• No results found

Aangrijpingspunten voor beleid

In document Samenleven met verschillen in West (pagina 82-85)

Veldwerk kwalitatieve onderzoek

4 Kwalitatieve verdieping

4.4 Aangrijpingspunten voor beleid

In het onderzoek staan de risico- en beschermingsfactoren voor spanningen in wijken centraal. Vanuit die invalshoek hebben we gezocht naar voorbeeldprojecten en

interventies die concreet worden uitgevoerd in de onderzoekswijken en die aansluiten op de geconstateerde risico- en beschermingsfactoren. Voordat we op de voorbeeldprojecten nader ingaan, merken we op dat ook in het reguliere beleid in het stadsdeel al veel

gebeurt ten aanzien van het terugdringen van risicofactoren en het bevorderen van beschermende factoren. Voorbeeldprojecten en interventies in wijken zijn vaak aanvullend op regulier (bovenwijks, stedelijk of landelijk) beleid of een intensivering daarvan,

bijvoorbeeld omdat een wijk op bepaalde thema’s extra aandacht nodig heeft. Een voorbeeld van regulier beleid is de uitvoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, waarin kwetsbare groepen worden ondersteund, overbruggende contacten tussen bewoners en bevolkingsgroepen worden bevorderd, evenals de

participatie en ‘eigen kracht’ van burgers. Het sociaal-economisch beleid, in het bijzonder het werkgelegenheidsbeleid, beoogt bewoners perspectief te bieden op een baan en volwaardige deelname aan de samenleving. Het veiligheidsbeleid in wijken creëert de voorwaarden waaronder ontmoeting, positief samenleven en ‘thuisvoelen in de buurt’

überhaupt mogelijk zijn. Het jeugdbeleid bevordert ontplooiingskansen van jongeren, en beoogt vroegtijdige uitval tegen te gaan. Onderdeel van regulier beleid is – onder meer -ook de wijkaanpak, buurtgericht werken, stedelijke vernieuwing met sloop- en nieuwbouw of renovatie van verouderde woningen, leefbaarheidsbudgetten om zowel leefbaarheid als bewonersparticipatie te vergroten, gezinsaanpakken voor jongeren die dreigen te

ontsporen, inzet op multiprobleem gezinnen, armoedebestrijding. De voorbeeldprojecten en interventies die in het rapport de revue passeren, zijn vrijwel allemaal te verbinden met doelstellingen en thema’s uit regulier beleid.

Orteliusbuurt

In de Orteliusbuurt zijn risicofactoren minder zichtbaar aanwezig op straat. De overlast die zich daar wel manifesteert wordt geadresseerd door het beleid en voorzieningen (deels in de Columbuspleinbuurt). Problematiek achter de voordeur en overlast en spanningen als gevolg van buren met psychiatrische problematiek zijn nadrukkelijker in de buurt

aanwezig. Hierop lijkt de match met de beleidsinzet nog versterkt te kunnen worden.

Columbuspleinbuurt

Het beleid en beschermingsfactoren adresseren de meeste risicofactoren voor spanningen in de wijk. Zo is er veel inzet op veiligheid en criminaliteit. Tevens zijn er interventies en activiteiten gericht op jongeren zoals Streetcornerwork, Sportbuurtwerk en straatcoaches. Last maar not least is een intensieve en integrale aanpak gestart van de problematiek op en rond het Columbusplein (BuurtPraktijkTeam). Hiernaast zijn er voldoende ontmoetingsplekken in de buurt en zijn er diverse aansprekende

bewonersinitiatieven die contacten tussen buurtgenoten vergroten. De doelstellingen en werkwijze ‘van onderop’ van het buurtpraktijkteam matchen met meerdere risicofactoren die in de wijk aanwezig zijn: overlast van jongeren en kinderen, vervuiling en botsende opvattingen over het schoonhouden van de buurt, achter de voordeurproblematiek, eigen kracht van bewoners en gebrek aan toezicht en correctie van kinderen en jongeren. De integrale inzet op deze verschillende thema’s vergroot bovendien de synergie van het beleid. Een aandachtspunt voor de Columbuspleinbuurt betreft de inzet op kinderen 8 tot

12 jaar: zij zijn nog bij te sturen en de toekomst voor de buurt. Begeleide sport- en spelactiviteiten zal voor hen een meerwaarde hebben. Andere aandachtspunten zijn de behoefte aan de inzet van positieve voorbeelden in de buurt, het vergroten van publieke familiariteit en informele sociale controle van bewoners op portiekniveau (corporaties kunnen hierin een actievere rol spelen). Enige zorgen zijn er bij professionals over jongeren in de buurt met een licht verstandelijke beperking; en over de uitwerking van bezuinigingen op de stabiliteit in de buurt.

Gulden Winckelbuurt

De vernieuwingsplannen voor Bosleeuw-Midden en het lik op stuk beleid van de corporaties zijn belangrijke beschermende factoren voor de buurt in de komende jaren.

Andere beschermende factoren zijn het Jeugdpreventieteam en de BuurtEntree. Het middenveld is bovendien redelijk zichtbaar in de buurt (huismeester, buurtregisseur, Jeugdpreventieteam). Aandachtspunten in de buurt zijn de aanpak van achter de voordeur problematiek; positieve rolmodellen voor kinderen en jongeren (zoals jongeren uit de buurt die activiteiten begeleiden; begeleide sport- en spelactiviteiten voor 8-12 jarigen; en het vergroten publieke familiariteit en weerbaarheid van bewoners. Taal is een kernpunt bij de oplossing van problemen.

In de samenvattingen van de rapportages over de Columbuspleinbuurt, Orteliusbuurt en Gulden Wickelbuurt is geconcludeerd dat risicofactoren voor spanningen in de wijk voor een belangrijk deel worden geadresseerd door beschermende factoren en beleid. Er zijn desalniettemin enkele aandachtspunten voor beleid; ten aanzien van deze

aandachtspunten zijn een aantal voorbeeld projecten te noemen die we in buurten zijn tegengekomen. De projecten worden toegelicht in de overkoepelde rapportage over alle buurten. Een interventie die op straat veel risicofactoren en beschermende factoren bij kinderen adresseert (speelveiligheid, prosociaal gedrag, samenspelen, toezicht, talentontwikkeling, betrokkenheid ouders) is de Thuis Op Straat (TOS) methodiek.

Voorbeelden van de inzet van positieve rolmodellen in de buurt (bijvoorbeeld jongeren werkervaring/stage als sport- en spelbegeleider) zijn Jongeren Sportief in Functie (van het stadsdeel zelf) en TOS. Initiatieven als portiekgesprekken, BeterBuren, Jongeren Buurt Bemiddeling (stadsdeel Zuidoost) en Hatecrime zijn gericht op het vergroten ven wederzijds begrip tussen buren om irritaties te voorkomen, of op het door bemiddeling voorkomen van escalatie van conflicten tussen buren, of tussen buurtbewoners en jongeren. Voor dit thema is een actieve rol gewenst van corporaties. West in Kracht (andere buurten in West; Nieuw-West) verbindt scholen meer met hun directe omgeving.

Leerlingen, ouders en buurtbewoners worden wijkbemiddelaar.

In document Samenleven met verschillen in West (pagina 82-85)