Na afloop van het onderzoek

Op een bepaald moment zal het onderzoek door de verantwoordelijke voor het authentieke gegeven zijn afgerond en zal de status ‘in onderzoek’ dus vervallen.

De beëindiging van het onderzoek leidt tot het van rechtswege vervallen van de opschorting. Er was immers opgeschort totdat het onderzoek was afgerond. De opgeschorte beslissing kan dan genomen worden op basis van het

‘nieuwe’ authentieke gegeven.

In het geval er (toch) een besluit gegeven is, zal het besluit (in de meeste gevallen) herzien dienen te worden als het ‘nieuwe’ authentieke gegeven afwijkt van het gebruikte gegeven en als blijkt dat zulks van invloed is op de genomen beslissing. Het verdient de voorkeur om gebruikers de verplichting op te leggen het besluit te toetsen aan de nieuwe situatie.

Ten aanzien van de problematiek die samenhangt met de status ‘in onderzoek’, dient bedacht te worden dat als het stelsel van authentieke registraties en authentieke gegevens inderdaad zelfreinigend zal zijn, de mogelijke problemen bij de status ‘in onderzoek’ in de toekomst af zouden moeten nemen.

7.7 Agenda

In deze agenda voor normering wordt een opsomming gegeven van de normen die bij de regulering van een authentieke registratie betreffende het gebruik van authentieke gegevens door de gebruikers voor de uitvoering van hun publiekrechtelijke taak of taken in ieder geval een plaats dienen te krijgen. Deze normen komen met name voort uit het geformuleerde kabinetsbeleid (par. 1.3), de voor een stelsel van authentieke registraties en het gebruik van authentieke gegevens geformuleerde uitgangspunten, definities en criteria (par. 2), uit enkele onderdelen behorende tot het hoe van het regelen inzake authentieke registraties (paragrafen 3.1.4, 3.2 en 3.3) en uit de algemene beginselen die bij het opzetten van een juridisch regime voor authentieke registraties geformuleerd kunnen worden

(par. 4). Verder komen ze voort uit hetgeen in dit onderdeel is vermeld en geconcludeerd.

Bij de verschillende normen zullen reeds bestaande bepalingen vermeld worden die bij de regulering een rol spelen. Enerzijds gaat het om relevante bepalingen in de Wet bescherming persoonsgegevens en in de Algemene wet bestuursrecht.

Anderzijds gaat het om bepalingen die als voorbeeld gebruikt kunnen worden.

7.7.1 Autoriseren van gebruikers

• Bij wet dient geregeld te zijn dat gebruikers verplicht zijn een autorisatie te hebben.

• Van belang zijnde bepalingen in de Wbp: artt. 12 en 13.

• Voorbeeldbepalingen: art. 36 Kadasterwet; Afdeling 4 Besluit GBA;

Machtiging verkrijgen persoonsgegevens ex. Art. 17, lid 1, Wet op de inlichtingen en veiligheidsdiensten (oud).

• Bij wet dient geregeld te zijn dat een autorisatie slechts verleend kan worden ten behoeve van de goede uitvoering van publiekrechtelijke taken van de geautoriseerde in verband met het object van registratie en dat een autorisatie de te ontvangen gegevens omschrijft.

• Van belang zijnde bepalingen in de Wbp: artt. 7, 9 en 13.

• Voorbeeldbepalingen: art. 5, lid 1, wetsvoorstel Wet documentatie vennootschappen; afdeling 4 Besluit GBA.

• Het moet mogelijk zijn om in de autorisatie voorwaarden te stellen, bijvoorbeeld over het niet verder gebruiken van gegevens voor andere doeleinden, over beveiliging, over communicatieprotocollen, over technische vereisten en controle op het naleven van autorisaties.

• Van belang zijnde bepalingen in de Wbp: artt. 7, 9, 11, 12, 13 en 15.

• Voorbeeldbepalingen: art. 36 Kadasterbesluit; Afdeling 4 Besluit GBA.

7.7.2 Terugmelden

• Bij wet dient geregeld te zijn dat gebruikers een terugmeldplicht hebben in de gevallen dat de gebruiker tot de conclusie komt dat aannemelijk is dat een terugmelding tot wijziging van de authentieke gegevens zal leiden.

• Van belang zijnde bepalingen in de Wbp: art. 11.

• Van belang zijnde bepalingen in de Awb: art. 2:5.

• Voorbeeldbepalingen: art. 62 Wet GBA.

7.7.3 Authentieke gegevens met status ‘in onderzoek’

• Als een gebruiker een Awb-besluit neemt en daarbij een authentiek gegeven met de status ‘in onderzoek’ wordt gebruikt dat niet van invloed is op de beslissing, dient de gebruiker verplicht te zijn daarbij het authentieke gegeven met de status ‘in onderzoek’ te gebruiken.

• Van belang zijnde bepalingen in de Awb: artt. 1:3, 3:2 en 4:7.

• Als een authentiek gegeven met de status ‘in onderzoek’ in een Awb-besluit wordt gebruikt, dient de gebruiker dit als zodanig te melden. Tevens dient vermeld te worden of het gegeven al dan niet van invloed is op de beslissing.

Indien in het geval dat een authentiek gegeven met de status ‘in onderzoek’

van invloed is op de beslissing (toch) een ander gegeven dan het authentieke gegeven ‘in onderzoek’ wordt gebruikt, dient dit vermeld te worden. Een optie is om in de gevallen dat een gebruiker er voor kiest een ander gegeven dan het authentieke gegeven ‘in onderzoek’ te gebruiken, die gebruiker ook te verplichten om het bestreden authentiek gegeven ‘in onderzoek’ te vermelden.

• Van belang zijnde bepalingen in de Wbp: art. 11.

• Van belang zijnde bepalingen in de Awb: artt. 1:3, 3:2, 3:46 en 1:3.

• Aan gebruikers dient de bevoegdheid verleend te worden om ingeval authentieke gegevens ‘in onderzoek’ van invloed op het Awb-besluit zijn, het besluit om die reden op te schorten tot de afronding van het onderzoek.

• Van belang zijnde bepalingen in de Awb: artt. 1:3, 3:4, 4:7, 4:13, 4:15 en 10:44.

• Voorbeeldbepalingen: art. 69a Bijstandswet.

• Het verdient de voorkeur om gebruikers de verplichting op te leggen het Awb-besluit te toetsen aan de nieuwe situatie in het geval een beslissing genomen is in de periode dat een authentiek gegeven ‘in onderzoek’ was en het ‘nieuwe’

authentieke gegeven afwijkt van het bij de beslissing gebruikte gegeven en tevens blijkt dat zulks van invloed is op het genomen besluit.

• Van belang zijnde bepalingen in de Awb: artt. 1:3, 3:30, 4:6 en 4:7.

8 Domein III: Rechtsbescherming en rechten

In dit onderdeel wordt, in aanvulling op de vorige paragrafen, specifiek ingegaan op de te regelen elementen van een stelsel van authentieke registraties betreffende rechtsbescherming en rechten van de objecten van registratie (burgers en organisaties/bedrijven).

De opzet daarbij is dat per te regelen element uit onderstaand schema aangegeven zal worden wat geregeld dient te worden. Per onderdeel zal aangegeven worden welke in paragraaf 2.1 geformuleerde uitgangspunten daarbij van belang zijn en welke in paragraaf 3.1.3 geformuleerde (deel) vragen een rol spelen.

Ook dit onderdeel wordt afgesloten met een agenda voor regulering. Deze agenda bevat een opsomming van de normen die voor regulering in aanmerking komen.

Bij die verschillende normen zullen reeds bestaande bepalingen vermeld worden die bij de regulering van die norm als achtergrond en voorbeeld gebruikt kunnen worden.