Doesburgh, Th. van, Handboek der natuurkunde, volksuitgave naar het Fransch (Rotterdam 1862).
Dijk, K.F. van, 'Productie van gas en electriciteit te Rotterdam', Rotterdams Jaarboekje (1982) 208-236.
Emonds, Th., Gemeentebedrijven en concessies in Nederland (Leiden 1915). Everdingen, G.A. van, De fabrieksboekhouding (Amsterdam 1898).
Gemeenteblad Rotterdam
'Gemeentelijke gasfabrieken', De Economist (1871) 1034-1035. 'Gemeentelijke gasfabrieken', De Economist (1882) 575-576.
Geschiedenis der Gemeente Gasfabriek van Utrecht 1862-1887 (Utrecht 1912). Handelingen van de Maatschappij ter bevordering van nijverheid 1837-1838. Handelingen van den Gemeenteraad van Rotterdam
Hazewinkel, H.C., 'Het begin van de straatverlichting te Rotterdam' Rotterdams Jaarboekje (1952) 183-208 en (1953) 183-200.
Hill, N.K., The history of the Imperial Continental Gas Association 1824-1900, a study in British economic enterprise on the continent of Europe in the 19th century (Londen 1950).
Hoffmann, Walther G., Das Wachstum der Deutschen Wirtschaft seit der Mitte des 19 Jahrhunderts (Berlijn 1965).
Hijmans, G.E.L., Inleiding ... ter bespreking van de gasquaestie te Haarlem (vergadering van 9 mei, bijeengeroepen door het bestuur van de kiesvereniging 'De Vooruitgang' en van de Vereniging van industriëlen en kooplieden in bouwkunde en aanverwante zaken; Haarlem 1893).
Imperial Continental Gas Association 1824-1974 (published privately; z.p. (Londen) 1974). Jonge, J.A. de, De industrialisatie in Nederland tussen 1850 en 1914 (Amsterdam 1968). Jonge J.A. de, 'Delft in de negentiende eeuw, van "stille nette plaats" tot centrum van industrie, enkele facetten van de omslag in een locale sociaal-economische evolutie', Economisch- en Sociaal-Historisch Jaarboek 37 (1974)145-247.
Kleijn, F.J., Beschrijving en geschiedenis van Delfshaven benevens die van Schoonderloo en het slot Spange (Delfshaven 1873).
Kooij, Pim, 'De gasvoorziening in Nederland rond 1880', Het Gas 100 (juni 1980) 266-277. Linde, Antoinet van de, Het oude licht, straatlantaarns en straatverlichting door de eeuwen
heen (Eindhoven 1980).
MacLean, J., Geschiedenis der gasverlichting in Nederland 1809-1850 (Zutphen 1977). Made, J.M. van der, Twee memoriën van beantwoording betreffende de stedelijke
gasfabrieken te Utrecht (Utrecht 1863) (zie G.J. Mulder).
Mees, M., 'Uitgaven en ontvangsten der Gemeente Rotterdam', Staatkundig en Staathuishoudkundig Jaarboekje 21 (1869) 316-341.
Mitchell B.R., Abstract of British historical statistics (collaboration of Phyllis Deane) (Reprint 1962; Cambridge 1976).
Mulder G.J., De stedelijke gasfabriek van Utrecht (Utrecht 1863) (Dit is de eerste titel van een bundel rapporten: 2. Verslag van de commissie belast met het onderzoek van de stedelijke gasfabriek te Utrecht + 4 bijl.; 3. G.J. Mulder, Voorlichting betreffende een verslag eener raadscommissie ter zake der stedelijke gasfabriek; 4. J.M. van der Made, Twee memoriën van beantwoording betreffende de stedelijke gasfabriek te Utrecht door den ontwerper Alle verschenen in Utrecht in 1863.
Mulder, G.J., Voorlichting betreffende een verslag eener raadscommissie ter zake der stedelijke gasfabriek (Utrecht 1863).
Nap, J.M., Concessies voor publieke ondernemingen (Groningen 1898). Nieuwe Rotterdamsche Courant
Noort, J.W.P.P. van den, 'Het begin van het Rotterdams gemeentelijk elektriciteitsbedrijf (1895)', Jaarboek voor de Geschiedenis van Bedrijf en Techniek 1(1984) 288-310.
Ontwerpovereenkomst tusschen de gemeente Haarlem en de Imperial Continental Gas Association (Haarlem 1873).
'Overzicht van gasprijzen', De Economist (1870) 161-162.
P.F.H., 'Een woord over gasverlichting, straatverlichting te Rotterdam' De Economist (1860) 385-388.
Poelje, G.A. van, Osmose, een aantekening over het elkander doordringen van beginselen van openbaar bestuur en particulier beheer (Alphen aan de Rijn 1931).
Prins van Doesburgh, J.J., Overzicht der gasfabricage in Nederland (Gouda 1899). Ravesteyn, L.J.C.J. van, Rotterdam in de negentiende eeuw, de ontwikkeling der stad
(herdruk 1924; Rotterdam 1974).
Roelfsema, W.J., 'Mededeelingen aangaande de Gasfabriek te Groningen', Tijdschrift ter bevordering van Nijverheid 2de reeks deel 7. Van de gehele reeks deel 22 (1859) 189-211. Rotterdamsch Nieuwsblad
Sherwood Taylor, F., A history of industrial chemistry (Londen 1957).
Sickenga, F.H., De geschiedenis van de Nederlandsche belastingen sedert het jaar 1810 (Amsterdam 1883).
Stokroos, Mijndert, Gietijzer in Nederland en het gebruik van gietijzer in de negentiende eeuw (Amsterdam 1984).
Stolp, A., 'De straatverlichting van Woerden vóór de oprichting van de gasfabriek', Heemtijdinghen 15 (december 1979) 100-104.
Stolp, A., 'De gasfabrieken van de Maatschappij voor nieuwe geoctrooyeerde gasbereiding te Woerden en Gouda', Heemtijdinghen 16 (maart 1980) 15-19.
Stolp, A. 'Het levenswerk van de uitvinder Ds. Bernardus Koning, zijn gaslicht- en gasmotor- experimenten (1778-1828)', Economisch- en Sociaal-Historisch Jaarboek 43(1980) 64-104 Stolp, A., 'De oprichting van de stedelijke gasfabriek te Leiden', Holland 15 (februari 1983)
6-23.
Tijn, Th. van, Twintig jaren Amsterdam, de maatschappelijke ontwikkeling van de hoofdstad van de jaren '50 der vorige eeuw tot 1876 (Amsterdam 1965).
Verslag van de commissie belast met het onderzoek van de stedelijke Gasfabriek te Utrecht (Utrecht 1863) (Zie G.J. Mulder).
Verslag van den toestand der gemeente Rotterdam
Vervolg van de geschiedenis der Gemeente Gasfabriek van Utrecht 1887-1912 (Utrecht 1912).
Verzamelingen gedrukte stukken (Verz.)
Vreeburg, W, De gas- en elektriciteitsbedrijven (1850-1914) (Rotterdam 1972) (werkstuk economische gechiedenis N.E.H.).
Vries, Joh. de, Markt als spiegel, ontwikkeling en problematiek der Nederlandse koolteermarkt en -nijverheid (Oratie KHT; Tilburg 19-10-1967).
Vries Wzn, W. de, 'Nicolaas Tetterode en zijn Photogenetische gasmaatschappij N.V., momenten uit het kortstondig bestaan van een kleine Amsterdamse oliegasfabriek (1867- 1870)', Economisch- en Sociaal-Historisch Jaarboek 46(1983) 238-264.
Weel, D. van, De leer der solidaire of hoofdelijke verbindtenissen naar het Romeinsch en hedendaagsche regt (Leiden 1863).
Zadoks, Simon, Geschiedenis der Amsterdamsche concessies (Amsterdam 1899). Zahn, G.P., De geschiedenis der verlichting van Amsterdam (Amsterdam 1911).
Zeeuw, A.B., 'De Gemeentebedrijven', in: Gedenkboek Rotterdam 1328-1928 (Rotterdam 1928) 73-81.
1 Dit onderzoek is onderdeel van een promotieonderzoek naar de achtergronden, oorzaken en de vorm van de uitbreiding van de gemeentelijke taak in de tweede helft van de negentiende eeuw, met name in de stad Rotterdam. Van den Noort, 'Begin Rotterdams gemeentelijk elektriciteitsbedrijf (1895)'.
2 J.F. Daniels is waarschijnlijk Frederick Daniell. Imperial Continental Gas Association 1824- 1974, 2. Concessie 28-2-1825, GAR, Oud stadsarchief, resoluties B&W 28-2-1825. Voor haar activiteiten in Nederland maakte de ICGA gebruik van haar vestiging in Gent, de gasfabriek L. Roelandt & Co.. Deze verkreeg 30-7-1825 concessie van de Koning (KB 69) voor 'het stichten van een gebouw tot bereiding van gas uit steenkool met het oogmerk hetzelve door ijzeren buizen onder de grond door te leiden in openbare en bijzondere gebouwen'. Kopieën van beide concessies, GAR, Rb.1879:83. Hill, History of the Imperial Continental Gas Association.
3 Over de mogelijkheid tot opzeggen van een concessie: Algemeen Verslag van het verhandelde in de afdeelingen 15-10-1881, GAR, Verz.1881:29, 205.
4 Contract van J.L. Behr met de stad Rotterdam 1-5-1822 tot 30-4-1834, GAR, Oud stadsarchief, invnr:5090. Daarna met A. de la Court tot 30-11-1838, GAR, Archief Raad, Resolutiën 20-8-1838. Antoinet v.d. Linde, Het oude licht, 31-34. Hazewinkel, 'Begin straatverlichting Rotterdam', 183-200.
5 170 Lantaarns in 1845, Cie van Beheer - B&W 4-1-1845, GAR, Archief B&W, ink.nr:80. Vanaf 1-12-1861 nog slechts 8 olielantaarns, Opzichter van de verlichting - CiePW 1-5-1861, GAR, Archief PW, ink.nr:939. Betreffende een mislukte poging de laatste olielantaarns aan te besteden, GAR, Archief Raad, Resolutiën 24-7-1845.
6 B&W - Raad 25-6-1834, GAR, Oud stadsarchief, invnr:5091. Aanvankelijk was gaslicht iets duurder dan olielampen.
7 Over een andere vorm van distributie MacLean, Geschiedenis gasverlichting in Nederland, 39-40.
8 Sommige delen van de stad werden alleen 's zomers verlicht. Voor de
Crooswijkscheweg zie B. Landheer en H. Dijksman - B&W augustus 1855, GAR, Archief B&W, ink.nr:2416. Voor Feijenoord GAR, Archief PW, notulen 26-3-1879.
9 Handelingen van de Raad 17-11-1851, 8. GAR, Archief PW, notulen 18-9-1857. In 1840 2200 uur per jaar, ICGA - B&W 30-6-1840, GAR, Archief B&W, ink.nr:1503. In 1863 2800 uur per jaar, SubciePW - CiePW 14-2-1864, GAR, Archief PW, ink.nr:2464. In 1881 3300 uur per jaar, Voorwaarden voor de verlichting van de openbare weg, GAR, Bibliotheek, Verz.1879:10c
10. DirGW - CiePW 27-10-1857, GAR, Archief Raad, Rb.1857:742m. GAR, Archief PW, notulen 2-11-1857, 180-184. CiePW - B&W 14-12-1857, GAR, Archief Raad, Rb.1857:742a.
11 SubciePW - CiePW 14-12-1864, GAR, Archief PW, ink.nr:2464. CiePW - B&W september 1865, GAR, Archief B&W ink.nr:3603. CiePW - B&W 3-10-1878, GAR, Bibliotheek, Verz.1879:10b. Handelingen van de Raad 28-2-1879.