• No results found

Ondeugdelijke bronnen en aansprakelijkheid

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Ondeugdelijke bronnen en aansprakelijkheid"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Ondeugdelijke bronnen en aansprakelijkheid

Wouter Hins

Een journalist die klakkeloos afgaat op zijn bronnen kan stevig afgaan. Dat blijkt uit een vonnis van de Amsterdamse rechtbank van 13 april 2016, gewezen in de zaak van een Japans bedrijf tegen AVROTROS en twee journalisten.

De eiser, Terumo, werd vorig jaar aan de schandpaal genageld in het tv-programma

EenVandaag. Terumo zou ondeugdelijke injectienaalden en andere medische hulpmiddelen op de markt hebben gebracht, met grote risico’s voor de volksgezondheid. Als bron voor de beschuldiging fungeerden twee voormalige werknemers, die anoniem bleven.

Helaas voor AVROTROS – en gelukkig voor de volksgezondheid – bleken de aantijgingen niet te kloppen. De gedaagden zijn door de rechtbank veroordeeld tot het betalen van een nog te berekenen schadevergoeding. Dat kan in de papieren gaan lopen. Terumo heeft gesteld dat zij alleen al in het jaar 2015 €4,5 miljoen aan omzet is misgelopen als gevolg van de

uitzending. Opvallend is dat AVROTROS en de twee journalisten door de rechtbank

hoofdelijk aansprakelijk zijn verklaard. Als verslaggever, respectievelijk redacteur, waren de twee journalisten volgens de rechtbank direct verantwoordelijk voor de onrechtmatige

beschuldiging. Andere personeelsleden, zoals cameralieden, licht- en geluidsmedewerkers en presentatoren, waren niet gedagvaard.

Dat journalisten hun bronnen niet hoeven te onthullen is bekend. Het is echter ook vaste jurisprudentie dat de juistheid van een publicatie desondanks moet worden aangetoond. Een goede journalist gebruikt de informatie van een anonieme bron vooral als uitgangspunt voor verder onderzoek. Ook als de bron bekend is, biedt dat geen vrijbrief om smadelijke

beweringen van diens kant ongecontroleerd over te nemen. Volgens het Europese Hof voor de Rechten van de Mens geldt als hoofdregel dat een journalist de feiten moet checken.

Naarmate beschuldigingen ernstiger zijn, mag van de journalist een grotere zorgvuldigheid worden verwacht. Dat kwam onder meer aan de orde in zaak Demmink tegen AD

Nieuwsmedia, die eerder besproken werd in dit blog.

In de zaak Demmink waren de gestelde feiten eveneens ernstig, maar hadden de journalisten zorgvuldig gehandeld. In de zaak Terumo tegen AVROTROS c.s. was dat niet het geval.

Weliswaar had EenVandaag enkele maanden voor de uitzending contact opgenomen met de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) om te checken of sprake kon zijn van een gevaar voor de volksgezondheid, maar de journalisten wilden niet vertellen om welk bedrijf het ging.

Ook toen IGZ erop aandrong man en paard te noemen, wilden de journalisten niet de kans lopen hun primeur kwijt te raken. Nu kon de IGZ pas enkele weken na de uitzending vaststellen dat er sprake was geweest van loos alarm.

Deze handelwijze van EenVandaag wordt door de Amsterdamse rechtbank sterk afgekeurd.

Niet alleen hebben de journalisten hun eigen belang voorrang gegeven boven het belang van

de volksgezondheid, maar zij hebben ook de kans voorbij laten gaan op een deugdelijke

controle van hun verdenkingen. De schade die Terumo heeft geleden komt daarom voor hun

rekening.

(2)

Een nader onderzoek had volgens de rechtbank hooguit achterwege kunnen blijven, als het om een acute misstand was gegaan, waarbij een spoedige openbaarmaking was geboden. Dat geval deed zich hier niet voor. AVROTROS c.s. hebben een aantal maanden laten verstrijken tussen het moment waarop de klokkenluiders zich bij hen meldden en de eerste uitzending daarover.

Tot zover is het vonnis van de Amsterdamse rechtbank goed te begrijpen. Meer discussie is mogelijk over de vraag of de twee journalisten op gelijke voet met hun werkgever

AVROTROS aansprakelijk moeten worden gesteld. Waarschijnlijk zal AVROTROS wel bereid zijn de volledige schade voor haar rekening te nemen, maar een veroordeling tot het betalen van enkele miljoenen euro’s jaagt journalisten de stuipen op het lijf. Ook als zij in strijd hebben gehandeld met hun beroepsnormen rijst de vraag of een dergelijke sanctie geen chilling effect heeft op hun toekomstige werk. In Kroatië was de uitgever van een tijdschrift met de titel ‘Globus’ veroordeeld tot een flinke schadevergoeding wegens smaad. De klacht van de uitgever Europapress Holding D.O.O. dat deze veroordeling een schending opleverde van de persvrijheid, werd op 22 oktober 2006 door het Europese Hof voor de Rechten van de Mens ongegrond verklaard. Het Hof overwoog onder meer:

The Court attaches particular weight to the fact that the payment of damages was ordered against the applicant company, the biggest newspaper publisher in the country (see paragraph 6 above), and not the editor of Globus or an individual journalist.

AVROTROS c.s. hebben aangekondigd in hoger beroep te zullen gaan tegen de uitspraak van 13 april 2016. Als ik advocaat zou zijn van de twee journalisten zou ik de hierboven

geciteerde overweging in mijn beroepschrift opnemen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De Rekenkamer heeft onderzoek uitgevoerd naar het toezicht door de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) op de volksgezondheid, zorgsystemen en de geleverde zorg op collectief

Bij die beoordeling betrekt de rechtbank de feiten dat (1) de deelneemster vrijwillig heeft deelgenomen aan het met risico’s omklede sportevenement, (2) dat de

In laatstgenoemd arrest, dat ging over de vergoeding van immateriële schade wegens aantasting in de persoon op andere wijze (waaronder ook shockschade valt),

De Aanpassingswet schetst dat de externe deskundige binnen de verstandelijk gehandicaptensector niet altijd een arts hoeft te zijn maar dat deze taak ook ingevuld kan worden door

De IGZ gebruikt deze informatie, samen met uitspraken van de geschilleninstantie, om toe te zien op zowel de kwaliteit van zorg die wordt geleverd als de wijze waarop

In mijn brief van 18 maart 2016 (kenmerk 940614-148176-IGZ ), heb ik uw Kamer geïnformeerd over de voorgenomen fusie tussen de Inspectie Jeugdzorg (IJZ) en Inspectie voor

De Nationale ombudsman ziet het als een gemiste kans voor de gemeente dat de ouders en Loes niet bij het overleg op het Jeugdbeschermingsplein aanwezig hebben kunnen

Voor sommige instrumenten zijn voldoende alternatieven – zo hoeft een beperkt aantal mondelinge vragen in de meeste gevallen niet te betekenen dat raadsleden niet aan hun