• No results found

Trendrapport Oosterhout 2018-2030

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Trendrapport Oosterhout 2018-2030"

Copied!
17
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Trendrapport Oosterhout

2018–2030

(2)

2

januari 2018

Een uitgave van de gemeente Oosterhout

rapporteur: afdeling Bedrijfsvoering (BV), unit Advies, vakgroep Onderzoek & Statistiek (O&S) versie: 22 december 2017 (concept); 11 januari 2018 (definitief)

(3)

Samenvatting

Bevolking

• Sterke bevolkingsgroei tot 2023, na 2023 een vrijwel stabiliserende bevolkingsomvang.

• Afname jongeren (tot 20 jaar) tot 2025, na 2015 een kleine toename.

• Sterke toename aantal ouderen (vergrijzing).

• Flinke toename aantal huishoudens tot 2025, daarna afzwakkende groei.

• Stijging aantal eenpersoonshuishoudens (gezinsverdunning).

Arbeidsmarkt

Economie

• In 2017 en 2018 economisch groei van ruim 3%, daarna lagere groei. Groei blijft met onzekerheden omgeven.

Beroepsbevolking

• Vanaf 2009 dalende trend bevolking 20–64 jaar.

• Groei beroepsbevolking in periode 2016–2022, na 2022 krimp.

• Groei beroepsbevolking vooral door toename arbeidsparticipatie vrouwen en ouderen alsmede door (her)intreders op de arbeidsmarkt.

Werkgelegenheid

• In periode 2012–2014 daling aantal banen door de economische crisis.

• Vanaf 2016 tot 2022 (gematigd) herstel van banengroei.

• Na 2022 kleine daling aantal banen (gemiddelde CPB-toekomstscenario’s GE/TM)

• Komende jaren, naast banengroei (ruim 1%), vooral sprake van vervangingsvraag op de arbeidsmarkt (als gevolg van de vergrijzing en wisseling van baan).

Werkloosheid

• Grote toename werkloosheid in periode 2012–2015.

• Grote daling werkloosheid in periode 2016 -2018, na 2018 wordt de daling minder groot.

Onderwijs

• Tot 2020 lichte daling van het aantal 4–12 jarigen (BO); vanaf 2025 kleine toename.

• Tot en met 2010 lichte toename van het aantal 12–18 jarigen (VO); vanaf 2011 daling van deze basisgeneratie. Daling wordt vanaf 2016 groter.

(4)

4

(5)

Inhoudsopgave

1. Inleiding 7

2. Bevolking 8

3. Huishoudens 10

4. Arbeidsmarkt 12

4.1 Bevolking 20-64 jaar 12

4.2 Beroepsbevolking 12

4.3 Werkgelegenheid 14

4.4 Werkloosheid 15

5. Onderwijs 16

Bijlage Literatuur / Bronnen 17

(6)

6

(7)

1 Inleiding

In dit trendrapport worden een aantal Oosterhoutse ontwikkelingen op het terrein van bevolking, economie, arbeidsmarkt en onderwijs over de periode 2000–2030 beknopt in beeld gebracht.

Deze rapportage is een 3e update van de eerste trendrapportage, die in 2013 is opgesteld.

Dit rapport behandelt per beleidsthema grofweg een drietal perioden:

 De historische ontwikkelingen;

 De ontwikkelingen voor de korte/middellange termijn (tot circa 2021);

 De te verwachte ontwikkelingen voor de lange termijn (na 2021).

Als basis voor deze Oosterhoutse trends worden diverse onderliggende prognoses gehanteerd. Naast onze eigen lokale Bevolkings- en Huishoudensprognose PrimosLokaal, zijn hierbij de landelijke prognoses van het Centraal Planbureau (CBP) van belang, waaronder: het Centraal Economisch Plan (CEP) 2017, de Macro Economische Verkenningen (MEV) 2018), de raming maart 2017, de Middel- langetermijnverkenning 2018–2021 en het rapport “de vier vergezichten op Nederland, vier lange termijn scenario’s Nederland tot 2040”.

De bevolkings- en huishoudensprognoses zijn beschikbaar voor de gemeente Oosterhout. Andere prognoses zijn alleen beschikbaar op regionaal of landelijk niveau (werkgelegenheid, beroeps- bevolking en werkloosheid). In deze trendrapportage zijn deze laatsten vertaald naar het niveau van de gemeente Oosterhout en zoveel mogelijk afgestemd op de beschikbare gemeentelijke bevolkings- prognoses.

In dit rapport wordt de gewijzigde definitie beroepsbevolking (internationale definitie) van het CBS gebruikt (15-74 jaar). Hierbij wordt ook rekening gehouden met het verhogen van de pensioen- gerechtigde leeftijd.

In 2016 groeide de Nederlandse economie met 2,1 procent. In 2017 is dit gestegen naar 3,3 procent. In september 2016 voorzag het CPB nog een groei van 1,7 procent voor 2017. Het economisch herstel zet door. Voor 2018 wordt een groei verwacht van 3,1 procent. Dit na de dubbele economische dip in 2009 en 2012–2013. Een periode van acht à negen jaar voordat de economie terugkeert op het pre‐

crisisniveau is voor Nederlandse begrippen uitzonderlijk lang, maar komt na een financiële crisis wel vaker voor. De vorige keer dat het herstel in Nederland lang duurde was in de jaren tachtig van de vorige eeuw.

De grootste bijdrage aan de economische groei komt vanuit de consumptie van huishoudens en investeringen in woningen. Daarnaast dragen ook bedrijfsinvesteringen, de overheidsbestedingen en de uitvoer positief bij aan de groei van de economie.

Voor de periode 2018–2021 bedraagt de gemiddelde economische groei 1,8 procent per jaar. De productiviteitsgroei is grotendeels hersteld, maar blijft achter bij de productiviteitsgroei van vóór de crisis. Het herstel van de Nederlandse economie blijft kwetsbaar gegeven grote internationale onzekerheden.

De aantrekkende economie vertaalt zich volgens het CPB voor 2017 in een landelijke groei van de werkgelegenheid van 2 procent. Deze groei is vooral zichtbaar in de marktsector. De werkloosheid daalt landelijk van 6,0 procent in 2016 naar 4,9 procent in 2017 en 3,9% in 2018. Dit blijkt uit de raming die het CPB in september 2017 heeft gepubliceerd. De groei van de werkgelegenheid zorgt landelijk voor een behoorlijke daling van de werkloosheid. Het werkloosheidsniveau benadert daarmee het lage niveau van 4 procent in 2008.

Het totale aanbod op de arbeidsmarkt (werkenden plus werklozen) neemt licht toe, vooral door demo- grafische ontwikkelingen en een stijgende participatiegraad. De werkgelegenheidsgroei kan een deel van dit extra arbeidsaanbod absorberen, waardoor de werkloosheid behoorlijk daalt.

(8)

8

2 Bevolking

Grote bevolkingsgroei tussen 2000 en 2009

In de periode 2000–2009 kende Oosterhout een grote bevolkingsgroei. De bevolkingsgroei ondervond in de jaren 2004–2006 een tijdelijke terugval toen er maar weinig nieuwe woningen werden opgeleverd.

Tussen 2000 en 2009 groeide de bevolking met 1.900 tot 54.198 personen (+3,6%).

In de periode 2010–2014 nam vervolgens de Oosterhoutse bevolking licht af. In dit tijdvak nam de Oosterhoutse bevolking met 383 personen af tot 53.753 personen per 1 januari 2014 (totaal -0,2 pro- cent per jaar).

Bevolkingsomvang stijgt in periode 2014–2018

Door het realiseren van nieuwbouwwoningen in de periode 2014–2018 zal het aantal inwoners in deze periode stijgen tot 54.800 personen. Dit betekent een toename van bijna 1.100 inwoners (gemiddeld met +0,4 procent per jaar).

Sterke bevolkingsgroei tot 2023, vanaf 2023 een vrijwel stabiliserende bevolkingsomvang Ook na 2018 stijgt de bevolkingsomvang in Oosterhout. Tussen 2018 en 2023 zal de bevolking met bijna 1.400 personen stijgen tot ruim 56.000 personen (+0,6 procent per jaar).

Deze jaarlijkse bevolkingsgroei zal richting het jaar 2024 vertragen en daarna min of meer stabiliseren op 56.450 personen.

Bevolking vergrijst

In de onderstaande figuur (bevolkingspiramides) is duidelijk te zien dat de bevolkingsopbouw in de gemeente Oosterhout ingrijpend veranderd. Tussen 2000 en 2030 treedt een sterke verschuiving op naar de oudere leeftijdscategorieën (vergrijzing); van een piramide is geen sprake meer.

Bevolkingsontwikkeling in de gemeente Oosterhout (2000 2030)

Bronnen: CBS, GBA, PrimosLokaal 2017–2030 © gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek

52.291

54.198

54.604

56.450

50.000 51.000 52.000 53.000 54.000 55.000 56.000 57.000

2000 2005 2010 2015 2020 2025 2030

totaal aantal inwoners

(9)

Het aantal ouderen in Oosterhout zal in 2030 opmerkelijk hoger zijn het aantal ‘jongere’ inwoners. In 2000 was er sprake van een oververtegenwoordiging van de leeftijdsgroepen tussen 30 en 60 jaar. In 2030 zal de oververtegenwoordiging liggen bij de leeftijdsgroepen tussen 55 en 74 jaar.

Hiermee komt de vergrijzing in de Oosterhoutse bevolkingsopbouw duidelijk tot uiting. Deze ontwikke- ling is zowel bij mannen als vrouwen zichtbaar. Door de hogere levensverwachting van vrouwen wordt dit daar nog duidelijker zichtbaar.

Tussen 2000 en 2010 nam het aantal 65-plussers met 35 procent toe tot 8.970 personen. Tussen 2010 en 2030 zal het aantal ouderen stijgen met 69 procent. In 2030 zullen in Oosterhout ruim 15.000 ouderen (65-plussers) woonachtig zijn. Hiermee zal het aandeel 65-plussers zijn gestegen van 16,5 procent in 2010 naar 27 procent in 2030.

Het aantal personen tot 20 jaar steeg tussen 2000 en 2010 met ruim 100 jongeren. Tussen 2010 en 2016 daalde het aantal jongeren met gemiddeld 160 personen per jaar. Vanaf 2015 tot 2025 houdt deze daling in afgezwakte vorm aan. Na 2025 zal de omvang van deze leeftijdsgroep met gemiddeld

Leeftijdsopbouw in de gemeente Oosterhout in 2000 en 2030

Bronnen: CBS, GBA, PrimosLokaal 2017–2030 © gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek

3000 2000 1000 0 1000 2000 3000

0-4 jaar 5-9 jaar 10-14 jaar 15-19 jaar 20-24 jaar 25-29 jaar 30-34 jaar 35-39 jaar 40-44 jaar 45-49 jaar 50-54 jaar 55-59 jaar 60-64 jaar 65-69 jaar 70-74 jaar 75-79 jaar 80-84 jaar 85+

vrouwen mannen

2000

3000 2000 1000 0 1000 2000 3000

0-4 jaar 5-9 jaar 10-14 jaar 15-19 jaar 20-24 jaar 25-29 jaar 30-34 jaar 35-39 jaar 40-44 jaar 45-49 jaar 50-54 jaar 55-59 jaar 60-64 jaar 65-69 jaar 70-74 jaar 75-79 jaar 80-84 jaar

85+ vrouwen mannen

2030

Ouderen en jongeren in de gemeente Oosterhout (2000 2030)

Bronnen: CBS, GBA, PrimosLokaal 2017–2030 © gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek

6.634

8.643

11.735

15.155

12.664 12.796

11.742 11.510

6.000 7.000 8.000 9.000 10.000 11.000 12.000 13.000 14.000 15.000 16.000 17.000

2000 2005 2010 2015 2020 2025 2030

aantal 65-plussers aantal

jongeren tot 20 jaar

(10)

10

3 Huishoudens

Forse toename huishoudens 2000-2014

Het aantal huishoudens in Oosterhout steeg tussen 2000 en 2009 met 8 procent tot 23.200. Deze stijging wordt vanaf 2005 duidelijk zichtbaar. De toename van het aantal huishoudens was in deze periode 2½ maal zo groot dan de toename van de bevolking. Tot 2012 houdt deze sterke toename van het aantal huishoudens aan. Tussen 2012 en 2014 stagneert deze stijging. Hierbij speelde de

aanhoudende economische crisis en de lage realisatie van nieuwbouwwoningen ook een belangrijke rol.

Groei Huishoudens zet door in de periode 2014-2018

Na 2014 stijgt het aantal huishoudens in de gemeente Oosterhout weer tot 24.510 huishoudens in 2018. Dit betekent een jaarlijkse groei van 1 procent. In deze periode komt de groei van het aantal huishoudens ruim boven de bevolkingsgroei uit.

Aantal huishoudens stijgt ook na 2018 verder, maar vlakt na 2022 af.

Ook na 2018 stijgt het aantal huishoudens in Oosterhout nog flink. Het aantal stijgt tussen 2018 en 2030 naar 26.050 huishoudens. Dit is een toename van ruim 1.500 huishoudens. De gemiddelde toename zal tot 2022 gemiddeld 1 procent per jaar bedragen, maar vlakt vanaf 2022 af tot gemiddeld 0,2 procent per jaar.

Sterke toename eenpersoonshuishoudens in 2000–2009

De toename van het totaal aantal huishoudens in Oosterhout is vooral het gevolg van de stijging van het aantal eenpersoonshuishoudens (verdunning). Het aantal eenpersoonshuishoudens steeg van ruim 5.500 huishoudens in 2000 naar 6.900 huishoudens in 2009. Dit is een toename van 1.400 alleen- staanden. De jaarlijkse groei bedroeg in deze periode ruim 2,5 procent.

Huishoudensontwikkeling in de gemeente Oosterhout (2000 2030)

Bronnen: CBS, GBA, PrimosLokaal 2017–2030 © gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek

21.462

23.211

24.307

26.050

20.000 21.000 22.000 23.000 24.000 25.000 26.000 27.000

2000 2005 2010 2015 2020 2025 2030

totaal aantal huishoudens

(11)

Grote groei eenpersoonshuishoudens in 2010-2014 en 2014-2018

Tussen 2010 en 2014 houdt de groei van het aantal eenpersoonshuishoudens aan. Het aantal alleen- staanden steeg in deze periode met 360 tot 7.275 huishoudens in 2014. De jaarlijkse groei bedroeg circa 1,2 procent en lag iets lager dan het groeitempo in de periode 2000–2009.

In de periode 2014–2018 levert de toename van het aantal eenpersoonshuishoudens een grote bijdrage aan de groei van het totaal aantal huishoudens in Oosterhout. Het aantal alleenstaanden stijgt in deze periode met 650 tot 7.890 huishoudens in 2018; een jaarlijkse toename van ruim 2 procent.

De toename van het aantal eenpersoonshuishoudens houdt ook na 2018 nog aan. De gemiddelde groei bedraagt in de periode 2018–2030 1,5 procent per jaar. De groei zal in de tweede helft van deze periode wel enigszins afvlakken.

Het aandeel eenpersoonshuishoudens in Oosterhout stijgt van 31 procent in 2014 en naar ruim 33 procent in 2020. In 2030 zal het aandeel eenpersoonshuishoudens 11 procent hoger liggen dan in 2000; zo’n 37 procent van het totale aantal huishoudens is dan een alleenstaande.

Toename paarhuishoudens en eenoudergezinnen beperkt

Het aantal (echt)paarhuishoudens nam in Oosterhout tussen 2000 en 2014 licht toe. Tot 2010 groeide het aantal met 100 huishoudens per jaar; in de periode 2010–2014 nam het aantal paren licht af tot 14.640 huishoudens eind 2014.

Tussen 2014 en 2020 zal het aantal paarhuishoudens licht stijgen (+55 huishoudens per jaar) tot 15.000 huishoudens. Na 2020 treedt een geleidelijke daling op tot 14.790 huishoudens in 2030.

Het aantal eenoudergezinnen neemt tussen 2000 en 2014 verder toe (totaal +400 huishoudens) tot 1.465 huishoudens. De toename bedraagt in de periode 2000–2009 gemiddeld 31 huishoudens per jaar en in de periode 2010–2014 gemiddeld 16 huishoudens per jaar.

Ook in de periode 2014–2018 stijgt het aantal eenoudergezinnen verder (+50 gezinnen per jaar).

Tussen 2018 en 2020 vlakt de toename af. Na 2020 wordt een lichte afname van het aantal eenouder- gezinnen verwacht. In 2030 zijn er in Oosterhout 1.665 eenoudergezinnen. Gezinnen met kinderen, vroeger het meest voorkomende huishoudentype, vormen een steeds kleiner aandeel.

Huishoudenssamenstelling in de gemeente Oosterhout (2000 2030)

Bronnen: CBS, GBA, PrimosLokaal 2017–2030 © gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek

5.537

6.770

7.654 9.525

14.779 15.011 14.841

14.790

4.000 6.000 8.000 10.000 12.000 14.000 16.000 18.000

2000 2005 2010 2015 2020 2025 2030

Eenpersoonshuishoudens Paren aantal

(echt)paren

eenpersoons- huishoudens

(12)

12

4 Arbeidsmarkt

4.1 Bevolking 20 tot 65 jaar

De ontwikkeling van de bevolking in de leeftijdscategorie van 20 tot 65 jaar geeft een indicatie over de ontwikkeling van het beschikbaar arbeidspotentieel in relatie tot de arbeidsmarkt.

Omslag groei bevolking 20 tot 65 jaar in 2009; dalende trend vanaf 2010

De Oosterhoutse bevolking van 20 tot 65 jaar schommelde in de periode 2000–2008 rond de 33.000 personen.

Tussen 2008 en 2016 nam deze leeftijdsgroep jaarlijks in omvang af. In 2016 is dit aantal gedaald tot 30.980 inwoners. Deze daling zet, met een tijdelijke onderbreking in de periode 2017–2021 als gevolg van de woningproductie, verder door. In 2030 zal het aantal inwoners tussen 20 en 65 jaar gedaald zijn tot ruim 29.800 personen; een daling van bijna 11 procent ten opzichte van 2008.

Verhoging Pensioenleeftijd

Vanaf 2015 neemt de pensioenleeftijd toe. De verwachting is dat medio 2030 de pensioenleeftijd op 68 jaar uit zal komen. Eind 2030 wordt de Oosterhoutse bevolking tussen 20 tot 68 jaar (dus inclusief de 65 tot en met 68-jarigen) geschat op 32.340 personen. Dit is 5,5 procent minder dan de vergelijkbare groep in 2017.

Qua omvang is deze leeftijdsgroep in 2030 bijna 3.000 personen groter dan de bevolkingsomvang van 20 tot 65 jaar.

4.2 Beroepsbevolking

Grote stijging beroepsbevolking 2000-2008

Tussen 2003 en 2008 nam de Oosterhoutse beroepsbevolking met 7,5 procent (2 duizend personen) toe tot 29 duizend personen. In deze periode steeg de beroepsbevolking gemiddeld met een 1,5 pro- cent per jaar. In de twee jaar daarna stagneerde de beroepsbevolking door de economische crisis op een niveau van 29 duizend personen.

Bevolking 20-64 jaar in de gemeente Oosterhout (2000 2030)

Bronnen: CBS, GBA, PrimosLokaal 2017–2030 © gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek

32.993

32.759

31.127

29.820

26.000 27.000 28.000 29.000 30.000 31.000 32.000 33.000 34.000

2000 2005 2010 2015 2020 2025 2030

20-64 jarigen

(13)

Door economische crisis afname beroepsbevolking in de periode 2012-2015

Als gevolg van de economische crisis nam de beroepsbevolking in de periode tussen 2011 en 2015 af naar 28 duizend personen. Door het afnemend aantal banen en vacatures werden personen tijdelijk ontmoedigt om zich aan te bieden op de arbeidsmarkt.

Groei beroepsbevolking tot 2022, na 2022 krimp

Door het herstel van de economische groei stijgt vanaf 2017 het aantal toetreders op de arbeids-markt en zal ook de beroepsbevolking weer toenemen (+0,9% per jaar tot 2019). Daarnaast neemt in deze periode neemt ook de (bruto) arbeidsparticipatie van vrouwen en ouderen verder toe. De groei van de Oosterhoutse beroepsbevolking vlakt in de periode 2019–2022 licht af tot een groei van 0,4 procent per jaar.

Vanaf medio 2022 zal de Oosterhoutse beroepsbevolking gaan krimpen. Deze daling van de beroeps- bevolking is een direct gevolg van de afnemende bevolkingsomvang van 15-68 jaar, van de vergrijzing én van een stabilisatie van de arbeidsparticipatie van vrouwen en ouderen.

Doordezeontwikkelingenwordttussen2022en2030inOosterhouteenkrimpvande beroepsbevolking verwacht van zo’n 3 procent (-930 personen).

Alternatieve groeivarianten

Het Centraal Planbureau hanteert, naast haar reguliere prognoses (MEV, CEP), ook twee alternatieve groeivarianten voor de middellange termijn (2016). Hierin hanteert het CPB als bandbreedte een variant met een lagere economische groei en een variant met een hogere economische groei.1.

In het lage groeiscenario neemt de Oosterhoutse beroepsbevolking tussen 2017 en 2022 met 1,3% (+355 personen); in het hoge groeiscenario wordt in deze periode een verdere groei van ruim 5% (+1.500 personen) verondersteld.

Groei beroepsbevolking aanvankelijk vooral bij vrouwen

De toename van de beroepsbevolking wordt in de periode 2010–2020 vooral gedragen door een toename van het aantal vrouwen. De toenemende arbeidsparticipatie van vrouwen (ook bij de oudere leeftijdscategorieën) zorgt voor een ‘inhaaleffect’ van vrouwen op de arbeidsmarkt. Daarnaast draagt ook de hogere arbeidsparticipatie van ouderen bij aan de toename van de beroepsbevolking.

1 Het Centraal Planbureau (CPB) hanteert in haar middellange (2018–2021) termijnprognose van 2016 een variant met een lagere economische groei en een variant met een hogere economische groei. Voor de lange termijn onderscheidt het CPB vier toekomst-scenario’s (ILO-scenario’s). In deze trendstudie is de bandbreedte na 2021 voor de lage groeivariant gebaseerd op

Beroepsbevolking in de gemeente Oosterhout (2003 2030)

Bronnen: CBS, CPB © gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek

25.000 26.000 27.000 28.000 29.000 30.000 31.000

2003 2006 2009 2012 2015 2018 2021 2024 2027 2030

beroeps- bevolking

(14)

14

4.3 Werkgelegenheid

Sterke groei aantal banen 2003–2011

De werkgelegenheid nam in Oosterhout tussen 2003 en 2011 sterk toe (+3.100 banen) tot 28.085 banen (+1,4 procent per jaar). Hiermee kwam de gemiddelde groei in deze periode uit op 345 banen per jaar.

Daling banen door economische crisis

Tussen 2012 en 2014 nam het aantal banen in Oosterhout door de economische crisis behoorlijk af (-1.450 banen). In de twee daaropvolgende jaren was nauwelijks sprake van herstel en bleef het aantal banen rond de 28 duizend schommelen.

Herstel banengroei vanaf 2017

Pas vanaf 2017 herstelt de banengroei. De verwachtingen van het CPB zijn hierover vanaf 2017 redelijk positief. Over het algemeen wordt wel verondersteld dat de banengroei minder uitbundig zal zijn dan in de voorliggende periode van economische groei.

Voor de periode van 2018 tot 2022 wordt in Oosterhout een werkgelegenheidsontwikkeling verwacht die vrijwel de pas loopt met het CPB-scenario uitgebreid herstel voor de middellange termijn 2018– 2021. Het aantal banen in de gemeente Oosterhout zal tot 2022 stijgen tot ruim 28 duizend banen.

Lichte daling werkgelegenheid na 2022

Vanaf medio 2022 wordt aangenomen dat de Oosterhoutse werkgelegenheid zich ontwikkeld volgens het gemiddelde van de ILO-toekomstscenario’s Global Economy/Transatlantic Market. Vertaald naar Oosterhout betekent dit een kleine krimp van de werkgelegenheid vanaf 2023. Het aantal banen zal in deze periode licht afnemen tot 28.000 banen in 2030.

Alternatieve groeivarianten

De werkgelegenheid in Oosterhout neemt tussen 2017 en 2022 in de lage groeivariant met 400 banen toe (in totaal 1,5%). Na 2022 zal het aantal banen in Oosterhout volgens dit scenario structureel dalen tot ruim 26 duizend banen in 2030 (-3,2%).

In het hoge groeiscenario wordt tussen 2017 en 2022 een toename van 1.900 banen verondersteld tot bijna 29.000 banen (+7,2% ). Na 2022 zal in deze variant de Oosterhoutse werkgelegenheid afnemen tot 28.700 banen in 2030 (-1%).

NB, In dit trendrapport heeft O&S de hogere groeiverwachting bijgesteld m.b.v. de recente middellange termijn verwachtingen van het CPB van september 2017.

Arbeidsmarkt zeer ruim door economische crisis in periode 2008-2015

Vanaf eind 2008 trad, als gevolg van de economische crisis, een verslechtering van de arbeidsmarkt op. Het aantal vacatures daalde fors, de werkloosheid steeg sterk en het aantal banen nam in snel

Werkgelegenheid in de gemeente Oosterhout (2000 2040)

Bronnen: CPB, Werkgelegenheidsenquête West-Brabant © gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek

24.000 25.000 26.000 27.000 28.000 29.000 30.000 31.000

2003 2006 2009 2012 2015 2018 2021 2024 2027 2030

arbeids- plaatsen

(15)

tempo af. De spanning op de arbeidsmarkt was daarmee vrijwel verdwenen en het aantal baan- openingen was fors afgenomen.

Vanaf 2017 zichtbaar herstel arbeidsmarkt

Vanaf 2016 zijn er duidelijke tekenen van een herstellende arbeidsmarkt: Het banenverlies kwam tot stilstand, de werkloosheid nam weer voorzichtig af en het aantal vacatures nam toe. Vanaf 2017 is er sprake van aantrekkende arbeidsmarkt met een groei van de werkgelegenheid, een forse toename van het aantal vacatures en een sterke daling van de werkloosheid. Ook de beroepsbevolking neemt weer toe. Dit komt, naast demografische effecten en een stijgende arbeidsparticipatie van vrouwen en ouderen, door het zogenaamde “encouraged workers effect”, waarbij meer personen tot de arbeidsmarkt toetreden omdat zij zich weer betere kansen op werk toedichten.

Arbeidsmarkt, naast werkgelegenheidsgroei, ook gekenmerkt door vervangingsvraag

Het ROA verwacht in zijn prognoses tot 2022 een werkgelegenheidsgroei van gemiddeld 1% per jaar.

Hiervan zal bijna voor driekwart (1,5 miljoen) bestaan uit vervangingsvraag als gevolg van wisselingen van beroep, tijdelijke uitstroom en pensionering.

4.4 Werkloosheid

Werkloosheid daalt tot 1.500 personen in 2023

De afgelopen jaren is de werkloosheid (nww / nww-i 2) in Oosterhout fors toegenomen tot 3.395 personen eind 2015. Vanaf 2016 treedt een daling van de werkloosheid op waardoor het aantal werkloze personen is gedaald tot 2.831 personen eind 2016 (-17%).

Ook in 2017 en 2018 houdt deze sterke daling aan. In de periode 2019–2023 wordt wel een lagere werkloosheidsafname verwacht (met een kleine stijging vanaf 2022) waardoor deze in 2023 uitkomt tot iets boven de 1.500 personen.

Het werkloosheidsniveau zal in de periode 2016–2023 van 6,0 procent in 2016 naar 4,1 procent in 2023 gaan dalen.

Alternatieve groeivarianten

De Oosterhoutse werkloosheid neemt tussen 2017 en 2023 in de lage groeivariant nauwelijks af. In het hoge groeiscenario wordt tussen 2017 en 2023 een afname van 660 werklozen verwacht (-39% ).

Nb, In dit trendrapport heeft O&S de hogere groeiverwachting bijgesteld m.b.v. de recente middellange termijn verwachtingen van het CPB van september 2017.

Werkloosheid in de gemeente Oosterhout (2000 2023)

Bronnen: CPB, CBS, UWV © gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek

0 500 1.000 1.500 2.000 2.500 3.000 3.500 4.000

2003 2005 2007 2009 2011 2013 2015 2017 2019 2021 2023

werk- zoekenden

(16)

16

5 Onderwijs

Lichte daling 4-12 jarigen tot 2009

Het aantal 4 tot 12 jarigen in de Oosterhoutse bevolking (de basisgeneratie voor het basisonderwijs) nam tussen 2000 en 2010 met 3 procent licht af tot 5.829 personen in 2010. Deze geringe daling van de basisgeneratie is vanaf 2004 zichtbaar.

Verdere daling basisgeneratie basisonderwijs in de periode 2009- 2014

Tussen 2010 en 2014 daalde het aantal 4 tot 12 jarigen in Oosterhout verder. De basisgeneratie van 4–12 jarigen daalde met 8 procent tot 5.280 kinderen in 2014.

Verdere afname 4-12 jarigen 2014–2020; Vanaf 2025 kleine toename

Na 2014 neemt het aantal 4–12 jarigen minder snel af. In 2020 zullen in Oosterhout bijna 5.000 kinderen wonen in de leeftijd van 4 tot en met 12 jaar. Dit is een afname van 6 procent ten opzichte van 2014. Dit betekent in de komende jaren een kleiner aantal leerlingen voor de Oosterhoutse

basisscholen.

Tussen 2020 en 2025 neemt de basisgeneratie voor het basisonderwijs nog licht af met 65 kinderen.

Na 2025 stijgt het aantal kinderen tussen 4 en 12 jaar met 4 procent tot ruim 5.100 kinderen in 2030.

Aantal 12-18 jarigen stijgt tot 2010 met 520 personen

Het aantal 12 tot 18 jarigen (de basisgeneratie voor het voortgezet onderwijs) steeg in Oosterhout in de periode 2000–2010 met 12 procent tot 4.850 personen. Dit is een toename van 520 personen.

daling in de periode 2010–2014, daling houdt aan na 2017

Tussen 2010 en 2014 daalde in Oosterhout de basisgeneratie 12–18 jaar met 240 personen tot 4.610 personen (-5%). Na 2014 zal het aantal 12–18 jarigen, met een korte onderbreking in de periode 2015-2017, verder dalen tot 4.450 personen eind 2018 (-3,6%) en tot 3.970 personen in 2030 (-11%).

Basisgeneraties onderwijs in de gemeente Oosterhout (2000 2030)

Bronnen: CBS, GBA, PrimosLokaal 2017–2030 © gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek

5.939 5.829

5.028 5.100

4.330

4.820

4.583

3.970

3.000 3.500 4.000 4.500 5.000 5.500 6.000 6.500 7.000 7.500

2000 2005 2010 2015 2020 2025 2030

4-12 jarigen (basisonderwijs)

12-18 jarigen (voortgezet onderwijs)

(17)

Bijlage: Bronnen

CBS, Statline databank.

CPB, Actualiteit ILO Scenario’s (mei 2012).

CPB, Centraal Economisch Plan 2017 (mrt.2017).

CPB, Macro Economische Verkenningen 2018 (sep.2017).

CPB, Middellange termijnverkenning 2018-2021 (mrt.2016).

CPB, Actualisatie middellangetermijnverkenning 2018-2021 (okt.2017).

CPB, Vier vergezichten op Nederland, vier lange termijn scenario’s Nederland tot 2040 (nov.2004).

CPB, Actualiteit WLO-scenario’s Nederland tot 2040 (mei 2012).

CPB, decemberraming 2017: Economische vooruitzichten 2018 (dec.2017).

Gemeente Oosterhout, Bevolkings- en Huishoudensprognoses PrimosLokaal Oosterhout 2017-2030 (nov.2017).

Gemeente Oosterhout,BasisRegistratie Personen (BRP), v.h.GemeentelijkeBasisAdministratie (GBA).

Gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek, Wijkprognoses gemeente Oosterhout 2018-2030 (nov.2017).

Gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek, Economische monitor Oosterhout 2017-Q3 (okt.2017).

Gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek, Infoblad 2017-02: Werkloosheid (jan.2017).

Gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek, Infoblad 2017-03: Banen en bedrijven 2017 (nov.2017).

Gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek, Trendrapport 2014-2030 gemeente Oosterhout (jan.2014).

Gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek, Trendrapport 2017-2030 gemeente Oosterhout (jan.2017).

ROA Maastricht, De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2022 (dec.2017).

RWB, Werkgelegenheidsonderzoek West-Brabant 2017 (nov.2017).

UWV website, tabellen op maat 2016 en 2017

UWV, update Arbeidsmarktprognoses 2017 (jan.2017).

UWV, Arbeidsmarktprognoses 2018 (juni 2017).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor de verdere verdeling van de bevolking per socio-economische positie in de Vlaamse arbeidsrekening naar nationaliteit en migratieachtergrond, doen we beroep op gegevens van het

Voor zowel de doelpopulatie als het aantal huishoudens of personen onder de lage- inkomensgrens wordt het verschil tussen realisatie en raming uit het verleden bij de

Wat moet Oosterhout doen om er voor te zorgen dat meer mensen van jouw generatie Oosterhout een hippe plek vinden.. Ik mis hier niet

In de andere twee kerkdorpen is de kooporiëntatie op het Oosterhoutse stadscentrum groter: bijna 44 procent van de huishoudens uit Den Hout en bijna 57 procent

In dit onderzoeksrapport wordt de ontwikkeling van de bevolking in de gemeente Oosterhout plus die in de wijken en kerkdorpen in beeld gebracht over de periode 2000 – 2019, alsmede

Wij hebben er dan ook nadrukkelijk voor gekozen vooral vanuit deze inhoudelijke opgave te kijken naar onze woningbouwstrategie voor de periode tot 2030 (met een doorkijk naar de

Groeperingen waarvan de aanduiding niet was geplaatst boven een kandidatenlijst waaraan bij de laatstgehouden verkiezing van de leden van de gemeenteraad één of

abonnementstarief, wordt gekeken welke gevolgen dit kan gaan hebben voor de door ons voorgestelde wijzigingen.. Hierover is contact met VNG