• No results found

In het kader van de “Aandacht voor elkaar”, waarin mensen in Nederland worden uitgenodigd om ervaringen te delen, met elkaar in gesprek te gaan over de gevolgen van COVID-19 en aandacht te hebben voor elkaar zal o.a. een

herdenkingsdag corona worden georganiseerd. Hieronder wordt hierover de stand van zaken toegelicht.

Op 6 oktober hebben de minister-president en ik de aftrap gegeven van ‘Aandacht voor elkaar’. Dit hebben we in Den Bosch gedaan waar we in gesprek zijn gegaan met mensen die zelf ziek zijn geweest, die de ziekte en zelfs overlijden van dierbaren hebben gemaakt of die op een andere te maken hebben gehad met de gevolgen van de maatregelen die we hebben genomen. We hebben ook mooie verhalen gehoord van mensen die het initiatief hebben genomen om het licht te zijn in op de donkere dagen in het leven van anderen. De minister-president en ik waren zeer onder indruk van deze verhalen en met ons vele kijkers van het programma ‘Tijd voor Max’ die in Den Bosch een programma hebben gemaakt met deze verhalen.

Dit delen van verhalen is ongelooflijk belangrijk. Door met elkaar te praten helpen we elkaar om door deze moeilijke tijd heen te komen. Juist nu heeft het kabinet gemeenten en maatschappelijke organisaties (waaronder zorg- en

51 Kamerstuk 25 295, nr. 565

Kenmerk 610-212716-PDC19

uitvaartorganisaties) opgeroepen om de komende tijd activiteiten te initiëren in het kader van ‘Aandacht voor elkaar’. Van een online verhalenavond tot regionale burgerinitiatieven waarin mensen in het zonnetje gezet worden die iets moois doen. We stimuleren gemeenten en maatschappelijke organisaties verhalen te delen. Wij halen ook zelf actief de verhalen op in de samenleving. Een deel daarvan wordt via sociale media en traditionele media gedeeld. Diverse nationale, regionale en lokale media besteden hier de komende maanden aandacht aan. We verwachten dat we op deze manier een bijdrage kunnen leveren aan het

verwerken van het verdriet uit de eerste golf en het verdriet dat in de komende maanden zal ontstaan.

Het is belangrijk dat mensen in Nederland goed op de hoogte kunnen zijn van de ontwikkelingen van COVID-19, de adviezen en de genomen maatregelen.

Hieronder wordt beschreven hoe de publiekscommunicatie vormgegeven wordt.

16. Publiekscommunicatie

Uw Kamer heeft aan het kabinet gevraagd om met een vaste regelmaat

persconferenties te houden. Al sinds augustus vindt er zo’n twee keer per maand een persconferentie plaats. Dit zetten we door. Het kabinet is voornemens om elke twee weken een persconferentie te geven. Met deze persconferenties sluiten we aan bij het achtdaagse beleidsritme dat is afgesproken. Mocht de actualiteit dat vragen, dan organiseert het kabinet vaker een persconferentie.

Zoals eerder gemeld intensiveert het kabinet de communicatie. Naar aanleiding van de motie van het lid Azarkan52 kan ik melden dat we vanaf het begin van de crisis gedragsinzichten van wetenschappers en communicatiedeskundigen hebben betrokken. Dat blijven we doen, en we onderzoeken continu nieuwe wegen om dat te versterken. Verschillende sectoren hebben we gevraagd om de protocollen weer nader na te leven. Via deze weg doe ik de motie af.

Besloten is om het Nationaal Kernteam Crisiscommunicatie (NKC) te activeren per 14 oktober 2020. Het fungeert als informatieknooppunt vanuit de Rijksoverheid op het gebied van pers- en publiekscommunicatie. Het NKC maakt onderdeel uit van de nationale crisisstructuur en kent z'n basis bij de NCTV. De structuur

ondersteunt de interdepartementale afstemming en biedt extra slagkracht in de communicatie over de aanpak van het coronavirus vanuit de overheid. De overige onderdelen van de nationale crisisstructuur (zoals de vergaderstructuur met een ICCB en MCCB) zijn niet in werking gesteld.

Naast de algemene communicatie en informatie over de gedragsregels en

maatregelen, richt de inzet van het kabinet zich op specifieke corona gerelateerde onderwerpen. Hieronder geef ik uw Kamer een overzicht van deze inspanningen.

CoronaMelder app

De Eerste Kamer stemde in met de ‘tijdelijke wet notificatieapplicatie COVID-19’

en de CoronaMelder app is op zaterdag 10 oktober landelijk geïntroduceerd. De app is een aanvulling op het reguliere bron- en contactonderzoek van de GGD en is een middel om de verspreiding van het virus tegen te gaan. CoronaMelder stuurt iemand een melding nadat deze in de buurt is geweest van iemand die met

52 Kamerstuk 25 295, nr. 607

Kenmerk 610-212716-PDC19

corona besmet is. Met deze kennis kan de ontvanger van het bericht maatregelen treffen en verdere verspreiding van het virus beperken.

De lancering van de app ondersteunt het kabinet met een deelcampagne onder de

‘Alleen samen’ campagne. De campagne geeft informatie over het gebruik van de app, overtuigt mensen van het nut en stimuleert hen daarmee de app te

downloaden en te gebruiken. Het uitgangspunt is een groot draagvlak te realiseren. De campagne richt zich daarom ook op gebruiksvriendelijkheid, doelmatigheid, privacy en veiligheid. Ook is in communicatie aandacht voor vrijwilligheid; mensen mogen nooit, direct dan wel indirect, door wie dan ook worden gedwongen tot het gebruik van de app. Een groot aantal organisaties in Nederland ondersteunt de app door CoronaMelder onder de aandacht te brengen van het publiek; denk aan zorg- en welzijnsinstanties, sportbonden, diverse brancheorganisaties en ook verenigingen en organisaties in de culturele sector.

Externe partijen ontvangen hiervoor een toolkit om hun eigen communicatie in te kunnen richten. Voor voorlichting gebruiken wij de website coronamelder.nl. Ook is een telefonische helpdesk ingericht: 0900-1280. In veel bibliotheken in het land kunnen mensen ondersteuning krijgen bij het installeren van de app.

Testen, traceren en thuisquarantaine

De testcapaciteit wordt steeds verder uitgebreid. De communicatie blijft zich de komende tijd richten op deze uitbreidingsmogelijkheden. Als er onverhoopt wachttijden ontstaan, geven we hier uitleg over en vertellen wij wat wij daar aan doen. Ook is de communicatie-inzet gericht op het informeren van het publiek over innovatieve testmethoden en de sneltesten die momenteel worden ontwikkeld.

Daarnaast is er extra communicatie-inzet over het belang van thuisquarantaine.

Het is belangrijk dat mensen in afwachting van hun testafspraak en testuitslag thuis blijven. Er zijn signalen dat niet iedereen zich hier aan houdt. Om mensen te stimuleren om in quarantaine te gaan en het thuisblijven vol te houden, is er een quarantainegids ontwikkeld. Deze gids is gemaakt in samenwerking met het Rode Kruis en de VNG, en biedt hulp en ondersteuning. Daarnaast ontwikkelt het kabinet ook andere communicatiemiddelen, zoals een uitlegvideo en infographics om meer duidelijkheid te geven over de quarantaineregels. Ook komen er radiospots die het belang van thuisquarantaine onderstrepen. En het belang van quarantaine krijgt ook een plek in de algemene corona campagnestrategie voor het najaar. Het ministerie van VWS, het RIVM en de GGD’en hebben afspraken gemaakt met betrekking tot afstemming van de communicatie over dit onderwerp, zodat alle communicatie zo eenduidig mogelijk is.

Tot slot zal er in de communicatie de komende tijd aandacht zijn voor risico gestuurd bron- en contactonderzoek (BCO). Gezien de huidige besmettingsdruk wordt deze vorm van BCO breed ingezet. Bij risico gestuurd BCO wordt per casus bekeken of de GGD de contacten benadert of dat de coronapatiënt zelf aan zet is.

Het is belangrijk om dit heel duidelijke uit te leggen. Dit is een gedeelde communicatietaak van het ministerie van VWS en de GGD’en.

Mondkapjes

Sinds het Kamerdebat van 30 september jl. adviseren wij dringend mondkapjes te gebruiken in de publieke binnenruimte. Met een deelcampagne van de campagne

‘Alleen samen’, verstrekken we informatie én handelingsperspectief over het juiste

Kenmerk 610-212716-PDC19

gebruik van niet-medische mondkapjes in de publieke binnenruimte. In de campagne leggen we een link met de basisregels, waaronder: ‘houd anderhalve meter afstand’ en ‘vermijd drukte’. Ook zijn de mondkapjes toegevoegd aan de opsomming van de basisregels voor iedereen in alle communicatie-uitingen.

Uitgebreide en actuele informatie over het gebruik van mondkapjes (waar, hoe en waarom) is te vinden op de webpagina rijksoverheid.nl/mondkapjes. De

boodschap wordt verder verspreid met een radiospot, via displays, met visuals en animatiefilmpjes op sociale media en via geotargetting (bezoekers van drukke winkelstraten). Ook is er een toolkit ontwikkeld voor gemeenten, winkeliers en andere publieke ruimtes met posters en factsheets. Via de vakdepartementen worden de sectoren geïnformeerd over het advies. Het gaat om SZW

(werknemers), OCW (onderwijs), BZK (overheden als werkgever), EZK (werkgevers) en I&W (OV).

Coronadashboard

Via het coronadashboard, https://coronadashboard.rijksoverheid.nl, communiceert het kabinet de belangrijkste coronacijfers op landelijk, regionaal en gemeentelijk niveau. De inschaling van veiligheidsregio’s op de risiconiveaus is prominent zichtbaar, waardoor in één oogopslag de situatie in de veiligheidsregio’s duidelijk is. Ook is het proces van op- en afschalen van risiconiveaus nu nog duidelijker en uitgebreider toegelicht. Het dashboard wordt voortdurend verder ontwikkeld door het toevoegen van nieuwe cijfers. Ook worden de inhoudelijke uitleg bij de cijfers, de indeling en leesbaarheid verbeterd. Meer informatie hierover leest u onder punt 3 van deze brief, betreffende ‘’doorontwikkeling van het coronadashboard’’.

Toerisme en reizen

Communicatie is een belangrijk instrument om mensen te informeren over de reisadviezen en vakantiereizen naar gebieden met

een oranje reisadvies te ontmoedigen. Voorbeelden van de communicatie-inzet zijn: een visual in aanloop naar de herfstvakantie die is gedeeld via social

media, boodschappen op nederlandwereldwijd.nl en rijksoverheid.nl, berichtenvia een navigatiesysteem, en verwijzingen naar de reisadviezen op de websites van relevante stakeholders.

Mensen met een verhoogd risico op een ernstig beloop

Ten aanzien van mensen met een verhoogd risico op een ernstig beloop van het coronavirus, ontwikkelen we in samenwerking met Vilans een online omgeving waar specifieke informatie voor deze doelgroep beschikbaar komt. Daarbij wordt gewerkt aan communicatiemiddelen die inspiratie en informatie bieden over de vraag hoe mensen met een verhoogd risico op een ernstig beloop van het coronavirus, de maatregelen op een verantwoorde manier kunnen toepassen in het dagelijks leven. Meer informatie hierover is opgenomen onder punt 13, Bescherming van mensen met een kwetsbare gezondheid.

Reguliere zorg

De NZa, Patiëntenfederatie en het RIVM starten een communicatietraject over mogelijkheden voor patiënten als zij te maken krijgen met uitstel van reguliere zorg. Het doel is hen te wijzen op de alternatieven die er zijn. Bijvoorbeeld voor het vinden van een andere zorgverlener. Hierover heb ik u geïnformeerd in de aparte brief over de Curatieve zorg.

Kenmerk 610-212716-PDC19

17. Overig

Hieronder komen, als afsluiting van deze brief, de financiële afspraken rondom meerkosten in het sociaal domein aan de orde.

Financiële afspraken rondom de meerkosten in het sociaal domein

De VNG en het Rijk hebben in maart, kort na het uitbreken van de coronacrisis, afspraken gemaakt over het bieden van financiële zekerheid en ruimte aan zorgorganisaties en professionals binnen de Jeugdwet en Wmo 2015. De afspraken zijn gericht op het zo goed mogelijk organiseren van continuïteit van zorg voor cliënten en het borgen van het zorgstelsel voor de langere termijn.

Onderdeel van de afspraken met gemeenten is onder meer dat meerkosten als gevolg van de coronacrisis door het Rijk worden vergoed aan gemeenten. Nadat in mei een voorschot voor compensatie van € 144 miljoen is verleend aan

gemeenten, is in opdracht van de ministeries van VWS, FIN, BZK en de VNG een onderzoek naar de omvang van de totale meerkosten in het sociaal domein uitgevoerd. Op basis van dit onderzoek is de totale hoogte van de compensatie m.b.t. de Jeugdwet en Wmo 2015 in het bestuurlijk overleg van 23 september jl.

gezamenlijk vastgesteld op € 170 miljoen. Deze compensatie betreft een

afrondende afspraak voor meerkosten (inclusief mogelijke inhaalzorg) over 2020.

Dit betreft een definitief totaalpakket, er zal dan ook na afloop van 2020 geen nacalculatie meer plaats vinden. Dat neemt niet weg dat als er evident aanleiding is om te veronderstellen dat gemeenten door covid-19 in financiële problemen komen, of als er onvoorziene ontwikkelingen optreden, Rijk en gemeenten daarover met elkaar in gesprek zullen gaan.

Het verleende voorschot wordt met de nu vastgestelde € 170 miljoen aan compensatie verrekend. Bij decembercirculaire wordt er dus € 26 miljoen extra toegevoegd aan het al door gemeenten ontvangen voorschot van € 144 miljoen.

De verdeling van de middelen over de verschillende domeinen is tot stand gekomen in gezamenlijk overleg tussen VWS, BZK en VNG.

In gesprek blijven met de getroffen sectoren en bezien of nieuwe en gerichte steunmaatregelen nodig zijn (Motie Asscher53)

De motie Asscher c.s. vraagt om in gesprek te blijven met getroffen sectoren en te bezien of nieuwe en gerichte steunmaatregelen nodig zijn54. Ook de motie Stoffer verzoekt de regering, in gesprek te blijven met de betrokken sectororganisaties en te bezien welke oplossingen mogelijk zijn om onnodige faillissementen te

voorkomen55. Het kabinet voert in wisselende afvaardigingen regelmatig gesprekken met verschillende sectoren die geconfronteerd worden met de

gevolgen van de coronacrisis. Naar aanleiding van deze moties is het gesprek met de sectoren geïntensiveerd.

Zo is recent gesproken met de evenementensector over hun plan om weer veilig en verantwoord evenementen te organiseren. Om meer kennis op het gebied van risicobeheersing van evenementen te verzamelen en toepasbaar te maken, zijn

53 Kamerstuk 25 295, nr. 612

54 Kamerstuk 25 295, nr. 592

55 Kamerstuk 35 420, nr. 129

Kenmerk 610-212716-PDC19

het Fieldlab Evenementen en het Smart Distance Lab in voorbereiding.

Gesprekken heeft het kabinet gesprekken ook gevoerd met onder andere de gastvrijheidssector, de horeca en de culturele sector. Het doel van deze

gesprekken is om te horen waar deze partijen tegen aan lopen, maar ook om te zien welke oplossingen mogelijk zijn. Dergelijke gesprekken zet het kabinet voort, conform deze moties.

Het kabinet heeft met het steun- en herstelpakket op 28 augustus een stevig pakket voor negen maanden gepresenteerd dat rekening houdt met een grillig verloop van de pandemie en de economische gevolgen daarvan. De maatregelen in het steun- en herstelpakket zijn zo ingericht dat ze mee ademen met het omzetverlies dat wordt geleden. Indien de omzet daalt, neemt de hoogte van de subsidie uit de NOW en TVL toe. Voor zelfstandigen blijft de Tozo bestaan, waarbij de beperkte vermogenstoets per 1 april 2021 wordt ingevoerd. Bovenop deze steunmaatregelen wordt € 482 miljoen extra voor de culturele sector

uitgetrokken, bovenop de algemene steunmaatregelen die ook beschikbaar zijn voor de culturele sector.

Het kabinet blijft de economische ontwikkelingen op de voet volgen. Hierbij voert het kabinet op reguliere basis overleg met sociale partners. Indien deze

ontwikkelingen vragen om aanpassing, is het kabinet uiteraard bereid daarnaar te kijken. Het kabinet informeert uw Kamer uiterlijk december over de voorzetting van het steun- en herstelpakket conform motie-Asscher56 of indien er

aanpassingen komen in het pakket.

Tot slot

We gaan in een gedeeltelijke lockdown. En deze gedeeltelijke lockdown zullen we in ieder geval vier weken moeten volhouden. Als het niet goed genoeg is, dan is een totale lockdown onvermijdelijk. We hebben dit zelf in de hand. De snelste manier om van de maatregelen af te komen, is door ons eraan te houden. Ons eigen gedrag is daarbij cruciaal. Uiteindelijk hebben wij samen in de hand of we onze vrijheden kunnen herwinnen, of dat we ze verder moeten inleveren. In het voorjaar is het ons gelukt om het virus eronder te krijgen. Dit is wederom nodig.

Juist door afstand te houden, beschermen we elkaar. We weten inmiddels dat het niet altijd makkelijk is. Maar we weten ook dat we het kunnen.

Hoogachtend,

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Hugo de Jonge

56 Kamerstuk 35 420, nr. 110