• No results found

Bestemmingsplan - Planviewer

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2023

Share "Bestemmingsplan - Planviewer"

Copied!
33
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

Aanleiding en doelstelling

Plangebied

Vigerend bestemmingsplan

De noordwestelijke rand van het plangebied ligt deels binnen de dubbele zone 'Waterbeheer' waarin de aangrenzende waterloopbufferzone wordt gereguleerd.

Leeswijzer

Ruimtelijke structuur

Functionele structuur

Voornemen

Afwijking vigerend bestemmingsplan

Rijksbeleid

Deze ladder vereist de verantwoording in verkavelingsplannen die nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maken. Als de nieuwe stedelijke ontwikkeling buiten het bestaande stedelijke gebied mogelijk wordt gemaakt, moet de toelichting naast de omschrijving van de behoefte ook een rechtvaardiging bevatten waarom binnen het bestaande stedelijke gebied niet aan de behoefte kan worden voldaan. De beschikbaarheid en geschiktheid van ontwikkelingsmogelijkheden in bestaand stedelijk gebied kunnen hierbij een rol spelen.

Dorpsactiviteiten, school en sport zijn belangrijk voor de leefbaarheid in Batenburg. De combinatie van verschillende functies onder één dak resulteert in efficiënt ruimtegebruik, omdat dezelfde ruimtes door meerdere partijen gebruikt kunnen worden. De voormalige basisschool- en wijkcentrumsites zijn potentiële woningherontwikkelingslocaties, in het kader van binnenstedelijke herstructurering, al dan niet met CPO.

Provinciaal beleid

Het instrument schrijft niet voor wanneer en waar wel of niet gebouwd mag worden, maar vraagt om een goede afweging van belangen, onder andere om te voorkomen dat er voor de leegstand wordt gebouwd. Ruimte in kernen en vrijgekomen bebouwing kan worden benut voor wonen en nieuwe economische dragers en als versterking van de vitaliteit van het (landelijk) gebied. Bij de nadere invulling van de uitgangspunten wordt ruimte gelaten voor lokale of regionale initiatieven door gemeenten of regionale samenwerkingsverbanden.

De provincie verwacht van gemeenten dat zij bij grotere initiatieven nagaan of er sprake is van een stedelijke ontwikkeling die afgewogen moet worden. Er ontstaat een situatie die beter aansluit op de (afgenomen) behoefte en een gezamenlijk gebruik van voorzieningen, waardoor sprake is van duurzaam ruimtegebruik. De planlocatie is niet gelegen binnen het ‘Gelderse natuurnetwerk’, de ‘Groene Ontwikkelingszone’, een weidevogelgebied of een ganzenfoerageergebied.

Deze ontwikkeling speelt in op de behoefte aan sociale voorzieningen binnen de kern van Batenburg en sluit aan bij de Gelderse schaal voor duurzaam ruimtegebruik. De locatie van het plan ligt buiten het beschermingsgebied Romeinse Limes, Gelders Natuurnetwerk, Groenontwikkelingsgebied of een Nationaal Landschap. De Gelderse Omgevingsverordening is op 24 september 2014 door Provinciale Staten goedgekeurd ter vervanging van de Gelderse Ruimtelijke Verordening en is op 18 oktober 2014 in werking getreden.

De verordening voorziet niet in nieuw beleid ten opzichte van de omgevingsvisie en is daarom politiek neutraal. Deze ontwikkeling bestaat uit het creëren van multifunctionele huisvesting voor maatschappelijke voorzieningen. De planlocatie maakt ook geen deel uit van een staatslandschap, een aangewezen vogelgraslandgebied, een voedergebied voor ganzen, een beschermd waterrijk gebied of een grondwaterbeschermingsgebied.

Gemeentelijk beleid

Conclusie

Archeologie en cultuurhistorie

Daardoor is er geen inzicht verkregen of er in de onderliggende restgeulafzettingen archeologische resten aanwezig zijn. De palenfundering zal hooguit tot een geringe verstoring van eventueel aanwezige archeologische resten in de onderliggende restgeulafzettingen kunnen leiden. Indien bij de uitvoering van de werkzaamheden onverwacht toch archeologische resten worden aangetroffen, dan is conform de Erfgoedwet 2016, artikel 5.10 aanmelding van de desbetreffende vondsten bij de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap c.q.

Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek heeft de gemeente Wijchen besloten om op basis van de huidige bouwplannen (met paalfundering maar zonder kelder) te kiezen dat er geen verder archeologisch onderzoek nodig is. In het ruimtelijk plan moet een beschrijving zijn opgenomen van het gebruik van de hulpbronnen die zich in het gebied bevinden. Ook aspecten van historische architectuur en historische geografie moeten bij de belangenafweging worden betrokken.

Hierin wordt bepaald dat de aangewezen gronden mede bestemd zijn voor het behoud, beheer en versterking van cultuurhistorische waarden. Het grootste deel van het centrum van Batenburg is op grond van artikel 20 van de Monumentenwet aangewezen als beschermd stadsgezicht. Voor het beschermde stadsgezicht wordt gestreefd naar het beschermen en behouden van de historische ruimtelijke structuur en waarden, zoals bepaald in de Minister van Cultuur, Vrije Tijd en Maatschappelijk Werk en de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van 12 juli 1967.

Om het aspect van Batenburg, dat in zijn landelijke eenvoud van betekenis is voor de Gelderse steden, zowel qua bebouwing als qua stedenbouwkundige ontwikkeling, te behouden, blijven de noordelijke aangrenzende gebieden onbebouwd. Deze planlocatie ligt aan de randen van het beschermingsgebied en ligt op korte afstand van de kasteelruïne en het historische centrum van Batenburg. Daarnaast wordt het open karakter ten noorden van de kasteelruïne en rondom de standerdmolen niet aangetast.

Leidingen

Milieu

Als er sprake is van een wijziging van de planfunctie moet worden beoordeeld of de milieukwaliteit van de grond op het terrein geschikt is voor het beoogde gebruik. Als er sprake is van een wijziging in de planfunctie, moet worden beoordeeld of de milieukwaliteit van de gronden op het terrein daarvoor geschikt is. Dit plan betreft de realisatie van een multifunctionele woning, waarin onder meer een basisschool zal worden gehuisvest.

Bij ruimtelijke ontwikkelingen zou op grond van de Wet geluidhinder onderzocht moeten worden of er sprake is van geluidsoverlast, met name gerelateerd aan verkeer of bedrijven. De Wet geluidhinder bepaalt dat met betrekking tot de zogenaamde Voor de maximale belasting de wettelijke eisen van geluidsgevoelige voorzieningen van toepassing zijn. Doordat de cumulatieve geluidsbelasting (alle geluidsbronnen samen) op de proefpunten hoger is dan 48 dB, wordt de geluidsisolatie van de gevels specifiek.

Bij gebruik van de juiste geluidswerende materialen en maatregelen is een binnenniveau van 28 dB en daarmee een goed leefklimaat in het onderwijsgebouw gegarandeerd. Bij de beoordeling of er sprake is van een goed leefklimaat wordt onderscheid gemaakt tussen voorgrondbelasting en achtergrondbelasting. De achtergrondbelasting heeft betrekking op de gebiedsbelasting: de cumulatieve geurbelasting in een gebied als gevolg van de bestaande veehouderijbedrijven.

De afstand van de ruimtes van de basisschool en de gemeenschapsruimte tot de boomgaard is meer dan 50 meter. Indien een project aangeduid kan worden als Niet in betekende mate (NIBM) vormen de luchtkwaliteitseisen in beginsel geen belemmering voor het uitoefenen van de. In het besluit NIBM (niet in betekenende mate) wordt gesteld dat een project NIBM is wanneer het aannemelijk is dat het een toename van de concentratie veroorzaakt van maximaal 3%.

Natuur

Er bestaat echter geen standaardperiode voor het broedseizoen op grond van de Natuurbeschermingswet. Deze lanen langs de Hoppenhofstraat en de Touwslagersbaan binnen het plangebied kunnen tevens dienen als vliegroutes voor vleermuizen. In de bomen zijn geen holtes waargenomen die als schuilplaats voor vleermuizen zouden kunnen dienen.

Het kan niet worden uitgesloten dat er vleermuizen in het te slopen gebouw aanwezig zijn. Voordat met de sloop wordt begonnen, moet het gebouw worden geïnspecteerd op de aanwezigheid van vleermuizen. Als er een woonplaats wordt gevonden, moet ontheffing van de Natuurbeschermingswet worden aangevraagd en moeten er mitigerende maatregelen worden genomen.

Vleermuisverblijven zijn immers beschermd en het vernietigen of verstoren ervan is in strijd met de Natuurbeschermingswet. De aanwezigheid van rugstreeppadden binnen het plangebied kan worden uitgesloten vanwege het ontbreken van geschikte leefgebieden. Tijdens de werkzaamheden moet worden voorkomen dat zandhopen op hun plaats blijven liggen en moeten er regenvijvers worden aangelegd om te voorkomen dat rugstreeppadden de zandhopen koloniseren.

De kleine watersalamander, gewone kikker, bruine kikker en hybride kikker kunnen het plangebied gebruiken als landhabitat. In de provincie Gelderland geldt voor deze soorten een volledige vrijstelling van de verbodsbepalingen uit de Natuurbeschermingswet in het kader van de ruimtelijke ontwikkeling. Voor de das en steenmarter geldt geen ontheffing, maar er blijft voldoende leefgebied voor deze soorten in en rond het plangebied.

Parkeren

Het onderzoek naar industriegeluid omvat een globale berekening van potentiële indirecte verstoringen veroorzaakt door verkeersbewegingen. Sportfaciliteiten waren al aanwezig; onderwijs en zorg zijn voorzieningen waar de verkeerstoename zeer incidenteel zal zijn; vooral bij het ophalen en bezorgen. Het doel van de bijbehorende regeling is het bevorderen van alternatieven voor de auto voor het halen en brengen van kinderen op basisscholen.

Op grond van het bovenstaande vormen verkeers- en parkeeraspecten geen belemmering voor de ontwikkeling van het streefplan.

Waterhuishouding

Het plangebied staat onder invloed van kwel van en naar de Maas, afhankelijk van de rivierwaterstand. Deze drukleiding transporteert het rioolwater van centrum Batenburg naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie aan de Oude Schaarsestraat. In het kader van de waterproef moet er een vertaling gemaakt worden naar de concrete plansituatie.

De gemeente Wijchen streeft naar het vasthouden van gebiedseigen water door benutting van de natuurlijke bergingscapaciteit van bodem en oppervlaktewater. In alle gevallen moet het adequaat functioneren van de infiltratie- of bergingsvoorziening voor hemelwater zijn gewaarborgd. Vanwege de slechte doorlatendheid van de bodem is de planlocatie daarom ook niet geschikt om te infiltreren.

De binnen het plangebied minimaal te realiseren hoeveelheid waterberging is afhankelijk van de vergroting van het versterkte oppervlak als gevolg daarvan. Op basis van de vuistregel is bij een T=10+10% neerslag per jaar 436 m3 waterberging nodig. hectare geasfalteerd oppervlak. Het bouwplan en het toekomstige beheer van de planlocatie zullen de noodzakelijke (grond)waterkwaliteit en -kwantiteit niet verstoren.

Deze verstoring wordt opgelost door het profiel van het eerste deel van waterloop C, gelegen ten noorden van het plangebied, te vergroten. Het onderdeel watervoorziening is gemaakt op basis van de gemeentelijke waternota en verder overleg met de waterwerken in het kader van de waterwerken. Dit wordt gecompenseerd door een gedeeltelijke vergroting van de bergingscapaciteit van de bestaande waterloop C naar waterloop B.

Economische uitvoerbaarheid

Maatschappelijke aanvaardbaarheid

Algemene plansystematiek

De bestemmingen

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Onderhavige ontwikkeling is niet gelegen in of nabij een gebied waarin het rijk een nationaal belang heeft aangewezen, derhalve heeft de SVIR geen consequenties