• No results found

Afpersing als verborgen probleem voor andere partijen

IV Verborgenheid van afpersing van het bedrijfsleven

4.2 Afpersing als verborgen probleem voor andere partijen

Behalve dat een onbekend aantal afpersingszaken buiten het blikveld van de politie blijft, blijkt afpersing van het bedrijfsleven ook voor een belangrijk deel een verborgen fenomeen voor andere partijen te zijn. Meld Misdaad Anoniem is een van die partijen waar ondernemers terecht kunnen met anonieme meldingen over misstanden. Andere relevante partijen specifiek voor het bedrijfsleven betreffen de Nationale en Regionale Platformen Criminaliteitsbeheersing (NPC en RPC’s), de Kamer van Koophandel (KvK), koepelorganisaties, brancheorganisaties en ondernemersorganisaties. In deze para-graaf gaan we nader in op de informatie die we uit gesprekken met deze partijen heb-ben verkregen.

4.2.1 Signalen

Uit interviews en de intervisiebijeenkomsten komt het algemene beeld naar voren dat ook andere partijen die bij het bedrijfsleven betrokken zijn slecht zicht hebben op de mate waarin het bedrijfsleven in de praktijk wordt geconfronteerd met afpersingsprak-tijken. Op basis van diverse bronnen uit het onderzoek kan geconcludeerd worden dat de terughoudendheid bij het in kennis stellen van partijen diep geworteld zit bij onder-nemers wanneer het gaat over afpersingen. Veel gevallen van afpersing blijven daar-mee buiten beeld.

Het probleem bij aangiftebereidheid ligt dieper dan niet met de informatie naar de politie willen gaan. Men lijkt er ook op geen enkele andere manier en met geen enkele andere partij over te willen praten; de angst om er op welke wijze dan ook over naar buiten te treden, is enorm groot. Bron: Intervisiebijeenkomst

Los van de eerder beschreven barrières die het bedrijfsleven ervaart in het aangifte-proces bij de politie, bestaan er kennelijk op een algemener niveau belemmeringen om überhaupt naar buiten te treden over slachtofferschap van afpersingen.

De bespreekbaarheid van de problematiek lijkt in algemene zin te ontbreken. Dit heeft voor een groot deel te maken met de kenmerken van afpersing als een misdrijf waar-bij geweld niet wordt geschuwd en het feit dat de consequenties voor het slachtof-fer(bedrijf) aanzienlijk kunnen zijn: men is gewoonweg bang om er over te praten. Illustratief hiervoor is dat het diverse partijen zoals brancheorganisaties en onderne-mingsverenigingen niet gelukt is om ons een gesprek te laten voeren met (potentiële) slachtoffers over afpersingspraktijken.

Ondernemers die we benaderd hebben, willen niet (anoniem) praten over het onderwerp. Dit geldt zelfs als ze het achter de rug hebben, want wat heeft het voor zin alles weer op te rakelen. ‘Ik heb er toch niks aan, kan er alleen maar minder van worden, ben blij dat ik er van af ben’. Bron: Intervisiebijeenkomst

RPC en Vertrouwensman

De Regionale Platforms Criminaliteitsbeheersing (RPC’s) zijn een vorm van samenwer-king tussen de (lokale) overheid en het (lokale) bedrijfsleven om criminaliteit in het bedrijfsleven te bestrijden. Ook het stimuleren van aangiften van misdrijven door on-dernemers behoort tot het takenpakket van de RPC’s. Mede naar aanleiding van de vermeende afpersingen van de Limburgse horeca waaraan op diverse plekken in de tekst is gerefereerd, is door het RPC Zuid-Limburg in 2005 een Vertrouwensman voor het bedrijfsleven in het leven geroepen. De Vertrouwensman Bedrijfsleven geeft ten aanzien van alle vormen van criminaliteit waar het bedrijfsleven mee geconfronteerd wordt een onafhankelijk, vertrouwelijk advies aan werkgevers en werknemers over hoe zij met een probleem om kunnen gaan. In een periode van anderhalf jaar heeft de Vertrouwensman ruim honderd adviezen uitgebracht over diverse vormen van crimina-liteit waarmee ondernemers zich geconfronteerd zagen. Afpersingspraktijken blijken via deze ingang minimaal in beeld te komen. Vanzelfsprekend geeft dit aan dat er of-wel nauof-welijks sprake is van afpersingsincidenten of dat men in geval van afpersing evenmin aanklopt bij de Vertrouwensman.

Over een periode van ruim anderhalf jaar heeft de Vertrouwensman Bedrijfsleven in één afpersingszaak geadviseerd, terwijl er in twee gevallen sprake was van het aangereikt krijgen van informatie over afpersing van het bedrijfsleven. Met betrekking tot deze infor-matie kan gesteld worden dat het een bevestiging was van beelden en signalen die de poli-tie zelf ook al had. Alle drie de gevallen hadden betrekking op de horeca. Bron: Kamer van Koophandel Zuid-Limburg

Koepel-, branche- en ondernemersorganisaties

Organisaties als Koninklijk Horeca Nederland en Midden- en Kleinbedrijf Nederland ontvangen wel geluiden van vermeende afpersingspraktijken. Bij verdere navraag krijgen ze echter geen gehoor. Daarmee ervaren deze partijen eenzelfde probleem als

waar de politie tegenaan loopt: slachtoffers zijn niet bereid om met derden over de problematiek te praten en daarmee is de zachte informatie niet te verifiëren.

Op grond van de geluiden uit de achterban zijn we ervan overtuigd dat afpersing voor-komt, en misschien wel meer dan gedacht. We hebben zelf diverse malen geprobeerd om ondernemers te spreken te krijgen om (anoniem) hun ervaringen op te tekenen. Uiteindelijk blijkt niemand bereid te praten. Men durft al niet naar de politie, laat staan dat men durft te praten met iemand waarvan men helemaal geen idee heeft of de ge-gevens wel veilig zijn. Reden: angst, angst en nog eens angst. Bron: Midden- en Klein-bedrijf Nederland

Inzicht in de omvang van het fenomeen bij de diverse partijen blijft volgens diverse partijen achterwege vanwege de onbekendheid met afpersingspraktijken. Hiermee wordt gedoeld op het feit dat de erkenning van afpersing van het bedrijfsleven als serieus probleem nog bij veel partijen ontbreekt. Het gebrekkige zicht op praktijkge-vallen is daar debet aan: iets wordt pas als een probleem ervaren als er harde infor-matie over is. Hiermee bevindt de afpersingsprobleinfor-matiek zich in een vacuüm.

Gebrek aan erkenning van een probleem gaat hand in hand met een gebrek aan aandacht ervoor en mogelijkheden om er iets aan te doen. Bron: Intervisiebijeenkomst

Ook de onbekendheid bij ondernemers over afpersing als misdrijf en de mogelijkheden om maatregelen te nemen of actie te ondernemen, speelt een belangrijke rol bij het buiten beeld blijven van de problematiek, zo menen experts.

Veel ondernemers zullen afpersing als een individueel probleem ervaren waar ze zelf uit moeten komen. Tegelijkertijd zijn ze onbekend met de mogelijkheden om er wat mee te doen. Bron: Intervisiebijeenkomst

De brancheorganisatie voor de horeca, Koninklijk Horeca Nederland (KHN), stelt daar-bij dat met name de horeca een lastige branche is om tot door te dringen omdat ‘het een typische branche is waarbinnen de ondernemers liever hun zaakjes zelf regelen’. De organisatie geeft aan weinig geluiden binnen te krijgen over afpersingspraktijken. De geluiden die binnenkomen, zijn afkomstig van bedrijven die er niet in zijn meege-gaan óf die er eerder wel in meegemeege-gaan zijn en tegen een plafond aanlopen, aldus een vertegenwoordiger van KHN. Cijfers over meldingen of signalen zijn echter niet be-schikbaar. Naar eigen zeggen, kwamen tot 2002 echter opvallend meer signalen van afpersingen ter ore van de organisatie. De reden dat de problematiek binnen de hore-ca afgenomen lijkt te zijn, wordt gerelateerd aan de sterkere regulering.

De trend is dat de horeca een steeds minder interessante prooi is omdat er steeds minder valt te halen. De horecabranche is inmiddels veel meer ‘dichtgeregeld’; ondernemers heb-ben hun boekhouding nu beter op orde waardoor ze het geld gewoonweg niet hebheb-ben. Door de regelgeving gaan criminelen zich op andere markten oriënteren. Bron: Intervisie-bijeenkomst

4.2.2 Anonieme meldingen

Zoals we eerder uitgebreid beschreven, is er ten aanzien van afpersingspraktijken om diverse redenen sprake een beperkte aangiftebereidheid bij ondernemers. De weg naar de politie wordt niet door elke ondernemer even gemakkelijk bewandeld.

Meld Misdaad Anoniem (M.) is een meldlijn waar men anoniem informatie kan door-spelen over ernstige misdrijven.42 Deze telefonische melddienst is speciaal bedoeld voor mensen die om bepaalde redenen niet naar de politie durven of willen gaan met de informatie waarover ze beschikken. Dit kan het geval zijn wanneer de melder bij-voorbeeld angst heeft voor represailles of een confrontatie met de dader. M. zorgt ervoor dat de gemelde informatie terechtkomt bij de politie of andere opsporingsin-stanties. De anonimiteit van de melder wordt hierbij zoveel mogelijk gewaarborgd. Gezien de problematiek rondom de aangiftebereidheid bij afpersingspraktijken lijkt M. bij uitstek een partij die door getroffen bedrijven zou kunnen worden benaderd. Na-vraag bij M. over de mate waarin er met hen contact wordt opgenomen ten aanzien van afpersingspraktijken leert echter dat deze mogelijkheid tot anoniem melden niet door slachtoffers van afpersingspraktijken aangegrepen wordt.

We zeggen als M. dat alles wat er in de samenleving speelt, bij ons binnenkomt maar ten aanzien van afpersing blijkt er geen enkele melding voor te komen. Bron: Meld Misdaad Anoniem

Ook bij M. ontbreekt daarmee het zicht op het voorkomen van afpersingen van het bedrijfsleven. We kunnen hiervoor wel enkele verklaringen aandragen. In de eerste plaats staat in de voorwaarden van M. dat er geen melding wordt opgemaakt indien de beller de enige getuige van het misdrijf is. Een tweede aspect wat hierbij meespeelt, is het feit dat de indruk lijkt te bestaan dat M. er meer is voor anonieme getuigen dan voor anonieme slachtoffers. Afpersing is echter typisch een delict waarbij sprake is van geen of weinig getuigen.

4.3 Resumé

Het moge duidelijk zijn dat er verschillende redenen zijn om aan te nemen dat het (geregistreerde) plaatje dat er bestaat ten aanzien van de omvang van afpersingen

42. M. is een onderdeel van de Stichting Meld Misdaad Anoniem die in 2003 is opgericht. M. is in 2002 als pilotproject van het Nationaal Platform Criminaliteitsbeheersing (NPC) gestart.

van het bedrijfsleven een ondergrens is van het werkelijke aantal afpersingspraktijken. Evenwel geldt dit voor de meeste vormen van criminaliteit. Bij diverse partijen heerst het beeld dat er meer aan de hand is dan er feitelijk boven tafel komt. Verificatie van deze beleving blijkt om diverse redenen echter lastig. Het dark figure van afpersingspraktijken waar het bedrijfsleven mee te kampen heeft, is lastig te duiden maar is zeker aanwezig. De barrières die bij ondernemers ten aanzien van het doen van aangifte bij de politie blijken te bestaan, onderschrijven het bestaan van een verborgen aantal gevallen. De ervaren ‘onmacht’ van andere organisaties uit het veld om grip te krijgen op het bestaan van de problematiek wijst in elk geval in de richting van een mogelijk aanzienlijk dark figure. Feitelijkheden ontbreken echter ook bij deze partijen. De kenmerken van het slachtofferbedrijf, de aard van het delict en de (on)mogelijkheden tot het in kennis stellen van een partij spelen bij het buiten beeld blijven van afpersingspraktijken een belangrijke rol. Het verkrijgen van inzicht in de werkelijke omvang van het fenomeen en het initiëren van een gerichte aanpak en pre-ventie van de problematiek vraagt daarom allereerst om een erkenning van afpersing als ernstig misdrijf door zowel het bedrijfsleven als de betrokken partijen.