• No results found

4. Ontwerpend onderzoek

4.4 Van A naar F

Het ontwerpend onderzoek ‘Van A naar F’ van Artgineering in samenwerking met Bureau Goudappel Coffeng concentreert zich op van een nieuw type infrastructuur, de snelfietsweg, ook wel snelfietsroute genaamd. Die biedt een alternatief voor andere vormen van personenvervoer en kan bijdragen aan de oplossing van het fileprobleem en kan de gezondheid van mensen vergroten doordat ze meer bewegen wanneer ze voor de fiets als vervoermiddel kiezen. Ook voor dit project zijn grote maatschappelijke uitdagingen een belangrijke aanleiding, meer in het bijzonder, verbetering van de kwaliteit van het milieu, duurzaamheid en gezonder leven. Het wenselijke, het primaire doel, is de verlichting van het fileprobleem. Het mogelijke is een ideale ongemotoriseerde infrastructuur die kansen biedt voor de volksgezondheid, verbetering van het milieu en welbehagen in een landschappelijke omgeving. Dit project is, net als de vorige twee, in termen van het schema van De Jong en Van der Voordt op te vatten als onderzoek door ontwerp (study by design). Het gaat om een stedenbouwkundig en verkeerskundig onderzoek naar de nadere vormgeving van een nieuw type fysieke infrastructuur gericht op personenmobiliteit vanuit een brede maatschappelijke doelstelling Daarbij wordt het blikveld van het bestaande ontwerp verbreed en verrijkt, door het te verbinden met de context en de maatschappij. Het onderzoek gaat uit van de hypothese dat er voor de ontwikkeling van dit nieuwe type infrastructuur aandacht moet zijn voor andersoortige eisen dan louter verkeerskundige, het gaat ook om de ruimtelijke, culturele en maatschappelijke inbedding van deze nieuwe toepassing. De onderzoekers benadrukken in hun aanbevelingen dat betrokkenheid van omwonenden van cruciaal belang is voor de realisatie van een fietsroute in een woonomgeving en dat communicatie daarbij van grote waarde is. Die hypothese vormt het vertrekpunt om een hanteerbaar instrumentarium en vocabulaire te ontwikkelen waarmee de ontwerpopgave kan worden benaderd.

Het fenomeen snelfietsroute is niet nieuw in Nederland. Er is inmiddels een aantal ontwikkeld. Daarvoor heeft CROW - het kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte - vijf verkeerskundige eisen opgesteld: samenhang, directheid, aantrekkelijkheid, verkeersveiligheid en comfort. De onderzoekers en ontwerpers verantwoordelijk voor dit project voegen daar ontwerpcriteria van minder fysieke aard aan toe, in het bijzonder: beleving, ruimtelijke integratie en sociaal en economische waarde. De ontwerpen die de onderzoekers presenteren zijn gekoppeld aan drie casestudies van bestaande of in ontwikkeling zijnde

55 De Graaf 2011, 12. De redactie van Lay-out noemt in een redactioneel commentaar op de achterzijde van de

editie waarin dit project wordt besproken dit type onderzoeker-ontwerper een ‘initiator en katalysator’: Hij [de ontwerper] is in staat om een vertaling te maken naar passende oplossingen. Later in het proces gaat die katalyserende rol mogelijk over in een coördinerende rol, afhankelijk van de respons en deelname van betrokkenen. Van belang is dat de initiator bewust is van de verschillende rollen die hij (en stadslandbouw) kan hebben.’ De ontwerper in de rol van ‘change agent’.

56 Lilith van Assem, Stefan Bendiks, Aglaée Degros. ‘Van A naar F: Onderzoek, ontwerp en inspiratie voor snelle

infrastructuur’. Lay-out 14 (februari 2011), 1-8; Artgineering. ‘Inspiration pool’. Geraadpleegd op 20 maart 2014 via url: www.vananaarf.nl;

fietssnelwegen. Daarbij ligt de nadruk niet zozeer op representatie, maar op de functionaliteit en het programma dat voortvloeit uit de omstandigheden. Een snelfietsweg door een dorp vraagt immers om andere aanpassingen dan een die door het landschap gaat.

Ondanks de drie voorbeelden die Nederland kent is de fietssnelweg volgens de onderzoekers een nieuw type infrastructuur. Er zijn nauwelijks andere voorbeelden voorhanden. In de projectaanpak is de ontwikkeling van de autosnelweg als typologisch voorbeeld gekozen. Aan de hand van literatuuronderzoek is een aantal best practices geanalyseerd. Daarnaast zijn er ‘(fiets)infrastructuurexperts’ geraadpleegd. Dat levert een aantal ontwerpcriteria op die zijn toegepast op drie testcases van bestaande of nog te ontwikkelen Nederlandse fietssnelwegen. Zogenaamd empirisch typologieonderzoek - dat ex post van aard is - en een onderzoek door ontwerp - dat ex ante van aard is worden hiermee gecombineerd.

De kennis die het vooronderzoek en het ontwerpende onderzoek genereert is drieledig van aard. Het gaat om (1) drie speculatieve ontwerpen, (2) een aantal aanbevelingen over ‘de conceptie, het ontwerpen, het uitvoeren en het beheer van snelle infrastructuur’ en (3) een via internet toegankelijke ‘inspiratie pool’ ten behoeve van beleidsmakers, ontwerpers en verkeerskundigen. Daarmee staat de kennis die is ontwikkeld voornamelijk ten dienste van het toekomstige ontwerpen door de professional. Op dat punt is dit project vergelijkbaar met de uitkomsten van het hiervoor besproken onderzoek naar Stadslandbouw in Rotterdam.

De keuzes die in het onderzoek zijn gemaakt stoelen op vergelijkende literatuurstudie en interviews met deskundigen. Ze bestaan uit referenties, voorbeeldprojecten en ontwerpcriteria die zijn gecombineerd en een vastgelegd in een openbaar toegankelijke matrix van referenties op een website. De voorbeelden bestaan elk uit een afbeelding met een beschrijving die kunnen worden ontgonnen aan de hand van trefwoorden, aanduidingen over vervoer en ontwerpcriteria. Daarnaast wordt de gebruiker in staat gesteld om nieuwe voorbeelden te plaatsen, zodat de database zich organisch kan ontwikkelen.

De drie testcases in het onderzoek zijn gebaseerd op deze matrix. De afleiding van de testcases volgt niet direct logisch uit het programma van de situatie, maar is geconstrueerd door de onderzoekers; het gaat om abductie. De ontwerpvoorstellen die daaruit voortvloeien formuleren oplossingen voor de uit het onderzoek voortgekomen eisen. Deze oplossingen zijn geïnspireerd door voorbeelden uit de matrix en zijn besproken met projectteams en geëvalueerd tijdens een symposium. Omdat de matrix is geordend naar een schaal van klein naar groot en van fysiek naar virtueel, kunnen er in de testcases naar gelang de schaal aanpassingen gemaakt worden op bijvoorbeeld het vlak van materialisatie.57

De kennis die het onderzoek genereert heeft betrekking op een nieuw fenomeen. Mits de juiste infrastructurele voorwaarden er zijn kunnen de recente innovaties rondom de fiets belangrijke aanjagers worden voor de diversificatie van mobiliteit, de vergroting van de actieradius van mensen en de ontsluiting van nieuwe doelgroepen voor fietsvervoer. De onderzoekers vergelijken dit met de groei van promotionele activiteiten van de auto-industrie langs de eerste snelwegen in de jaren dertig van de vorige eeuw. De inzichten die zijn ontleend aan voorbeelden uit het verleden en recente maatschappelijke ontwikkelingen worden in nieuwe combinaties toepasbaar gemaakt voor de ontwikkeling van de fietssnelweg. Matrix en database zijn direct van waarde voor de architectuurdiscipline omdat het onderzoek gebruik maakt van specifieke vakliteratuur,

expert panels en deskundige wetenschappelijke kennis uit de urbanistiek. Of de verworven inzichten generaliseerbaar zijn voor andere disciplines is moeilijk in te schatten, ook al omdat andersoortige disciplines nauwelijks of niet zijn betrokken in het onderzoek.

De onderzoekers hebben hun rol als creatieve verbinder op verschillende wijzen vorm gegeven. Door middel van interviews met de experts en door als ontwerpers exemplarische ontwerpoplossingen te ontwikkelen, deze te bespreken met projectteams en te delen met professionals tijdens een symposium. Ofschoon in de aanbevelingen wordt gerapporteerd dat omwonenden dienen te worden betrokken, komen zij en de toekomstige gebruikers in het onderzoek niet aan het woord.