• No results found

Heb je het afgelopen jaar één of meer ongeval(len) gehad toen op je fiets zat?

Vragenlijst 'Verkeersmarkt' Groningen

10. Heb je het afgelopen jaar één of meer ongeval(len) gehad toen op je fiets zat?

Een ongeval is als je botst met iemand. Het kan zijn dat hierbij iets kapot gaat of dat iemand zich pijn doet. Jouw fiets kan kapot zijn gegaan of jij kan jezelf pijn hebben gedaan. Maar het kan ook zijn dat bij degene waar je tegenaan bent gereden iets kapot is gegaan of dat diegene zich pijn heeft gedaan. Ook als er geen anderen waren (je bent b.v. in een sloot gereden) dan noem je dat een ongeval.

Ja,

Ongeval(len)

Nee

Vragen over dingen die je in het verkeer doet of die je in het verkeer overkomen Hieronder staat een lijst met dingen die jongeren in het verkeer doen of die kunnen gebeuren. Bij elke situatie wordt gevraagd hoe vaak jij dit de afgelopen maand hebt gedaan of dat het jou is overkomen. Je kunt je antwoord geven door in één van de hokjes een kruisje te zetten.

Nooit Een paar keer

Regel-

matig Vaak Heel vaak Altijd 1. Naar beide kanten kijken voordat je

oversteekt

2. Met losse handen fietsen

3. Als het donker is alleen op plaatsen

oversteken die goed verlicht zijn

4. Je laten voorttrekken door een brommer als

je op de fiets zit

5. Met iemand achterop fietsen

6. Speciale kleren aantrekken (b.v. reflecterende kleren) waardoor

autobestuurders je beter kunnen zien als je oversteekt

7. Op je fiets door een rood stoplicht rijden

8. Met je fiets voor een auto uit over de straat slingeren om je vrienden te laten zien dat jij dat durft

9. Een klein gaatje in de stroom van voorbij

rijdende auto's zien en dan snel oversteken

10. Op de weg skaten of skeeleren (in plaats

van op de stoep of het fietspad)

11. Vergeten om goed op het verkeer te letten,

omdat je met vrienden aan het praten bent

12. Op je fiets zonder om te kijken linksaf slaan,

omdat je veel haast hebt

13. Op je fiets plotseling moeten remmen voor een auto die sneller op je af kwam dan je eerst dacht

14. Over hekken klimmen tussen de stoep en

de weg, zodat je op de weg komt

15. In een bocht de weg oversteken

16. Vergeten goed op het verkeer te letten als

4. In welke klas zit je?

klas

5. Heb je een fiets?

Ja

Nee

Ga naar vraag 1 op

pagina 4

6. Hoeveel keer per week gebruik je de fiets?

Gemiddeld Keer

7. Hoelang zit je meestal per keer op je fiets?

Gemiddeld Minuten

8. Doet het voor- en achterlicht van je fiets het?

Ja, allebei

Nee, alleen het voorlicht

Nee, alleen het achterlicht

Nee, geen van beide

9. Ben je de afgelopen maand wel eens op je fiets gestapt terwijl je daarvoor iets met alcohol erin (mixdrank, bier, breezer) gedronken had?

Nee, nooit

Ja, één keer

Ja, enkele keren

10. Heb je het afgelopen jaar één of meer ongeval(len) gehad toen op je fiets zat?

Een ongeval is als je botst met iemand. Het kan zijn dat hierbij iets kapot gaat of dat iemand zich pijn doet. Jouw fiets kan kapot zijn gegaan of jij kan jezelf pijn hebben gedaan. Maar het kan ook zijn dat bij degene waar je tegenaan bent gereden iets kapot is gegaan of dat diegene zich pijn heeft gedaan. Ook als er geen anderen waren (je bent b.v. in een sloot gereden) dan noem je dat een ongeval.

Ja,

Ongeval(len)

Nee

Vragen over dingen die je in het verkeer doet of die je in het verkeer overkomen Hieronder staat een lijst met dingen die jongeren in het verkeer doen of die kunnen gebeuren. Bij elke situatie wordt gevraagd hoe vaak jij dit de afgelopen maand hebt gedaan of dat het jou is overkomen. Je kunt je antwoord geven door in één van de hokjes een kruisje te zetten.

Nooit Een paar keer

Regel-

matig Vaak Heel vaak Altijd 1. Naar beide kanten kijken voordat je

oversteekt

2. Met losse handen fietsen

3. Als het donker is alleen op plaatsen

oversteken die goed verlicht zijn

4. Je laten voorttrekken door een brommer als

je op de fiets zit

5. Met iemand achterop fietsen

6. Speciale kleren aantrekken (b.v. reflecterende kleren) waardoor

autobestuurders je beter kunnen zien als je oversteekt

7. Op je fiets door een rood stoplicht rijden

8. Met je fiets voor een auto uit over de straat slingeren om je vrienden te laten zien dat jij dat durft

9. Een klein gaatje in de stroom van voorbij

rijdende auto's zien en dan snel oversteken

10. Op de weg skaten of skeeleren (in plaats

van op de stoep of het fietspad)

11. Vergeten om goed op het verkeer te letten,

omdat je met vrienden aan het praten bent

12. Op je fiets zonder om te kijken linksaf slaan,

omdat je veel haast hebt

13. Op je fiets plotseling moeten remmen voor een auto die sneller op je af kwam dan je eerst dacht

14. Over hekken klimmen tussen de stoep en

de weg, zodat je op de weg komt

15. In een bocht de weg oversteken

16. Vergeten goed op het verkeer te letten als

Nooit Een paar keer

Regel-

matig Vaak Heel vaak Altijd 17. Tijdens het oversteken terug naar de stoep

moeten gaan om niet aangereden te worden

18. Als je in het donker fietst, bemerken dat je

vergeten bent om je licht aan te doen

19. Al pratend met een groepje vrienden of

vriendinnen over de weg slenteren

20. Met een MP3-speler op over straat lopen

21. Plotseling zonder uit te kijken de weg op rennen wanneer je aan het voetballen of spelen bent

22. Op de weg lopen in plaats van op de stoep

23. Een auto die uit een uitrit of een klein zijstraatje komt pas heel laat zien als je voorbij loopt

24. Op de fiets een langere weg nemen om niet een gevaarlijk kruispunt over hoeven te steken of op een weg zonder fietspad te moeten rijden

25. Je hand uitsteken als je met je fiets van

richting verandert

26. Als je fietst niet op het verkeer te letten,

omdat je aan andere dingen denkt

27. Zomaar de straat oversteken, of er nu verkeer aankomt of niet. Ze zullen toch wel voor je stoppen

28. Bemerken dat je een straat bent ingereden waar in jouw rijrichting niet gefietst mag worden, omdat je het bord met eenrichtingsverkeer niet had gezien

29. Met een groepje achter elkaar gaan lopen wanneer je op de weg loopt, omdat er geen stoep is

30. De weg oversteken terwijl er even verderop

een zebrapad is

31. In een winkelstraat waar niet gefietst mag

worden, toch fietsen

32. Met z'n drieën naast elkaar fietsen

Nooit Een paar keer

Regel-

matig Vaak Heel vaak Altijd 33. Als je met vrienden bent, expres vlak voor

naderend verkeer oversteken om te laten zien dat jij zoiets durft

34. Pas oversteken bij een zebra nadat je zeker weet dat de aankomende auto's echt gestopt zijn

35. Zo dicht naast elkaar fietsen dat de sturen

elkaar raken en je bijna valt

36. Op een bromfiets rijden terwijl je nog geen

16 bent

37. Op je fiets snel moeten uitwijken om niet onder een bus of vrachtwagen te komen die rechtsaf aan het slaan is

38. Zondergoed te kijken de straat over rennen

om nog net een bus of tram te kunnen halen

39. Als je op de weg fiets bemerken dat er een

fietspad is waarop je had moeten rijden

40. Zonder helm op achter op een bromfiets

zitten

Nooit Een paar keer

Regel-

matig Vaak Heel vaak Altijd 17. Tijdens het oversteken terug naar de stoep

moeten gaan om niet aangereden te worden

18. Als je in het donker fietst, bemerken dat je

vergeten bent om je licht aan te doen

19. Al pratend met een groepje vrienden of

vriendinnen over de weg slenteren

20. Met een MP3-speler op over straat lopen

21. Plotseling zonder uit te kijken de weg op rennen wanneer je aan het voetballen of spelen bent

22. Op de weg lopen in plaats van op de stoep

23. Een auto die uit een uitrit of een klein zijstraatje komt pas heel laat zien als je voorbij loopt

24. Op de fiets een langere weg nemen om niet een gevaarlijk kruispunt over hoeven te steken of op een weg zonder fietspad te moeten rijden

25. Je hand uitsteken als je met je fiets van

richting verandert

26. Als je fietst niet op het verkeer te letten,

omdat je aan andere dingen denkt

27. Zomaar de straat oversteken, of er nu verkeer aankomt of niet. Ze zullen toch wel voor je stoppen

28. Bemerken dat je een straat bent ingereden waar in jouw rijrichting niet gefietst mag worden, omdat je het bord met eenrichtingsverkeer niet had gezien

29. Met een groepje achter elkaar gaan lopen wanneer je op de weg loopt, omdat er geen stoep is

30. De weg oversteken terwijl er even verderop

een zebrapad is

31. In een winkelstraat waar niet gefietst mag

worden, toch fietsen

32. Met z'n drieën naast elkaar fietsen

Nooit Een paar keer

Regel-

matig Vaak Heel vaak Altijd 33. Als je met vrienden bent, expres vlak voor

naderend verkeer oversteken om te laten zien dat jij zoiets durft

34. Pas oversteken bij een zebra nadat je zeker weet dat de aankomende auto's echt gestopt zijn

35. Zo dicht naast elkaar fietsen dat de sturen

elkaar raken en je bijna valt

36. Op een bromfiets rijden terwijl je nog geen

16 bent

37. Op je fiets snel moeten uitwijken om niet onder een bus of vrachtwagen te komen die rechtsaf aan het slaan is

38. Zondergoed te kijken de straat over rennen

om nog net een bus of tram te kunnen halen

39. Als je op de weg fiets bemerken dat er een

fietspad is waarop je had moeten rijden

40. Zonder helm op achter op een bromfiets

zitten

Vragen over je kennis van verkeersregels

Je ziet een aantal plaatjes met steeds twee of meer verkeersdeelnemers die gelijk op een kruispunt aankomen. Wie gaat er voor?

1. Karin (B) wil rechtdoor, de bestelauto (A) gaat ook rechtdoor. Moet Karin de