» Het is voor kinderen, team en ouders belangrijk om samen een

t-U r

IN18.04626

'\

Argumenten nieuw schoolgebouw

Onderwijskundige argumenten

» Het is voor kinderen, team en ouders belangrijk om samen een

schoolgemeenschap te vormen, ons slogan is 'samen op maat naar een mooie

toekomst'. We zijn een kleine gemeenschap waarin we voor elkaar zorgen, waarbij we samen verantwoordelijk zijn, we samen afspraken maken, we elkaar aanspreken. Zodat alle kinderen en volwassenen zich fijn en veilig voelen in de school. Doordat we in 3 gebouwen zitten, is deze gemeenschapszin in de praktijk zeer ingewikkeld. De kinderen passen bijvoorbeeld niet allemaal tegelijkertijd in de hal. Sommige kinderen zien elkaar vrijwel nooit. Ook teamleden zien elkaar soms dagen niet.

» Kinderen leren heel veel van elkaar. Kleine kinderen van grote kinderen en andersom. Tutor lezen, elkaar helpen met boekjes uitzoeken etc. Dit moet nu georganiseerd worden en dan nog is het lastig.

Juist door alle verschillende gebouwen is het leren van elkaar en het verantwoordelijkheid nemen voor elkaar niet vanzelfsprekend.

» We zijn een team dat mee wil gaan met de tijd, innovatief zijn, goed onderwijs bieden en nieuwe inzichten rondom onderwijs wil vertalen in de praktijk. We willen kinderen vaardigheden leren die ze in de toekomst nodig hebben. We worden nu tegengehouden door ons gebouw.

o We willen kinderen leren samenwerken, communiceren, kritisch leren denken en we willen ze ICT-vaardigheden leren. Dit hebben de kinderen in de toekomst nodig. De kinderen krijgen daartoe opdrachten of gaan zelf aan de slag met onderzoeksvragen. Daarvoor is het

noodzakelijk dat er ruimtes buiten het lokaal zijn, waar dit samenwerken in groepjes of in tweetallen mogelijk is. Binnen de schoolwoningen is er geen enkele plek waar kinderen buiten het lokaal kunnen werken. We hebben wel een soort vide in het hoofdgebouw, waar een paar kinderen naar toe kunnen (veel te weinig werkplekken) waar ook altijd

geluidshinder van ondergelegen groepen ondervonden wordt.. Maar deze kinderen moeten dus hun gebouw uit om in een ander gebouw boven te gaan werken, waar niemand zicht op ze heeft. Ze moeten laptops meenemen. Met alle risico's van dien. De praktijk heeft ons geleerd dat dit voor de meeste kinderen heel moeilijk is. We hebben dus heel sterk behoefte aan veel meer ruimtes in de buurt van het lokaal waar kinderen vaardigheden kunnen leren die ze voor de toekomst nodig hebben. We kunnen het onderwijs dat kinderen van nu nodig hebben niet bieden.

o Als team willen we van elkaar leren. Uit onderzoek blijkt dit ook erg goed te zijn voor de ontwikkeling van leerkrachten en daarmee voor de leerresultaten van de kinderen. Doordat we nu allemaal in andere gebouwen zitten, is het onmogelijk om even bij elkaar naar binnen te lopen en praktijkervaringen te delen. Ook het uitwisselen van materialen gaat hierdoor moeizaam. Vooral ook in de schoolwoningen (waar op elke verdieping één groep zit) en de noodlokalen (waar twee groepen zitten), ben je als leerkracht gedurende een heel groot deel van de dag alleen betrokken op je eigen groep.

» Als team passen we niet met z'n allen in de teamkamer. Onze overleggen en studiedagen/

professionaliseringsavonden moeten plaatsvinden in de hal. Deze hal is daar niet voor bedoeld.

Wanneer er geen kinderen in school zijn, is deze hal dusdanig koud, dat we in de winterjassen of dikke vesten aan hebben. Dit bevordert ons leren en de teambuilding niet. In de praktijk blijkt dat we ook vaak gestoord worden tijdens overlegmomenten in de hal. De BSO, schoonmaakster of andere externen lopen langs.

» Als school bieden we zoveel mogelijk passend onderwijs. Dit betekent onder andere dat we op school kinderen hebben met fysieke handicaps. In de schoolwoningen passen deze kinderen niet. We hebben daarom dit jaar een bovenbouwgroep in het hoofdgebouw gelaten (daar kan de rolstoel wel in). Dit is stigmatiserend; de bovenbouw zit in de schoolwoningen, de jongste kinderen in het hoofdgebouw.

Toch houden we nu een aparte groep bovenbouwleerlingen in het hoofdgebouw omdat er 1 leerling

is, die in een rolstoel zit, niet mag/kan traplopen, etc. Ook in de schoolwoningen is er nu een groep,

die altijd op de begane grond moet blijven, omdat er leerlingen zijn die lichamelijk beperkt zijn. Deze

leerlingen kunnen de lokalen en ruimtes (digibult, bibliotheek, etc.) nooit bezoeken. Ook leerkrachten met een beperking kunnen de bovenste lokalen niet bereiken.

« Ook is het in het kader van passend onderwijs belangrijk om als directie zicht te hebben op wat er gebeurt in de school. Door alle verschillende gebouwen kan dit niet. We hebben bijvoorbeeld meerdere kinderen met gedragsproblemen gehad in de noodlokalen (daar zitten twee

kleutergroepen). Als er incidenten waren (en dat is vaak gebeurd) moesten twee kinderen (kleuters) de directie gaan halen in het hoofdgebouw (door weer en wind). Voor de schoolwoningen geldt hetzelfde. Om vervolgens een kind dat totaal door het lint was gegaan mee te slepen (over een schoolplein) naar de directiekamer om daar weer tot rust te kunnen komen. Als school zou je allemaal bij elkaar moeten zitten en zou je als directie gemakkelijk back-up moeten kunnen zijn bij incidenten/

grensoverschrijdend gedrag.

» Daarnaast is er ook een aantal kinderen op school dat op de een of andere manier extra begeleiding nodig heeft (individuele leerlijnen, hoogbegaafde kinderen, kinderen met een arrangement). We hebben nauwelijks ruimte om deze begeleiding te bieden.

» Er is geen ruimte voor medicatietoediening van kinderen.

» Daarnaast heeft ook een conciërge geen zicht op wie er binnen komt/ weg gaat. Kinderen kunnen weglopen, zonder dat we het in de gaten hebben.

» We willen een integraal kindcentrum worden. Onderwijs en opvang vanuit één pedagogische visie voor kinderen van 0-13 jaar. Hoe mooi kan het zijn. We zijn hiervoor een traject ingegaan en het college heeft aangegeven dat er voor de Dromedaris een investering nodig is.

Overige argumenten

« De gangen in de schoolwoningen op de eerste verdieping zijn zeer smal. Er moeten dagelijks 60 kinderen door deze gang. Ondertussen hangen hier ook jassen en tassen. We ervaren dit als zeer onveilig. We blijven hopen dat er geen brand uitbreekt op de eerste of tweede verdieping, want kinderen komen niet langs de brandende jassen en tassen.

« Het huidige gebouw slurpt energie (met 4 hoofdingangen voor alle kinderen).

« Het is niet duurzaam gebouwd.

» Het eist steeds meer van ons onderhoudsbudget. Heel veel reparaties.

» Onze vieringen vinden in twee keer plaats in de hal (omdat we er niet allemaal inpassen de eerste keer voor de ene helft van de school, de tweede keer voor de tweede helft). De kinderen nemen hun eigen stoel mee. De kinderen nemen dus vanuit de schoolwoningen (ook de 2e verdieping) hun stoel mee om via hele smalle gangen en trappen (en door weer en wind) naar het hoofdgebouw te lopen. En een uur later weer terug. Dit is zeer onveilig.

» De noodlokalen staan er inmiddels al heel veel járen. Daarvoor zijn ze niet bedoeld. We hebben al twee keer bijna brand gehad door stopcontacten die aan het smeulen waren. Ook waaien de deuren bij harde wind open, wat bij sluiting alarm veroorzaakt (en mogelijke diefstal). Daarnaast laten de luchtkwaliteit en temperatuurkwaliteit te wensen over. Tijdelijk is dat te accepteren, maar jaar in jaar uit is niet gezond (voor leerkrachten en kinderen, kleuters verblijven 2 tot 3 jaar in dit gebouw).

» Ons schoolplein; scheve tegels, gevaarlijk/veiligheid, we blijven aan het stukken laten repareren.

Oorzaak boomwortels, verzakkingen. Na regen staat het plein deels blank.

» We zullen nooit samen in één gebouw passen, dat is vanaf de bouw verkeerd ingeschat. Zie prognoses gemeente dat dit ook niet gaat gebeuren in de toekomst. Alle specialisaties (BHV/veiligheid) zijn dagelijks verdeeld over 3 locaties. Alles moet er 3 dubbel zijn, ook in materialen. Niet praktisch. De kleutergroepen kunnen nooit samen in 1 gebouw, dan moeten andere parallelgroepen naar de noodlokalen, die daar (toiletten/akoestiek) ongeschikt voor zijn.

» Veiligheidsgevoel leerkrachten als je 's avonds alleen in een gebouw bent wat afgelegen ligt. Het heeft de voorkeur in een goed afsluitbaar gebouw te zitten, waar weinig insluiping mogelijk is.

« Conciërgeruimte (zit een ventilatierooster in) ramen ontbreken. Reproruimte, in nabijheid

kopieerruimte. Dus conciërges mogen niet structureel in deze ruimte verblijven/werken.

Er is een groot tekort aan opslagruimte, die goed te bereiken is (er is een zolder te bereiken via een wankele vlizotrap). De shirtjes van de kinderen voor schoolvoetbal-basketbaltoernooien etc. liggen op het lerarentoilet in de schoolwoningen.

BSO, VSO/TSO hebben ook ruimte nodig, ook voor opslag. Invalidentoilet hoort hiervoor niet gebruikt te worden.

Er zijn geen aparte leerkrachttoiletten (in de noodlokalen en de schoolwoningen), in de buurt van de klassen.

Er zijn geen extra ruimtes om gesprekken te voeren met externen, iets wat steeds meer plaats vindt in het kader van passend onderwijs.

De speelzaal van de onderbouw (groepen 1 tot en met 3) voldoet niet aan huidige eisen;

luchtkwaliteit, radiatoren aan de gehele kant. De onderbouw groepen die in de noodlokalen leskrijgen kunnen bij het gebruik van de speelzaal nergens hun kleren en schoenen kwijt. De andere

kleutergroep en de groepen 3 laten dit in hun eigen klaslokaal. De groepen uit de noodlokalen kunnen

niet in ondergoed de speelplaats oversteken.