• No results found

3 Evaluatie stoffenlijst Regeling monitoring KRW

3.8 Nog af te leiden normen

Voor de stoffen waarvan het voorstel is om ze te handhaven in de Regeling monitoring KRW moet worden onderzocht of het nodig is om een herziene norm af te leiden in het geval er alleen een MTR beschikbaar is. Zoals in de tekst hierboven al op een aantal plaatsen is aangegeven, is het voor stoffen die verboden zijn niet zinvol om te investeren in het afleiden van een nieuwe norm. Dit betreft de stoffen die in Tabel 6 op een grijze achtergrond en cursief zijn weergegeven. Voor de resterende stoffen wordt in Tabel 7 samengevat wat de status is van de normafleiding onder de KRW.

Tabel 7 Stoffen waarvoor nog geen KRW-normen zijn opgenomen in de Regeling monitoring KRW.

EG-nr Stofnaam Status KRW-normafleiding

4 Arseen (en anorganische verbindingen daarvan)

norm beschikbaar in Rijnkader [33]

9 Benzylchloride (alfa-chloortolueen) normvoorstel beschikbaar [34] 10 Benzylideenchloride (alfa,alfa-

dichloortolueen)

normvoorstel beschikbaar [34] 79 Ethylbenzeen normvoorstel beschikbaar [35]

88 Linuron norm beschikbaar via Ctgb

-99 Chryseen normvoorstel beschikbaar [36]

-99 Fenantreen normvoorstel beschikbaar [37] -99 Benz(a)anthraceen normvoorstel beschikbaar [38] 114 Tributylfosfaat normvoorstel beschikbaar [35] 125 - 127 Trifenyltinacetaat,Trifenyltinchloride, Trifenyltinhydroxide normafleiding in afronding [39] A Titaan

B Borium norm beschikbaar [40]

C Uranium D Tellurium

E Zilver normvoorstel beschikbaar [41]

F Octamethyltetrasiloxaan normafleiding bezig Antimoon normvoorstel beschikbaar [42]

Chloorprofam normvoorstel beschikbaar

[43]) Diazinon

Koper norm beschikbaar in Rijnkader

Metazachloor

Metolachloor norm beschikbaar via Ctgb Pirimicarb norm beschikbaar via Ctgb Terbutylazine norm beschikbaar via Ctgb Vanadium normvoorstel beschikbaar [44] Uit Tabel 7 volgt dat voor de volgende vijf stoffen nog geen nieuwe normen volgens de KRW-methodiek beschikbaar zijn: telluur, titaan, uranium, diazinon en metazachloor. Voor deze stoffen is bekeken wat de achtergrond van de huidige norm is en of het aannemelijk is dat doorvergiftiging en/of humane blootstelling moeten worden meegenomen in de normafleiding. Deze factoren bepalen immers of het te verwachten is dat een herziene norm lager zal worden dan de huidige (zie paragraaf 3.2).

Telluur

De huidige norm is uit 1999 [45]. Zoals in paragraaf 3.6 aangegeven is de humane route mogelijk relevant, maar net als voor directe ecotoxiciteit is er waarschijnlijk weinig informatie beschikbaar.

Titaan

De huidige norm is uit 1999 [45]. Titaniumdioxide wordt toegepast als witmaker in allerlei producten, zoals verf, papier, inkt en tandpasta. Het wordt ook veel gebruikt in cosmetica en zonnebrandcrème, vanwege de UV-werende werking. De toepassing vindt veelal plaats in de vorm van nanodeeltjes. Er was in 1999 weinig informatie over de ecotoxiciteit van deze stof, het REACH-dossier bevat meer informatie [28]. Deze gegevens wijzen op een geringe toxiciteit voor waterorganismen, dit wordt bevestigd door de informatie uit de database van de US-EPA [46]. Gezien de toepassing in consumentenproducten is directe

blootstelling van mensen voor deze stof zeer relevant, maar het is de vraag of dit ook geldt voor de indirecte opname vanuit water via het eten van vis. Er is mogelijk sprake van bioaccumulatie, maar net als voor veel andere natuurlijke elementen is deze afhankelijk van de concentratie in het water. Er is geen achtergrondwaarde bekend. Dit maakt het afleiden en gebruiken van een nieuwe norm lastig.

Uranium

De huidige norm is uit 1999 [45]. Voor deze stof is de humane route

waarschijnlijk wel relevant. Er is een recente Amerikaanse evaluatie beschikbaar [47]. Doorvergiftiging is waarschijnlijk ook een relevante route. Denemarken heeft een normafleiding in voorbereiding, die norm is aanzienlijk lager dan het huidige MTR en er zijn waarschijnlijk nog meer gegevens beschikbaar. Net als bij titaan zijn de interpretatie van de bioaccumulatiegegevens en het ontbreken van een achtergrondconcentratie complicerende factoren bij het afleiden van een nieuwe norm.

Diazinon

De stof is niet toegelaten als gewasbeschermingsmiddel, omdat er op diverse punten niet werd voldaan aan de criteria voor toelating [48]. De stof is in Nederland toegelaten als diergeneesmiddel in vlooienbanden en druppels [49]. Volgens gegevens van de Waterdienst is de gemiddelde concentratie in

effluenten van rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI) 0,07 µg/L, het maximum is 1 µg/L op basis van 35 waarnemingen boven de rapportagegrens. De stof werd in 2009 op vijf KRW-meetlocaties aangetroffen (zie Bijlage 2), de 90ste percentiel concentratie was 0,01–0,02 µg/L [23]. De stof heeft een classificatie H302/R22 en een BCF van 500 L/kg. Humane blootstelling via vis en

doorvergiftiging zijn daarom relevant. Met de gegevens uit de eindpuntenlijst van de EFSA komt de norm voor humane blootstelling uit op 0,024 L/kg en de norm voor doorvergiftiging op 0,87 µg/L. De huidige norm is in 1997 afgeleid en bedraagt 0,037 µg/L [29]. In deze norm zijn chronische gegevens voor insecten meegenomen, maar omdat de methodiek voor normafleiding is gewijzigd zou de ecotoxicologische norm met dezelfde gegevens nu iets lager uitkomen, namelijk 0,02 µg/L. Omdat bij de nieuwe manier van toetsing niet de 90ste percentiel maar de gemiddelde concentratie wordt gebruikt, zal er hoogstwaarschijnlijk ook dan geen sprake zijn van normoverschrijding. De conclusie is dat een nieuwe norm in dezelfde ordegrootte zal liggen als de oude norm. Het afleiden van een nieuwe norm heeft voor deze stof daarom geen prioriteit.

Metazachloor

De huidige norm is uit 1997 [29]. Er is een CLP-dossier beschikbaar [50], waaruit blijkt dat de stof verdacht carcinogeen is (H351/R40). Dit betekent dat de humane route moet worden meegenomen. Op basis van de log Kow van 2,49 is doorvergiftiging niet relevant. Het Europese toelatingsdossier bevat een aantal studies met waterplanten die in de huidige norm niet zijn meegenomen,

bovendien is er een mesocosm-studie beschikbaar [51]. De eindpunten van deze studies zijn zonder veiligheidsfactor al lager dan het huidige MTR. Al deze

gegevens maken dat een nieuwe norm zeer waarschijnlijk lager wordt dan het huidige MTR.

Uit het bovenstaande volgt dat voor vier van de vijf genoemde stoffen een herziene norm volgens KRW-methodiek tot aanzienlijk lagere waarden zal leiden dan de huidige MTR-waarden. Voor uranium en metazachloor zijn er voldoende gegevens om een herziene norm volgens KRW-systematiek af te leiden, waarbij voor uranium deels kan worden aangesloten bij het Deense voorstel. Voor telluur en titaan is er waarschijnlijk minder informatie beschikbaar en moet de haalbaarheid van een nieuwe normafleiding verder worden onderzocht. Voor diazinon heeft het afleiden van een nieuwe norm geen prioriteit.