• No results found

Voor het archeologisch monument Zoetermeerse Meerpolder geldt slechts gedeeltelijk een hoge archeologische verwachting. Het archeologisch monu-ment bestaat alleen uit de ringdijk van de Meerpolder. Om een archeologisch onderzoek naar de ringdijk voldoende informatie op te laten leveren is het van belang dat een volledige doorsnede van de dijk kan worden gedocumenteerd.

Kleinere archeologische onderzoeken leveren onvoldoende informatie op.

Het advies is om de dijk vrij te geven voor alle bodemingrepen, behalve ingre-pen waarbij de dijk volledig wordt doorsneden en de mogelijkheid bestaat om de volledige doorsnede te documenteren. Om te voorkomen dat de ringdijk door veel kleine bodemingrepen grotendeels verloren gaat, kunnen drie klei-nere delen als behoudenswaardig worden aangewezen. Het eerste ligt aan het Stompwijksepad. Het tweede stuk ten oosten van de Turfschipkade. De derde locatie ter plaatse van de uitwateringssluis van de molengang.

Drie van de vier molenlocaties in de polder en de negen 17e eeuwse boe-renerven vallen buiten het archeologisch monument. Aangeraden wordt om

deze terreinen aan het archeologisch monument toe te voegen.

Vrijstellingsgrenzen

Een dijk is geen archeologische vindplaats met een relevante ruimtelijke sprei-ding. Alle archeologische informatie kan worden verzameld in een profielsleuf dwars op de dijk. Het advies is om ter plaatse van de aangewezen stukken bij een dreigende bodemverstoring, ongeacht de omvang, een volledig profiel te documenteren. Als reeds een profiel is gedocumenteerd in een aangrenzend deel van de dijk, kan deze eis komen te vervallen.

De uitwateringssluis van de molentocht is een relatief kleine archeologi-sche vindplaats met weinig sporen. Een kleine bodemingreep zou al tot flinke schade aan het bodemarchief kunnen leiden. Dit zorgt er ook voor dat arche-ologisch onderzoek van relatief kleine omvang toch al tot aanzienlijke kennis-winst kan leiden. De wettelijk gestelde grens van 100 m2 wordt daarom te ruim geacht. Het verdient aanbeveling om binnen het archeologisch monument een vrijstellingsgrens van 50 m2 te hanteren. Daarnaast wordt geadviseerd om ook

90977

90977

91977

91977

453679

454679 454679

Legenda

Advies

Hoge verwachting: archeologisch monument

Hoge verwachting: toevoegen aan archeologisch monument Geen verwachting: vrijgave

0 100 200 300

Meter

|

Afbeelding 23.2: advieskaart Zoeter-meersemeerpolder west.

100

Afbeelding 23.3: advieskaart Zoeter-meersemeerpolder midden.

92513

92513

93513

93513

453686

454686 454686

Legenda

Advies

Hoge verwachting: archeologisch monument

Hoge verwachting: toevoegen aan archeologisch monument Geen verwachting: vrijgave

0 100 200 300

Meter

|

een vrijstellingsgrens in diepte te hanteren. In de bodemlaag direct onder het maaiveld is in het (sub)recente verleden vaak dusdanig veel verstoring opge-treden dat zich daarin geen behoudenswaardige archeologische resten meer zullen bevinden. Daarom wordt aangeraden om geen archeologisch onderzoek te vereisen indien bodemingrepen zich beperken tot 30 cm onder maaiveld.

Vervolgonderzoek

De ringdijk is nog altijd zichtbaar in het landschap, zodat een archeologisch vooronderzoek voor het bepalen van de aanwezigheid van archeologische res-ten hier niet relevant is.

De Bovenmolen is wel behoudenswaardig waardoor een archeologisch vooronderzoek noodzakelijk is. Aan de uitvoering van archeologisch boor-onderzoek kleven diverse inhoudelijke bezwaren. Dergelijk boor-onderzoek zal alleen betrouwbare informatie opleveren over de diepte van de verstoorde bovenlaag en mogelijk over de diepteligging van de archeologische sporen.

Bovendien komen boringen vaak niet door de puinhoudende bovengrond,

93175

93175

94175

94175

454893

455893 455893

Legenda

Advies

Hoge verwachting: archeologisch monument

Hoge verwachting: toevoegen aan archeologisch monument Geen verwachting: vrijgave

0 100 200 300

Meter

|

fundringen en houtconstructies, waardoor het uitgevoerde booronderzoek ongeschikt is voor een advies over vervolgonderzoek. Zelfs wanneer er eerst een booronderzoek is uitgevoerd, zal bijna altijd alsnog een proefsleuvenon-derzoek plaats moeten vinden om te bepalen of er archeologische resten aanwezig zijn en of deze behoudenswaardig zijn. Het daarom raadzaam om de fase van het booronderzoek hier over te slaan en al direct met een proef-sleuvenonderzoek te beginnen. Op basis van dit proefproef-sleuvenonderzoek kan worden bepaald welke vervolgstappen gezet moeten worden in het kader van de archeologische monumentenzorg (AMZ).

Conclusie

Het advies is om binnen de behoudenswaardige zone’s bij het Stompwijksepad en het Meerpad bij de eerste bodemingreep, ongeacht de grootte, een volledig profiel te laten documenteren.

Voor behoudenswaardige zone met de Bovenmolen wordt aangeraden om altijd archeologisch onderzoek te laten uitvoeren indien de aanwezige

archeo-Afbeelding 23.4: advieskaart Zoeter-meersemeerpolder oost.

102

logische waarden bedreigd worden door ruimtelijke ontwikkelingen van meer dan 50 m2 en dieper dan 30 cm onder maaiveld. Het hanteren van een vrijstel-lingsgrens van 50 m2 en/of 30 cm onder maaiveld betekend concreet dat er geen archeologisch onderzoek wordt vereist indien een bodemverstorende in-greep kleiner is dan 50 m2 (ongeacht de diepte van de ingreep) en minder diep reikt dan 30 cm beneden maaiveld (ongeacht de oppervlakte van de ingreep).

Geadviseerd wordt om in het kader van de archeologische monumenten-zorg (AMZ) op drie plaatsen in de ringdijk een volledig profiel van de kade te laten documenteren. Daarna kunnen de aangewezen gebieden worden onthe-ven van de verplichting tot het laten uitvoeren van archeologisch onderzoek.

Voor de locatie met de Bovenmolen wordt geadviseerd om als eerste stap in het proces van de archeologische monumentenzorg een proefsleuvenonder-zoek te laten uitvoeren. Eventuele vervolgstappen worden daarna bepaald, op basis van de uitkomsten van het uitgevoerde veldonderzoek.

126 Barends 2000, 59.

127 De AWZ heeft aan de hand van luchtfoto’s van voor 1960 enkele tientallen mogelijke daliegaten gelo-kaliseerd.

128 Barends 2000, 59.

Beschrijving

De Elizabethhoeve ligt aan de noordkant van Voorweg in de Nieuwe Droogge-maakte Polder. De verwachting is dat zich in dit gebied veel van de zogenaam-de daliegaten bevinzogenaam-den.

De daliegaten zijn door de AWZ op twee plekken in de Nieuwe Droog-gemaakte Polder aangetroffen.126 Het zijn kuilen van 2 tot 8 m groot en tot twee meter diep ingegraven in de klei (Laagpakket van Wormer). Op basis van de venige vulling wordt geconcludeerd dat de kuilen zijn gegraven vanaf het maaiveld op het veen, toen dat vóór het uitvenen van de polder nog aanwezig was. De putten hebben dus een oorspronkelijke diepte van rond de zeven meter gehad. Uit de daliegaten zijn scherven gekomen uit de periode vanaf het midden van de 12e eeuw tot het midden van de 14e eeuw. Vermoed wordt dat de putten werden gebruikt voor het winnen van klei die kon worden gebruikt voor het verrijken van de arme veengrond.

Waardering

De daliegaten zijn aangetroffen bij archeologisch onderzoek op twee plekken in het westelijke deel van de Nieuw Drooggemaakte Polder en mogelijk ook bij een proefsleuvenonderzoek aan het noordelijke deel van de Zegwaart-seweg. Vermoed wordt dat de gaten ook voorkomen in het westelijke deel van de Nieuwe Drooggemaakte Polder, de Palensteinse polder en de Bin-nenwegpolder.127 Het lijkt er op dat de gaten een vrij algemeen voorkomend verschijnsel zijn in Zoetermeer. De winning van klei moet dus een niet onbe-langrijke economische bezigheid zijn geweest in de Late Middeleeuwen. De wetenschappelijke waarde van één of enkele gaten is echter gering. Alleen een grote hoeveelheid vondsten uit de gaten zou indirect wat kunnen zeggen over de middeleeuwse bewoners langs de Voorweg.

Advies Omgeving Elizabethshoeve