• No results found

A RTIKELGEWIJZE TOELICHTING

6. JURIDISCHE ASPECTEN

6.4 A RTIKELGEWIJZE TOELICHTING

In deze paragraaf wordt waar dat noodzakelijk en nuttig wordt geacht een nadere toelichting gegeven op specifieke onderdelen van de planregels.

Sommige regelingen zijn daarom hierna niet opgenomen: deze worden geacht voor zich te spreken.

Voor de begripsomschrijvingen en wijze van meten is aangesloten bij het SVBP 2012 en de standaardregels van de gemeente Zeewolde.

Artikel 1 en 2

In de wijze van meten is aangegeven hoe de maten die in het plan zijn voorgeschreven gemeten moeten worden. Bij onduidelijkheden of

interpretatieverschillen betreffende de wijze van meten, is de uitleg van de NEN2580 (oppervlakten en inhouden van gebouwen, termen, definities en bepalingsmethoden) bepalend.

Deze bestemming is toegekend aan de gronden ten oosten van het bestaande kampeerterrein, waar op termijn middels een wijzigingsbevoegdheid

uitbreiding van het recreatieterrein kan plaatsvinden. Het bestaande gebruik als bosgebied kan met de bestemming ‘Bos’ vooralsnog worden voortgezet.

Middels een omgevingsvergunningenstelsel voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden wordt bescherming geboden aan de ter plaatse voorkomende landschaps- en natuurwaarden van het bos. Op de gronden zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde met een bouwhoogte van maximaal 3 meter toegestaan.

Artikel 3 Bos

De bestemming ‘Recreatie-Verblijfsrecreatie’ is toegekend aan de gronden van het bestaande recreatieterrein. De ligging en omvang van de bestemming komt overeen met de recreatieve bestemming voor deze gronden die in het vigerende bestemmingsplan Buitengebied is opgenomen. Binnen deze bestemming is een terrein toegestaan voor recreatief (nacht)verblijf in

kampeermiddelen, stacaravans, boomhutten, boshutten en groepsgebouwen.

In de begripsbepalingen (artikel 1) is opgenomen wat onder Artikel 4 Recreatie-Verblijfsrecreatie

kampeermiddelen, stacaravans, boomhutten, boshutten en groepgebouwen moet worden verstaan. Van belang is dat glamping tenten expliciet in de begripsbepaling van kampeermiddelen is opgenomen, om duidelijk te maken dat dit ook als een kampeermiddel wordt gezien.

Het recreatieterrein dient bedrijfsmatig te worden geëxploiteerd. Binnen de bestemming ‘Recreatie-Verblijfsrecreatie’ zijn ook bij het recreatieterrein behorende voorzieningen, zoals spel- en sportvoorzieningen,

parkeervoorzieningen, (ontsluitings)wegen, bruggen, paden, centrale recreatieve voorzieningen (zoals receptie, kantine, snackbar, kampwinkel, werkplaats, sanitair en kantoorruimte, zwembad), groenvoorzieningen, tuinen en nutsvoorzieningen toegestaan.

Voor boshutten, boomhutten en groepsgebouwen geldt dat deze niet door een vaste gebruiker als tweede woning gebruikt mogen worden. Deze objecten zijn uitsluitend bestemd voor gebruik door wisselende personen (verhuur).

In de bouwregels is een maximale oppervlakte en hoogte opgenomen voor de te plaatsen stacaravans, boshutten, boomhutten en groepsgebouwen. Ook zijn maximale aantallen voor deze accommodaties vastgelegd. In de

bouwregels zijn tevens bepalingen opgenomen voor de maximale oppervlakte en hoogte voor gebouwen voor centrale recreatieve voorzieningen. Voorts is in de bouwregels de maximale omvang van een bedrijfswoning vastgelegd:

750 m³, inclusief aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen. Er is maximaal één bedrijfswoning toegestaan. Deze is reeds aanwezig.

In de gebruiksregels is opgenomen dat recreatief nachtverblijf tijdens de wintersluiting, vanaf 1 november tot 15 maart, niet is toegestaan. Wel is middels een afwijking bij omgevingsvergunning openstelling gedurende maximaal 14 dagen in deze periode mogelijk. Dit hoeft geen aaneengesloten periode van 14 dagen te zijn, maar kunnen meerdere kortere perioden zijn, mits het totaal aantal dagen bij elkaar opgeteld maar niet meer dan 14 bedraagt. Daarnaast is in de gebruiksregels expliciet bepaald dat permanente bewoning van kampeermiddelen, stacaravans, boshutten, boomhutten en/of groepsgebouwen niet toegestaan is.

Permanente bewoning is gekoppeld aan het hebben van een hoofdverblijf elders en niet aan de duur van de bewoning. Ook bewoning gedurende seizoensarbeid of ter overbrugging van een hoofdverblijf naar een ander hoofdverblijf valt onder permanente bewoning.

Het parkeren ten behoeve van het recreatieterrein dient op eigen terrein te worden opgelost. Hiertoe is in de gebruiksregels bepaald dat binnen de bestemming ‘Recreatie-Verblijfsrecreatie’ dient te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid.

Deze dubbelbestemming is gebruikt ter bescherming van terreinen die volgens de gemeentelijke archeologische beleidskaart een hoge

archeologische verwachting hebben (archeologisch waardevol gebied 3).

Bouwplannen en grondbewerkingen met een omvang van meer dan 500 m2 en een diepte van meer dan 30 centimeter kunnen alleen worden gerealiseerd als eerst een archeologisch onderzoek heeft plaatsgevonden.

Artikel 5 Waarde – Archeologie 3

In het nieuwe Besluit op de ruimtelijke ordening is hiervoor een standaard bepaling opgenomen. Het besluit verplicht om deze bepaling in het

bestemmingsplan op te nemen.

In dit artikel is een bepaling opgenomen voor ondergeschikte bouwdelen. Als de bestemmingsgrens wordt overschreden door een ondergeschikt bouwdeel van gebouwen, zoals een dakoverstek, kan dat met deze bepaling worden opgelost. Zolang de overschrijding niet meer dan 0,50 meter bedraagt is dat toelaatbaar.

Artikel 7 Algemene bouwregels

De algemene gebruiksregels zijn van toepassing op het gebruik in alle in het plan voorkomende bestemmingen. Daarnaast zijn ook in de verschillende bestemmingen specifieke gebruiksbepalingen opgenomen.

Artikel 8 Algemene gebruiksregels

Voor de afwijkingsbepalingen middels omgevingsvergunning geldt dat in artikel 9 van de planregels algemene afwijkingsbepalingen zijn opgenomen die voor alle bestemmingen gelden. In de verschillende bestemmingen zijn specifieke afwijkingsbepalingen (van de bouwregels en van de gebruiksregels) opgenomen die alleen voor die bestemming van toepassing zijn. In de

algemene afwijkingsbepalingen is onder meer een mogelijkheid opgenomen om met maximaal 10% af te wijken van de voorgeschreven maatvoering.

Artikel 9 Algemene afwijkingsregels

Op de verbeelding is het gebied ten oosten van het bestaande kampeerterrein voorzien van de aanduiding ‘wetgevingszone – wijzigingsgebied’. Ter plaatse is het college van B&W bevoegd het plan te wijzigen om een uitbreiding van het recreatieterrein mogelijk te maken. Aan deze wijziging zijn wel diverse voorwaarden verbonden. Voor een beschrijving van deze voorwaarden wordt verwezen naar paragraaf 4.2.

Artikel 10 Algemene wijzigingsregels

Deze overgangsregels zijn overgenomen uit het Besluit ruimtelijke ordening.

De grootste verandering ten opzichte van de tot voor kort gebruikelijke overgangsregels is dat de peildatum voor bouwen en gebruik, gelijk is

getrokken. Ook voor het bouwen is nu de datum van inwerkingtreding van het bestemmingsplan beslissend. Dat was voorheen de datum van de

terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan. De wetgever heeft met die gelijkschakeling beoogd eenduidigheid te scheppen.

Artikel 11 Overgangsrecht

Indien bouwwerken die onder het overgangsrecht vallen teniet gaan ten gevolge van een calamiteit, dan bestaat de mogelijkheid om terug te bouwen.

Onder een calamiteit wordt hier verstaan: een verwoesting door een

onvermijdelijk, eenmalig, buiten schuld van de indiener van de bouwaanvraag veroorzaakt onheil.

Hier is opgenomen hoe de regels van het bestemmingsplan kunnen worden aangehaald.

Artikel 12 Slotregel