• No results found

Uit het onderzoek blijkt dat er nog diverse verbeterpunten zijn in de omgang met beschikbaarheid en de manier waarop er op dit moment naar RAMS wordt gekeken. Dit hoofdstuk presenteert ten eerste de aanbevelingen die voor

Witteveen+Bos van toepassing zijn (paragraaf 8.1). Hierbij is er eerst gefocust op de aspecten die zij in het eerstvolgende project al kan toepassen, waarna er enkele aanbevelingen worden gedaan voor de langere termijn. Ten tweede

presenteert dit hoofdstuk de aanbevelingen voor theoretisch vervolgonderzoek.

8.1. Aanbevelingen voor Witteveen+Bos

Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat Rijkswaterstaat wacht op het initiatief van de markt met betrekking tot veranderingen in de omgang met beschikbaarheid. Het is dan ook aan te bevelen dat Witteveen+Bos een actieve rol gaat spelen in het vergroten van de focus op beschikbaarheid. Niet alleen kan Witteveen+Bos hierdoor op dit gebied voorop lopen in de markt, maar het kan ook leiden tot veel goodwill bij Rijkswaterstaat.

8.1.1. AANBEVELINGEN BIJ EEN VOLGEND PROJECT

Het in één keer veranderen van de complete aanpak rondom beschikbaarheid is een utopie, Witteveen+Bos heeft immers geen directe invloed op de manier waarop Rijkswaterstaat aangestuurd wordt. Des te belangrijker is het daarom om te focussen op de aspecten die Witteveen+Bos wel kan veranderen en zodoende zo snel mogelijk verbetering te realiseren. Onderstaande aanbevelingen beschrijven datgeen wat Witteveen+Bos bij een volgend weginfrastructuur project kan toepassen om deze verbetering te realiseren.

Aanbeveling 1: Rol “RAMS Coördinator” toevoegen aan projectteam

Ten eerste dient Witteveen+Bos binnen het eigen projectteam iemand verantwoordelijk te maken voor het invullen van de rol “RAMS Coördinator”. De RAMS coördinator is verantwoordelijk voor het waarborgen van de focus op

beschikbaarheid (en de overige aspecten van RAMS) tijdens het ontwerpproces en is daarmee functie en afdeling doorkruisend. Dit houdt in dat de RAMS coördinator de centrale spil is met betrekking tot beschikbaarheid. Hij/zij zorgt dat iedereen binnen het projectteam, ongeacht functie of afdeling, precies weet wat er van hem/haar verwacht wordt met betrekking tot beschikbaarheid. De RAMS Coördinator heeft idealiter een project overstijgende rol, daarover meer bij aanbeveling 5. Dit doet hij/zij door onder andere de volgende activiteiten:

- Coördineren van inspanningen die focussen op het integreren van RAMS in het ontwerpproces. - Aanleveren van RAMS tools en adviezen met betrekking tot RAMS.

- Contact met de opdrachtgever over de waarborging van beschikbaarheid in het ontwerp.

Aanbeveling 2: Uitgangspuntenoverleg organiseren met betrokken partijen van Rijkswaterstaat

Zodra Witteveen+Bos in een project betrokken wordt dienen zij een uitgangspuntenoverleg met betrekking tot beschikbaarheid te organiseren. Dit overleg kan gecombineerd worden met een ander uitgangspuntenoverleg die er al met de opdrachtgevers gepland staat (bijvoorbeeld met betrekking tot geluids- en omgevingseisen). Het gaat er om dat er een moment gecreëerd wordt waarin er, met alle relevante partijen, specifiek over beschikbaarheid gesproken wordt. Het overleg heeft dan ook als doel om de verwachtingen te managen en eventuele problemen op dit gebied vroegtijdig te herkennen. Tijdens deze overleggen dienen de volgende aspecten aan bod te komen:

- Wat verstaan de betrokken partijen onder beschikbaarheid?

- Welke eisen heeft de opdrachtgever met betrekking tot beschikbaarheid? - Hoe zijn deze eisen tot stand gekomen?

- Welke verwachtingen heeft de opdrachtgever met betrekking tot de kosten die er met deze eisen gepaard gaan?

63

Tijdens het overleg heeft Witteveen+Bos op basis van haar expertise uiteraard de mogelijkheid om Rijkswaterstaat van advies te voorzien in de nog te maken keuzes.

Aanbeveling 3: PPC in het begin uitvoeren

Daar waar de Public-Private Comparator momenteel vaak pas aan het eind van de planuitwerking wordt uitgevoerd, dient deze in de volgende projecten zo vroeg mogelijk uitgevoerd te worden. Zodoende is eerder bekend welke contractvorm er gebruikt gaat worden en daarmee ook of er in de beheer- en onderhoudsfase betaald wordt op basis van beschikbaarheid.

Aanbeveling 4: Districten helpen in de onderbouwing van hun zorg

Zowel de districten zelf als Witteveen+Bos geven aan dat de districten moeite hebben met het juist beschrijven van haar zorgen in de verkenningsfase van een weginfrastructuur project. De districten denken veelal vanuit de huidige situatie en vinden het lastig om de landelijke organisaties, die naar de toekomst kijken, te overtuigen van hun standpunten. Witteveen+Bos kan hierin als adviseur optreden voor de districten en de brug slaan tussen het heden en de toekomst. Niet alleen zijn zij zeer goed in het achterhalen van de vragen en het helder krijgen van de zorgen van stakeholders (onderdeel van het klanteisen proces), ook spreekt Witteveen+Bos de toekomstgerichte taal van de landelijke partijen van Rijkswaterstaat.

8.1.2. AANBEVELINGEN OP DE LANGE TERMIJN

Aanbeveling 5: Aanwijzen RAMS coördinator binnen de organisatie (uitbreiding van aanbeveling 1)

Deze aanbeveling borduurt voort op aanbeveling 1 en is daarmee gericht op de langere termijn. Buiten het toevoegen van een RAMS Coördinator als projectrol, is het aan te bevelen om een RAMS coördinator binnen de gehele organisatie aan te stellen die verantwoordelijk is voor de volgende aspecten. Aanvullend op de activiteiten zoals beschreven bij aanbeveling 1, is de RAMS coördinator verantwoordelijk voor de volgende activiteiten:

- Ontwikkeling en gebruik van RAMS Tools en methodes.

- Benutten van informatiebronnen, data en ervaring welke gebruikt kunnen worden om de beschikbaarheid (prestaties) van de weginfrastructuur te verbeteren.

- Trainen van medewerkers op bovenstaande gebieden.

Aanbeveling 6: Opleiding binnen Witteveen+Bos op het gebied van RAMS

Op dit moment is RAMS (en daarmee beschikbaarheid) geen thema binnen Witteveen+Bos omdat het erg ongrijpbaar is, niemand weet precies wat RAMS is en inhoud en gaat het daarom uit de weg. Door meer duidelijkheid te creëren over de toepassing van RAMS en de doelen die hiermee worden behaald ontstaat er meer draagvlak binnen de eigen organisatie om RAMS integraal te beschouwen in combinatie met het ontwerpproces. Idealiter wordt de opleiding RAMS gegeven door de in aanbeveling 5 genoemde RAMS Coördinator. Deze opleiding dient gericht te zijn op de volgende aspecten:

- Eenduidig hanteren van definities binnen de organisatie. - Verduidelijken van de doelen van het werken met RAMS.

- Verduidelijken van de verantwoordelijkheden en overdrachtsmomenten in een project per betrokken partij. - Bekend zijn met de beschikbare methoden en tools.

Aanbeveling 7: Opstellen van een eenduidige taal (inclusief set aan (faal)definities)

Binnen de gehele markt is er behoefte aan een eenduidige taal met betrekking tot beschikbaarheid, zo blijkt uit het onderzoek. Echter zijn er nog geen concrete stappen ondernomen in het daadwerkelijk ontwikkelen van deze

eenduidige taal. Witteveen+Bos dient hierin het voortouw te nemen en Rijkswaterstaat te wijzen op de inconsistentie in de huidige taal. Zij kan voorstellen de taal samen met Rijkswaterstaat te ontwikkelen waarbij zij uitgaat van het

1) Het eenduidig maken van de basisspecificaties: de basisspecificaties bevatten de fysieke (sub)systemen van weginfrastructuur en beschrijven de functies die deze systemen zouden moeten vervullen. Op dit moment zijn de functies niet eenduidig weergegeven. Door het wel eenduidig beschrijven van de functieset van een weginfrastructuursysteem wordt een duidelijke basis gelegd van waaruit verder gewerkt kan worden. 2) Per (sub)systeem de rol van beschikbaarheid beschrijven.

3) Per (sub)systeem faaldefinities opstellen welke gerelateerd zijn aan beschikbaarheid.

8.2. Aanbevelingen voor verder onderzoek

Buiten de aanbevelingen die gelden voor Witteveen+Bos, zijn er ook aanbevelingen met betrekking tot vervolgonderzoek.

Aanbeveling 8: Relatie tussen specifieke ontwerpkeuzes en de invloed op het beschikbaarheidspercentage

Tijdens de verkenning en de planuitwerkingsfase worden er vele ontwerpkeuzes gemaakt waarvan sommige van invloed zijn op het beschikbaarheidspercentage dat uiteindelijk kan worden gehaald. Op dit moment is het niet duidelijk wat de invloed van specifieke ontwerpkeuzes is op het beschikbaarheidspercentage. Door het achterhalen van de relatie tussen specifieke ontwerpkeuzes en de invloed die het heeft op het beschikbaarheidspercentage kunnen er tijdens het

ontwerpproces keuzes worden gemaakt die (aantoonbaar) voldoen aan de beschikbaarheidseisen. Dit in plaats van het achteraf op kwalitatieve basis onderbouwen van het voldoen aan deze eisen zoals dit in de huidige situatie gebeurt.

Aanbeveling 9: Relatie tussen beschikbaarheidspercentage en de kosten die ermee gemoeid gaan

Dit is een onderzoek dat moet worden uitgevoerd in combinatie met Rijkswaterstaat aangezien er data nodig is over onder andere projectkosten. Op dit moment is relatie tussen het percentage dat Rijkswaterstaat uitvraagt en de kosten die ermee gemoeid gaan niet duidelijk. Door het achterhalen van deze relatie kan Rijkswaterstaat in de toekomst reëlere percentages uitvragen omdat zij weet hoeveel dit percentage haar ongeveer gaat kosten. Daarnaast is Witteveen+Bos met deze kennis beter in staat om Rijkswaterstaat te adviseren welk percentage benodigd is en vooral wat de gevolgen zijn van een hoger danwel lager percentage.

Aanbeveling 10: Invloedsfactoren afwikkelen van wegverkeer

De hoofdfunctie van een weginfrastructuur systeem is het afwikkelen van wegverkeer, idealiter zou er dan ook gewerkt worden op basis van een methode die gericht is op het meten en ontwerpen van deze afwikkeling van wegverkeer. Als eerste stap richting deze nieuwe methode dient onderzocht te worden welke factoren de afwikkeling van wegverkeer bepalen. Enerzijds zouden dit ontwerpaspecten kunnen zijn zoals bijvoorbeeld het aantal rijstroken en de boogstraal van bochten in het tracé. Anderzijds zouden ook externe ontwikkelingen een rol kunnen spelen zoals bijvoorbeeld het populairder worden van een bepaald gebied.

Aanbeveling 11: Contractueel vastleggen van voldoen aan het afwikkelen van wegverkeer

Deze aanbeveling ligt in het verlengde van aanbeveling 10 en kan mogelijk voor een deel simultaan uitgevoerd worden. Behalve het meten van en het ontwerpen op basis van de afwikkeling van wegverkeer is ook het contractueel vastleggen van het voldoen aan deze afwikkeling van wegverkeer van belang. Hoe kan men bijvoorbeeld contractueel omgaan met aspecten waarvan op dit moment nog niet bekend is hoe deze zich gaan ontwikkelen. Er zijn diverse redenen die er voor kunnen zorgen dat een bepaald deel van het netwerk naar verloop van tijd zwaarder gaat worden belast. Het is aan te bevelen om uit te zoeken hoe men in zo’n geval met elkaar om dient te gaan en hoe dit in de betalingsmethodiek kan worden meegenomen.

65