Derde watervoerend pakket
6. AANBEVELINGEN VOOR AANVULLEND ONDERZOEK
De beschikbare geohydrologische informatie betreffende de diepere ondergrond in de Centrale Slenk blijkt qua nauwkeurigheid en uitge-breidheid op een aantal onderdelen onvoldoende. Bovendien zijn de verzamelde gegevens in hoofdzaak afkomstig van derden en daardoor vaak niet afgestemd op een systematische geohydrologische verken-ning. Eet verdient daarom aanbeveling aanvullend onderzoek te richten Op:
de geohydrologische opbouw
De correlatie van scheidende kleilagen binnen de Formatie van Tegelen (Belfeld klei) en de Kiezeloôliet Formatie (Reuver klei, Brunssum klei) steunt op summiere stratigrafische gegevens.
Boorbeschrijvingen geven doorgaans een stratigrafische indeling die een voorlopig karakter draagt en kleilagen van b.v. de Kiezeloöliet Formatie niet apart benoemt (zie boringen grens-meetnet). Voorts bestaat onzekerheid met betrekking tot aantal, lokatie en geohydrologische betekenis van breuken binnen het slenkgebied.
de geohydrologische parameters
Gezien in verhouding tot de grootte van het onderzoekgebied en de gecompliceerde geohydrologische opbouw van de ondergrond, is de beschikbare informatie inzake bodemconstanten (kD, c en S) van diepere lagen beperkt. Dit geldt in bijzondere mate voor de verticale hydraulische weerstand (c-waarde), welke op slechts enkele plaatsen aan de hand van pompproeven is bepaald. Voor een deel zijn de uitkomsten onbetrouwbaar, vanwege de toegepaste interpretatiemethode.
Ontbrekende kwantitatieve informatie betreffende bodemconstanten dient te worden aangevuld, zo mogelijk door middel van enkele diepe pompproeven c.q. putproeven. Peilfilters van recente diepboringen (waaronder boringen grensmeetnet) kunnen bij vol-doende filterlengte worden gebruikt voor een kleine putproef ter bepaling van globale k-waarden in diepe watervoerende pakketten.
Bij korte filters worden de meetgegevens moeilijk interpreteer-baar.
I
-44-Eet geo-elektrisch onderzoek uitgevoerd in de kaartbiadgebieden 51 Oost en 51 West legt slechts voor een deel van de Centrale Slenk de diepte tot het zoet-brak grensviak vast. In verband daarmee wordt aanbevolen het geo-elektrisch onderzoek uit te breiden tot en met het gebied van de kaartbladen 45 West, 50 Oost, 56 Oost, 57 West en Oost. Voor dit onderzoek wordt onderstaand een raming van de kosten gegeven.
KOSTENRAMING GEO-ELEKTRISCH ONDERZOEK
Kaartbladen: 45 A,B,C,D; 50 D,E,F,G.H; 56 F; 57 A,B,E,F,G.
Aantal metingen
- 90 nieuw uit te voeren metingen
- 176 te interpreteren RWS metingen (gëén herinterpretatie)
Kostenraming
- veidwerk 90 metingen (7,5 week) f 75.000,-- - interpretatie 266 metingen (22,2 weekproduktie) f 270.000,--
Totaal (exclusief BTW, volgens tarieven 1983) f 345.000,-- c.
LITERATUUR
-1-
1. Geologisch Onderzoek
Bisschops, J.H., 1973.
Toelichting bij de Geologische kaart van Nederland, Eindhoven oost (51 oost) 1 : 50.000. Rijks Geologische Dienst, Haarlem.
Rijks Geologische Dienst, 1973,
Geologie van het gebied tussen de Rijen-Geertruidenbergstoring en de
Peelrandbreuk in de provincie Noord-Brabant, betreffende de bladen 45 west en oost. Rapport no. 930 A.
Geologische Stichting, 1964.
Uitgestrektheid en dikte van voor wateronttrekking in aanmerking komende lagen in de ondergrond van Noord-Brabant. Rapport nr. 418.
Rijks Geologische Dienst, 1973.
Geologie van het gebied bij 's-Hertogenbosch, Oss en Uden (kaartblad 45).
Rapport 930 B.
Rijks Geologische Dienst, 1974.
Geologisch onderzoek Midden Noord-Brabant, Rapport 1268/7006.
Rijks Geologische Dienst, 1976.
Twee geologische projecten in Zuid-Nederland. Rapport 7400.
Rijks Geologische Dienst, 1980.
Geologisch onderzoek Land van Heusden en Xltena. Rapport no. 10334.
Ridder, N.A. de en J.I.S. Zonneveld.
De ondergrond van het Boven-Dommelgebied.
Geologische Stichting en Landbouwproefscation en Bodemkundig Instituut TNO.
Zaguijn, W.E. en C.J. van Staalduinen, 1975.
Geologische overzichtskaarten van Nederland.
Rijks Geologische Dienst, Haarlem.
11
i
-2-
2. Geofysisch onderzoek
Geophysische Dienst der Staatsmijnen, 1949.
Eindverslag van het geophysisch onderzoek in Z.O. Nederland.
Mededelingen van de Geologische Stichting serie C-I-3-nr. I.
Lekahena, E.G., 1981.
Geo-electrjsch onderzoek Oosterhout-West. Rapport no. G-126.
T)i enst Grondwaterverkenning TNO.
Senden, W. 1981.
Geo-electrisch onderzoek 's-Hertogenbosch-Oost, kaartbiad 45 Oost. Rapport no. GF-134.
Dienst Grondwaterverkenning TNO.
Stavenga T., 1978.
Geo-electrisch onderzoek Eommelerwaard en Land van Altena. Rapport no. 109, Dienst Grondvaterverkenning TNO.
Van Daifsen, W. en T. Stavenga, 1976.
Rapport inzake een geo-electrisch onderzoek op de kaartbiaden 52 west en 52 oost (Venlo). Rapport no. 96.
Dienst Grondwatarverkenning TNO.
-3-.
3. Geohydrologisch onderzoek
Bon, J., 1976.
Geohydrologische interpretatie van het grondwatervlak in Midden-Noord-Brabant. Nota 912, Instituut voor Cultuurtechniek en Waterhuishouding, Wageningen.
Bracht, M.J. van, 1982.
Selectie waarnemingsreeksen in het Centrale Slenkgebied van Noord-Brabant, rapport ar. OS 82-18. Dienst Grondwaterverkenning TNO.
Duijvenbooden, W. van en G.T. Busz, 1978.
Overzicht van de grondwaterwinplaatsen voor de openbare drinkwatervoorziening op basis van een classificatie van de gexploiteerde watervoerende pakketten.
Rapport HyH - 78/01, B.ijksinstituut voor Drinkwatervoorziening.
IWACO, 1980.
Geohydrologisch onderzoek Winplaats Luyksgestel.
IWACO, 1982.
Geohydrologische modelstudie van het pompstation Vlierden.
Rapport 30.162-1.
Juhasz-Holterman, M.H.A. en A.N.M. Obdam, 1981.
Grondwaterstandsanalyse in de omgeving van het pompstation Son. Rapport HyH 81-26. Rijksinstituut voor Drinkwatervoorziening.
Juhasz-Holterinan, M.H.A., 1982.
Beknopte geohydrologische inventarisatie van de diepere watervoerende pakket-ten van de Centrale Slenk en het overgangsgebied pakket-ten zuidwespakket-ten van
Eindhoven. Rapport HyH 82-10, Rijksinstituut voor Drinkwatervoorziening.
Langbein, J.3.M., 1975.
Grondwaterkaart van Nederland. Inventarisatierapport Midden-Brabant.
Dienst Grondwaterverkenning TNO.
Lekahena, E.G., 1972.
Grondwaterkaart van Nederland, Geohydrologische toelichting bij kaartbiaden 51 oost en 52 West. Dienst Grondwaterverkenning TNO.
Lekahena, EG. en G.A.G. Nelisse, 1974.
Grondwaterkaart van Nederland, Geohydrologische toelichting bij kaartbiaden 45 west en 45 oost. Dienst Grondwaterverkenning TNO.
Philips J.G.H., G. van der Velde, M.A. den Hoed, 1982.
Orinterend onderzoek naar de winningsmogelijkheden van grondwater te Empel.
Rapport SWO-393. KIWA N.V.
Rijksinstituut voor Drinkwatervoorziening, 1946.
Nota inzake de te verwachten daling van den grondwaterstand tengevolge van de waterwinning in het te stichten pompstation Vessem van de N.V. Waterleiding maatschappij Oost-Brabant.
-4-
Rijksinstituut voor Drinkwatervoorziening, 1951.
Nota inzake een geo-hydrologisch onderzoek naar de te verwachten daling van de grondwaterstand tengevolge van de waterwinning in een tussen Vlierden en Ommel te stichten pompstation van de N.V. Waterleidingmaatschappij Oost-Brabant.
Rijksinstituut voor Drinkwatervoorziening, 1954.
Nota inzake de verlaging van de grondwaterstand onder invloed van de water-onttrekking in de winplaats te Acht van de N.V. Philips' gloeilampenfabriek.
Rijksinstituut voor Drinkwatervoorziening, 1956.
Geohydrologie der waterwinplaatsen in de provincie Noord-Brabant.
Rijksinstituut voor Drinkwatervoorziening, 1959.
Rapport inzake een geohyrologisch onderzoek ten behoeve van de aanleg van een spoorwegonderdoorgang nabij de InsulindeLa'i te Eindhoven.
Rijksinstituut voor Drinkwatervoorziening, 1960.
Rapport inzake een onderzoek naar het te verwachten waterbezwaar in een bouw-put ten behoeve van de bouw van een schutsluis in de haven te Waalwijk.
Rijksinstituut voor Drinkwatervoorziening, 1961.
Rapport inzake een geohydrologisch onderzoek ten behoeve van de grondwater-winplaats van de Gemeentebedrijven te Weert.
Rijksinstituut voor Drinkwatervoorziening, 1964.
Rapport inzake de geohydrologische onderzoekingen t.b.v. de uitbreiding van de waterwinplaats Gilzerbaan van de N.V. Tilburgse Waterleiding Maatschappij.
Rijksinstituut voor Drinkwatervoorziening, 1965.
Rapport inzake een onderzoek naar de mogelijkheid tot het inrichten van een 2e waterwinplaats voor de gemeente Eindhoven in de omgeving van Geidrop en Heeze.
Rijksinstituut voor Drinkwatervoorziening, 1965.
Rapport inzake de te verwachten grondwaterstandsverlagingen ten gevolge van de wateronttrekking door het pompstation Budel van de Watarleidingmaatschap-pij Oost-Brabant.
Rijksinstituut voor Drinkwatervoorziening, 1965.
Rapport inzake een geohydrologisch onderzoek i.v.m. de stichting van een nieuwe waterwinplaats te Loosbroek van de N.V. Waterleidingmaatschappij Oost-Brabant.
Rijksinstituut voor Drinkwatervoorziening, 1967.
Rapport inzake een geohydrologisch onderzoek t.b.v. de uitbreiding van de grondwaterwinning op de waterwinplaats Rosinalen-Nuland.
-5-
Rijksiristituut voor Drinkwatervoorziening, 1969.
Rapport inzake de mogelijkheden van uitbreiding van de waterwinplaats Genderen.
Rijksinstituut voor Drinkwatervoorziening, 1970.
Rapport inzake het te verwachten waterbezwaar van. de onderdoorgangen in de rondweg ten noorden van Den Bosch.
Rijksixistituut voor Drinkwatervoorziening, 1970.
Rapport inzake de mogelijkheid van grondwaterwinning op het industrieterrein te Uden (N.Br.).
Rijksinstituut voor Drinkwatervoorziening, 1971.
Rapport inzake een onderzoek naar de mogelijkheid tot het inrichten van een tweede grondwaterwinplaats aan de Hoogbosweg en het winnen van diep grondwa-ter op de bestaande winplaatsen aan de Graaf schap Hornelaan te Weert.
Rijksinstituut voor Drinkwatervoorziening, 1971.
Inventarisatie van de geohydrologische en bodemkundige gegevens van het Maaskant-gebied tussen Empel en Macharen.
Rijksinstituut voor Drinkwatervoorziening, 1971.
Nota inzake de poutpproef. in het 'diepe' watervoerende pakket op de waterwin-plaats Aalsterweg van de gemeente Eindhoven.
Rijksinstituut voor Drinkwatervoorziening, 1973.
Rapport inzake een geohydrologisch onderzoek t.b.v. de mogelijke stichting van een waterwinplaats ten zuiden van Valkenswaard (De Malpy).
Rijksinstituut voor Drinkwatervoorziening, 1974.
Rapport betreffende een geohydrologisch en hydrochemisch onderzoek naar de mogelijkheden van uitbreiding van de grondwaterwinning te Waalwijk, inclusief beschermende maatregelen.
Rijksinstituut voor Drinkwatervoorziening, 1976.
Rapport inzake een geohydrologisch onderzoek ten behoeve van de aanleg van een spoortwegonderdoorgang in het bestemmingsplan Herzenbroeken te
Eindhoven.
Rijksinstituut voor Drinkwatervoorziening, 1977.
Rapport betreffende een voortgezet geohydrologisch onderzoek naar de gevolgen van een uitbreiding van de grondwaterwinning door het pompstation Waalwijk.
Rijksinstituut voor Drinkwatervoorziening, 1979.
Rapport inzake een onderzoek naar de mogelijke verzilting van het grondwater op de waterwinplaats Genderen in het Land van Altena.
Rijksiristituut voor Drinkwatervoorziening, 1979.
Rapport inzake de analyse van grondwaterstanden in de omgeving van het pomp-station 'Ir. A.J. Stuurmant te Schijndel.
Rijksinstituut voor Drinkwatervoorziening, 1980.
Rapport inzake een proefbetnaling t.b.v. de bouw van sluis DE in de Zuid-Willemsvaart.
Visscher W., 1970.
Regionaal geo-hydrologisch onderzoek bij de bepaling van de optimale grond-wateronttrekking in een groot stroomgebied 1120 3:76-81.
N.V. Waterleidingmaatschappij Oost-Brabant, 1960.
Nota inzake de berekening van de te verwachten afpompingen in de potapputten van de waterwinplaats Haaren (Noord-Brabant).
N.V. Waterleidingmaatschappij Oost-Brabant, 1968.
Rapport inzake een geohydrologisch onderzoek t.b.v. een door de N.V. Wate- leidingtnaatschappij Oost-Brabant te stichten nieuwe waterwinplaats in de omgeving van Son.
N.V. Waterleidingmaatschappij Oost-Brabant, 1970.
Rapport betreffende een geohydrologisch onderzoek t.b.v. een door de
N.V. Waterleidinginaatschappij Oost-Brabant te stichten waterwinplaats in de omgeving van Schijndel.
N.V. Waterleidingmaatschappij Oost-Brabant, 1971.
Rapport betreffende een geohydrologisch onderzoek t.b.v. een door de
N.V. Waterleidingmaatschappij Oost-Brabant te stichten waterwinplaats in de omgeving van Lie shout.
N.V. Waterleidingmaatschappij Oost-Brabant, 1972.
Rapport betreffende een geohydrologisch onderzoek t.b.v. de door de N.V. Waterleidingmaatschappij Oost-Brabant uit te breiden waterwinplaats Vlierden.
N.V. Waterleidinginaatschappij Oost-Brabant, 1972.
Rapport betreffende een geohydrologisch onderzoek t.b.v een door de
N.V. Waterleidingmaatschappij Oost-Brabant te stichten waterwinplaats in de omgeving van Lith.
N.V. Waterleidingmaacschappij Oost-Brabant, 1973.
Rapport betreffende een geohydrologisch onderzoek t.b.v. een door de
N.V. Waterleidingmaatschappij Oost-Brabant te stichten waterwinplaats in ae omgeving van Helvoirt.
-7--
N.V. Waterleidingmaatschappij Oost-Brabant, 1974.
Rapport betreffende een geohydrologisch onderzoek t.b.v. een door de
N.V. Waterleidingrnaatschappij Oost-Brabant te stichten waterwinplaats in de omgeving van Oirschot.
N.V. Waterleidingniaatschappij Oost-Brabant, 1974.
Rapport betreffende een geohydrologisch onderzoek t.b.v. een door de
N.V. Waterleidingmaatschappjj te stichten waterw -inplaats in de omgeving van Someren.
-1
I
4. Waterhuishouding
Bon, F., 1975.
Het afvoeronderzoek in Midden-Noord-Brabant. Nota 874, Instituut voor Cultuurtechniek en Waterhuishouding.
Brinkhof, J., 1967.
Rapport inzake onderzoek naar de frequentie van afvoeren in het stroomgebied van de Dorige.
Rijkswaterstaat- Dienst voor de Waterhuishouding.
Van der Laan, W.P., H.J. Eggink en E.H. Ketelaars, 1972.
De waterhuishouding van het stroomgebied van de Doinmel: kwantitatieve en kwalitatieve aspecten.
De Ingenieur 84: A795 - A808.
-9-
5. Bodemonderzoek
Stichting voor Bodemkartering, 1976
Bodeinkaart van Nederland, blad 45 oost, 46 west - 46 oost.
- 10 -
6. Onderzoek naar de drinkwatervoorziening
Werkgroep Basisplannen Oost-Noord-Brabant, 1970.
Deelrapport Basisplannen Oost-Noord-Brabant.
LITERATUUR
Aanvulling literatuuroverzicht Centrale Slenk (Oost-Brabant)
Bon, J. (1968)
The configuration of the groundwater table. Institute for Land and Water Management Research, Wageningen.
Technical Bulletin 56, pp. 27-36.
Bon, J. (1972)
Hydrologische veldkenmerken langs de westflank van de Peelhorst.
KNAG. Geografisch Tijdschrift, deel VI, nr. 5.
Burck, E.D.M. c.s. (1956)
Het Jong-Kwartair op de Peelhorst en in de westelijk van de Horst gelegen Grote Slenk.
Meded. Geol. St., N.S. 10, pp. 43-81.
Commissie Waterbeheersing Noord-Brabant (1957) Waterbeheersing in Noord- Brabant.
Uitgave Provinciaal Bestuur Noord-Brabant, 's-Hertogenbosch.
Ernst, L.F. (1956)
Infiltratie in het Boven-Dommelgebied.
Rapport 1956 - Landbouwproefstation en Bodemkundig Instituut TNO, Groningen.
Ernst, L.F. en N.A. de Ridder (1960)
High resistance to horizontal groundwater flow in coarse sedi-ments due to faulting.
Geologie en Mijnbouw, N.S. 22, pp. 66-85.
Gischler, C.E. (1962)
Rapport inzake het hydrogeologisch en geo-elektrisch onderzoek in de omgeving van het pompstation te Veghel.
Niet gepubliceerd.
Gischler, C.E. (1963)
Aanvulling van het rapport inzake het hydrogeologisch en geo-elektrisch onderzoek in de omgeving van het pompstation te Veghel voor het gebied Vinkel-Loosbroek-Heesch.
Niet bepubliceerd.
Gun, J.A.M. van der (1979)
Schatting van de elastische bergingscoëfficiënt van zandige watervoerende pakketten.
Dienst Grondwaterverkenning TNO, jaarverslag 1979, pp. 51-61.
Kouwe, J.J. en S. Vrijhof (1958)
De landbouwwaterhuishouding in de provincie Noord-Brabant.
Commissie Onderzoek Landbouwwaterhuishouding Nederland TNO, Rapport no. 11.
Kouwe, J.J. (1958)
Watervoorziening van landbouwgronden in het Boven-Dommelgebied.
Zuid-Nederlandse Drukkerij NV, 's-Hertogenbosch.
Moen, H.J. en J. Bon (1973)
Bijdrage tot het geohydrologisch onderzoek met behulp van een kwel- en inzijgingsberekening in het gebied van de Astense Aa.
Nota 751 ICW.
Oostra, A.D. (1964)
De opzet van de wateraanvoerplannen van Zuid-Nederlandse zand-gronden.
Instituut voor Cultuurtechniek en Waterhuishouding, Mededeling 71, pp. 684-879.
Penman, H.L. (1948)
Natural evaporation from open water, bare soil and grass.
Proceeding Royal Society A103:120 Ridder, N.A. de (1956)
De kwartaire en jong-tertiaire tektoniek van Midden-Limburg en zuidoostelijk Noord-Erabant.
Geologie en Mijnbouw, N.S. 21, pp. 1-24.
Ridder, N.A. de (1962)
Geologisch profiel langs de Zuidwillemsvaart.
Nota ICW.
Ridder, N.A. de en K.E. Wit (1965)
A compartive study on the hydraulic conductivity of unconsoli-dated sediments.
Institute for Land and Water Management Research, Wageningen.
Technical Bulletin 48.
Ridder, N.A. de (1968)
Some hydrogeological properties of the geological formations.
Institute for Land and Water Management Research, Wageningen.
Tec'nnical Bulletin 56, pp. 37-47.
Rijks Geologische Dienst (1982)
Geologische inventarisatie van tertiaire afzettingen in Zuid-Nederland t.b.v. ondergrondse opslag en winning van warm water.
Rijksinstituut voor Drinkwatervoorziening
(1939) Rapport inzake een geohydrologische onderzoek ten behoeve van de aanleg van een spoorwegonderdoorgang in de omlegging van Rijksweg no. 66 beoosten Orthen.
Niet gepubliceerd.
(1948) Nota inzake de te verwachten daling van de grondwaterstand ten gevolge van de waterwinning in het te stichten pomp-station Berghem van de NV Waterleidingmaatschappij Oost-Brabant.
Niet gepubliceerd.
(1958) Rapport inzake een geohydrologisch onderzoek ten behoeve van de aanleg van spoorwegonderdoorgang in de omlegging van Rijksweg no. 65 te Vught.
Niet gepubliceerd.
(1958) Rapport inzake een geohydrologisch onderzoek ten behoeve van de aanleg van een wegonderdoorgang in de omlegging van Rijksweg 64 te Vught.
Niet gepubliceerd.
(1960) Nota inzake de berekening van de te verwachten afpompingen in de pompputten van de waterwinplaats Haaren
(Noord-Brabant) van de NV Waterleidinqmaatschappij Oost-Brabant.
Niet gepubliceerd.
(1970) Nota inzake de mogelijkheden van berging en infiltratie op de Groote Heide te Geldrop.
Toom, J.C. van den (1967)
Toelichting bij de geologische kaart van Nederland 1:50.000, blad Venlo-West (52W).
Rijks Geologische Dienst, Haarlem
Verengiging van Exploitanten van Waterleidingbedrijven in Nederland (VEWIN, 1980)
Waterleidingstatistiek 1980, deel I.
Visser, W. (1967)
Grondwaterwinning in de provincie Noord-Erabant.
Voorlopige conclusies - Rijksinstituut voor Drinkwatervoor-ziening, 's-Gravenhage. Niet gepubliceerd.
I
Zagwijn, W.H. (1963)
Pleistocene stratigraphy in the Netherlands, based on changes in vegetations and climate.
Verh. Kon. Geol. Mijnb. Genootschap, Geol. Serie, 21-2, Jub.
Convention, Pt. 2, pp. 173-196.
Zagwijn, W.H. (1971)
Toelichting bij de voorlopige kaart "Breuken in het Kwartair van Zuid- en Midden-Nederland", schaal 1:250.000.
Rijks Geologische Dienst, rapport DR 1336. Niet gepubliceerd.
Zonneveld, J.I.S. (1947)
Het Kwartair van het Peelgebied en de naaste omgeving.
Mededelingen Geol. Sticht., Serie C, VI-No.3.
Zonneveld, J.I.S. (1958)
Lithostratigrafische eenheden in het Nederlandse Pleistoceen.
Mededelingen Geol. Sticht., N.S. 12, pp. 31-64.