In dit hoofdstuk wordt een aantal aanbeveling gedaan op basis van de ondervonden onderzoeksresultaten binnen deze rapportage. De aanbevelingen richten zich op gemeenten binnen de krimpregio Zuid-Limburg, maar zijn wellicht ook van toepassing op gemeenten binnen andere krimpregio’s in Nederland die een vergelijkbaar beleid hanteren op het gebied van speelruimte.
De aantrekkelijkheid van een speelruimte evalueren middels een vast format
Uit dit onderzoek is gebleken dat de aantrekkelijkheid van speelruimte niet wordt gecontroleerd met een vaste methode of een vast format. Gemeenten gebruiken liever feedback vanuit burgers, buurt- en speeltuinverenigingen en medewerkers Buitendienst als evaluatie omtrent de aantrekkelijkheid van een speelruimte. Deze feedback bestaat echter uit meningen en deze zijn persoonlijk en subjectief. Het is niet uit te sluiten dat burgers uit eigen belang een speelruimte willen behouden. Dit heeft invloed op het voorzieningenniveau en bijvoorbeeld de waarde van hun huis. Daarnaast is de factor aantrekkelijkheid ook niet objectief meetbaar, wanneer wordt uitgegaan van een mening van een persoon. De aantrekkelijkheid van speelruimte verschilt per persoon. Door een vast format te hanteren, waarmee de aantrekkelijkheid van speelruimte wordt geëvalueerd, kan de aantrekkelijkheid worden gewaarborgd. Daarnaast kan ook op een onderbouwde wijze worden aangegeven, waarom een speelruimte gesaneerd moet worden.
Vervolgens kan op basis van deze gegevens uit een vast format een discussie plaatsvinden met burgers. In co-creatie tussen gemeenten, verenigingen en burgers kan vervolgens worden gezocht naar een alternatief, bijvoorbeeld in de vorm van een centrale buurtplek.
Onderzoek naar centrale buurtplekken in combinatie met gezondheid
De gemeenten binnen dit onderzoek hebben aangegeven dat zij het belang van speel- en
beweegmogelijkheden in combinatie met de gezondheid van kinderen van groot belang vinden. Het saneren van speelruimtes sluit niet aan op de strategische visies van de gemeente, omdat het totale oppervlakte speel- en beweegmogelijkheden hiermee afneemt. Het hanteren van centrale buurtplekken sluit echter niet uit dat deze ook gecombineerd kunnen worden met beweegmogelijkheden voor kinderen en ouderen, bijvoorbeeld in de vorm van fitnesstoestellen. Aangezien wordt aangeraden openbare voorzieningen te clusteren om de betaalbaarheid ervan in te toekomst te waarborgen, schept dit kansen. Het verkennen van planologische ontwikkelingen op het gebied van centrale buurtplekken wordt dan ook aanbevolen. Er zijn verschillende ingenieursbureau in Nederland gespecialiseerd op het gebied van speelruimte. Door de expertise van deze bedrijven te raadplegen, kunnen nieuwe centrale buurtplekken worden ontwikkeld, waar meerdere doelgroepen en behoeftevoorzieningen bij elkaar komen. Het combineren van speelruimte- en gezondheidsbeleid is dan ook een belangrijke aanbeveling die voorkomt uit dit onderzoek.
Onderzoek naar de behoefte van oudere jeugd in combinatie met centrale buurtplekken Een belangrijke bedreiging die gesignaleerd wordt binnen dit onderzoek is de vrees voor overlast
veroorzaakt door hangjongeren rondom centrale buurtplekken. Dit is een factor die gemeenten beperken door actief wijkagenten en/of jeugd- en jongerenwerkers in contact te brengen met deze doelgroep. Uit dit onderzoek blijkt echter dat dit type overlast voortkomt uit een gebrek aan voorzieningen voor deze doelgroep. Door de behoeften van deze doelgroep in kaart te brengen en hierop in te spelen, kan deze overlast verholpen worden. Deze kan eventueel binnen de centrale buurtplek invulling krijgen, hetgeen er tevens voor zorgt dat diverse leeftijdsgroepen binnen een gemeente in contact komen met elkaar.
42
Referentielijst
Atlas Leefomgeving. (2015, Januari 14). Speelruimte. Opgeroepen op Mei 10, 2017, van Atlas Leefomgeving: http://www.atlasleefomgeving.nl/meer-weten/groen/speelruimte
Aziz, N. F., & Said, I. (2012). The Trends and Influential Factors of Children's Use of Outdoor Environments . Skudai: Faculty of Built Environment (p.204-212).
Bessmert. (2009, Mei 17). Opgeroepen op Juni 8, 2017, van Canal, Hammarby Sjöstad, Stockholm: https://www.flickr.com/photos/bessmert/3606496403/
Birkland, T. A. (1997). After Disaster. Agenda Setting, Public Policy and Focusing Events. Washington: Georgetown University Press.
Bleyendaal, H. (2017). 3% speelruimtenorm. Opgeroepen op Mei 11, 2017, van Buro Qis: http://buro- qis.com/nieuws-actueel/
Both, K. (2005). Kinderen in beweging. De wereld van het jonge kind, 120.
Braun, V., & Clarke, V. (2013). Succesful qualitative research: A practical guide for verginners. Sage. CBS. (2015, December 23). Aantal kinderen in Nederland. Opgeroepen op Februari 19, 2017, van CBS:
https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2015/48/aantal-kinderen-in-nederland-daalt
CBS. (2015). Jaarrapport Landelijke Jeugdmonitor. Den Haag: Centraal Bureau voor de Statistiek.
CBS. (2017, Mei 29). Bevolkingsontwikkeling; regio per maand. Opgeroepen op Juni 4, 2017, van Statline: http://statline.cbs.nl/Statweb/publication/?DM=SLNL&PA=37230ned&D1=0-2,4-5,7-8,13- 17&D2=510&D3=182-193,195-198&VW=T
CBS. (2017, 19 Mei). Regio Arnhem na Zuid-Limburg ongezondste van Nederland. Opgeroepen op Mei 31, 2017, van Hou van Arnhem: http://houvanarnhem.nl/18559/regio-arnhem-zuid-limburg- ongezondste-nederland/
CBS. (2017, Januari). Statline. Opgeroepen op Maart 1, 2017, van Centraal Bureau voor de Statistiek: http://statline.cbs.nl/Statweb/?LA=nl
CBS. (2013, November 1). Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025. Opgeroepen op Juni 19, 2017, van Centraal Bureau voor de Statistiek: https://www.cbs.nl/nl-
nl/nieuws/2013/40/grote-gemeenten-goed-voor-driekwart-van-bevolkingsgroei-tot-2025 Cochen, M., March, J., & Olsen, J. (1972). A Garbage can model of organizational choice. Cornell : Johnson
graduate School of Management.
Coeterier, J. F. (1987). In De waarneming en waardering van landschappen. Resultaten van (p. 22). Wageningen: Landbouw Universiteit.
Duin, C. van, & Stoeldraijer, L. (2014). In Bevolkingstrends 2014 (p. 17-18). Den Haag: Centraal Bureau voor de Statistiek.
Einsiedel, J., & Albert, A. (1983). In Decision-making and problem solving skills: the rational versus the garbage can model of decision-making (pp. 52–57). Project Management Quarterly.
Ensinck, M. (2017). Beweegtuin ’t Brook. Opgeroepen op Juni 4, 2017, van Hart voor Voerendaal: http://www.hartvoorvoerendaal.nl/verhalen/beweegtuin-voerendaal/
43
Ferwerda, H., & Van Ham, T. (2010). Problematische jeugdgroepen in Nederland. Arnhem: Bureau Beke. Gemeente Schinnen. (2010). In Strategische Visie 2010-2020 (p. 13). Schinnen: Gemeente Schinnen. Gemeente Vaals. (2007). Strategische visie Vaals 2020. Vaals: Gemeente Vaals.
Gemeente Vaals. (2017). Het plan. Opgeroepen op Juni 4, 2017, van Julianaplein Vaals: http://www.julianapleinvaals.nl/index.php/het-plan
Gemeente Voerendaal. (2016). Omgevingsvisie Voerendaal 2016-2030. Voerendaal: Gemeente Voerendaal. Gestel, N. van (1996). Het juiste moment voor bestuurlijke vernieuwing. Bussum: Couthino.
Gilhuis, H. (2012, Augustus). Het barrièremodel van politieke besluitvorming . Opgeroepen op 17 Juni, 2017, van Researchgate: https://www.researchgate.net/figure/275967287_fig1_Figuur-21-Het-
barrieremodel-van-politieke-besluitvorming-Bachrach-en-Baratz-1970
Graaf, H. van der, & Hoppe, R. (1996). Beleid en politiek: een inleiding tot de beleidswetenschap en de beleidskunde. Bussum: Coutinho.
Heijer, P. den (2007). In Bewegingsarmoede en Overgewicht Signaleren in het Onderwijs (p. 51). Amsterdam : Faculteit der Aard-en Levenswetenschappen .
Hoogerwerf, A. &. (2008). Overheidsbeleid. Een inleiding in de beleidswetenschap. Alphen aan de Rijn: Kluwer.
Iersel, H. van (2016). Help het kind in de stad aan speelruimte. Stad en Groen, 24-25.
Jansen, H. (2010). The logic of qualitative survey research and its position in the field of Social Research Methods.
Jansnel. (2016, Maart 30). Opgeroepen op Mei 31, 2017, van Jansnel: https://jansnel.com/nieuws/461- nieuwe-studentenwoningen-in-Vaals/#.WTEvEuvyi70
Jantje Beton. (2017). De kracht van buitenspelen. Opgeroepen op Maart 4, 2017, van Jantje beton: http://www.jantjebeton.nl/over-ons/de-kracht-van-buitenspelen/
Jimmink, D. (2008, Februari 20). Opgeroepen op Mei 10, 2017, van panoramio: http://www.panoramio.com/photo/7974568
K5. (2016). Nederland in Balans. K5.
Karsten. (2016). De nieuwe generatie stadskinderen. Nai010. Karsten, L. (2002). Oases in het beton. Assen: Gorcum B.V.
Kennisnetwerk Krimp Noord-Nederland. (2010). Wat is krimp? Opgeroepen op Mei 9, 2017, van Kennisnetwerk Krimp Noord-Nederland: http://kknn.vanmeernaarbeter.nl/wat-is-krimp Klink, E. (2000). Pleitbezorgers en policy windows. Leiden: Universiteit Leiden .
Koppelaar, E. (2016). Ruimte om te spelen. Buiten spelen, (p.18).
Liesberger, B. (2016). Kinderen over hun gebruik en beleving van de openbare speelruimte. Utrecht: Universiteit Utrecht.
44
Meijer, A. (2016). In Buitengewoon spelen! (p. 7-8). Almere: Speelplan BV.
Metcalfe, J. (2014, Augustus 11). Citylab. Opgeroepen op Juni 8, 2017, van Baltimore Gets a Giant Bus Stop Shaped Like the Word 'Bus: https://www.citylab.com/transportation/2014/08/gets-a-giant-bus- stop-shaped-like-the-words-bus-stop/375823/
Mulder, M. (2010). In Gemeentefinanciën, voorzieningen en ruimtelijke investeringen in krimpgebieden (p. 63-65). Amsterdam: Economisch Instituut voor de Bouw.
Niemantsverdriet, S., & Malais, M. (2015). Ruimte om. Buiten spelen, 18-19.
Norðdahl, K. (2015). Children's views and preferences regarding their oudoor environment.
OBB-ingenieurs. (2017). Spikkel. Opgeroepen op Mei 11, 2017, van OBB-ingenieurs: http://www.obb- ingenieurs.nl/spikkel/
Oost, J. (2016). Help het kind in de stad aan speelruimte! Stad en Groen, (p.25).
Planbureau voor de Leefomgeving. (2013). Aandeel 65-plus naar regio. Opgeroepen op Mei 10, 2017, van Planbureau voor de Leefomgeving: http://www.pbl.nl/infographic/aandeel-65-plus-naar-regio- corop-gebieden
Planbureau voor de Leefomgeving. (2013). Aandeel inwoners 0 tot 20 jaar per gemeente, 2025. Opgeroepen op Mei 10, 2017, van Planbureau voor de Leefomgeving: http://www.pbl.nl/infographic/aandeel- inwoners-0-tot-20-jaar-per-gemeente-2025
RIGO. (2008). Quick Scan: Speelvoorzieningen in de gebouwde omgeving . Amsterdam: RIGO Research en Advies.
Rijksoverheid. (2015, Mei 29). Bevolkingskrimp . Opgeroepen op Februari 19, 2017, van Rijksoverheid: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/bevolkingskrimp/inhoud/krimpgebieden-en- anticipeergebieden
Rijksoverheid. (2015). Krimpgebieden en anticipeergebieden. Opgeroepen op Mei 9, 2017, van Rijksoverheid:
https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/bevolkingskrimp/inhoud/krimpgebieden-en- anticipeergebieden
RIVM. (2008, Januari 14). Speelruimte. Opgeroepen op Februari 5, 2017, van Atlastleefomgeving: http://www.atlasleefomgeving.nl/meer-weten/groen/speelruimte
RIVM. (2013, Augustus 1). Gebruik Speelruimte RIVM. Opgeroepen op Februari 5, 2017, van Atlastleefomgeving:
http://www.atlasleefomgeving.nl/kijken?x=160000&y=450000&zoom=2&l=85&al=85&bl=674&ma pLayout=1&location=false&library=false
Schijndel, B. van (2011). In Ruimtelijke Ordening en Planologie (pp. 21-22). Houten: Noordhoff. Schuit, J., & van Oers, H. (2016). Beweeg je buurt. Gezonde stad, 7-9.
Suddaby, R. (2006). What grounded theory is not. Academy of management journal. Tovey, H. (2007). In Playing Outdoors (p. 102). Open University Press.
45
Vries, A. J. (2017, Januari 27). Krimpregio’s azen op miljarden. Opgeroepen op Mei 2010, 2017, van Dagblad van het Noorden: https://www.dvhn.nl/groningen/Krimpregio%E2%80%99s-azen-op-miljarden- 21952366.html
VROM. (2005). Nader beleid buitenspeelruimte . Den Haag: Directie Nationaal en Internationaal Beleid Stedelijke Ontwikkeling en Netwerken.
Wardle, F. (1990). In Are we taking play out of playgrounds?. Day care and early education (p. 30-34). Wikipedia. (2014, November 12). Incrementalisme. Opgeroepen op Juni 15, 2017, van Wikipedia:
46