• No results found

6.1

Inleiding

De minister van LNV voert als beleid dat alle Nederlanders in 2013 binnen 10 minuten fietsafstand in het groen kunnen recreëren. Het groen is echter niet nader gespecificeerd en er is ook geen ondergrens aan het groen gesteld. Uit onderzoek (Agricola et al, 2009) blijkt dat in 2007 alle Nederlanders binnen 10 minuten fietsen groen kunnen bereiken, wanneer hemelsbrede afstanden worden genomen. Wanneer er wel een ondergrens wordt gesteld en het groen wel nader wordt gespecificeerd, dan kunnen de resultaten anders zijn. Om dit te onderzoek is gezocht naar een bepaalde 'norm voor een ondergrens. Daarbij wordt verondersteld dat

wandelen gelijk gesteld kan worden aan “'in het groen recreëren'. De reden hiervoor is dat wandelen de meest populaire vorm van recreatie is. Het CBS-bodembestand 2006 is gebruikt om het groen nader te definiëren gecombineerd met bevolkingsgegevens van 2006.

6.2

Bepaling ondergrens groen

Uit onderzoek (Goossen, 2009) blijkt dat mensen gemiddeld 4 km per uur wandelen en dat de meeste Nederlanders ongeveer 1,5 uur wandelen. Het wandelpad moet derhalve 6 km lang zijn in totaal. Afhankelijk van de paddichtheid kan een berekening gemaakt worden voor de minimale grootte van een gebied voor wandelen. De gemiddelde paddichtheid in Nederland in bossen is 88 m/ha. Dit betekent voor 1,5 uur wandelen circa 68 ha bos en natuurgebied3 nodig is. Staatsbosbeheer stelt dat voor een gebied van 50 ha met

basisvoorzieningen recreatie, een paddichtheid van 60 tot 100 m/ha vereist is. Dit zou circa één uur wandelen betekenen4

. Voorgesteld wordt om aaneengesloten bos- en natuurgebieden te kiezen van minimaal 50 ha. Niet aaneengesloten bos- en natuurgebieden kunnen echter toch interessant zijn voor wandelen en fietsen. Kleine bosjes bij elkaar van 5 à 10 ha kan een aantrekkelijk landschap opleveren om in te wandelen. Daarom wordt voorgesteld om ook bosjes van 10 ha te selecteren maar dan moet wel binnen een buffer van 500 meter rond het centrale bosje minimaal vier andere bosjes zijn met minimaal 10 ha, zodat het totaal weer 50 ha is. Voor parken geldt een andere berekening. Meestal wandelen mensen korter in een park dan 1,5 uur.

Voorgesteld wordt om drie kwartier te nemen met een gemiddelde snelheid van 4 km per uur. Dit betekent een padlengte van 3 km. Bij een paddichtheid van 100 m/ha zou dit een park opleveren van minimaal 30 ha. In steden als Rotterdam en Den Haag valt deze grootte onder een stadsdeelpark. In tabel 127 staat de ondergrens overzichtelijk aangegeven.

3 6000/88 = 68 ha.

Tabel 127

Ondergrens bij verschillende type groen

Type groen Grootte in ha

Agrarisch gebied 50 Bos 50 Droge natuurgebieden 50 Natte natuurgebieden 50 Recreatiegebieden 50 Parken 30

6.3

Resultaat

Wanneer deze ondergrens wordt aangehouden, dan blijkt dat in tegenstelling tot eerdere resultaten een zeer beperkt aantal Nederlanders het groen niet kunnen bereiken. In totaal slechts 3.319 mensen kunnen het groen niet bereiken op tien minuten fietsen (2 km hemelsbreed). Deze mensen wonen voornamelijk in de gemeente Westland (3.312 mensen).

Uitgesplitst naar type gebied (tabel 128) blijkt dan dat bijna 1,5 miljoen Nederlanders (9%) het agrarisch gebied en 1,7 miljoen Nederlanders (10%) natuurlijke gebieden (totaal aan groene gebieden verminderd met agrarische gebieden) niet met deze norm kunnen bereiken. Dit zijn er veel meer dan de oorspronkelijke berekening waarbij geen ondergrens werd aangehouden en elk snippertje agrarisch en natuurlijk gebied werd meegenomen.

Wanneer vervolgens de natuurlijke gebieden worden gesplitst in verschillende typen, dan blijkt dat zeer veel Nederlanders recreatiegebieden, droge en natte natuurgebieden niet met deze norm kunnen bereiken.

Tabel 128

Aantal mensen dat niet binnen tien minuten fietsen verschillende type groen met ondergrens kan bereiken

Type groen Aantal

Agrarisch gebied 1.460.364 Natuurlijk gebied Waaronder: 1.724.961 - Bos 7.720.945 - Droge natuurgebieden 15.363.337 - Natte natuurgebieden 15.038.127 - Recreatiegebieden 15.429.001 - Parken 6.828.519 Totaal 3.319

Voor een groot deel komt dit uiteraard doordat deze gebieden niet veelvuldig voorkomen (zie hoofdstuk 2). Bossen komen meer voor, maar ook bossen zijn niet gelijkmatig verspreid over Nederland. Dit betekent dat ruim 7,5 miljoen mensen niet binnen tien minuten fietsen bossen kunnen bereiken. Het merendeel van deze mensen woont in West-Nederland. Opvallend is dat bijna zeven miljoen Nederlanders geen stadsdeelpark kunnen bereiken binnen tien minuten fietsen. Ook nu komt dit uiteraard omdat er geen stadsdeelparken zijn, maar bijvoorbeeld wel een bos. Stadsdeelparken komen voornamelijk in de grote steden voor. Wanneer naar de negen Randstadgemeenten5 wordt gekeken, dan blijkt dat bijna 90.000 inwoners niet binnen tien minuten

een stadsdeelpark van minimaal 30 ha kan bereiken.

Figuur 11

Aantal inwoners per gemeente dat niet binnen tien0 minuten fietsen een agrarisch gebied (links) of natuurlijk gebied (rechts) van minimaal 50 ha kan bereiken

De inwoners van 227 (51% van alle) gemeenten kunnen een agrarisch gebied binnen tien0 minuten fietsen bereiken (zie bijlage 1). De inwoners van 112 (25% van alle) gemeenten kunnen een natuurlijk gebied binnen tien minuten fietsen bereiken. De inwoners van 82 (18,5% van alle) gemeenten kunnen zowel een agrarisch gebied als een natuurlijk gebied binnen tien minuten fietsen bereiken.

6.4

Conclusie

De uitkomsten van de beleidsopgave voor de bereikbaarheid van het groen zijn realistischer als niet elk snippertje groen wordt meegenomen in de berekening, maar er een ondergrens aan het groen wordt gesteld. Deze ondergrens van 50 ha voor bos- en natuurgebieden en 30 ha voor parken is gekozen op basis van daadwerkelijk recreatief gedrag. Dan blijkt dat een zeer klein aantal Nederlanders (3.319) het groen niet binnen tien minuten fietsen kan bereiken. Uitgesplitst naar type gebied blijkt dat bijna 1,5 miljoen Nederlanders (9%) het agrarisch gebied en 1,7 miljoen Nederlanders (10%) natuurlijke gebieden niet met deze norm kunnen bereiken. Verwacht wordt dat dit door uitdijende steden in de toekomst nog groter kan worden.