Orde van dienst voor zondag 25 oktober 2020 Protestantse Gemeente te Heiloo
Leo Gestel (1881-1941): Herfst (1911)
Thema: De vier jaargetijden
Tweede in een serie van vier meditatieve vieringen Deel 2: de Herfst
Teksten: 1. Spreuken 40: 4 / 2. Jakobus 5: 7 en 8 / 3. Prediker 3: 1 en 2
Voorganger: ds. Edward Kooiman Orgel / Piano: Gerard Leegwater
Zang: Maartje de Lint
Muziek voor de dienst: Herfst” Uit: Vier jaargetijden. A.Vivaldi ??
Welkom
We luisteren naar: “Morning has broken” (Lied 216)
Vertaling: Dit is een morgen als ooit de eerste, zingende vogels, geven hem door.
Dank voor het zingen, dank voor de morgen, beide ontspringen nieuw aan het woord.
Dauw op de aarde, zonlicht van boven, vochtige gaarde, geurig als toen.
Dank voor gewassen, grassen en bomen, al wie hier wandelt, ziet: het is goed.
Dag van mij leven, licht voor mijn ogen, licht dat ooit speelde waar Eden lag.
Dank elke morgen Gods nieuwe schepping, dank opgetogen Gods nieuwe dag.
Groet en bemoediging V. De Heer is met u
A. OOK MET U IS DE DE HEER
V Onze hulp is in de naam van de Eeuwige God A. DIE HEMEL EN AARDE GEMAAKT HEEFT V. In Zijn naam zijn we hier bij elkaar
Zijn aanwezigheid zoeken wij; Schepper, Bevrijder, Bron van het leven, misschien wel te groot voor al onze woorden
Zijn aanwezigheid zoeken wij in muziek, in stilte, in taal en symbolen.
Gij die gezegd hebt ik zal er zijn A. WEES HIER AANWEZIG.
V. Doe ons herademen in Uw ontferming,
roep ons in het licht van uw genade, opdat wij leven tot Uw eer.
A. AMEN
Bij deze dienst: 4 meditatieve vieringen rond de seizoenen...
Gebed
We luisteren naar lied 1005
Zoekend naar licht hier in het duister, zoeken wij U, waarheid en kracht.
Maak ons uw volk, heilig, vol luister, schijn in de donkere nacht.
Refrein: Christus, ons licht, schijn door ons heen, schijn door het duister. Christus, ons licht, schijn ook vandaag, hier in uw huis.
Zoekend naar rust zijn wij vol zorgen, zoekend naar hoop, troost in uw woord. Spreek door ons heen tot de verdrukten, zo wordt uw stem gehoord. Refrein.
Zoekend naar troost zijn velen dakloos, zoekend naar warmte zijn velen koud. Maak ons een huis van levende stenen, schuilplaats voor U gebouwd. Refrein:
Schriftlezingen: 1. Spreuken 20 : 4; Een luiaard ploegt niet in de herfst en vraagt zich in de zomer af waarom hij niet kan oogsten
2. Jakobus 5: 7 - 8; Heb geduld, broeders en zusters, tot de Heer komt. Denk eens aan de boer, die geduldig blijft wachten op de kostbare opbrengst van zijn land, tot de regens van najaar en voorjaar zijn gevallen. Wees net zo geduldig en houd moed...
Prediker 3: 1 en 2
Voor alles wat gebeurt is er een uur, een tijd voor alles wat er is onder de hemel Er is een tijd om te baren - en een tijd om te sterven
een tijd om te planten - en een tijd om te rooien Muzikaal intermezzo
Gedicht: Het is weer herfst (Jan Boerstoel 1944 -heden)
Het is weer herfst, de bollenvelden worden toegedekt
als kind'ren voor de nacht, maar déze nacht gaat maanden duren.
En aan de einder zie ik, hoe de rook van verre vuren in paarse wolken langs de bleke najaarshemel trekt.
De zomer is voorbij en jij voorgoed van mij genezen.
Morgen zal het winter wezen.
De blaad'ren sterven en de laatste oogst wordt ingehaald.
Nog even en het vee gaat weer verdwijnen uit de weiden en nu al lijkt het, door de flarden ochtendmist, bij tijden tot wangedrochten uit het schimmenrijk te zijn vervaald.
Maar wie of wat geen warmte wacht, begint de kou te vrezen.
Morgen zal het winter wezen.
Alles wat in de kamer is herinnert nog aan jou,
als ik mijn ogen dicht doe, kan ik haast je stem nog horen.
Het bed heeft zelfs je warmte nog niet helemaal verloren, alsof het zich verzet tegen de naderende kou.
Hoe zal ik ooit nog éne dag gelukkig zijn na dezen?
Morgen zal het winter wezen.
We luisteren naar “Autumn leaves”. (J.Kosma / J. Mercer)
Vertaling”De vallende bladeren jagen langs mijn raam De herfstbladeren van rood en goud
Ik zie je lippen, de zomerkusjes
De door de zon verbrande handen die ik vasthield Sinds je wegging, worden de dagen lang
En binnenkort hoor ik het lied weer van de oude winter Maar ik mis je het meest, mijn liefste
Wanneer de herfstbladeren beginnen te vallen
Overweging 1
Muzikaal intermezzo
Gedicht: Lied 712 (J.W. Schulte Nordholt (1920-1995)
Het jaar neigt zich tot stille groet, het rijpte een zomer lang tot zin, nu in de herfst houdt het zich in en spreekt uit volheid: God is goed.
Maar wij, de mensen, zijn te klein.
Wij doen of het het onze is
wat God ons geeft. Of aan 't gemis der naasten wij niet schuldig zijn.
De honger gaat de wereld rond, wij danken God voor overvloed.
O geef, Heer, dat de hand toch doet wat wordt beleden met de mond,
en niet meer neemt, maar voluit geeft aan alle mensen in de nood,
zoals Gijzelf u in de dood
hebt uitgedeeld, o brood dat leeft.
Overweging 2
We luisteren naar: “De tafel der armen” (H. Oosterhuis. Muziek: Antoine Oomen)
Wat in stilte bloeit, in de luwte van tuinen,
Onder de hete zon, op de akker, heeft Hij bestemd voor de tafel der armen.
Aardekracht, zonkracht is Hij, licht in mensen, Dat wij elkaar bevrijden en doen leven,
Brood van genade worden, wijn van eeuwig leven.
Maar wie niets hebben, wie zal hen hier aan deel geven?
En die weelde zwelgen en van niets weten, Wie zal hen naar gerechtigheid doen verlangen?
Aanschijn der aarde, wie zal jou vernieuwen?
Hij die alles zal zijn in allen, heeft ons bestemd Om, aarde, jouw aanschijn te vernieuwen.
Gedicht: Herfst (R.M. Rilke 1875 - 1926)
De blâren vallen, vallen wijd en zijd Als uit des hemels tuinen neergevaren.
Zij vallen met ontkennende gebaren En in de nachten valt de zwarte aarde Uit alle sterren in de eenzaamheid.
Wij allen vallen. Ook deze hand zal vallen En welke je ook ziet: het is in allen.
Toch is er Eén die al dit vallen
Oneindig zacht in Zijne handen houdt.
Dankzegging en voorbeden, afgesloten met het gezamenlijk “Onze Vader”
We luisteren naar: Ombra mai Fu (Uit: ‘Serse’ van G.F.Händel) Vertaling: Gebladerte teder en schoon van mijn geliefde plataan Voor jou straalt het lot. Donder, weerlicht en stormen
Laat ze nooit de zoete rust ontnemen.
Noch laat ze je ontheiligen, de roofzuchtige westenwind.
Nooit was er een schaduw van een plant liever en aangenamer, zoeter...
Gedicht bij het weggaan: Oogst (J.J.A. Goeverneur 1809 -1889)
De boer staat voor zijn roggeveld
en krabt zich brommend achter de oren.
‘Dat had ik me anders voorgesteld;
Ik zaaide het allerbeste koren, en nu - kijk eens dat ontuig aan!
Wis heeft de Duivel dat gedaan.’
Daar komt zijn jongske, heel verrukt, met bonte bloemen rijk beladen, die hij op de akker heeft geplukt, wit, blauw en purperrood van bladen.
‘Kijk, vader,’ juicht hij, ‘wat een pracht!
Wat heeft God de akker rijk bedacht!’
Wegzending en zegen
Keltische zegenbede:
Ik wens jullie toe:
het ongeduld van de Lente de groeikracht van de Zomer de rijping van de Herfst en de wijsheid van de Winter Collecte bij de uitgang
Orgelmuziek
De volgende meditatieve vieringen in deze serie zijn:
3. Winter: 14 februari 2021 4. Lente: 25 april 2021
M.C. Escher (1898 - 1972)