IIOOFDSTUK XI.
DE GELIJKENIS VÀ.}Í EB IIEN MAAGDEN. tr85
z[f het; zij
geloovenhet
'Woorden zij weten dat.zg
geen (llrristus, geen genade,. geenliefde
Gods hebben;dat
re nooitgrnade, vertroosting, enz. zullen
zien,en hierom
beVen zii;nangezien aoor 'h,en
niets
aníl,ers.ic d,o,n een ealwíhhel,ljln aw- utachting ilns owd,eels'l'en tweed,e: Omdat
clit niet meer.is, dan
waartoe dewet
oorr menschbrengt;
'Wantd,ur
d,e wetie
d,ekehni,aderzond4liom.
3:90, dat is, niet van
grove zonden alleen,maar
ook vnn geheime zonden. 'Wanthet
geweten,dat
in ieder menschlx, zal de
eerste ontdekkenI
de menschendie
ondertle wet
loven, zien meer,
,daarom.spreekt
Paa,Iusvan
ziehzolveu, 1)oor zoooerh$
onder dp utetis, Rom.
727-IL. Dat nui wat onkel door de wet in oen
rnensch gewrochtkan
worden,kan in een
rnenschonder de wet gewrocht
worden. Een menschonder de wet, is onder de
beheerschingder
wet,wolko dient om van de
algemeene besmetting, en mitsdienvan den vloek ts overtuigen; De
wet i,s geen bed,ieníng d,eslwens aoar iemand,,
2
Cor. 3 :?.
Gal. 3 : 14.En indien
dewet
uldusvan
zondekan
overtuigen, zoois dit
gezichtderzondeon
verdoemelijkheidgeen
gedeeltevan het
eeuwige leven, on derhalve kunnen de dwaze maagden.wel
zoover
komen Idit zal juist
bizonderdaar
gevonden worden,waar
een on- dorzoekendebediening is, zoodat daar nauwel$ks
een ge- heime toevoervan
zondekan
wezen,of het
IMoord ontdekt dezelve. Gehazíkon
detalenten niet
zoo geheim, noch Ana- niaahet onttrekken ïan
denprijs,
zoo bedekte$k verbergen,of Elíaa en Petrus wisten het uii té
vinden. Hebr.4: t2.
IIet
Woord,is
leoend enlracht'ig,
en een oord,eeler d,er ged,ack-len, hetwelk maar een
algemeenwerk is.
Toen Petrus totSimon
dpn Tooaekaar gezegd had,:Gij zijt
een gansck bitteregel, ontkende hii het niet, maar
zeide zBidt
gijtriedm, aoor za{1. Indefdaad,als het Woord
de vaste burgten en de hoogesterkten, en de
geheime weliustenen
inbeeldingen aantasten verdelgt, en
alzoode ziel in
onderwerpingtot
Christusbrengt en
gêvangenleidt, dan'is het
dekracht
des Evan- geliesen
deliefde vnn
Christus, aanziin volk
eigen,die dit werkt. Maar een mensch te
doen zien, dat.hij niet
andersdan vuilheid bezit, en dat
h{J daarover rnaarweinig
aange- Dc onherborenen kunnen vs1_htrl_ gebrok
au
6:enarle eenig glevoel hebben.Onze |,arnpen gaan ait,
g f. 2.
Aanmerk.Ddt
d,e d,coaaen maagd,en,of
onherbarcn personen,hun
aolslagen ,gemisaan
all,ezaligrffiende
gendo lruynenzim,
en mited,ien d,aaroaer latnnen ktagen.Zie maar op dit
voorbeeld;zij
dachtenda[ zij r[ik
warenen iets
hadden;.pu1. nu zien
zS'dat ,; nË#lrilmn;
hierom
zeggenzii, als zii
haar levensgedrag ondorzoeketr:onze
lampen z$n_uif.Is er als z$
haarharten
onderzoeken, eenige genade?Is de
Geostvan
Christus,of
Cfrrisius, Ooorziin
Geest aldaar? Neen!
onzeolie is verteerd; daaroá
zeggen
ze: geef ons aan
mts ol,ie;toen
zagenzrl
datzij nietl hadden. Dezelfde personen,
,neenendedat ze r!'k zijn, en hun die
somtÍg.Csnieis
ont'Uieekt, opgeUtazeí tunnen
zgn,0p een
anderentiid zich met
neerslachtigheid veínederen, enhun
gebrekin alle
dingen gevoelen.Yraag. Eoe
kan
d,it,bfijken?" !"ty. Eersteljgk: Omdat dit niet meer is, dan wtt
deduivelen hebben;
indien dit
heiligmakingis,
wanneerik
zte,dat ik geen he'igmaking
heb;indien áit
ootmoed is,. wan.neer ik zie dat ik
geen ootmoed bezít;indien oit
reinnettr' is,
wanneerik zie, dat ik
niebsdan
onreinheid heb, dan z{fn de duivelen geheiligden
gereinigd; daarz[
onreino geeston,van God vorvloekt en
afgezonáerdzlJn tot
alrokwaad
en zonde,cn mot
dekote'on
dor duistornis gobooid ,Un,ï.ot.n
F
186 DE GELIJKENIS
VÀN DE TIEN MAÀGDEN.
rln hoewel
zii
dachtendat het de
zaligmákeirde genade was, rrl'iets dat hen bij
Godzou
aanprijzen, zienzij dan dat
ze gocn genade hebben; daarom wordenzij
verlaten,gelijk
dezo urnagden.Als
eenman nooit rljk is
geweest-kan hlj er
ookrrlot
gevoeligvoor zijn, als hij
een bankroetierof
een bede-Irtrrr
wordt. Zíe hoe
hebmet
Ad,amwas; hij was in
eengolukkigen
stáat met het
Beeld Gods;toen hii dit
verloor,zng hij
zichzelvennaakt
,enwas
beschaamd;was dit
een zuligmakende genade ? Neen. Zoo ook, hoewel de geveinsden rrlottot die
gerechtigheid geraken, zoo kunnenzij
echtertot
vole geestelijke voortreffelljkheden geraken, diezij
hoogelÍ$k kunnenprijzen, als de
zoodanigen welkehen bij
Goden
de tnonschenzullen
aanprijzen;maar als die
verderven, zullen z[f gernakkelljk hun naaktheid, verachtellikheid en gemis van nllcs zien. Saul, had, gel[jk we weten, den Geest Gods, maar,I
Sam. 16: 1,4; Een booze geest kwam, en d,e Geest des HEE-ItttN
weekaan hem. Wist Saal dit niet? IIet
hebben van (lods Geest, maaktehem des.te
gevoeligervoor
den boozen goost. Evenzoois het met menig
mensch;de
Geest Godsw[fkt, en hij kan niet
bidden, noch profeteeren,noch
spre- krrn, noch denken, nochiets
doen,wat hij
gedaanhoeft;
ja,h{f kan een
boozegeest in zich gevoelen; en is dit
onbe-konri? Kunnen de dwaze
maagdendit niet weten,
gelijkSimson
toen hij
geschoren was ?'l'en
aitjfd,e:Opdat zlj dat wat
somtuds eenbilliik
oordeel (lorlsover
een vleeschelljkhart is,
zouden zien en gevoelen;vtrcltijds,
ik
zegniet altijd;
omdat de Heeredit
als een voor- lrtrpoiflingvoor de
genadegebruikt,
gevoelenz\j dat zij
degonilde
en
Christus yeracht hebben;zij, die zich
een schljn vorrr God gevenen
hooge gedachtenvan
zichzelven hebben, rrrrr hetgeenzij
hàdden;zij
zullenzien
clathun
gansche be- l{lrlcnismaar
blanketselen al hun
goudmaar blik en
koperlx.
.loh.8:2L, Gij
zul,tmij
zoeken en gaj zutrtmli
niet ainden,mtuv in
utne zond,en nr,ltgij
steraen.Altud te
zoeken, onder- rrl.olt cen gemis; zoodatgij
een gemis vanmij zult
gevoelen ;orr indien
van
mU, danvan alle
leven,van alle
genade, van rrllo vortroosting en goed; endit
verlies maakt de Heeretot
eennt,rnf, dio zlJ op zichzolven zullon brongen doorHem te verachten.
137
daan is, dit ,is niet meer, dan
hetgeenin
een bedriegel$khart gewrocht
wotdt,',Jak. 1:2S.
24. De ,wet,of het
woord Gods,.belet een
ongodvruchtig .hart, een vergeêtachiig toe- hoordèr, 'zre'l.oelvente zien; en wat kan het hem
wàarlijk ontdekken, dan zÍrjn eigen verachteliikheid? Dit
glaszal
hunkleinste vlekken
ontdekken;
d.ezeton zar u
Àtofjes Iatenzieni gij'weet
enziet het, en dat is
alles.Ten
d,erdn: ,Omdabdit niet anders is.
dan :het ontwakenvan een slaperig geweten, dat de ergsto
mensch,en
domeest
verborgen geveinsde somtijds ka,n hebben;Kains
ge-weten dacht, terwlil hli
zorgeloosr'as, dat ziin
oferandezoo goed als die van zijn
br.oeder .was; maar'toen hij
ont.waakte, riep hii uit: Mlin
misctaad,is
grooter, d,anáat zij
uergeaen word'e. sautr ging
voort met het
vervolgen van Daaià,en hij dacht dat
Godhem
zou helpen, daarorn,zie 2
Sam.28:
ó,
begafhij zich tot de Urim,
enz., maar God antwoord- dohem niet; toen
za:ghg zlin
toestanden
slàakte een jam-merl$ke klacht,
orndat Godvan hem
gewekenwas .n i"m
niet meer
antwoordde. Gewoonlijk geschiedtdit, ps.
g, Jaaghun
ureezeaan, o HEERE, Iaat hun
wetendat zij
menschenzijn;
zwakke, zondige, verachteliike menschen.Ais
de Heerezlin
gerichten oefentin
eens menschen geweten, zoo wordenniet alleen
de grove missragen,maar de
geheimenvan
aileharten,
de geveinsdhedenvan alle
menschón, aan henzelvenontdekt, gelijk ten laatsten dage aan de
gansche wereld;daargm,
gelijk
de gewetens der geveinsdenten
laatsten dage ontsloten zullen worden, zoo knnnen zÍ$nu
reedsin dit
levenzien, dat hun
belljdenismaar
blanketÀelis; zie Jez.
BB:14.D9
Seleinsdenzijn
bevreesd,als
Godin
toorn verschijni;; ocà,wie zatr bi,j d,en Heere w,nen ?
Zij
zijn somtgds,oo
oe"rbl*t".ddoor
Gods heiligheiden
getroffendoor
Godsverschriklegk.
heid
tegen de zonde, dat ze uitroepen: wie
zalbij
den Heere 'wonen? Is er
iemanddie voor Hem kan
bestaan ?Zie,
danis
alles,blanketsel,en verachteliik voor
Hem.Ten
aierde.'omdat de
geveinsdenondervinding
kunnenhobben van een groote verandering, die in hen
gewrochtwordt, welke hen; als die vermindert en
bederft, gevoeligkan makon
yoorhet
gemis vpndat wat
z[J oenrnauiiadden;
I
138 DE GELIJKENIS VAN DE TIEN UAAGDEN.
rlnchtig z$n als
deze,die nooit
zoo goedals
de geveinsden worden?Want:
l. Gij waart
geboren.en hebt
gnleefd,niet
alleenin
eenzondigen
staat, maar in
een onchristelijkenstaat; gij
waartrkxd
zonder eenig leyen,in allen
deele besmet.là.
Indien de Heere
eenigenvan u uit
dezenstaat trekt, ,,tn zal Hij u
bekend makenwelke
arme schepselsgij
z$t,r,txdat glj'
zeggenzult: ik
meendedat ik
zoo en zoo was, tlur:hik zie dat ik
rampzaligben; ik
dachtdat ik zalig
zou tvorden,maar nu
benik
verdoemd, zoodatuw
mond gestoptuul z[n, Rom. 3: 2l;
anders zoudt gÍ$nooit tot
den Heere,l,ol,
urvs
Yadershuis
komen, en de genade Gods prijzen, alsgtl
nog eenigendraf hadt om van te
leven.ll. Nooit wist gij dit; nooit hebt gij
aan eenig christen ge-klrtngd:
Ach!
mÍ$nolie is verteerd; miin lamp is uit;
Chris- l.ttxen de
Geest,en alle
goedis
\iveg; neen,gij meent
van uitclvendat gii rijk zijt,
enu
nietsontbreekt;
giti hebt eenige konnis,gij wordt misleid
dooruw
goede genegenheid, en gijz[f
t
daarvan vol,maar
d,e Heere aal,u
ui,t ziljnen mond, spuwen,Irrrlicn het
zoomet u is. Ja, al hebt gii
de middelen zoodatg[f
rliehoort,
zoozal
echterde
gansche wereldniet
kunnen rrrnken,dat gÍ;i uw naaktheid,
ellende, zonde en ledigheid /,ftr|. 11961no,al richt
de Heerenu
geen rechterstoel op, zoo ztrll,gii er
echterop
zekeren dagvoor
gedagvaard worden,llr tlon zullen uw
geheimenvoor
de gansche wereld geopen.lrttrrrrl
worden, en omdat gij zegt dat gij
zíet, d,aaromblljft
uu) ozn,de. Zoo zeg
ik dan tot u: gij
hebt Godnooit
veracht, rroch God gehaat,enz.;
daaromblijft uw verachting;
indien Irr'1,7oois,
danzal
Christusdie
ontdekken, en die wegdoen;rrrrulr
is het
zooniet,
danblijft uw
zoncie.Ë
ll.
3e Gebruik.Zie hierin het
bedrogvan dat
verieidelijk glvocloD,dat
de ware heiligmaking bestaatin
een erkentenis, rlrrl,rnen geen heiligmaking heeft; en dat de
reinheid des Irtrrt,orr niebs andersis dan de
onreinheidte zien; dat dit
denlur()(,ílr)
van geest is, geen
genaáein
den mensch zelven, Iroclr ool( Ohristusin hcm te zien; en dit
gevoelen was niet trlLrrrnin hot verledcn, nraar het schijnt nog
verspreitl teztltr; wolk
gevoolon,dnnr hot aan rnenig
genodolooshart
139
$ 2.
1" Gebruik.Hieruit
kunnenwg
donjammerl[jken
staetder
zoodanigen zien, namellik:EerstelQile
:
overdenk hoever de zoodanig€n van het eeuwigeleven verwiiderd zijn,
dienooit hun val
gekend hebben; dedwaze
maagdenkenden haar gebrek
aanolie en
schljnsel,en
nochtans warenzii
dwaas,en
werdenzij
buitengesioten.Hoe groot is dan
deval, en
hoegroot
de ellendevan
hendie
brandendelampen
hebben, rrnaarhet niet
weten! Dit
igdo staat van menig
bel$der,van menig
mensch,die
vanden lleere en de
genegenhedendie
hÍg eenmaal irad, afge.vallen is. God verlichtte
hem,maar nu verblindt Hii
hem;IIij
ontvonktehem, maar nu
verdooft HÍghem; Hij
maaktehem teeder, maar nu maakt Hij zijn hart vet; Hij
maaktehem iaag in zljn
eigen oogen,gelijk Saul,
doch opgeblazentoen hij koning
was, daaromdoet
Godhem zwellen;
maardit is het
droevigst, hí$ weethet
niet, Jez. B,Als
een menschwist dat zijn lanp uitging,
zookon hÍf, gel$k
deze maag.den, daarnaar
zoeken,en het
mogelí$kvinden;
dochnu
iser
geen hoop,tenz[j
de Heerehelpt; geliik wij
zien,dat
hetgaat met
gekwetsteen
gevallen menschen; zíj
zíjn over denslag zoo verbaasd
dat zij het niet weten; z[j
kunnener
vansterven, tenzij die bii hen zijn hen verbinden, en hier
ofdaar om hulp voor hen
zenden;zoo is het met velen;
de menschen 'zqn zó6 verdoofd door eenige slagen vanhun
wol.lusben,
dat er, tenzii
eenigechristelljke wienden hen
ver.manen,
waarschuwen,en hun
gebedenen tranen tot
den Heere opzenden, geen hoop op herstellingis;
enof
de Heere gebe_denwil zgn, is
moeielijkte
zeggen.Zekerlijk
verhoort de Heerein dat
gevalzeer
zeldzaam, hoewelHij het
echtersomtijds doet, zoo de
zondeniet
doodeliikis; maar in
eenbroeder
zal de
genadehulp
zoeken.ars
óchter een rnenschnooit
genade had,en
dan gevoellooswordt,
zoojs er
weinighoop; als een mensch niet kan
gevoelendat
dezon
overhem
opgaat,en
evenmindat
de dagverdwijnt,
hetns de zon ondergaatof niet, dan kenteekent dit een
ellendig""orgu.
looze,
of
droevige blindheid, waardoor die menschin
dod*is.
ternis is;
zooook is hot
hior.lrcn
tweecl,c.''wi,t
uar vanhon
wordon,die nooit
zoo neer-I
w
140 DD.GELIJKENIS
behaagt,
en met zijn
begeerlijkheid ovêteenstemt, insgel[fkr een schoone dekmantelvan
ootmoed en zelfverloo'chèning lr,en,den weg baant voor
een bewijsvoeringwelke
de Schrlf.tuur
nognooit
verklaard heeft.De
armoedevan geest is
een genade,die
bizonder oigonis aan hen, die'het koninkr$k
der hemelen zullen hebbènjmaar
geen genadete
zien,is
aanhen
eigen,die buiten
hot,koninkrijk der hemelen gesloten zullen worden;t
niemand danzij,
die gerechtvaardigdzijn,
kunnen op een'zaligmakendewijze
geheiligdworden;
velen die veroordeeld zullen worden, kunnen zien, enzien dat zij
geen heiligmaking hebben; der.halve
is dit
geen heiligmaking.1.
Indien dit
armoedevan
€ieestis,
geen genadete
zien,dan verandert een
algemeene genadein
een bizondere go.nade,
in
een zoodanige,die
bizonder eigenis
aan de uitver.korenen,
geliik
deware
armoede.Z.r'Dan
is het een
genadevan den
Geest Gods, een on.waarheid
staandete
houden,en
denHeiligen
Geesttot
eonleugenaar
te maken; want waar
armoedeis,
daaris
genadoen
Christus.3. Dan zou de
genadevan de
armoede des geestes, ten eenemalestr$dig zijn met den
Geestder
genade, d,ie ont d,oet weten de d,i,ngen d,te onsaun
God, geschonkenzitjn;
maar deze arrnoedevan
geestdoet
onsniets
daarvan weten.Nochtans
zullen velen deze ïsare
armoedevan
geest be.lijden,
en zeggendat die
inderdaad deware
heiligmaking ls, Eerstel,iljk:Het is
\ry'aar,dat
daarnooit iets van
de genadovan Christus was, waar de
menschenzich tot het
hervor.men
hebben begeven zonder Christus,tot
genegenheid, enz.Daar worden de menschen genoodzaakt
hun
rampzalige voet.stappen Le zien, en gelukkig
is het hart, hetwelk
iedere pluimvan zulk een kuif kan uittrekken; maar haar,
daardio
ls,als de Heere daarvan bewijs
gegevenheeft volgens
zlJttWoord,
te
veraehten, is duivelsch;want
h[j was het, dio zeido:Job
d,ientGod
ni,etom niet; het was
een leugen, waary&nhU de vader was; on het is een grooto
ondankbaarhekl tegenover den Geest,voor
hetgoenH[
gedaan heeft.I'en
tweedc:lndion or g€on
gonadonoch
Geestin
oonVAN DE TIEN MAAGDEN. 141
r,lrrlx[orr,
maar
allesin
Christusis,
zeghet
dan openliik, en ielll, daaroverniet
beschaamd;de
menschenmoeten
nietsÍkrrr, urnd"t zij niets
hebben;laat
andersdit
bedrog varen' urrhult het nooit
eenige aannemingin
heilige harten vinden.liirr oclrter', hoevelen beschr{iven
de
geveinsden nogmet
alrk'
grrnade des Geestes;met
geloof,met
de aanneming vantllrllsbus als Koning, Priester, Profeet, enz., alsof
ze reine eclurpsolsen
oprechte menschen zoudenzijn,
doorniets in
*,lclrzolven
te zien, hetwelk in strijd is met
Christus, Joh.lil: lí),
Giljlied,enzljt
reín.'l'tn
d,erd,e:Het is lilaar,
een begenadigdhart is in
staatnlllx to
ontkennen,wat
de Heerein
hetzelve gedaan heeft;rlrrclr
dit behaagt den Heere niet, gelfik
Cal'rsyn meent datltalrua deed,
toen hii zeide:
Heere!
ook' de handenon
voe'lrrr1,
on alles.
Neen, zeide del{eere,
gU zUtrein van
hoofd,+'tr nllos
is rein,
behalveuw voeten;
daaromis er
niets noo'rllg
rlnn diete
wasschen.En wat is
meer algemeen dan deze surrtlo? Hetgeenzondig is tpt een plicht te maken, is
derlng in den nacht, en
denacht in
den dag,te
veranderen;lrnf
kwaad goed,en het bittere
zset'le
noemen.I 4. 1"
Vraag.Maar
maakt'd,e Eeere niet, d,at ieder mensch uirluin
zichzelaen ziet?Ántw. Ja, dit doet de
Heere,als Hii hem voor
Christus l,ooboreidt,of hem tot
Christustrekt; maar dit
heeft plaats, wnrrrniets is,
noch arutoede, noch eenige andere genade.:1. Vraag.
Maar is d,it
d'an geen armoede uan geest?Of
ishrl
niet zoo, d,atzii
ctiearrn
l)dn geestz[n,
niets zien?l. Antw. Ten
opzichte vanhua
onherboren gedeelte, waar-vnrr
z[Jhoe langer zlj leven,
deste
meerhet
kwaad gevoe-lorl
'
on zoo worden.zli armer zq
zíen daarrn geen goed, en lrr rlirrn zin, achten-zij
ziohzelven de allerellendigste menschen,rlhr ltiorover rneer dan:ooit treuren;
nochtans a;lsz[j
geengorrtl
iu
zichzelvenzien, moeten zij, als
hunne oogen opena[f
rr, tlib zeggen: Ik
.aerheugmA in
d,eWet nanr
d,en in-untndigcn,menech;
orn
deze redenis
een herboren christenvrrt'tclltel[fk in zfn
eigen oogonna alle plichteu en
oefenin'gltr;
h[Jziet hoe
a,Ilesdoor
oon schendol{Jkhart
bezoedeld wrrrtlt;.volgens
Spr.B0:2, noomt
h{Jzich
onaernuftiger dand
w-
r42
DE GEÍ]IJKEMSVAN DE TIEN MAAGDEN.
.'l'
(loor geen genadete
zien, zonderhet wezen
daarvan teirl,rrl in dit
gevalmoet
een rnenschnaar het
getuigenis deslllostes
zoeken; zonder de meening des Geestesof van
zijn gr'Í,uigeniste verstaan, zuu een
menschz$n oogen
moe- l,rrrr*luirro ooor een
gedeelteder
waarheid, opdathii
een ntrrlur gedeelte zou kunnenzien;
een mensch moeb zien, zoo'rrgt
men,dat hij
bemindwordt, maar niet glj
geloovige,of
g[f gr:roepene,wordt
bemindof
gerechtvaardigd.Àch,
wachtu
voor dezemanier van
bewijzen;of
anders doornu
genadel,rr 7iun,
en op
een getuigeniste wachten; dit nu is het
vei-llgxl; want
wanneerhet
getuigenis ookkomt,
zoois
lrreb ze-kl11gL
recht, en
geen bedrog. Elierdoorzullen wiJ
de volko- Itrotr meening vanhet
getuigenis en de uitgestrektheid van des llooro'n liefde zien.Zie
derhalvetoe, dat
gUniet alle
genadevrrr11g1r1,
door niets te zien en dan op een
openbaring tewncltten, en te
denkendat als die komt, het
danrecht
is.Nrxrn, geenszins,
gij kunt niets zien en toch ter
helle varen.l)rulr is
geenvertroosting
voor hen, die nietszien;
denknietrlsl dit
armoedevan
geestis; het kan
een zegel wezen on-dor op
eenwit
papier,om er
den naam bovento
schr{iven, vr,í)r een zoodanigewien
de Heerenooit
genadewilde
bewí$- r,orr. tsidom dat'wat
God beloofb;ja bid
daarom, Zach.13:9.
Itlrrrxt rnoet de Heero zeggen; GÍ$
ziit
miJnvolk,
en dan volgt6r op van
onzenkant: De Heere is mijn
God. Ondervindt rlnt,dc
Hoereu tot zljn volk maakt,
enzegt dan
zoo. Laatelrr
iegeliik wetendat
hieraannooit
getwijfeldis, of
de Geest rln oorzaakvan het
getuigenisen van
de geruststelling in on-í,nr
otruu,is;
dochals er niets wordt
gezienof
getoond, zoohl[fl't de zaak
verborgen.Ach! mocht het
Gode behagen u rllt,lc
doen hooren, gU,die
afgewekenzijt van
de eenvoudig- Irnkl rles evangeliésvan
Christus!
Deze dwaze Maagden wa-rr,rr wilzer in
deze bizonderheid clan velen hedonten
dage;z[f lio1rcn
om
oliein
haar lampen, daar z$ wisten dat zij zonderrlr,zl rloor den
Bruidegomniet
konden aangenomen worden.4Í! lruilc, Ach,
onderzoek en deproef uzelven nauwgezet;wnrrt gU zult mogelijk mot der tijd nog zien, dat al
ut4 blrr.rrkotselvordw[fnt en al uw
schuldontdekt
wordt.148 iem'a1td; doch
hli
spreeht alsdan'an ziin
natuurrilken staat,en alleen in dat opzicht; andors
zouh[i in sirljá z6n
metI
Cor.2:
10.2. zij
zienniets in
zicbzalvenom
henbii
God,in het
stuk der rochtvaardigmakirrg aante prijzen; in dit
opzicht,wordtPaul,us' voorleden en
tegenwoordigorechtvaaidigheid
alsdrek
gerekend.3. Vraag. Als
een gneinsd,e níets zi,etof
geooelt, en eaenrnin d;íearm
aan geest zí1jn,wat is
d,an het ondnrscheict?Ántw. IIet
onderscheidis
velerlei. 1.Die waarliik arm
i$,ziet'
zooveel verachtergkheidin zich, dat hiJ ,ui *áisins
van
zichzelvenheeft, Ezech. 6: g. Maar ati,
Ce geveinsOeeenige uitnemendheid
bezit,
brufbhu er vol
van" enis
ertrotsch op; als
deze verdwenenis, zoo
zoekthij
wederom zichzelven,en walgt niet van
zichzelven.2. De ware
armoededes
geestesdrÍjft
een mensch uÍtzichzelven en uit alle
vleeschel[ike zelivoldoening,irengt hem van
de gaven t9_t 0e genade,om
daarblite
Ëtguer,, en di9 aante kleven; gerijk in
de verloren zoon,die nËt*Íuen
zijn.
-gebrek zag, maaÍ de
noodzakelijkheidvan
brooá ge.voelde; zonder brood, zeide
hij, sterf ik, ps. 40:le
11. Maar een ander die geen goedziet, wordt óf, niet uit
zijne voldoe.3ingen
gedreven,want als hij niots ziet,
geliik"Kaln,".zoobouwt hij steden; óf
zoohij
eenig goedin
zióhzelven ziet,wordt hij niet uit
zichzelven gedreven.s ó. 3"
Gebruirc-Zie hieruit wat het
zekersteen
veiligste middelis, om
onzen goedenstaat te
doen blí$kerr;waníah de
menschenom
dezezaak
neerslachtig zin, dan is
het, omdatze
geen genadezien
en dushet gótuilonis
des Gáss.tes
verwachten,of omdat ze
eenig zatigrnatendwerk
van genadeen het
getuigenis des Woords tegemoet ztenen
debevestiging
des
Oeestes verwachten;want
de zegels dienentot
bevestigingder belofte en des
verbonds.Ináien het
ig door geen Genadete
zien, danis het
één van beide,-t'iáoor
geen 'genade
te
zíen, zonderhet
wezen daarvante
hebben,óf
andersop
een openbaringte
wachten, ,on danis het
be.drog; want die dit doet, ligt onder de
veroordeeting- Oes'woords,
en
is
derhalvevor vin
de vertroostins oesG;ïst.s;
-w
HOOFDSTUK XII.
DE GELIJKENIS YÀN DE TIEN MAAGDEN 145
rkrn.
Ach, had ik n{in tiid
waargenomqn!zal
de zorgeloozeu ílggen.
'l'en
tweed,e:Zij kunnen een
diepgaandgevoel
daarvanlrlbbcn en
een wonderbare voortreffelijkheid daarin zien, zoo- rlrr,tzij
aangemoedigdworden om die te
begeeren. Joh. 6:llt
-- 34,Mijn
aad,er geeft u het brooil, uit dnn hemel,, hetwelk Mozesrtitt
gegeae- heeft; het brood,dat aan
ile werel,il, het leaen geeft.'l'um
zeid,enzij, Heere!
geef ons altQjd, d,it brood,;en
echter wrrronzij
vleeschelijk,en
hunne begeerten, welkeuit
een ge-zk:ht van
devoortreffelijkheitl
des broods ontstonden, waren vlooschel$k.De
Schriftgeleelde, Mark. 12: 33,M.
Den Heere uutcn God,lief te
hebben met geheel, uushart, is bett
d,an al,ilr
brand,offerenen
slachtofferen. Waar}Í1ikdit is
wonderl[jk !l)o
inzettingenz{jn
goed, de schepselszijn
goed,maar dit
is lrobor.Als een
mensch de wereld prÍ$st, zoo begeerth{j
dietl[[fd,
lroewelhij
dienooit had;
zoo washet
ook met Bileam.Nlot alleen kan het Woord en de
Geest dezelve aanprijzen, wuRrdoorzij
die begeeren,maar
haar voortreffel{jkheidin
het krvonder
heiligenkan
die aanprijzen, zoodat de vleeschelijke Irrlrton,het
gezelschapen
deliefde van zulke
menschen bo-vrrn
alles
zullen zoeken, Openb.3:8,
Gen.26:28, Wlj
zagendal de HEERE met u
we,s,en dat gij aan
Hem gezegend,ward,t. Hierdoor
zijn er
eenige begeerten naar dezelve, 2 Petr.t:20.
De menschen ontvlieden de besmettingen door Christus.ll'en derd,e: ZÍ$ hebben smaak
in
haar zoetheid, en begeerenIrrurr hierom,
Hebr.6.
Johannes\ilas een helder
schijnend llr:ht,en z$
verheugdenzich in hem;
gansch Jud,ea en Je.ru-re,lcm,
kwam in menigte tot zijn
godsdienst;men
volgde Irornna in
dewoesiiln.
De smaakder
genadevan
Christus, krr,nde
begeertennaar
dezelve wonderbaar opwekken, menkrrn er veel zoetheid in vinden, Luk.
12:26.
Vel,en zullen tql(Jen: Heere! hebben wili ni,etin utn
tegenwowd,igheid, gegeten rrr, gcd,ronkenT Zlj vonden daarin veel zoetheid; de
lfeereloorde onder hen; zij
begeerdenHem en
dachtendat
IIÍ1jIrtttr
eigendomwas; echter werden zij buitengesloten;
zie vtrrs24.
Yel,en zul,Ien zoeken, i,n te gaan en zullen niet lrunnen.l'en
uierd,e;Z[j
bloeien,en kunnen
opgroeienin
een heer- llJko bel[Jdonis,in
dr.r wogondor
genado,ja in zulk
een be-l'h, llhtppnril, Tltn uangitn, Dl, IL l0
Yan ile begeerte naar genaile, ilio
in
rle geveinsilen kan ziJn.Geef ons aan u2o olie, enz.
S. 1.
3.
Aanmerk.Dat
d,e d,,waze maagd,en, níet alleen d,e za, Iigheíd,, maa?' de genade zelue ernstíg lcunnen begeeren ; want dezomaagden verzochten
niet
alleen den Heereom
haar open te doen,maat ze
zeiden: Geeft ofi,s nakt urnolie; en dit
veizoch.ten zíj niet in
schdjn,maar oprechtelijk, want z$
werdenhaar
gebrek gervaar:
onze lampenzijn uit,
onzeolie is
ver,teerd, onze
ellendeis groot;
ach,help
onsdan nu
met ,uw genade.Dit zal uit
deze bizonderheden kunrlen blljken.Eerstelijk:
Zij
kunnen haar vei'lies en gemis daarvan gewa&rworden, en omdat zlj
eenige hoop hebben,om
dioin dit
lo.ven weder te herwinnen, kunnen zlj die
zoeken.Zoo wat
het niet
alleenmet
de maagden,maar ooL met
Simon d,ehToouenaar,
Hand. B:23. 2L,
toenhij overtuigd.was, dat
hlJeen
ganschbittere :gal was. IIij
vêrgenoegdezioh niet
methet zgne, maar ,,hlj beval zich in de
gebedgn ,eler,kerke en apostelenaan: Bid,t
gijl,ied,en,zeide h[j,
aoormij,
d,at niete oaerm{
kome aan hetgenegij
gezegcl, hebt, maardat ik in
eenanderen staat' ,gebracht
.worde,
waar.doorrik dit.alles
mogoontvlieden: Amos 8:11. LZ, Ik aal,
eenan hohger zendin,niet nnar
brood,,'rna,q,rom
het.,.Woot.cl, te hooren;dat is,; gf zult
eenjammerliik
gebrek daaraanen
aan vertroosting, hotleven en
den,Gsest des levens gevoelon;en
gUzult van
zostot zeo
zwervonom
hob"to
zookenon
gUzult
hobniet
vin.A
w
146 DE GELIJKENIS
li$denis,
dat ze de vervolging kunnen
doorstaan,gelijk
de doornigegrond en
eenige toeneming daarin hebben, hetwelkzonder eenige
begeertenen
aandoeningendes harten
nietkan
geschieden.S
2. 1"
Gebruilc.Laat dit
alzoo een waarschuwing aan alhet volk
Godsz$n, om
den Geestder
genademet
allo zorg.vuldigheid te bewaren en niet te
verliezen,maar
alles aante wenden om die
inwonendein hen te
doenzijn. Want gelijk de
Heere Jezus, toenIIij zljn
discipelenover hun
ge-lukzaligen staat in verwondering wilde brengen, opdat
zeIIem en zijn liefde
zouden beminnen,zeide:
Vel,e koningenen profeten
hebben begeerd, d,eze dagen te zien, en hebben d,e-zelae
níet
gezien,aldus zullen vele
belijdersvan
groote be.kwaamheden
en
gaven,den
Geestder
genadeen
des vre.des, dien gij hebt,
begeeren, enzij
zullen Diennooit
zien;nooit zullen zij Dien
hebben. Toen Ázafshart
afgetrokkenwerd door de
euveldadender
wereld,en hij haar
ijrlelheid aanschouwde, werdenzijn
begeerten omgewend,: Ach, het iemilj
goed,zeide
hÍLj, nabitj God, teaijn;
alsofh{j
gezegd had:hoewel het
goedis, de
dingen zelf.te
hebben, echteris
hotniet
goedvoor m[j, met
mÍgn begeertenen
waardeering van dezelve,al te sterk tot
dezelvete
naderen;maar het
is goed, aoormij, nabij
Hem te zSn.Het kan
somtljds geschie.den, dat uw hart ontbloot is, om uw
toestand,en gij wat
de Heere voor u
gedaanheeft, niet
behoorl[jkkunt
waar-deeren, zoodat gij hierdoor geen
begeertenaar
den Heereof zijn
genade,maar naar
de geoorloofdeverkwikkingen
der wereld, hoewelniet
op een onwettigewijze
hebt, zoodat gifzegt:
hadik maar
zoo veel,of had ik het
zoo goedals
an.deren, dan ware het wel. In ps.
141:4. bidt Daaid,
den Eleere,dat Hij z[jn hart niet tot
een kwade zaak neige,ja zelfs niet tot de goede dingen der
goddeloozen:Lao,t'mfi niet
etenaan hun
Lelelcernijen.Want
aangenomendat gii
at deze dingen,die
anderen hebbenverliest,
zoo zaltochaetgrt komên, dat
de grootsteprins en zij,
diehun
begeerten hier voldaan hebben,zulen
zeggen:Ach was ik in
de plaats v&ndien
man!
Dehalve,al
oefent de Heereu door
vele behoef.ten, we€s echter indachtÍg, dat uw einde vredo zal
zlJn,VAN DE TIEN IIAÀGDEN. L47
wr:rrvoor de
anderenin dien dag wel een
rvereld zoudenwillcn
geven.2o GeAruilc.
Wat zal
danvan
hen worden, die nooit eenige gonade begeerden,omdat
zewèl
genoeg zonder dezelvezlju!l,lrrrr mensch
kan niet
leven, zeggenzij, van de
gebeden en Irot aanhooren derpredikatiën;
zulke piichtenzljn
moeiel$k;inrr
zfn
verhinderingen, geen gewenschte hulpmiddelen;enals
lr,nigêinzetting
voothandenis,
danheet het,
wanneer zal de xnbbath geeindigd zijn ? En wat Gods volk zelf aangaat, zij kun- rr(lll geen onderscheid tusschen hen en anderemenschenzien;,1n,, zlJ meenen
dat zij
zelfs erger zijn; indien dit uw godsdienstlË, zoo beware God m$ voor uw godsdienst. Ja, zij kunnen geen rchoonheid
in
Christus zien,om
Hemte
begeeren; zij kunnen lrngoeren dat zij op de Sabbathen niet zooveel beteugeld worden, rlrrter
zooveol moeiteniet
aangewend worde om hen te onder- w[Jzen; mogeli$kzuilen zii
begeeren,dat hun
handen weer- Irourlenworden om te
stelen,hun
gedachtenom te
vervloe-kon, en hun voeten om te loopen om
bloedte
vergieten;tnnnr het
levender
genadeen
dekracht
derzelve begeerenr[f niet, en
hebbenzij nooit
begeerd.Ik
herinnermii
dat lhtoid,toen h[ in groot gevaar was, zeíde:
Eeere, tnrlin curhtanis aoor u niet
aerborgen;dit was zijn
vertroostingnh h$ niet kon
bidden, Ps. 38: 10. Maar hieris het
anders.Krrrrt gij, als het uiterste gevaar u overkomt,
zeggen:ik
borr
nu niet in staat om te
spreken,maar
ach!
gedenkmijn
t,rnnen,in het
verborgenvoor U gestort, mijn
zuchten te rnkldernacht,mifn
dagelijksche klachten,mÍfn
dagelllksche vorzuchtingentot U, die uit dit
bedroefdehatt
opgeklommen r,lfrrlHeeft
de Heeredit nooit in u
gewrocht?Als hetuiter-
rlo govaar genaakt en gU niets dergelijks hebt, om
voor rrl,o getuigen, denkt glj
dan,dat
de Bruidegomu in
vredezrl
ontmoeten?Ach neen!
begeefu naar huis
enslaakjam' rrrlrklachten over uw ziel; zeg:
de Eleereis verre van mii;
nln
aolenzullen
zoekenin te
gaan, en niet kunnen,wat
zal rlrrnvan
mlJ worden? '
lle
Gebruik Zie hieruit
hoeveel menschen zichzelven met rlo trow{fzonven hun
goedenstnat
bedriegen, die, hoewol zij grrtrrrollo in hun vat,
noch sch{Jnsolin
hun leven zien, echter}TFF-
148 DE G1ELIJKNNIS
VAN DE TIEN MAACIDSN.
H[ moet die uit den hemel halen, anders zgn
ze orunut;wnnt als de Heere de
zaligmakende begeerten wezenlijkwrrrkt, zoo zaait Hlj die alt$d in
een verbrokenhart,
het' wolk inderdaadten
eenemale verbrokenis; als
Godhet
roo' krrndevlas in
brand steekt, namel$k de begeerten, zoo breektllfl
eerstzelf het
riet.'fen tweedn:
Het
ontlerwerpin hetwelk
deze begeerten zijn.l,lrn man heeft een zoon en een dienstknecht; de
zoonkr[fgt
alleswat hlj
begeert, omdat hÍ$ den geest eens zoonslrooft; alles wat de
vader heeftis voor
hem,hetwelk
hem l,onnutte zal
verstrekken. Deknecht
begeertmet veel
aan' rlrung,maar hij bidt
door den geest eens dienstknechts, ennllos wat zljn
heerheeft is niet voor hem; als hij dus
omrlr erfenis, of een
gedeeltedaarvan, en alzoo om het
ge' rlrroltodes
zoonsbidt, zal hij dat
dan verkrljgen ? Neen, hijznl
hebbenwat voor een
dienstknechtbetamel$k is;
zoorrrrk
is het hier;
de Heere heeft eenige zonenin z[jn
kerken rlozo bidden en begeerenuit
den Geest des kintlschaps; alleswnt God
heeftis het hunne;
zí$ zullenhet
hebben; daaromnogt Ps. L45:L9-2L, IIij
zal, het wel,behagen d,oen d,ergenen,día
ÍIem
urezen, d,ieHun
Liefhebben en zichin
Eem tterbl,iryiil,en; wnnt dat is
de eigenschap des kindschaps; als een zoon allevorkwikking op de wereld moet
derven,ja als hii er
ziJn Irokomstvan heeft, vermaakt hij
zichin zijns
vaders aan- grrzicht, liefde, genade, gemeenschap en huis, Ps.27: 4, Wantz{
fljn
erfgenamen Gods en med,eerfgenq,rnen oan Christus wndat ze Èonen zitjn.Maar
dezen,die maar
dienaarszijn in het
huis(lrrrls; zullen zrt hun
begeertenen hun hartelust
hebben?Nrron.
Zoo was het met
dezedwaze maagden: zij
waren nllrxrnmaar
dienaressenin het huis,
geenware
bruidenof
rlrrchters,op z$n best maar dwazen; zij
haddenniet
denI
lrrrrst des
kindschaps,maar ze hadden hun
begeerten;trrroll ïvaren zij met den
Heere Jezuszelf
zaligmakend ge- Irrrwrl,noch stelden zg haar
hoop opHem, maat zij
warenrlwruls, en dit is de
oorzaak'waarom de begeertender
an-rllron
gehoord werden,en
de hare niet.'l\m d,erde: Ongegronde begeerten worden alleen in een zekere rrrn[o gokoosterd,
terw{fl
integondool begeertender
hoiligon 149omdat zlj het
begeeren,van
gedachtenzijn, dat
de Heerehen en hun
begeerten aanneemt,en Hij hen
daarom zal vervullen.Die opvatting houdt
zelfs duizendenin hun
zondeen
rampzaligheden,en
ofschoonze \à\
dezelve overtuigilzijn,
zeggenze nochtans: ik wenschte dat
heb boter metm{j
ware,zij
denken,dat
de geveinsden vertooningen makenvan dit en dat;
echter hebbenzij
geen ongeveinsde begeer-ten; hierin rusten
duizenden,en dit
veroorzaakthun
den dood, Spr.2I :26,
De begeerte il,es luiaard,s zal, hem d,ood,en.$ 3.
Vraag,Maar
waardnert d,e Heere dn aerauchtingenziljns aol,ks niet? Zegt Christus ni,et, Joh.4 : 10, Zoo gíj begeerd hadt,enz, Ziet de
Eeereniet
optden
inwend,igen mensch,op fu
eigenlitike gesteldheid,,
ja
begeerten d,ie er aoorheen geweestz{n.
Antw. Jà, voorzeker; maar daar
zÍ1jn eenige begeertenwelke
goede bewijzen opleveren, eenigendie
geen bew$zenzijn; die, welke
ongegrondzijn,
zalik
aanu
voorstellenin het
bizontler voorbeeldvan
deze dwaze maagden, enz.Eerstelijk..
IIet zijn
ongezonde begeerten,die in de
ziellichteliiik ontstaan,
zon<lerhet gevoel der
noodzake$kheidvan des Heeren almachtige kracht en van den
Geest deslevens, om
diein het
eerstte
werken.Wij zullen
bevindendat
de begeertenvan
herboren christenenniet lichtelijk
ont.staan, voordat zli de
noodzakeliikheider van
zien,àat
cleI{eere hen trekke, Jer. 81:10. Klaagl. 5:21. Maar de
be.geerten van anderen ontstaan gemakkel$k en schielÍgk, gelijk
van
deze dwaze maagden;haar ontbrak olie;
zÍg konden dieschielijk
begoeren,en zij gingen bij haar
medgezellen omhulp:
Ach, geeft ons aq,n ulp ol;ie. Zie hoehet is
rnet de wiideïogge en de erwten; zij
zullenin
hun jaargetijdevan
zelfovervloedig
opkornen,zonder zaaien of ploegen; de
grondbrengt die van nature voort, maar andlr koren uo g."ao
zal zoo gemakkelijkniet
opkomen;uw
grondzal die
vruchtniet
dragen,tenzij
dezelve geploegden
gespit wor.de, /jn danmoet het
door de hand eens menschen daarin gezaaid wor.den; het moet
sterven, eerhet kan herleven;
zoo ook hier.Als
de begeerten schieliik komen en ontstaan, zoois dit
een teeken datze wild ziin;
de Heeremoet het hart
verbreken,en dan deze
begeertonvan
denhemel
zaaienen
planton;_r
1ó0 DE GELÍJKENIS
naar
deze genadezonder máte uitgaan;
aizoo schoten de dwaze maagdenhierin bg
dewijzen te kort; al wat zijkon.
den
verkrÍ$gen,was weinig
genoegvoor
haarzelven, maarde
dwazen haddenhet
oogop
een deelvan haar
olie, gelÍgkmenig
menschhet
oogheeft op
de gaven en hoedanighedenvan
anderenI
ach,zegt
men,was ik
een zooeerlijk en
eonootmoedig man, als
deze is!
Menig menschstelt zich
een zekeremate voor, en als hij die heeft, is het wel,
ter.wljl h{j die al te jammerlijk mist. Zie met
aandachtop
de dwaze maagden;zij
vergenoegden zichmet
een zekere mate, ennu zij er
gebrek aan hebben, zoekenzij
daarnaar;in
heteerst stelde een weinig haar te
vreden, ennu clit
weinigeverteerd is, zoo zal een weinig haar
wederom helpen. Enwat is haar
maat ?1.
Zooveel,als haar voor
de menschenkan
versieren en opschikkeni
unze l,ampis
uit.2.
Zooveel,als haar
tegen dekomst van
Ohristus kan ver.troosten; want zij waren
ongerustomdat haar olie
verteerdwas,
'\ilaarmedezli
den Bruidegom moesten ontmoeten. De begeertevan hem, die
dezelvemaar in een kleine
mate begeert,is
gewisselljk ongezond; hUis
tevredenmet
zooveelals tot z[jn
oogmerk dienstigis; hlj
snÍgdtzijn
rok, naar datz$n laken groot is; maar hij die
dezelve zondermate
be-geert, is een
ander mensch, gelgk paul,us,Fil.
B :!2,
Opdntik
di,edow
eenig middnl, mochtgrljpen,
wuartoeik
ook gegre.1rcn
ben. Om
dezereden noemt
Chrysostomus,paulus
dten insatíabiltsDei
cul,tor;want hij
steldehet tot zijn
eigenlijkoogmerk,
gelÍgkiemand die tlen
rÍgkdomonmatig
begeert;hoewel hij al
derijkdommen der
wereldniet
verkriggt, zalhij echter hoe meer hg heeft
deste meer er om
bidden;deze
maakt zijn
vleeschelijke begeerlgkheidtot zijn
la,atste einde.Tegenw. Maar hij kan het
zond,er mate en totzljn
eigenoogmerlc begeeren.
Antw; Ik beken dat dit waar is; want
de menschen bo.geeren eer,
en
geen €er dan door gaven,en
geen gaven dan door genade; hierdoor kunnon z[J oneindig begeoren, en tochis hot maar een m&te,
namel{Jkom zlJn eigen
oogmerk,YÀN DD TIEN MAAC*DEN.
rrrrur
niet om
des Heeren eindete dienen; het is om
zich-zolvon te
verhoogen;de ware
begeertenaar
genade, heeft l,rrrrdoel, alle
zelfzachtte
vernietigen,en
God alleste
doenz[rr, Ps.
119:4,
b.'l'en
aierd,e:Het is niet hun
éénige begeerte,of
de éénige r,rulkwelke ziJ
begeeren,namel$k, den
goeden Geest desllooren, en dat noch zij, noch
eenige zaakin
hen.mogen Iovon,maar dat de Heere
moge leven,en ziin
genade enkoninkr[jk de overhand in hun harten
mogen hebben, hier- nrlrrrgaan alleen de
begeertender heiligen uit; of
indienIrrrrr begeerten
naar
andere dingen uitgaan, zoo zal de Geest l,ogon hen begeeren,2
Sam.23t6.
GelÍ$k de vleeschelí$ke be- goortennaar leven en
de vertroostingenvan het
leven uit- Brmn, zoo gaanook
de geestelijke begoertennaar het
levenvnrr Christus in hen, en naar
de verbroostingen des Heeren rlrrrrrdat leven uib, Ps.
27:4,
Eén d,ing hebik
begeud,, d,atsul,
ik
zoelcen,W'at was dat? Een kroon, een
koninkr[ik?Norrn. -&íaar d,at
ilt
al, d,e dagenmijns
leaens mocht wonenin hal huis
d,esHEEREN,
orin dn lieflljkheilen d,esHEEREN, in t$n
tempel, te ond,erzoeken. Merkwaardigis het
voorbeeld van Aln'aham,Hebr. 11. Twee dingen ontmoette hlj,
opdat h$nlfrr begeerten zou
laten
varenl. H[j kwam in een land, dat God
beloofdhad hem
teIrvon. waar hlj
onder vÍ$andenen
vrees leefde.2. IIU kon
weergekeerd zÍ$nnaar
een anderland,
en het nlnrkur beter gehad hebben.ll,
God, zegende hem, enz. Maardat was het niet
waarnaarlr[f
bogeerigwas, het was naar iets
anders alleen, hetwelk Irlrrrlrovenis;
daarom schaamdezich
Godniet,
zÍ$n God ge-tuultnd te worden, maar de
dwaze maagden schoten hierinl,o kort, en
tlaarom zochtenz[j dit
al]ednin t[jden van
hot ttll,ornbegevaar; en juist dit is de
gesteldheidvan
vele ge- rrnrlulooze harten,in
eentljd van het uiterste
gevaar. 1. Alsnllrr
gonade verdwenenis. 2. Als,de
doodkomt,
zoekenzij
nrrrrt,ignaar den lleere en de
genade; ach, dandrukt
hun r,rrtrrlozwaatl ach, dan is een ootmoedig hart zoet!
Maarrlll, hooft niot eer plaats dan nadat hun harten door
be-glcrllJkheden
n&&rondere dingen overwonnen waren;
zóó151
F-
162 DE GELIJKENIS
dubbelhartig
ís
ieder vleescheliik mensch, Ef.Z:1,
Doend,e d,ebegeerllikhnd,en d,er gedachten,.
dat is,
duivelsche begeerliikhe.den,
en de
begeerli,ikhed,en dns aleesches,namelijk,
wellustigeen
beestelgke begeerliikheden;dit is de staat van alle
men.schen;
daaromz[jn
de beloftenniet
enkel gedaan, opdat de menschen den Heere zouden zoeken,want zlj
kunnenin
ge.breke blijven,
maar
aan hen diedit van
ganscherharte
doen,Ps.
90:2,
Jer. 29: 13.Dit
doenzij nooit; de
menschen bid.den dagelijks en leven dag aan dag in hun wellusten;
de menschen verlangenin
ellende,maar zijn koel in
vrede.$ 4.Vraag. Ma,ar aangeaínn er in dn, heitigen tutee naturen zijn, zoo-
dat het ol,eesch tegen (l,en Geestbegurt en d,e Geest tegenhetal,eósch,en er een d'ubbel hart in een aerworpene is, waard,oor hij te getijte genailc en and,ere d,ingen begeert; hoe zul,len wij hen d,an ond,erscheiden?
Antw. 1. De
begeertennaar
genadeen naar
.wereldschedingen in een
geveinsde,komen met
elkanderin
hetzelfdehart overeen; maar die
begeerl$kheden,welke naar
hetvleesch en den
Geestin een herboren hart zijn, zijn
met elkanderstr[jdig en
gel$kvuur
enwater;
de eenetracht
het ganschewezen van de ander te
vernietigen. Bijvoorbeeld:Een
menschmist de dingen
dezerwereld; hij
zoekt, en is begeerignaar r$ktlom,
eer,rust en vrede; maar, denkt
h[f,als ik niets
anders heb dandit,
dan zalik, als ik
geen go.nade heb, ter helle varen; daarom begeert hij
die,en
zooheeft hij vrede; hlj is in alle
opzichtengerust; hij
gaat aan- genaamvoort in
denweg der
belijdenisen
des gebeds; hotzondig hart is hiertoe
genegen,opdat hij met zljn
hoofdzachteliik op twee
kussensruste, maar de
Geest verheftzich hiertegen,
zoodat
de zier denkt,ik
zar doordez:
dub.belhartigheid
vallen.
r{eere!
hoezeeris men
genegenzich in
dezendroezem te wentelen. De
begeerlljkhedenin
de ge-veinsden,
zljn gelijk zusters die elkander
helpenom
vredote verkrijgen; doch hier ziin ze als
vijanden,juist om
dienvervloekten
vrede te
verdelgen.2. fn een valsch hart z{in de
begeerlijkhedenen
betrach.tingen dezer dingen voor hen zoo dierbaar als hun
besto beenderenen leden;
z{Jkunnen niet zonder
dezelve z{Jn,noch zonder
dezelveiets
doent
ma&rin de
heili gon zlJn zoVAN DE TTEN MAAGDEN. 153
zworen
en
builen,en
derhalvevan
hen gehaat;bijvoorbeeld:l,rult een
menscheen
overvloedigetafel,
veel middelen enrrltwenrlige
zegeningenhebben; laat hem groote
beloften rlor.rn,de inzettingen
Godsen een hart
hebbenom
Godin
rlrrzelve
te volgen; dan zal men hem wakker
bezig zienin rlorr
godsdienst;maar wordt hij in
clenuitersten
noodtot gornis van dit alles, en tot
vreesvoor
armoede gebracht,zoorlat
zijn
middelen' verdwijnen, de armoede genaakt, vele oluronigheden ontstaanen
devrouw
een groot getier rnaakt;rln,n
valt hij mismoedig ter
aarde,of gel$k bij
een wereld-lhrg is zijn leven, zljn
genegenheidvoor
deinzettingen of rlo
dienstknechten Godsvervlogen; het gaat er
mede gelljktnot
eenvogel; als
dietwee
vleugels heeft,kan hlj
vliegen, nrrlnrals
h$er maar
een heeft,valt
hÍ$ en de vogelaar vangthorn, omtlat die
vleugel een onmisbaarlid voor hem
was;z(xr ook is het hier. Zoo was het ook met
Daaid,s dienst- krroohtente
Zilelag,1 Sam,
30:4. Zilj
weend,en allen, I,otilatr.r
geen kracht meerin
hen was om te weenen;maar
gansch rrndorswas het met
Daai,il,;hlj kon zijn toevlucht tot
Godnomen zonder
deze vleugelen. Wanneer alzoo God aan een rrrcnsch eenstaat
verleent, die zoogroot niet is als
hiJ wel wlltlo,en het hart
begeerigis,
naar hetgeen Godtegenstaat;rltrr kan hij zich met weinig of met
een geringen staat niet vorgcnoegen;wijl zífn been zljn
begeerteis, kan h{i
nietlrxrltten dat het
afgekaptof
afgezet vvorde.Als
een mensch orrn houten been heeft, zookan hlj het
snijden naar de maatvnrr zijn
schoen,maar als het zijn
eigen beenis, moet
zlin rrrrlroonnaar de maat van zijn
been gesnedenworden;
om-rhlt, het zijn been is, moet het niet kleiner
gesneden wor-rlrurt och het is hem zoo dierbaar! Zoo is het met
een rrrrrrrschdie een
begeertenaar
eenige dingenheeft; zij
zljnrlkrrbaar, daarom
zegt men dat hij in
dezelveleeft
eninhet
vkrrrnch
is, maar
de bggeertennaar
deze dingenin
een ge- rrrulcr[Jkhart, zijn buiten; zij
kunnen zonder dezelve wezen.Aclr, zagt de
begenadigde, gfeen grooter gelukzaligheid zou,rr
v{ro16g zUn, dan dat de Heere
dezelvein mij
wilderlrrrxloÍr
! Gal.
ó :28,
Dieoan
Chrieíuezljn,
hebben het aleeschgilcruiet met d,e bewegingen en begeerliilched,en.
t
w
164 DE GIELIJKENIS
3.
De begeerlijkhedenen
betrachtingenin
een valschhar!
z$n
heerschende begeerlijkheden en doenhun
de begeerl[ik:heden
naar de
genadeen
de heiligheid dienen; dochin
eenheilig hart heeft het
tegendeelplaats. Bljvoorbeeld:
Eenmensch bidt om de liefde
Godsen
den Geestder
genado,en het
geschiedmet
toegenegenheid,.'dochhet is
altÍgd om eenige begeerlijkheid,Jak. 4:
3. Een mensch begeert de ge.nade om zijn
gavente
voltooien,en
gavenom hem te
ver.sieren en hem eer bU de
menschente
doen hebben; eenmensch begeert de
genade,om z[jn
gewetenin de
verzo.kerdheid
van
Godsliefde en de
vergiffenis der zonden gerustte stellen, om des te
gerusterin zijn
zondente
leven, Jes,58:3, 4. In een genaderijk hart nu, dienen
de begeertennaar deze dingen de
begeertennaar
de genade;want
h{Jbegeert
dat
de dingen dezer wereldheiliger
mogen zijn, Spr.30: 7,
8,
Yoed,mij
met het brood milins besch,ei,d,en d,eel,s, opd,atile U
niet aerloochene;hij
begeertdit om
Israëlswil, 2
Sam.6:12. Een winkelier koopt en verkoopt, doch het is
omwinst, FiI.
1 : 20.Ach,
overrveeg dezedingen;
alsuw
hartenalleen zulke
valsche begeerten gehad hebbenals
deze, zooweet, dat alzoo waarlÍ,jk als
deze maagden buitengeslotenwerden,
gÍ$insgelijks ten
laatsten dage buitengesloten zult worden.HOOFDSTUK
aXiII.
Dc begeerten en pogingen riler gevoinsilen naar ile genaile z[fn niet ilunrzeom.
ll
1.4. Aanmerk. Dat de
d,waae maagden,in haar
eueteytllingen om
d,en Geest d,er genad,e, gewoonliljk ogthoud,en metrwrlw te
aoelcen, aoordatzili ilie
mate en aolheid, uan dezel'aet,trltegen hebben, die tot het ei'nde toe aoortdu,ren zal'. Of,
Dat er
al,tijd, een aphouil,en.in de eerste pogingen aan al'ee' aeholiilcebelijilers is,
omnaar
die mate aan genad'e te zoeken,unlka
ind,erdaad tothun
ontmoeting aan, en aersch{ning aoor ilnn Ileere Jezus Christus,aal
ooortd,uren.Wont hier zochten
deze maagden naar den Heere Jezus(ilrristus en
den Geestvan Christus; om
deze reden verkre-g(rn zij die mate, welke haar
lampenvoor
een goedent[jd vorlichtte; zij stelden zich
hiermede tevreden, en begavenzlt:h niet meer aan het
zoeken, danioen het te laat
was;rlrrnrom zeiden zÍ$ toen
:
Geeft ons aq,n uuse olie; onze lampengu,un
uit.
Deze dwaze maagden gedroegenzich, toen
zÍ$ iets Blkrogen hadden, alsof ze een overvloedvan
genegenheid en lrrrl{frlonis bezaten; zÍ$ dachtendat ze
zoo goedals
debesten rvrr'on,en toch,
hoe noodzakelÍ$kwas het,
dal ze naar meer zrrclrtont Maar toen
werdenze
zotgeloosen
vielenin
slaap,l,otrlnt alles verteerd was. De Schriftuur is in
deze zaakzlor krachtig. Maar laat ons de
oorzaken hiervan eensin'
zlotr on beschouwen.Ileratelitjk: Somtifds