurende deze bestemming de bevelen van den directeur der cultures.

5 4. Verrigtingen der civile genie.

De voornaamste civile genie-werken, aan welke in 1849 gearbeid is, zijn (voor zoover zij niet onder andere hoofden van dit overzigt voorkomen) de volgende:

— 133 —

a. P a k h u i z e n . Voor koffij in de residentie Bantam.

„ steenkolen op het eiland de Kuiper.

„ suiker te Samarang.

M „ Panaroekan.

„ koffij te Padang Pandjang.

„ algemeen gebruik te Muntok.

„ Bandjermassing.

b. K a n t o r e n e n d e r g e l i j k e . Scheikundig laboratorium te Buitenzorg.

Douane te Batavia.

Kesidentie te Pontianak.

c. A m b t e n a a r s - w o n i n g e n . Voor hoofd-onderwijzers te Batavia.

„ residenten in Japara,

„ Soerabaija.

.. Batang.

„ Lamongan.

Te Djokjokarta.

„ Soerabaija.

„ Pasoeroean.

d. G e v a n g e n i s s e n . ,

e. W a t e r s t a a t s w e r k e n . Haven van Samarang.

Kielhoofden op Onrust.

Uitwatering der rivier Tjimanok.

Bruggen te Serang.

Batavia.

Buitenzorg.

Temangong.

Djokjokarta.

Soerabaija.

/ . M i l i t a i r e g e b o u w e n . Woning van den kommandant des legers.

Officiers-woningen te Batavia.

Kazernen te Padang.

Hospitalen te Serang.

„ „ Buitenzorg.

„ Samarang.

„ „ Macassar.

Bureaux der artillerie.

Redouten: Toboali.

Telokbetong.

V I I . VEBVOEBWEZEN.

1. Binnenlandsch.

a. B e h e e r .

Het algemeen beheer over de openbare wegen, bruggen rivieren, kanalen slui-zen, waterkeeringen, dijken enz. berust bij den directeur der producten en civde

magazijnen als chef van den waterstaat, en het dadelijk beheer bij de hoofden der gewestelijke besturen, uitgezonderd in Batavia en Buitenzorg. In de stad Ba-tavia wordt het laatstgemeld beheer gevoerd door den hoofd-Ingenieur van den waterstaat en s Lands gebouwen te Batavia; in de Bataviasche Ommelanden en Buitenzorg door eene commissie voor de bruggen en wegen" bestaande uit den résident van Batavia den genoemden hoofd-ingenieur, den adsistent-resident van Buitenzorg, den adsistent-resident van de Bataviasche Ommelanden, als vaste leden en uit vier landeigenaren, twee van de Bataviasche Ommelanden en twee van Bui-tenzorg, waarvan jaarlijks twee door het lot uitvallen

Het spreekt overigens van zelf, dat ook de ingenieurs en opzieners van den waterstaat en s Lands gebouwen voor dezen tak der dienst beschikbaar zijn.

Het algemeen beheer over alle openbare inrigtingen van vervoer en inzonderheid ZZjLWagen: -f" b n e v e DP °s t e» Je n « mede opgedragen aan den directeur der producten en civile magazijnen, en het dadelijk beheer aan de gewestelijke besturen, met behulp van eemge ambtenaren en bedienden.

b. Aanleg en onderhoud van wegen te water en te land.

De openbare wegen en bruggen op Java worden, op aanwijzing van 's Lands

5 £ r n oud r d T de inlandsche bevoikin - in Bata ™ - * « = ;

rutrnetnTodnlSrh0oudenPOatWegen " V° °r n a m e ***** ™ ' ^ ™ ^ Ook de aanleg van wegen en bruggen op Java geschiedt door de bevolkins

volgens de verordeningen over de heerendiensten (zie lager) ° ' Op Java mogen zonder schriftelijke magtiging van den Gouverneur-Generaal

geene wegen hoegenaamd aangelegd, noch oude paden of bijwegen in berijdbaren' k o f f i t l e ^ f " t6 1 1 b er1 V e d i e' W e l k e l e i d « 'e e d s k a a n d e weg n „aar koffi tuinen of suiker-, indigo- en andere fabrieken, doch niet verder

Alvorens den aanleg of de verbetering toe te staan, verzekert zich de Gouverneur-Generaal m hoever zulks overeen te brengen is met het stelsel van verdediging o n d e r h S f L '8 ë t f V a n t 0 ePa s?i ng °P h e t bevaarbaar maken van rivieren/het ondeihouden en verbeteren van reeds bevaarbare rivieren, het aanleggen en onder-J o e Ï e i d T o t L T , 1 S l U 1 Z e n' w a t e^ « ™ Se n' d iJk e n e n z- ' e n " S wat de be-voegdheid tot het vorderen van arbeid van de bevolking aangaat, met inachtneming van de vorenbedoelde algemeene voorschriften over de heerendiensten. ^ ^ ^ d o e n d ee rÜ ^ mZOnderhfid J a h e e f t ^eeds groote behoefte aan vol-doende middelen van vervoer, vooral voor goederen

in verbaniTrnf JU^A f" a a n h o u d e n d e z o r8 ™ het bestuur, hetwelk dan ook, brengt middelen, zooveel mogelijk daarin de gewenschte verbeteringen

c G e b r u i k v a n d i e w e g e n . aa. Algemeene bevoegdheid.

« A ' Ï T1? ^ d e v eTdri n s e n o m t r e n t Mamlooze vennootschappen, de algemeene

s ~ = » Y s - ÄÄ 8 Sief Äa- d I

de volgende § ^ * " " " " «^ »*»** V e r h a n d e l d ^> ™°rts

«ont« w* d e r e s i dTt i' ; B a'a.v i a e n de adsistent-residentie Buitenzorg ma- op de groote wegen, naas of nabij welke karrewegen zijn aangelegd, geen Ä i k Z of z Ï S f î ^ S S î boerenwagens en andere v r a c h L e ^ t u i g f n " Ä J bespannen met buffet T S ° ™r a e n t s- °f particulieren eigendom beladen zijn^

bespannen met buffels, ossen'of ander vee met gespleten hoeven. Op den grooten

postweg tusschen de hoofdplaatsen van die twee gewesten, mogen tot het vervoer van goederen geene dan gezonde, welgevoerde paarden, minstens vier jaren oud, In drie voet zes duim Rhijnlandsch hoog, en geene dan goede trektuigen gebezigd worden Voor het gewigt der lading van elk voertuig aldaar is een maximum vast-gesteld' En voor de karren en boerenwagens , welke in die gewesten door men-schen in plaats van door dieren, in beweging gebragt worden, is eenbepaald getal menschen als minimum voor eene bepaalde vracht voorgeschreven.

r Te Batavia mogen geene zeilbooten, ladende van één en meer koijan (last), met'vrachten varen op de reeden of naar nabij gelegen kustplaatsen noch goederen van buiten terugvoeren, zoo die vaartuigen niet ingeschreven zijn bij een veei, ge-naamd het tjoenia- of buiten-praauwenveer. Sloepen van ter reede liggende schepen of Teilbooten, door ingezetenen voor eigen gebruik aangehouden wordende, zijn hiervan uigezonderd, maar mogen niet verhuurd worden, en de laatste moeten van nassen van het veer voorzien zijn. .. .

Dit veer staat onder eenen bootmeester, aan wien ondergeschikt zijn commissa-rissen, gekozen uit de voornaamste booteigenaren, terwijl hij zelf ondergeschikt is aan den havenmeester en de resident er het oppertoezigt over heeft. Het veei werkt overeenkomstig een door het Gouvernement vastgesteld reglement, dat de veiplig-tinZ van de eigenaren der veerbooten beschrijft en ook de te vorderen vrachten bepaalt Van die vrachten wordt een vijfde ingehouden (behalve van de vrachten S t s t e van het Gouvernement verdiend, welke een vijfde' ^ J J - ^ J ^ de overige), ter goedmaking van kosten van personeel, schrijfbehoeften, schaden en verliezen, enz.

3° Gelijksoortige veren bestaan, onder ongeveer dezelfde bepalingen, te Sama-rang', Soerabaija en Pasoeroean. Zij dragen er den naam van Prmumnveer

Te Samarang wordt dit veer beheerd door den havenmeester, bijgestaan dom aan hem ondergeschikte commissarissen uit de voornaamste eigenaren van booten, tot het veer behoorende. Het oppertoezigt berust bij den resident. _ . „ . . „ „ „ i . ^

Te Soerabaija wordt het beheerd door eenen bootmeester aan W1en ondergeschikt zijn commissarissen als boven; terwijl hij zelf ondergeschikt is aan den havenmees-ter Het oppertoezigt wordt uitgeoefend door den resident.

Te P a s o e r L n wordt het beheerd door eenen bootmeester, ondergeschikt aan den ambtenaar, die er de werkzaamheden van havenmeester vemgt, onder het opper-toezigt van den resident.

4» Te Batavia bestaan voorts, in verband met het buiten-praauwenveer en onder

^eliike verordeningen, kleinere vaartuigen (tambangan), met uitsluiting van alle an-fere beltemdvoor het vervoer van personen en hunne kleederen enz. naar en van de r e e d t de eilanden en ook op de rivieren binnen de stad en voorsteden van Batavia en elders.

5» Te Samaran- en Soerabaija mogen zoodanige kleinere vaartuigen {tambangan) verhuurdworden tot vervoer van personen en hunne kledingstukken (geene andere S e r e n ) van den wal naar de reede of omgekeerd, mits die vaartuigen vooraf worden naschreven bij een veer, het klein praauwenveer genaamd, staande onder het o L i d Ä toezigtJ der stedelijke politie, en waarvoor overigens gelijksoortige verordeningen zijn als bij de andere veren.

6°. Om booten van zekere beschrijvingen, ladende van % tot » k o Jan, te mo-zen verhuren voor vervoer van goederen door de rmeren m en ^ u t e n , en door I e bbnenwateren in den omtrek°van de stad Batavia, moet men de.boatan laten inschrijven bii een veer genaamd het binnenlandsche praanwenveer, staande onder T Ï o f d , öJndergeschiktgaan den resident. Aldaar zijn eigenaren en v - o e r d e i s van de booten aan eenige verordeningen onderworpen, en ook aan eenjast tane van vrachten, op welke acht duiten voor eiken gulden ingehouden worden Uit deze gelden en de boeten wordt een fonds gevormd tot bestr.jdmg van alle kosten voor het beheer van dit veer.

— 136 —

lb. Vervoer van personen.

De inlandsche bevolking op Java is verpligt, personen over land te vervoeren tegen de op hoog gezag geregelde betaling. Voor zulke betaling zijn dan ook ta-nven door het Gouvernement vastgesteld.

Van Gouvernementswege bestaat op Java eene posterij langs den grooten weg van Anjer over Serang, Batavia, Buitenzorg, Tjiandjoer, Bandoeng, Soeinadang, Uienbon, Tagal, Pekalongan, Samarang, Demak, Koedoes, Pati, Jawana, Kem-bang, Toeban en Gnssee tot Soerabaija. Van deze lijn binnenwaarts loopt eene wagenposterij van Samarang over Bawen tot den post Djamboe aan den voet van het Djamboesche gebergte op den grooten weg naar Kadoe, en eene wagenposterij van Samarang over Bawen en Salatiga naar Soerakarta en Djokjokarta.

_ Deze posterijen zijn echter geene diligence-diensten, maar bestaan enkel uit sta-tions van postpaarden, van welke reizigers gebruik kunnen maken. Wagens wor-den door het Gouvernement niet verstrekt.

De stations-gehouwen worden gedeeltelijk uit 's Lands kas en gedeeltelijk door de bevolking bij heerendienst opgerigt en onderhouden.

Op sommige hoofdplaatsen, welke deze posterijen aandoen, zijn van gouverne-mentswege lierbergen aangelegd, met herbergiers die eene toelaag uit 's Lands kas genieten,_ en wien voorgeschreven is, wat zij den reizigers in rekening mogen brengen, elders zijn herbergen particuliere ondernemingen, staande onder politie-bepalingen.

Van Soerabaija (waar de gouvernements-posterij eindigt) over Pasoeroean naar Probolmgo en Bezoeki, is tot het houden eener wagenposterij privilegie verleend aan eenen particulier.

Ook tusschen Batavia en Buitenzorg, ofschoon er, blijkens het bovenstaande eene gouvernements-posterij is, werkt eene geprivilegieerde particuliere wagenposterij.

Overigens zijn op de drie hoofdplaatsen van Java en voorts te Buitenzorg te Grissee enz particuliere wagen-verhuurderijen, gesteld onder zekere bepalingen van politie.

Daar de gouvernements-posterij de geprivilegieerde particuliere wagenposterijen en de ongepnvüegieerde wagen-verhuurderijen niet in alle en vooral niet in vele hoogst noodzakelijke drukke vervoeren van ambtenaren voor de cultures en andere personen per as m de binnenlanden kunnen voorzien, heeft zulks aanleidin°- gege-ven tot het oprigten in de meeste gewesten van Java, van zoogenaamde binnenlald-scke posterijen, zijnde stations van wagenpaarden, door de bevolking geleverd en

onderhouden. e

Deze gewestelijke wagenposterijen staan onder het toezigt der hoofden van de gewestelijke besturen en worden meer onmiddellijk beheerd door de iulandsche amb-tenaren, van waar zij den naam van regentspaarden ontleenen. In Soerakarta en Djokjokarta echter, en op Madura staan zij geheel onder de Vorsten. Voor het gebruik van die wagenpaarden wordt, behalve op Madura, aan de hoofden der ge-westelijke besturen betaald naar een door het Gouvernement vastgesteld tarief ten einde uit deze betalingen de bevolking in het leveren van paarden, onderhouden van stations, en aanschaffen van tuigen, stalbenoodigdheden enz. schadeloos te stel-en ol althans te gemoet te komstel-en.

cc. Vervoer van goederen.

De inlandsche bevolking op Java is verpligt goederen over land te vervoeren tegen de op hoog gezag geregelde betaling.

Voor die betaling zijn door het Gouvernement dan ook tariven vastgesteld In den regel wordt de aanschaffing en het in werking brengen van middelen voor vervoer van goederen aan de particuliere nijverheid overgelaten; ook het Gouver-nement besteedt, behoudens gebruikmaking van de bovenvermelde verpb>ting der bevolking, gemeenlijk zijne eenigzins beteekenende transporten aan particulieren uit

Voor transporten van goederen bestaan hier en daar van gouvernementswege rust-plaatsen zoo onder de poststations bij bb hierboven bedoeld, als onder afzonder-lijke nachtverblijven (passewang).

— 137 —

dd. Vervoer van brieven.

Een iegelijk kan op Java voor het vervoer van brieven gebruiken de middelen, welke hij verkiest, behalve reizigers met de hierboven bij bb bedoelde geprivile-gieerde postwagendienst tusschen Soerabaija en Probolingo.

Het vervoer van brieven is dus geen gouvernements-monopolie. Maar van gouver-nementswege wordt in een middel voor dat vervoer voorzien door brievenposterijen.

Zij bestaan langs de volgende lijnen:

1°. den grooten weg van den west- tot den oosthoek (Anjer tot Banjoewangi);

2°. onderscheidene wegen van dien weg binnenwaarts loopende, bijv. van Tjiand-oer naar PTjiand-oerwokerto (hoofdplaats der adsistent-residentie Krawang) ;

van Tagal naar Banjoemaas, Tjilatjap, Keboemen, Poerworedjo, Magelang, Soe-rakarta, Ngawi, Madioen, Kediri;

van Samarang naar Magelang;

van Samarang over Salatiga naar Soerakarta;

van Madioen over Ponorogo naar Patjitan;

van Soerabaija over Modjokerto naar Kediri.

Voorts zijn vele, brieven-postritten aangelegd voor de correspondentie tusschen plaatsen van hetzelfde gewest onderling.

De dienst over de groote strandlijn geschiedt van Anjer tot Batavia door postil-jons te paard; van Batavia tot Pasoeroean met postkarren; en van Pasoeroean tot

Banjoewangi door postiljons te paard.

De overige lijnen worden bediend of door bezoldigde en van paarden voorziene postiljons, of door politiedienaren en andere inlandsehe beambten, die daarvoor op sommige plaatsen geldelijke tegemoetkoming genieten, maar elders dat werk als heerendienst verrigten en zelven zich paarden daartoe moeten aanschaffen; alleen voor het traject tusschen Samarang en Salatiga worden postkarren gebezigd.

De dienst over Madura geschiedt op kosten der Vorsten, ten behoeve van het Gouvernement, hetwelk de porten ontvangt.

Het port voor het vervoer van brieven aan het Gouvernement te betalen is, voor al de bovenvermelde lijnen op Java en Madura, vastgesteld bij een algemeen tarief, tot grondslag hebbende een duit voor elke zes paal (*) afstands, welke een gewone brief doorloopt, met een minimum port van tien duiten en met betrachting van getallen deelbaar door vijf. Alzoo kost een brief, doorloopende 60 paal en minder, tien duiten aan port; een brief doorloopende 61 tot 90 paal, vijftien duiten enz. (**) Gedrukte stukken onder kruisband verzonden, betalen een zesde van het port der brieven, met dien verstande, dat deze verminderde vracht in geen geval min-der mag bedragen dan het port voor een enkelen brief.

Van port zijn vrijgesteld:

1". alle brieven gerigt aan den Gouverneur-Generaal, uit plaatsen in Nederlandsch Indie ;

2°. de brieven, ambtshalve geschreven door alle publieke, algemeene of plaatse-lijke autoriteiten ; op het adres van zulke brieven moet het ambt van den verzender aangeteekend en voorts aangeduid worden, dat zij over dienstzaken handelen;

3°. de Javasche Courant, het Staatsblad, de almanak, het naamregister en andere gedrukte stukken, welke van 's Lands drukkerij aan particulieren verzonden worden;

4°. de brieven en stukken voor de kerkelijke genootschappen, kerkeraden,

arm-(*) Een paal is 1505 Nederlandsche ellen.

(**) Het tarief komt voor in het Staatsblad van 1847 n°. 60; voor brieven, bestemd naar plaatsen, niet op dat tarief vermeld , wordt betaald het port tot aan het naaste postkantoor op den weg dien de brief doorloopt.

verzorgers, schoolcommissien en andere onder de bescherming van het Gouverne-ment staande „sociëteiten en instellingen", het openbaar onderwijs, de verspreiding van nuttige wetenschappen en kennis, of de bevordering van eenigen anderen tak van het algemeene welzijn ten doel hebbende, in officio geschreven en op het cou-vert geteekend door den verzender.

De ambtenaren der posterijen zijn verpligt toe te zien, dat geen misbruik van het dienst-adres gemaakt worde. Zij hebben de bevoegdheid, bij het vermoeden van dergelijk misbruik, de opening der brieven onder dienst-adres in hunne tegenwoor-digheid te vorderen, ten einde bij bevinding van overtreding daarvan een proces-verbaal op te maken, hetwelk gezonden moet worden aan den directeur der pro-ducten en civile magazijnen, die er kennis van geeft aan den Gouverneur-Generaal.

Brieven voor welker ontvangst men een bewijs van het postkantoor verlangt (aangeteekende of gerecommandeerde brieven) en voor welker bezorging dien ten gevolge bijzondere zekerheids-maatregelen genomen worden, betalen dubbel port.

Geene gelden, wissels of andere zaken van waarde kunnen met den post ver-zonden worden zonder aanteekening.

Het postwezen is niet aansprakelijk voor de verliezen, uit de verzending met den post te ontstaan.

Het port moet betaald worden door den afzender voor eiken brief:

1°. door particulieren, of over particuliere belangen, gerigt aan ambtenaren in hunne betrekking;

2°. niet geadresseerd om te kunnen worden bezorgd binnen den omtrek van acht paal van de plaats, waar het postkantoor zich bevindt.

In andere gevallen bestaat geene gedwongene frankering. * Ieder is bevoegd, de aanneming van eenen aan hem gerigten brief, mits dien

of den omslag nog niet gopend hebbende, te weigeren.

De geweigerde en andere onbestelde brieven worden periodiek bekend gemaakt, en wanneer °zij binnen eenen bepaalden tijd niet afgehaald worden, teruggezonden aan het postkantoor, van waar zij gekomen zijn, en aldaar geopend, om denamen der afzenders te leeren kennen, wien zij teruggegeven worden, en die verpligt zijn het port heen en terug te voldoen.

Het nieuwe tarief van briefporten op Java en Madura, hetwelk met 1 . 1848 was ingevoerd, en eenige verminderingen van het port bevat op vele voorname trajecten, schijnt de gewone gevolgen gehad te hebben; want, terwijl uit en naar plaatsen op Java en Madura ontvangen en verzonden waren:

in 1846 • 212,204 brieven;

„ 1847 »12,402 toonde die beweging aan:

in 1848 277,279

„ 1849 286,541 alzoo in 1848 30,5 pet. en in 1849 35,9 pet. meer dan in 1847.

b. O v e r z e e , t u s s c h e n d e N e d e r 1 a n d s c h - I n d.i s c h e b e z i t t i n g e n (en h a r e o n d e r d e e l e n ) o n d e r l i n g .

Vervoer van personen.

Tot het vervoer van personen over zee tusschen de Nederlandsch-Indische bezit-tingen onderling, kunnen worden gebezigd de vaartuigen, die goederen tusschen die bezittingen mogeii vervoeren. (Zie § 2 hieronder.)

Van alle schepen, bestemd tot het doen van reizen in Nederlandsch Indie en varende onder Nederlandsche vlag, welke uit hoofde van hunne geschiktheid (ter

— 139 —

beoordeeling van de havenmeesters) in aanmerking kunnen komen voor den over-voer van troepen en bannelingen, moet, des gevorderd, een achtste van de ruimte aan het Gouvernement afgestaan worden tegen genot van het maximum der vracht

beoordeeling van de havenmeesters) in aanmerking kunnen komen voor den over-voer van troepen en bannelingen, moet, des gevorderd, een achtste van de ruimte aan het Gouvernement afgestaan worden tegen genot van het maximum der vracht

In document BEHEEE EN DEN STAAT (pagina 155-200)