Robert Franquinet en Paul Haimon, Passieboek van Limburgsche Letterkundigen · dbnl
Hele tekst
Outline
GERELATEERDE DOCUMENTEN
Het is mij onmogelijk mèèr van Ghislaine te beschrijven dan het diaphane rose jurkje, dat zij dien dag aan had en haar blonde haartjes; doch noch haar oogen, noch den vorm van
Dan bleef hij gansch alleen, terzij van vriende' en horden, zijn strijd werd het geduld, zijn liefde weer die vrouw, zij lichaamblond en schoon gestrekt was werelddal geworden,
‘Kan ik vanmiddag mijn meubelen meenemen?’ ‘Dat zal ik je eens zeggen..’ begon de brigadier, kennelijk in het nauw gedreven, terwijl zijn vrouw naar het andere vertrek ging om
Adem te ijl voor dit mannelijk begroeten sterren te ver van mijn gebroken ruiten waar zijn de twijfels van mijn oude voeten waarmee ik de toegeeflijkheid. der vrouwen uit
Gedreven door deze gedachten, begon Marat op zijn eenvoudig kamertje te schrijven aan zijn eerste roman, welke weldra zeshonderd bladzijden tellen zou en waaraan hij de naam gaf:..
Al wie zich tegen iets verzet, heeft er nog niet mee afgerekend.’ Hij keek met een zekere nostalgie in de ogen naar Kir en voegde er nadrukkelijk aan toe: ‘Ook ik ben het niet eens
Over het werk van Knut Hamson merkte Haimon op ‘dat de auteur er in slaagt om in een verhaal dat gebaseerd is op een simpel gegeven (bedoeld wordt ‘Victoria’) enkele
Wat moeten die Lottumers trotsch zijn; voor het eerst in de lucht en dan over je eigen woonplaats heen vliegen, en later kunnen vragen aan al je vrienden en bekenden: ‘Zeg, heb je