• No results found

Aandachtspunten gemeenteraad Moerdijk

Uitstroom Moerdijk

Bijlage 1. Aandachtspunten gemeenteraad Moerdijk

Verspreid in de tekst hebben we aandacht besteed aan de aandachtspunten die ons door de gemeenteraad van Moerdijk zijn meegegeven. Hieronder geven wij in tabelvorm zeer beknopt de antwoorden weer op deze vragen, voor zover die vragen in het kader van ons onderzoek beantwoord konden worden.

1. Samenwerking tussen uitvoering Participatiewet en uitvoering WMO en Jeugdzorg.

De samenwerking is niet optimaal. Dat is de keerzijde van een effectieve organisatie van de uitvoering Participatiewet. Zie par. 4.4.

“Aansluiting sociaal domein is aandachtspunt”.

2. Hoe effectief is de re-integratie, hoelang duren trajecten?

Werkplein scoort redelijk tot goed op uitstroom. Zie hoofdstuk 5..De lengte van traject is afhankelijk van maatwerk.

3. Wat is de administratieve last. Is terugdringen mogelijk?

Het Rijk legt burgers een

informatieverplichting op ten behoeve van de rechtmatigheid. De gemeente heeft hier geen grip op.

4. Wat te doen met degenen die lang gebruik maken van de bijstand?

Werkplein besteedt niet alleen aandacht aan mensen die arbeidsfit zijn, maar ook aan mensen die heel ver van de arbeidsmarkt staan. De aard van deze aandacht is maatwerk. Zie

hoofdstuk 4.

5. Wat is de relatie tussen het

marktaanbod werkgelegenheid en het geformuleerde beleid?

Als met het marktaanbod de vraag naar arbeid wordt bedoeld, dan dragen de korte lijntjes tussen bemiddeling en arbeidstoeleiding bij aan het matchen van vraag en aanbod op de

arbeidsmarkt. Zie hoofdstuk 4.

6. Hoe kom je tot een substantiële beperking van de instroom?

Kort geformuleerd: goede informatie over rechten en plichten, snelle diagnose en zo mogelijk directe arbeidsbemiddeling.

7. Hoe verloopt de arbeidsparticipatie / integratie van statushouders en met name vrouwen?

Wij hebben geen onderzoek gedaan naar specifieke subgroepen.

8. Wat is de verhouding tussen de inzet van het leerplein en het maatschappelijk effect?

Analyse van maatschappelijke effecten vergt een uitgebreide analyse van financiële en maatschappelijke kosten en baten van interventies. Die analyse viel buiten het bestek van ons

onderzoek.

9. Wat is het financiële effect? Succesvolle arbeidstoeleiding (van nuggers) bespaart de gemeente een

- 43 -

uitkering. Het financiële effect is afhankelijk van de kans dat betrokkene zelf een baan had kunnen vinden en van de kans dat betrokkene na enige tijd terugvalt in de uitkering.

10. Hoe staat het met het leren kennen van de partners? Hoe is de samenwerking vormgegeven? Wie heeft de regievoering?

Werkplein voert de regie over trajecten ten behoeve van arbeidsparticipatie en maatschappelijke participatie. In het onderzoek komt naar voren dat de samenwerking met de belangrijkste partners, UWV en WVS, goed verloopt.

11. Hoelang duurt de pilot in Rucphen, Roosendaal en Halderberge nog en wat kan men hiervan leren?

Wij hebben niet specifiek onderzoek verricht naar deze pilot.

12. Er gaat veel aandacht (waaruit bestaat deze?) naar mensen die bekend zijn bij de gemeente, maar hoe gaat men om met de onbekende doelgroep? Hoe mensen bereiken die zich niet melden? Wie is dan regievoerder?

Mensen die recht hebben op een uitkering en/of ondersteuning bij re-integratie weten (al dan niet met hulp van kennissen of instanties) Werkplein doorgaans te vinden. De regie van Werkplein begint op de dag van melding.

13. Wat is de meerwaarde van de regionale aanpak?

De uitvoering van de Participatiewet kent belangrijke schaalvoordelen, waardoor een grote organisatie vaak beter ondersteuning kan geven aan de zeer diverse doelgroep.

14. Wat zijn de sturingsmogelijkheden voor de Raad?

Intergemeentelijke samenwerking beperkt de sturingsmogelijkheden van de afzonderlijke gemeenteraden. Zie hoofdstuk 3.

15. Is er aandacht voor de deskundigheid en bereikbaarheid van ambtenaren?

De deskundigheid en bereikbaarheid van medewerkers van Werkplein vergt aandacht en krijgt aandacht. Zie hoofdstuk 4.

16. Is er nazorg voor mensen die werk hebben gevonden?

Er is niet voor alle mensen die werk vinden nazorg voorzien.

17. is er aandacht voor 1 gezin, 1 plan, 1 regisseur bij gezinnen met kinderen die langdurig van de bijstand afhankelijk zijn?

Deze gezinnen ontvangen een uitkering van Werkplein. Het zwaartepunt van zorg en ondersteuning ligt bij andere onderdelen van het sociale domein.

Daar ligt dan ook de regie.

18. In beeld brengen van de jongerenstroom vanuit het speciaal onderwijs van 2015 tot heden? Hoe gaat het nu met deze jongeren?

Wij hebben geen onderzoek gedaan naar specifieke doelgroepen.

19. Wat is de relatie effectiviteit – investering / kostenplaatje bij moeilijke C-groep?

Kosten en baten van aandacht en betrokkenheid bij burgers die ver af staan van arbeidsmarkt en

maatschappij zijn moeilijk meetbaar.

- 44 -

Wij hebben deze vraag niet specifiek onderzocht.

20. In hoeverre is de uitvoering voor mensen met een afstand tot de

arbeidsmarkt doeltreffend en in hoeverre is de uitvoeringsorganisatie

toekomstbestendig ingericht?

Het begrip doeltreffendheid legt een relatie tussen doel en resultaat van beleid en uitvoering. Juist bij de C-groep zijn doelen vaak individueel. Dat maakt het moeilijk om algemene uitspraken te doen over de doeltreffendheid. Hier ligt een belangrijke uitdaging.

21. Hoe ontwikkelt de doelgroep zich in Moerdijk en welke factoren zijn hiervoor bepalend?

De (tot voor kort) gunstige arbeidsmarkt heeft veel mensen uit de A-categorie helpen uitstromen. De instroom in de bijstand komt vooral van mensen met een grotere afstand tot de

arbeidsmarkt. Daardoor is de

gemiddelde afstand tot de arbeidsmarkt sterk toegenomen.

De coronacrisis leidt tot een toestroom van werkfitte mensen die vaak een sectorswitch moeten maken om weer aan de slag te komen.

Veranderende omstandigheden vragen veel van het aanpassingsvermogen van uitvoeringsorganisaties.

22. Welke succesfactoren gelden en worden deze voldoende benut?

Welke belemmeringen zijn er voor het behalen van de beleidsdoelen en worden deze voldoende opgeheven?

Succesfactoren en belemmeringen veranderen al naar gelang van de economische omstandigheden. Het belangrijkste vermogen voor werkenden, werkzoekenden en uitvoeringsorganisaties is aanpassingsvermogen.

- 45 -

Bijlage 2: Literatuurlijst

- Contourennota Participatiewet, juli 2014, opgesteld door de zes gemeenten in het Hart van West-Brabant gezamenlijk.

- Jaarplannen Werkplein Hart van West-Brabant, 2016-2020.

- Jaarrekeningen Werkplein Hart van West-Brabant 2016-2019.

- Speerpunten uitvoeringsbeleid re-integratie 2015-2016.

- Kader voor beleid nuggers.

- Beleidsplan Werkplein Hart van West-Brabant 2015-2016, Toekomstbestendig bouwen.

- Doorontwikkeling Werkplein Hart van West-Brabant, Plan van Aanpak, 2015.

- Plan van aanpak ‘Maatschappelijk participeren in het Hart van West-Brabant’, 2016.

- Plan van Aanpak ‘Inrichting effectieve werkgeversdienstverlening, afspraken voor verbinding MDT’s en WVS-groep’, 2015.

- Aanloop-DVO Werkplein.

- DVO Werkplein 2016-2017.

- DVO Werkplein HvWB 2018 - Werkprogramma 2018.

- Besluit tot het treffen van een Gemeenschappelijke regeling Intergemeentelijke Sociale Dienst Werkplein Hart van Brabant en het instellen van een openbaar lichaam Werkplein Hart van West-Brabant.

- Re-integratieverordening Participatiewet Moerdijk.

- Maatregelen- en handhavingsverordening Moerdijk.

- Verordening tegenprestatie Moerdijk.

- Bestuursrapportages Werkplein.

- Werkplein, Maandrapportages gemeente Moerdijk.

- Sociaal en Cultureel Planbureau, Eindevaluatie van de Participatiewet, 2019.

- 46 -

Bijlage 3: Arbeidsmarktstrategieën

Bron; Fit or unfit: theorie en praktijk van re-integratie, C.C.A.M. Sol e.a, 2014.