• No results found

Aandachtspunten, aannames en vervolgonderzoek

In document Toekomst voor de forensische geneeskunde (pagina 175-181)

Valentijn van Spijker (SEO)

4 Conclusies en beperkingen van dit onderzoek

4.2 Aandachtspunten, aannames en vervolgonderzoek

In dit onderzoek zijn verschillende aannames gedaan omdat modellen zijn opgesteld die vereenvoudigde weergaven van de werkelijkheid zijn. Uiteraard kunnen de aannames die in dit onderzoek gehanteerd zijn in de realiteit anders uitpakken. Om de onzekerheidsmarges rond deze aannames en varianten van het centralisatie-scenario te expliciteren zullen deze, net als enkele aandachtspunten rond het centralisatie-scenario, hieronder worden samengevat. Dit biedt tevens aanknopingspunten voor nader onderzoek.

Aandachtspunten

In hoofdstuk 3 is het centralisatiescenario eerst vertaald in locatiemodel en daarna een capaciteits-simulatiemodel waarin acht varianten zijn doorgerekend. De resultaten in termen van het benodigde aantal forensisch artsen, aanrijtijden en gemiddelde tijd tussen twee oproepen, laten zien dat met meer locaties de aanrijtijden lager zijn maar de benodigde capaciteit hoger. De ‘optimale’ variant is dan ook afhankelijk welke ‘doelvariabele’ centraal wordt gesteld, en welke afweging tussen de verschillende uitkomsten van het model worden gemaakt. In ieder geval blijkt het centralisatie-scenario theoretisch haalbaar als vanuit drie of vier locaties forensisch artsen FMO en lijkschouw zouden uitvoeren à 16 uur per week.

Bij het verder doordenken van het centralisatie-scenario zijn veel aandachtspunten die overwogen en afgewogen dienen te worden. Een aantal is eerder benoemd in paragraaf 3.1 van dit rapport. In dit afsluitende hoofdstuk presenteren een overzicht van wat potentiële voor- en nadelen genoemd kunnen worden en waaraan gedacht kan worden. Deze zijn weergeven in tabel 16. Dit overzicht is niet uitputtend en geeft slechts een aanzet voor verdere verkenning en discussie. Over hoe zwaar deze aandachtspunten wegen, en welke kosten of opbrengsten ze met zich mee zullen brengen, kan binnen dit onderzoek geen uitspraak worden gedaan. Dit vergt zoals gezegd verder onderzoek en overleg tussen alle belanghebbenden die de verantwoordelijkheid hebben voor de beschikbaarheid, kwaliteit en betaalbaarheid van FMO en lijkschouw in Nederland.

Rapport II – Doorrekening van het centralisatiescenario voor forensisch medisch onderzoek en lijkschouw

Tabel 16: Enkele voor- en nadelen van het centralisatie-scenario

Voordeel Nadeel

 Het nieuwe centralisatie-scenario kan leiden tot onderlinge taakverdeling en delegatie (naar bijvoorbeeld forensisch

verpleegkundigen)

 Meer arbeidsuren kunnen leiden tot meer arbeidservaring en expertise. Dit kan dan resulteren in kwaliteitswinst.

 Mogelijke besparingen in verband met minder locaties

 Mogelijk minder overheadkosten als gevolg van meer efficiency en centralisatie van diensten/kennis

 Centralisatie biedt mogelijkheden voor één beleid, één HRM, één aanspreekpunt voor externen e.d.

 Meer arbeidskosten per arts omdat artsen meer uren gemiddeld per week (>16 uur) moeten gaan werken om aan kwaliteitseisen te kunnen voldoen

 Centralisatie kan mogelijk leiden tot een verhoging van de woon-werkverkeer en werk-werkverkeer reistijd voor forensisch artsen

 Het verhogen van het aantal uren besteed aan FMO en lijkschouw per forensisch arts zal mogelijk ten koste gaan van andere forensische taken die ook worden verricht zoals MAZ

 Door centralisatie zullen wellicht nieuwe locaties aangeschaft moeten worden, deze zullen tevens moeten worden voorzien van nieuwe (communicatie)technologie e.d.

Aannames en vervolgonderzoek

We sluiten dit hoofdstuk af met een overzicht van de aannames die zijn gehanteerd om het centralisatiescenario te operationaliseren. Deze aannames zijn toegepast in modellen om de optimale locatiecombinaties in Nederland te bepalen, de bezetting van deze locaties en de

‘prestaties’ van een aantal varianten door te rekenen.

 Het simulatiemodel maakt geen onderscheid tussen de drukte van werkzaamheden en verkeer overdag of in de nacht, doordeweeks of in het weekend. Er is uitgegaan van het

‘pessimistisch scenario’ waarbij elke zaak op donderdagmiddag om 17:00 uur plaatsvindt.

De keuze voor een ander tijdstip zal dan ook zorgen voor andere aanrijtijden en een ander benodigd aantal forensisch artsen.

 In het tweede simulatiemodel t.b.v. het centralisatie-scenario wordt uitgegaan van een handelingsrespons-percentage van 80%. Dat betekent dat 20% van alle binnenkomende oproepen niet meteen met actie worden opgevolgd. Indien er van een hogere ‘norm’, van bijvoorbeeld een 95 % handelingsrespons-percentage, wordt uitgegaan zal het aantal benodigde forensisch artsen toenemen.

 In het tweede simulatiemodel is eveneens de randvoorwaarde geïmplementeerd dat alle forensisch artsen minimaal 16 of 24 uur per week aan FMO en lijkschouwingen besteden.

Zoals aangeven werken sommige artsen meer dan 16 of 24 uur per week en anderen minder. Met de beleidskeuze voor ogen om de gemiddelde tijdsbesteding van forensisch artsen te kunnen beïnvloeden, is nader onderzoek raadzaam onder forensisch artsen naar hun huidige en gewenste werktijden, werkweek-omvang en werklocatie. Dit kan uitsluitsel geven betreft wat het profiel is van de huidige en toekomstige groep werkzame forensisch artsen, opgebouwd uit de groep die (1) de komende 10 à 15 jaar werkzaam zullen zijn, (2) zij die net de arbeidsmarkt betreden en (3) zij die het vak (willen) gaan verlaten.

 In de simulatiemodellen is geen rekening gehouden met de mogelijkheid om overlap van vraag(schommelingen) van regio’s onderling op te vangen, door roulatie en/of vormen van flexibele taak-allocatie. In de uitwerking van het centralisatie-scenario is niet expliciet ingegaan op de ontwerpvraag of de inkomende oproepen voor een FMO-zaak of

lijkschouw in één landelijke centrale meldkamer binnen komen, of regionaal worden geleid

geval van FMO-zaken en lijkschouwen het meest efficiënt is ten opzichte van de huidige melding en afhandeling per politieregio, is nader onderzoek waard. De kosten van FMO en lijkschouw bedragen 7,5 miljoen euro op jaarbasis. De vraag wat de (meer)kosten van het centralisatiescenario zouden zijn, en welke kostenbesparingen bereikt kunnen worden, kan met dit onderzoek niet worden beantwoord. Verder onderzoek is nodig om deze kosten en potentiële besparingen in kaart te brengen en deze op een betrouwbare manier in te schatten c.q. te kwantificeren.

Rapport II – Doorrekening van het centralisatiescenario voor forensisch medisch onderzoek en lijkschouw

Bijlage 1

Tabel 1a: Verandering van de procentuele verdeling van het aantal inwoners naar politieregio, 2010-2015

Politieregio 2010 2015 % verandering

2015-2010

Noord-Nederland 10,35% 10,17% -1,73%

Oost-Nederland 18,89% 18,74% -0,81%

Midden-Nederland 11,18% 11,31% 1,15%

Noord-Holland 8,95% 8,91% -0,39%

Tabel 1b: Verandering van de procentuele verdeling van het aantal sterfgevallen naar politieregio, 2010-2015

Politieregio 2010 2015 % verandering

2015-2010

Noord-Nederland 10,87% 11,22% 3,31%

Oost-Nederland 19,74% 18,95% -4,03%

Midden-Nederland 9,77% 9,79% 0,21%

Noord-Holland 8,31% 9,03% 8,67%

Tabel 1c: Verandering van de procentuele verdeling van het aantal sterfgevallen met uitwendige oorzaak naar politieregio, 2010-2015

Politieregio 2010 2015 % verandering

2015-2010

Noord-Nederland 10,18% 10,25% 0,65%

Oost-Nederland 18,19% 18,63% 2,41%

Midden-Nederland 10,94% 10,83% -1,03%

Noord-Holland 8,01% 10,34% 29,12%

Bijlage 2

In het tweede simulatiemodel van dit onderzoek wordt aangenomen dat alle typen FMO-zaken en lijkschouwen samengenomen gemiddeld 1,5 uur duren. Deze 1,5 uur is een gewogen gemiddelde van de tijdsduur van alle soorten FA-verrichtingen (1,2 uur) naar boven afgerond ( zie tabel 2). De tijdsduren zijn gebaseerd op inschattingen van experts en normtijden die in de bekostigingssystematiek van de politie en contractanten worden gehanteerd. De tijdsduur is inclusief tijd besteed aan rapportage en communicatie met betrekking tot de verrichting of zaak.

Tabel 2a: Gewogen tijdsduurverrichtingen van FMO en lijkschouw

Type verrichting Aantal Tijdsduur per verrichting (in uren)

Bloed/Weefsel afname 4.800 1

Lijkschouw 16.000 1,5

Letselbeschrijving 9.000 0,5

Zedenonderzoek 1.000 2,5

Gewogen gemiddelde in uren 1,2

Doorrekening van het centralisatie-scenario voor

forensisch medisch

onderzoek en lijkschouw

Rapport II voor de

In document Toekomst voor de forensische geneeskunde (pagina 175-181)