• No results found

6. Conclusies en aanbeveling

6.2 Aanbevelingen

Het onderzoek resulteert ook in diverse aanbevelingen. De belangrijkste hiervan zijn:

 De belangrijkste stap in het neerzetten van het Brede Schoolconcept is de helderheid over de visie. Aan de voorkant moet helder zijn wat partijen met elkaar willen bereiken. Dit kan ook flexibiliteit zijn! De huisvesting moet deze visie niet in de weg staan en waar mogelijk stimuleren door middel van de in de conclusie genoemde aspecten waaraan de huisvesting moet voldoen.

 Bij het ontwerp van het gebouw is het van belang ook de buitenruimte mee te nemen. De buitenruimte heeft evenzeer een bepaalde invloed op de mate waarin partijen met elkaar (kunnen) samenwerken.

 Beheer en onderhoud van een gebouw is een belangrijk aandachtspunt als partijen bij elkaar in één gebouw zijn gehuisvest. Wanneer een gebouw zodanig is ontworpen dat deze optimaal aansluit bij de samenwerkende visie van partijen, kan gebrekkig beheer uiteindelijk afbreuk doen aan de samenwerking van partijen.

 Het is belangrijk te constateren dat wanneer de wil er is om het Brede Schoolconcept te laten slagen er altijd een weg is om dit waar te maken. In de praktijk blijkt dat veelal excuses worden aangedragen die als verklaringen gelden waarom het Brede Schoolconcept niet van de grond komt. Bijvoorbeeld bezuinigingen of teruglopende leerlingaantallen. Deze omstandigheden maken het laten slagen van een Brede Schoolconcept niet eenvoudig, maar zeker niet onmogelijk. Juist een Brede

Schoolconcept kan ook zorgen voor kostenbesparingen en het weer aantrekken van nieuwe leerlingen.

 Voor vervolgonderzoek is het interessant onderzoek te doen naar de flexibiliteit van de huidige en de te ontwikkelen (school)gebouwen en multifunctionele accommodaties: biedt huisvesting die voldoet aan de genoemde aspecten voldoende flexibiliteit om in te spelen op (toekomstige) ontwikkelingen.

Bijlage 1 - ABC Scholen in Amersfoort

Bijlage 1 – ABC-scholen in Amersfoort

In 1995 zijn in Nederland de eerste Brede Scholen gestart. In Amersfoort wordt de Brede School de Amersfoortse Brede Combinatie (ABC)-school. De ABC-school is er voor kinderen van 0 tot 12 jaar en hun ouders in de wijk. Alle wijken in Amersfoort hebben een ABC-school. In het totaal zijn er zeventien ABC-scholen in Amersfoort. Slechts enkele basisscholen in Amersfoort zijn niet aangesloten bij de Stichting van ABC in Amersfoort.

Hét kenmerk van de ABC-scholen is de inhoudelijke samenwerking tussen scholen en andere instellingen. Het is voor samenwerking niet noodzakelijk om in een gebouw te zitten.

De ABC-school biedt minimaal een combinatie van onderwijs, opvang en welzijn. Per wijk kan dit met een profielkeuze op maat worden uitgebreid met aanbod van

bijvoorbeeld zorg, sport en spel, intensief ICT-gebruik en kunstzinnige en culturele vorming.

Amersfoort hanteert voor haar ABC-scholen de volgende uitgangspunten:

 Hoogwaardige samenwerking.

 Breed aanbod voor kinderen van 0-12 jaar.

 Maatwerk per wijk.

 Waar mogelijk onder één dak.

 Ouders betrekken en ondersteunen.

 Sociale contacten in de wijk versterken.

Profielen voor maatwerk in de wijk

Profielen kunnen de beeldvorming van de Brede School versterken. Het zijn korte typeringen van Brede Scholen waarin doelen, doelgroep en programmering in onderlinge samenhang worden beschreven. Er wordt gewerkt met drie profielen, te weten kansenprofiel, wijkprofiel en verrijkingsprofiel.

Kansenprofiel

Het kansenprofiel richt zich op het bestrijden van onderwijsachterstanden, het bieden van

verrijkingsmogelijkheden en zorg. Een ABC-school met dit kansenprofiel zet zich in voor het versterken van de doorgaande ontwikkelingslijn van leerlingen en zoeken nadrukkelijk samenwerking met de peuterspeelzaal. Ook na de schooltijd gaat de ontwikkelingslijn door.

Centrale doelstellingen voor scholen met dit profiel zijn bijvoorbeeld de aanpak van taalachterstanden of de ondersteuning van ouders bij de opvoeding. Voorbeelden van bondgenoten: peuterspeelzalen, thuiszorg, et cetera.

De ABC-scholen in Kruiskamp-De Koppel, Liendert, Rustenburg, Schuilenburg, Randenbroek, Nieuwland en Soesterkwartier hebben een kansenprofiel.

Wijkprofiel

De ABC-school met dit profiel is het bruisend middelpunt in de eigen wijk of buurt. Doordat de school samenwerkt met bijvoorbeeld sociaal-cultureel werk en hulpverlening is er meer betrokkenheid van ouders bij school en bij ontwikkelingen in de wijk. Dit versterkt de sociale samenhang en veiligheid in de buurt. In dit profiel gaat het om het bijeenbrengen van een aantal voorzieningen, die voor de buurt een belangrijke functie kunnen vervullen.

ABC-scholen met dit profiel dragen bij aan een beter leefklimaat en stellen hun gebouw open voor anderen. Ook ’s avonds en in de weekenden wordt volop gebruik gemaakt van de faciliteiten door verschillende groepen, zoals bijvoorbeeld ouders, verenigingen en ouderen. Voorbeelden van bondgenoten: politie, zelforganisaties, et cetera.

De ABC-scholen in Hooglanderveen, De Brink en De Laak (in Vathorst) en Schothorst Zuid hebben een wijkprofiel.

Verrijkingsprofiel

Bij het verrijkingsprofiel ligt het accent vooral op sociaal, cultureel en sportief gebied. In deze doorgaande ontwikkelingslijn bestaat aandacht voor verrijkende activiteiten naast de cognitieve, om ook de sociaal emotionele ontwikkeling van kinderen en andere doelgroepen een extra impuls te geven. Daarmee wordt het zelfvertrouwen en zelflerend vermogen gestimuleerd. De gedachte achter dit profiel is dat wanneer kinderen geen gebruik maken van buitenschoolse voorzieningen je die voorzieningen in de school moet halen.

Binnen de doorgaande ontwikkelingslijn worden creatieve en sportieve activiteiten georganiseerd die zich zowel op de cognitieve als de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen en andere doelgroepen richten. Talenten die kinderen meenemen worden binnen het schoolprogramma niet altijd aangesproken of gestimuleerd. Door te ontdekken waar je goed in bent wordt het positieve zelfbeeld en het

zelfvertrouwen bevorderd. Voorbeelden van bondgenoten: buurtcentra, sportbuurtwerk, muziekscholen, centra voor kunstzinnige vorming, sport- en cultuurverenigingen et cetera.

De ABC-scholen in Schothorst Noord, Kattenbroek, Bergkwartier, Vermeer-Leusderkwartier, Hoogland en Zielhorst hebben een verrijkingsprofiel.

Bijlage 2 - Vragenlijst bezoek Brede Scholen

Bijlage 2 – Vragenlijst bezoek Brede Scholen

1. Uit welke organisaties bestaat uw brede school?

* Onderwijs ja / nee, zo ja omvang:

* Welzijn ja / nee, zo ja omvang:

* Kinderopvang ja / nee, zo ja omvang:

* Peuterspeelzaal ja / nee, zo ja omvang:

* Zorg ja / nee, zo ja omvang:

* Cultuur ja / nee, zo ja omvang:

* Sport ja / nee, zo ja omvang:

* Overheid ja / nee, zo ja omvang:

2. Heeft uw brede school een gemeenschappelijke visie? Zo ja, wat is deze visie?

3. Wat is de doelstellingen / zijn de doelstellingen van uw brede school?

4. Hoe bent u gehuisvest?

* Aantal gebouwen

* M2

* Ligging

* Uitstraling

* Ruimten

* Gezamenlijk gebruik ruimten

* Entrees

* Buitenruimte

5. Draagt de huisvesting in uw optiek bij aan het bereiken van de doelstelling(en) van uw brede school? Op welke manier wel/niet? Kunt u een praktijkvoorbeeld noemen?

6. In hoeverre maakt de huisvesting het makkelijker om dagarrangementen aan te bieden?

7. Sluit de uitstraling van de huisvesting aan bij de identiteit van uw brede school en de verschillende organisaties?

8. In hoeverre bevordert de huisvesting de (onderlinge) communicatie?

9. In hoeverre bevordert de huisvesting de (onderlinge) samenwerking? Zijn er heldere afspraken over het gebruik van ruimten?

10. Wat is de belangrijkste succesfactor voor het Brede School concept?

Bijlage 3 - Kwaliteitscriteria

bedoeld zijn, zoals het Evaluatiemodel Brede School (Oberon, 2004).

Kwaliteitszorg

De door u geselecteerde criteria bieden ant-woord op de vraag wat een brede school in uw gemeente is. Anders gezegd, een brede school is pas een brede school als aan alle cri-teria is voldaan.

Een opiniepeiling zoals hierboven beschreven, kan dienen als start van een traject van kwali-teitszorg. Voor veel brede scholen zal gelden dat zij nog niet aan alle criteria voldoen. Het gebruik van de lijst maakt duidelijk op welke criteria actie moet worden ondernomen om de brede school verder te ontwikkelen. Gemeen-ten en betrokken organisaties kunnen -bijvoor-beeld jaarlijks- nagaan of criteria gehaald zijn en of het haalbaar is om ze binnen de afge-sproken termijn te bereiken. Daarnaast is het belangrijk om te controleren of de criteria die al bereikt zijn ook gerealiseerd blijven en wat daar in termen van organisatie, personeel en financiën voor nodig is.

Wat nieuw is aan de brede school, is dat meer-dere organisaties uit verschillende disciplines samen een aantal gemeenschappelijke doelen willen realiseren. De criteria geven vooral aan hoe dat proces georganiseerd zou moeten worden en niet zozeer wat de uiteindelijke opbrengst van de brede school zou moeten zijn. In andere woorden: de kwaliteitscriteria geven het antwoord op de vraag ‘wat is een brede school?’. Zij geven geen uitsluitsel over de vraag ‘wat levert een brede school op?’ In de terminologie van het INK-model3ligt het accent meer op de organisatiegebieden (onder meer visie, middelen, processen) dan op de resultaatgebieden (eindresultaten en waarde-ring door kinderen, ouders, maatschappij).

Anders gezegd, met de criterialijst kunt u nagaan of het proces naar wens verloopt, of dat u de zaken op een aantal fronten wellicht anders zou moeten aanpakken.

Toelichting bij de kwaliteitscriteria Op grond van literatuuronderzoek, consultatie van deskundigen, en de lokale lijsten van de pilot-deelnemers hebben we een tiental kwali-teitscriteria voor de brede school geformu-leerd. Elk criterium is opgebouwd uit meerdere deelcriteria. We lichten elk kwaliteitscriterium nader toe.

Criterium 1:Gezamenlijke visie Hierbij gaat het om de visie op de brede school: alle participerende organisaties hebben de brede school op dezelfde manier op hun netvlies. Dit geldt zowel voor het management als voor de werkvloer. Het is belangrijk dat die visie wordt vertaald in concrete doelen (gefor-muleerd in SMART4-termen) en activiteiten.

Criterium 2:Het kind staat centraal Kinderen zijn de belangrijkste doelgroep van de brede school. Zij staan daarom centraal in de brede school die hen optimale ontwikke-lingskansen wil bieden. Een belangrijk uit-gangspunt daarbij is de totale ontwikkeling van het kind: zowel de cognitieve ontwikkeling als de sociaal-emotionele en fysieke ontwikke-ling komen aan bod. Dit wordt uitgewerkt in activiteiten op de gebieden educatie, zorg, vrije tijd en opvang.

Criterium 3:Ouders betrokken

Na kinderen vormen ouders de belangrijkste doelgroep van de brede school. Ouders wor-den bij de brede school betrokken door ze te informeren en te raadplegen over de brede

school. Naar aanleiding van onder andere de raadplegingen kan de brede school ook acti-viteiten voor ouders organiseren op het gebied van opvoedingsondersteuning, educatie en vrije tijd.

Criterium 4:Maatwerk in de wijk

Maatwerk in de wijk verwijst naar vraaggericht werken. Dat wil zeggen dat de brede school ontwikkeld wordt op grond van de behoeften van kinderen, ouders en overige wijkbewoners.

Het betekent dat de brede school ook op wijk-niveau op maat wordt vormgegeven. Hiervoor moet voldoende informatie over de wijk beschikbaar komen. Bovendien dient de wijk ook op de hoogte te worden gehouden van ontwikkelingen en activiteiten in de brede school.

Criterium 5:Multidisciplinaire samenwerking De kwaliteit van de samenwerking en de orga-nisatiestructuur waarin onder andere de samenwerking geregeld wordt vormen een belangrijk criterium. Welke organisaties zijn de kernpartners van de brede school? Deze kern-partners ‘zijn’ de brede school, bij hen ligt het eigenaarschap. En welke organisaties dragen op verzoek van deze kernpartners als ‘onder-aannemer’ bij aan de brede school (uitbrei-dingspartners)? Hoe zijn de rollen tussen de partners verdeeld? De verschillende verant-woordelijkheden van de diverse partners moet duidelijk zijn.

Criterium 6:Doorgaande lijn

In de brede school wordt gewerkt aan door-gaande lijnen. Dat wil zeggen dat de betrok-ken organisaties hun werkwijze op elkaar afstemmen en dat informatie adequaat wordt overgedragen. Hierbij kan het gaan om een doorgaande lijn op één dag en om een doorgaande ontwikkelingslijn van het kind in verschillende leeftijdsfases.

Criterium 7:Nieuwe professionele houding Werken in een brede school vraagt een andere houding van de medewerkers van de verschil-lende organisaties dan werken in afzonderlijke organisaties. Om als professional goed te kun-nen functioneren in de brede school moet je open staan voor de andere organisaties en bereid zijn om samen te werken en krachten te bundelen. Professionals houden elkaar op de hoogte van elkaars werkzaamheden en raad-plegen elkaar als dat nodig is. Ook weten professionals van elkaar wat zij kunnen.

Criterium 8:Structurele aanpak

De partners in de brede school hebben afspra-ken gemaakt over een langere periode om de gestelde doelen te bereiken: de werkzaamhe-den en afspraken zijn structureel (in plaats van ad hoc of incidenteel). Om dit te bereiken moet men zorgen voor een systematische aan-pak die gebaseerd is op consistent en lange termijn beleid. Daarbij hoort ook een structure-le financiering van de organisatie en de acti-viteiten.

Criterium 9:Geschikte en beschikbare ruimte In de brede school wordt samengewerkt door meerdere organisaties. Die organisaties bren-gen ook hun ruimtes in, al dan niet in één gebouw. In alle gevallen spelen efficiënt ruim-tegebruik en het maximaal benutten van de ruimtelijke mogelijkheden een rol. Bovendien zijn ook de programmering en het beheer van belang.

Criterium 10:Zichtbaar maken van resultaten In de brede school wordt, zeker in de beginfa-se, vaak veel tijd, energie en geld geïnvesteerd.

Het is daarom van belang om na verloop van tijd ook de resultaten goed in beeld te bren-gen: is het alle investeringen waard geweest?

En – misschien nog wel belangrijker – wordt naar aanleiding van geconstateerde knelpun-ten gezocht naar oplossingen?

ten bepalen op welk niveau u de lijst inzet. De kwaliteitscriteria zijn uiteraard bruikbaar op locatieniveau, dat wil zeggen voor individuele brede scholen. Het ligt echter voor de hand om de criteria ook locatieoverstijgend, dat wil zeggen op het niveau van wijk, stadsdeel of gemeente, in te zetten.

In de tweede plaats dient u afspraken te maken over tijdpad en communicatie. Op welke ter-mijn wilt u aan de kwaliteitscriteria voldoen?

En wanneer informeert u bijvoorbeeld de werk-vloer, het management, of de politiek? Op de derde plaats zult u moeten bepalen met welke doelstelling u de lijst gaat gebruiken: beleids-ontwikkeling, opiniepeiling en/of kwaliteits-zorg?

Tips voor gebruik Beleidsontwikkeling

De lijst met kwaliteitscriteria kan ingezet wor-den om richting te geven aan het beleid van scholen, instellingen en gemeente. Als u het in een vroeg stadium eens kunt worden over wat u onder een brede school verstaat, biedt dat een kader voor onder meer visie, planvorming (denk aan startnotities, locatieplannen e.d.), organisatie en de concrete uitwerking van de programmering van activiteiten. Alle betrokken partijen weten dan wat in hun gemeente een brede school is, waar ze naar toe moeten wer-ken en wat er van hen verwacht wordt. Als de criteria in een later stadium van het ontwikke-lingsproces worden vastgesteld, geven zij rich-ting aan de evaluatie en eventuele bijstelling van beleid. Daarbij gaat het onder meer om de vraag welke randvoorwaarden nog vervuld moeten worden om de brede scholen verder te ontwikkelen.

Opiniepeiling

Door de lijst met criteria als ‘checklist’ te gebruiken krijgt u een eerste indruk van de stand van zaken en de mate waarin uw brede school aan de criteria voldoet. In de

rechter-kolommen van de lijst kunt u aangeven in hoe-verre u vindt dat de brede school elk deelcrite-rium al gerealiseerd heeft. De lijst met kwali-teitscriteria kan door personen uit verschillende geledingen worden ingevuld. U kunt de lijst bijvoorbeeld laten invullen door vertegenwoor-digers van alle brede scholen in uw gemeente en zo een totaalbeeld van de situatie in de gemeente verkrijgen. Natuurlijk kunt u de lijst ook per brede school laten invullen, bijvoor-beeld door (vertegenwoordigers van) perso-neel en management van de betrokken organi-saties. Belangrijk is om steeds in de gaten te houden dat het gaat om de mening van de personen die de checklist hebben ingevuld!

De mate van waarin een criterium gerealiseerd is, kan worden aangeven door middel van een kruisje in één van de rechterkolommen. De gebruikte symbolen hebben de volgende bete-kenis:

++ duidelijk wel: de brede school voldoet volledig aan het criterium + voldoende : de brede school voldoet

aan het criterium, maar nog niet volledig - onvoldoende: de brede school voldoet

een beetje aan het criteri-um, maar nog te weinig

— duidelijk niet: de brede school voldoet duidelijk nog niet aan het genoemde criterium

Let op: de criterialijst is niet geschikt om brede scholen te evalueren. Door de lijst in te vullen krijgt u slechts een globaal beeld van de (opi-nie over de) huidige kwaliteit van de brede school en van de onderdelen die naar eigen bevinding onder de maat functioneren. Dit beeld kan wel dienen als startpunt voor moni-toring en evaluatie: op grond van de opinie-peiling kunt u bepalen op welke onderdelen evaluatie nodig is. Als u de brede school uitge-breider en objectief wilt evalueren dan kunt u gebruik maken van instrumenten die daarvoor Kwaliteitscriteria voor brede scholen

Wat is een brede school? Deze vraag is niet gemakkelijk te beantwoorden omdat iedere brede school weer anders is. Vaak wordt dan ook gezegd dat dé brede school niet bestaat.

Met dat antwoord kunnen scholen, instellin-gen en gemeenten die aan brede scholen wer-ken echter niet uit de voeten. Zij zullen het in een vroeg stadium van hun samenwerking eens moeten worden over wat zij onder een brede school verstaan.

Daarom hebben Oberon en OOG onderwijs-ondersteuning in opdracht van drie gemeen-ten, een welzijnsinstelling, een stadsdeel en een schoolbestuur1en het Ministerie van OCW een lijst met kwaliteitscriteria voor brede scho-len ontwikkeld. De lijst is met name bedoeld voor managers en bestuurders en kan op een-voudige wijze worden ingezet om sturing te geven aan de totstandkoming en de dagelijkse werking van brede scholen.

Hoe is deze lijst tot stand gekomen?

De lijst met kwaliteitscriteria is samengesteld op basis van internationaal literatuuronder-zoek, consultatie van deskundigen en tests in pilotgemeenten. Na inventarisatie van de beschikbare kennis in binnen- en buitenland en een expertbijeenkomst is een aantal con-ceptcriteria geformuleerd. Deze voorlopige cri-teria zijn in coproductie met een groot aantal vertegenwoordigers van scholen, instellingen en gemeenten op maat gemaakt voor Amers-foort, Amsterdam, Hoogezand-Sappemeer, Maastricht en Tilburg2. De kwaliteitscriteria uit deze gemeenten zijn vervolgens gebundeld in een landelijke lijst, die nogmaals door experts van commentaar is voorzien. Het resultaat is de definitieve lijst met kwaliteitscriteria in deze brochure.

Stel uw eigen kwaliteitscriteria vast De kwaliteitscriteria in deze brochure zijn niet bedoeld als keurslijf maar als leidraad. Daarbij gaat het er om dat u samen met de (besturen van de) betrokken scholen en instellingen bepaalt wat in uw ogen een brede school is.

Wij adviseren om volledigheid na te streven.

Misschien vindt u sommige criteria nu nog niet van belang. Toch is het met het oog op meer-jarig gebruik van de criteria verstandig om nu al alle essentiële kenmerken van uw brede scholen in de lijst op te nemen. Dat betekent dat u afspreekt dat een brede school pas een brede school is als aan alle criteria is voldaan. U kunt de onderstaande stappen volgen:

1. Als dat nodig is past u de in de lijst gebruik-te gebruik-termen aan, en voegt eventueel eigen cri-teria toe;

2. Als de lokale situatie daar om vraagt kunt u

2. Als de lokale situatie daar om vraagt kunt u