,.
f
I' I
Bijlagenboek behorend bij evaluatie STOP-reactie
Amsterdam, 25 januari 2001
Gert Jan Slump Essy van Dijk Eva Klooster Mark Rietveld
lJ -
Inhoudsopgave
Bijlage 1 Uitgebreide onderzoeksverantwoording brede inventarisatie 3
1.1 Inleiding 3
1.2 Onderzoeksverantwoording cliëntbestand-analyse (fase 1) 3 1.3 Onderzoeksverantwoording aanvullend enquêteonderzoek (fase 2) 5 1.4 Onderzoeksverantwoording brede eindmeting op kernvariabelen (fase 3) 6
Bijlage 2 Gegevensverzameling via AuraH-registratie 7
Bijlage 3 Deelname Haltbureaus aan brede inventarisatie 8
Bijlage 4 Diverse tabellen 9
Bijlage 5 Kenmerken Stop-reactie per Haltbureau 1 4
Bijlage 6 Lijst met geïnterviewden 25
Bijlage 1
1.1
Uitgebreide onderzoeksverantwoording brede inventarisatie
Inleiding
Het brede, inventariserende onderzoek is uitgevoerd in drie fases. In de eer
ste fase zijn de (geautomatiseerde) cliëntbestanden van een selectie van Haltbureaus geanalyseerd voor de periode 1 mei 1999 tot en met 1 5 januari 2000.
In de tweede fase is dezelfde selectie van Haltbureaus een enquête voorge
legd, om aanvullende informatie over de Stop-reactie en de Stop-cliënten te verkrijgen.
In de derde fase zijn alle Haltbureaus in Nederland benaderd om informatie te verzamelen op een aantal kernvariabelen voor de periode 1 mei 1999 tot en met 1 mei 2000. Het doel van deze laatste fase was om in een beknopte eindmeting de meest recente cijfers voor het afgelopen jaar in beeld te bren
gen.
De onderzoeksopzet en -uitvoering van alle onderzoeksfases worden apart besproken. Ter verduidelijking wordt in het onderstaande schema de globale kenmerken van de drie deelonderzoeken alvast samengevat.
Deelname Halt- Onderzoeksperiode Gegevensverzameling bureaus
cliëntbestand-analyse selectie 1 mei 1999 - 15 zoveel mogelijk gege-
(fase 1) januari 2000 vens als geregistreerd
aanvullend enquête- selectie 1 mei 1999 - 15 aanvullende informatie
onderzoek januari 2000 m.b.t. cliëntbestand-
(fase 2) enalyse
brede eindmeting op allen 1 mei 1999- enkele kerngegevens
kerngegevens 1 mei 2000
(fase 3)
1.2 Onderzoeksverantwoording cliëntbestand-analyse (fase 1)
I n d e eerste fase van d e brede inventarisatie i s d e volgende werkwijze ge
volgd:
Selectie Haltbureaus
In Nederland kunnen - op basis van de aanwijzing Stop-reactie van 1 mei 1999 -alle 63 Haltbureaus een Stop-reactie aanbieden. In de aanvankelijke onderzoeksopzet is uitgegaan van het verstrekken van de AuraH-gegevens voor alle Haltbureaus door Halt-Nederland. Dit bleek in de praktijk niet moge
lijk. Daarom is besloten dat DSP de gegevens rechtstreeks verzamelt bij een beperkt aantal geselecteerde Haltbureaus. De selectie heeft op de volgende wijze plaats gevonden.
Door de onderzoekers is aan de begeleidingscommissie voorgesteld om voor de eerste fase van de brede inventarisatie 10 Haltbureaus te benaderen, die volgens de 'aanwijzing Stop-reactie' werken en een substantieel aantal Stop
cliënten hebben (en zo mogelijk werken met Stop-materiaal).
Pagina 3 Bijlagenboek STOP-reactie DSP - Amsterdam
In overleg is besloten de selectie, omwille van een zo breed mogelijke inven
taris, uit te breiden tot 18 Haltbureaus. Hierbij zijn ook de Haltbureaus die op dat moment kandidaat waren voor het verdiepende deel meegenomen, zodat mede op basis van de resultaten van deze eerste brede inventaris 4 Haltbu
reaus konden worden geselecteerd voor het verdiepende deel van het evalua
tieonderzoek.
Meetperiode
Als meetperiode voor de analyse van Stop-afdoeningen is gekozen voor de periode van 1 mei 1999 tot en met 15 januari 2000. Vanaf 1 mei omdat dat de officiële startdatum van Stop is. Tot en met 15 januari om ook vuurwerk
cliënten mee te kunnen nemen.
Verzamelde gegevens
Aan de Haltbureaus is een groot aantal gegevens gevraagd, die in het geau
tomatiseerde cliëntenbestand van de Haltbureaus (AuraH) kunnen worden geregistreerd. Uit de door de Haltbureaus verstrekte gegevens bleek evenwel dat slechts een beperkt aantal van de gevraagde gegevens door alle Halt
bureaus consequent en eenduidig worden geregistreerd in een geautomati
seerd cliëntenbestand. Dit zijn:
Cliëntgegevens:
• aantal twaalfminners met Stop-reactie;
• geslacht Stop-cliënten;
• leeftijd Stop-cliënten.
Verwijzingsgegevens:
• tijd tussen datum eerste verhoor, de start van de Stop-reactie en de afslui
ting van de Stop-reactie;
• verwijzende instantie.
Delictgegevens:
• type delict.
Afrondingsgegevens:
• slagingspercentages Stop-reactie.
Alleen deze gegevens zijn daarom meegenomen. De overige gevraagde gege
vens zijn buiten beschouwing gelaten.
Werkwijze
Besloten is dat DSP de gegevens rechtstreeks bij de geselecteerde Haltbu
reaus verzamelt. De wijze waarop Haltbureaus benaderd zijn, is als volgt: In een eerste brief is de Haltbureaus gevraagd mee te werken aan het onder
zoek. Vervolgens zijn alle bureaus gebeld met de vraag àf zij mee willen wer
ken en op welke wijze zij hun cliëntgegevens hebben geregistreerd. Aan de bureaus die mee willen werken en in AuraH registreren is gevraagd een dis
kette met AuraH-gegevens aan ons te sturen. Bureaus die niet of gedeeltelijk in AuraH registreren is gevraagd de beschikbare gegevens zo veel mogelijk in AuraH aan te leveren en aan te vullen met gegevens op papier. Om de res
pons te maximaliseren zijn drie bel rondes gehouden, waarin Haltbureaus werden herinnerd aan en ondersteund bij het aanleveren van de informatie.
Overigens is de Haltbureaus zowel in de brief als telefonisch nadrukkelijk gevraagd alleen informatie over Stop-cliënten aan te leveren.
Respons
Van de 18 geselecteerde en benaderde Haltbureaus hebben uiteindelijk 12 bureaus deelgenomen aan het onderzoek. Eén regionaal georganiseerd Halt
bureau (Rotterdam-Rijnmond-Zuid) heeft uiteindelijk gegevens aangeleverd van 5 onder dit bureau vallende vestigingen (Rotterdam, Schiedam, Spijke
nisse, Vlaardingen en Rijnmond-Zuid), waarmee het aantal Haltbureaus dat heeft deelgenomen aan het onderzoek op 16 komt.
Er zijn dus in eerste instantie 6 Haltbureaus afgevallen. Deze uitval werd ver
oorzaakt doordat een aantal bureaus door drukte, onderbezetting of ziekte de gewenste gegevens (in AuraH) niet binnen de gestelde termijn konden aanle
veren. In de tweede fase van het onderzoek hebben 4 bureaus de gewenste gegevens alsnog (deels) geleverd. Het betreft Breda, Roermond, Walcheren en Zwolle
Gegevensanalyse
Op de door de Haltbureaus geleverde AuraH-bestanden bleken verschillende bewerkingen nodig alvorens zij tot één bestand konden worden samenge
voegd. Het bestandsformaat, de indeling en sortering binnen de bestanden verschilden sterk per bureau. Ook werden aan dezelfde variabelen door de bureaus vaak verschillende namen gegeven. De koppeling van deze gegevens en de invoer van de op papier aangeleverde gegevens moest voornamelijk handmatig uitgevoerd worden.
Vervolgens zijn de bestanden opgeschoond. Uit de gegevens bleek namelijk dat in het totaal 6 cliënten twee keer een Stop-reactie hebben gekregen. Van deze cliënten is alleen de eerste Stop-reactie in de analyse meegenomen, omdat de Stop-afdoening uitsluitend is bedoeld voor "first-offenders".
1 .3 Onderzoeksverantwoording aanvullend enquêteonderzoek (fase 2) In het aanvullende enquêteonderzoek is de volgende werkwijze gevolgd:
Enquête
Op basis van de kwantitatieve gegevens, zoals naar voren gekomen uit de cliëntbestand-analyse, en de onderzoeksvragen is een enquête ontwikkeld waarin de volgende onderwerpen aan de orde komen:
• criteria voor doorverwijzing 12-minners naar Halt;
• kenmerken Stop-cliënten;
• kenmerken Stop-reactie;
• kenmerken/reactie van ouders van Stop-cliënten;
• samenwerking(spartners;
• afronding Stop en doorverwijzing 12-minners naar hulpverlening;
• doorlooptijden.
Werkwijze
De enquête is verstuurd aan dezelfde Haltbureaus, die ook voor de cliëntbe
stand-analyse geselecteerd zijn (22 in het totaal). Dit betekent dat ook de bureaus die, om welke reden dan ook, niet in de eerste fase van de brede inventarisatie hebben geparticipeerd, alsnog de kans kregen om mee te doen.
Bureaus die de enquête niet binnen de gestelde termijn inleverden, zijn in maximaal drie bel rondes alsnog benaderd met het verzoek de enquête in te vullen en te retourneren.
Pagina 5 Bijlagenboek STOP-reactie DSP - Amsterdam
"
! r
!.
1.4
Respons
In het totaal hebben 20 Haltbureaus de enquête geretourneerd. Vier van deze bureaus leverden alsnog een gedeelte van de kwantitatieve informatie in het kader van de bestand-analyse aan. Het betreft gegevens
omtrent de persoonlijke kenmerken van de Stop-cliënten en gegevens om
trent het resultaat van Stop. Deze gegevens zijn alsnog verwerkt in dit rap
port. Twee bureaus hebben de enquête niet geretourneerd.
Onderzoeksverantwoording brede eindmeting op kernvariabelen (fase 3)
In de derde fase van de brede inventarisatie is de volgende werkwijze ge
volgd:
Enquête
Ten behoeve van de eindmeting is een korte enquête ontwikkeld, waarin de Haltbureaus wordt gevraagd gegevens op een aantal kernvariabelen in te vullen. Het betreft gegevens over:
• de instroom en de slaag- en uitvalpercentages van de Stopcliënten;
• de kenmerken van Stopcliënten (geslacht, leeftijd en etniciteit);
• de delicten waarvoor de Stopcliënten worden doorverwezen.
Werkwijze
Op 25 mei 2000 is een landelijke Stopdag georganiseerd. Op deze dag is de enquête - na een korte introductie door het ministerie van Justitie - uitge
deeld aan alle aanwezige Haltbureaus. Bureaus die de enquêteniet binnen de gestelde termijn inleverden zijn nogmaals door het ministerie van Justitie benaderd, om hen hieraan te herinneren.
Response
In het totaal hebben 53 (84%) van de 62 Haltbureaus de enquête geretour
neerd. De bureaus Kennemerland Zuid, Arnhem, Regio Arnhem, Velzen, Tie
lerwaard/ Bommeierwaard, Stedendriehoek, Haarlem, Geldrop en Emmen konden nog geen gegevens over twaalfminners leveren, in de meeste geval
len omdat men net met de aanpak gestart is.
Bijlage 2
Pagina 7
Gegevensverzameling via AuraH-registratie
Onderwerpen ten aanzien van Stop waarover bij de Haltbureaus gegevens verzameld zijn met bestrekking tot Stop-cliënten.
NB: veel registratiegegevens konden niet worden gegenereerd.
type gegevens Door Haltbureaus aan te leveren registra- Door DSP te genereren
tie·items in AuraH: informatie:
cliëntgegevens • cliëntnummer • aantal twaalfminners
• geboortedatum met Stopreactie
• geslacht • leeftijd, geslacht, etnici-
• woonplaats/wijk teit, woonplaats
• geboorteland cliënt/vader-/moeder
• wonend in Nederland sinds ..
thuissituatie • woon je nog thuis • thuissituatie Stop·
• waar woon je dan cliënten
• aanwezigheid vader/moeder/-andere • reactie ouders op feit partner
• aantal broers/zussen
• werkt je vader/moeder
• wat voor werk doet hij/zij
• hoe reageerden ouder op de Haltver- wijzing
• hoe reageerden ouder op plegen van delict
• heb je thuis straf gekregen
• ouders aanwezig bij eerste/-tweede gesprek
schoolsituatie • zit je nog op school • schoolsituatie Stop-
• welke klas/jaar cliënten
• ben je wel eens blijven zitten / hoe vaak
• spijbel je wel eens / hoe vaak
verwijzings· • datum van inschrijving • herkomst Stop·cliënten
gegevens •
verwijzende instantie (politieregio, • tijd tussen aanhouding,
district, bureau) Halt-intake en Stop-
• datum eerste verhoor intake
• eerder bij Halt (datum/delict) • aantal recidiverende
• heb je wel eens eerder delicten ge- Stop-cliënten pleegd (delict·artikel, hoe vaak)
delictgegevens: • artikelnummer type delict • delictgegevens
• delictsomschrijving
• plaats delict
• datum delict
• leeftijd cliënt t.t.v. plegen delict
• aantal betrokken personen bij delict
• geclaimde of geschatte hoogte scha- debedrag (onder kopje 'schade')
afrondings- • geslaagd • oordeel over afdoening
gegevens •
doorverwezen naar
• duur afdoening
Bijlagenboek STOP·reactie DSP - Amsterdam
'T
Bijlage 3 Deelname Haltbureaus aan brede inventarisatie
In de onderstaande tabel betekent een rondje dat het Haltbureau in het be
treffende onderzoek heeft geparticipeerd. waar 'enq' staat zijn de gegevens voor het betreffende Haltbureau uit het enquêteonderzoek gekomen. De im
plicatie hiervan is dat van deze bureaus geen gegevens over de doorlooptij
den bekend zijn. Waar 'nee' staat, heeft het betreffende Haltbureau niet in het betreffende onderzoek geparticipeerd.
Tabel 3. 1 Deelname Haltbureaus aan cliëntbestand-analyse (fase 1) en enquêteonderzoek (fase 2).
cliëntbestand-analyse enquêteonderzoek
Haaglanden 0 0
Amsterdam 0 0
Zuid Holland Noord 0 0
Rotterdam 0 0
Breda enq 0
Zwolle enq 0
OZ Limburg 0 0
Nijmegen 0 0
Tilburg 0 0
Spijkenisse 0 0
Eemland 0 0
Utrecht 0 0
Vallei/Heuvelrug nee nee
West-Brabant nee nee
Walcheren enq 0
Venlo 0 0
Friesland 0 0
Schiedam 0 0
W Mijnstreek 0 0
Roermond enq 0
Rijnmond-Zuid 0 0
Waterweg NW 0 0
rr ,
f·
�
I.
\'
Bijlage 4 Diverse tabellen
Tabel 4. 1 Resultaat Stop-Afdoening (in aantallen en %) - Bron: brede eindmeting - Instroom Alsnog Voldoet
naar niet aan RvdK criteria STOP
Haaglanden 240
Amsterdam- 125
Amstelland
Rotterdam 101
Zuid-Holland 71 3
Noord
Breda 63 2
Maastrichtl 62 5
MergeIland
Flevoland 56 2
Utrecht 55
Zwolle e.o. 54 2 2
Tilburg e.o. 51
Eindhoven 46
OZ Limburg 46 7 9
Den Bosch 39
West-Brabant 38 5
Spijkenisse- 37 3
De Eilanden
Eemland 33
Venlo 33
Venray 30 3
Walcheren 29
Nijmegen 32
Roermond 28
Groningen 27
Oosterschelde 26
Delft 25
Friesland 24
Kop Noord 23
Holland
Gorihchem 22
Schiedam 20
Waterland 20
Zeeuws 19 5
Vlaanderen
Zaanstreek 18
Alkmaar/Noord- 16 Ken?emerland
We!f Friesland 16
Weert e.o. 16
Twente 15
Hel
rr
ond 15GoO! en 13
Vecl:ltstreek
OSS 13
Westelijke 12
Mi
1
treekEn hede 11
Binnensticht 11
Rijmr.0nd-Zuid 10
Valiei/Heu elrug 10
land van Cuyk 10 20
Gouba e.o. 10 20
Kri
�
penerwaard 10Dor recht 6
Pagina 9 Bijlagenboek STOP-reactie
Ouders Ouders Kind weg Geslaagd Nog in Rest-
weg weg na tijdens behan- groep
zonder contact STOP deling
contact
2 7 8 76 4 3
22 2 71 4 2
10 12 72 6
3 8 79 4
3 14 78 3
5 6 5 79
25 29 43 2
20 20 2 36 22
6 2 87 2
4 12 65 20
2 4 74 20
7 9 63 2 4
5 26 62 8
16 13 66
3 19 62 14
18 82
3 3 88 6
10 80 7
10 90
28 10 55 7
14 18 7 61
15 11 67 7
4 31 65
4 8 76 8 4
13 63 21 4
17 83
5 95
5 95
15 5 80
5 74 16
6 89 6
31 69
6 6 88
38 63
6 75 13 6
100
15 8 69 8
15 77 8
8 92
9 18 73
91 9
20 80
100
10 10 60
80
30 70
100
DSP - Amsterdam
Instroom Alsnog Voldoet Ouders Ouders Kind weg Geslaagd Nog in Rest-
naar niet aan weg weg na tijdens behan- groep
RvdK criteria zonder contact STOP deling
STOP contact
Drenthe 6 17 67 17
Midden Twente 6 83 17
De 5 20 80
Stellingwerven
Haarlemmermeer 5 20 40 20 20
Waterweg NW 5 100
Capelle aan den 3 67 33
Ijssel
Totaal 1717 7 10 2 72 5 2
Tabel 4.2
Tabel 4.3
Noot 1
Uit tabel 4. 1 blijkt dat gemiddeld 72% van de in de periode 1 mei 1999 - 1 mei 2000 bij Halt aangemelde 12-minners de Stop-afdoening succesvol hebben afgesloten. Het slaagpercentage voor dit cohort Stop-cliënten kan nog met maximaal 5% worden verhoogd, omdat 5% van de Stop-cliënten nog in behandeling is. Tussen de bureaus treden hierbij wel verschillen op.
Van de bureaus met meer dan 15 cliënten varieert het slaagpercentage van 36% tot 95%.
Gemiddelde duur Stop-afdoening van delictdatum tot inschrijving in dagen - Bron: cliëntbestand-analyse -
gemiddelde aantal standaarddev 1.
Amsterdam 40 81 27
Haaglanden 46 176 34
Eemland 51 17 39
Friesland 68 10 51
W Mijnstreek 42 10 44
OZ Limburg 43 30 40
Rijnmond-Zuid 10 5 18
Rotterdam 58 33 35
Schiedam 46 12 12
Utrecht 24 18 31
Waterweg NW 29 4 11
Zuid Holland N 21 46 21
Totaal 42 442 34
Gemiddelde duur Stop-afdoening van inschrijving tot afsluiting in dagen - Bron: cliëntbestand-analyse -
gemiddelde aantal standaarddev.
Amsterdam 30 90 47
Haaglanden 13 182 16
Eemland 18 27 10
Friesland 28 14 17
W Mijnstreek 38 10 32
OZ Limburg 34 36 85
Rijnmond-Zuid 4 7 5
Rotterdam 40 51 53
Schiedam 18 12 15
Tilburg 27 34 30
Venlo 8 20 20
Waterweg NW 10 5 7
Zuid Holliand N 18 52 47
Totaal 22 540 40
De standaarddeviatie is een maat voor spreiding: hoe groter de standaarddeviatie, hoe groter de verschillen in duur van de afdoening binnen een Halt- bureau.
I Tabel 4.4 Geslacht van Stop-cliënten - Bron: brede eindmeting -
I jongen meisje
�
aantal % aantal %I
Haaglanden 210 88 30 12Amsterdam-Amstelland 105 84 20 16
f Rotterdam 80 79 21 21
t
Zuid-Holland Noord 66 93 5 7Breda 56 89 7 11
I
Maastricht/Mergelland 55 89 7 11, Zwolle e.o. 51 94 3 6
�
Flevoland 51 91 5 9f Tilburg e.o. 46 90 5 10
Utrecht 45 82 10 18
Eindhoven 44 96 2 4
Spijkenisse-De Eilanden 36 97 3
OZ Limburg 34 74 12 26
Den Bosch 33 85 6 15
Venlo 31 94 2 6
West-Brabant 31 82 7 18
Nijmegen 31 97 1 3
Eemland 30 91 3 9
Groningen 29 78 8 22
Venray 27 90 3 10
Walcheren 26 90 3 10
Oosterschelde 25 96 1 4
Roermond 23 82 5 18
Delft 22 88 3 12
Kop Noord Holland 21 91 2 9
Friesland 20 83 4 17
Gorinchem 20 91 2 9
Waterland 20 100
Schiedam 19 95 1 5
. � Zeeuwsch Vlaanderen 16 84 3 16
Twente 15 100
Alkmaar/N-Kennemerland 15 94 6
Weert e.o. 15 94 1 6
West Friesland 14 88 2 13
Helmond e.o. 13 87 2 13
Oss 12 92 8
Zaanstreek 11 61 7 39
Binnensticht 11 100 0
Gooi en Vechtstreek 11 85 2 15
W Mijnstreek 10 83 2 17
Krimpenerwaard 10 100
Vallei/Heuvelrug 10 100
Gouda e.o. 9 90 10
Rijnmond-Zuid 9 90 1 10
Enschede 9 82 2 18
Land van Cuyk 8 80 2 20
Drenthe 6 100
Dordrecht 6 100
Midden Twente 5 83 17
Waterweg NW 5 100
Haarlemmermeer 4 80 20
Capelle aan den IJsselL 3 100
De Stelling werven 3 60 2 40
totaal 1307 88 180 12
Gemiddeld 12% van de Stop- cliënten zijn meisjes, de rest jongens. Het me- rendeel van de aangemelde cliënten is dus van het mannelijke geslacht. Het aantal (en percentage) onbekend (niet ingevuld) voor geslacht is 230 (13%)
Pagina 11 Bijlagenboek STOP-reactie DSP - Amsterdam
Tabel 4.5 Leeftijd van Stop-cliënten (in aantallen en %) -
6 7 8
% % %
Haaglanden 2 5 8
Amsterdam-Amstelland 1 6
Rotterdam 2 8
Zuid-Holland Noord 8
Breda 3
Maastricht/Mergelland 3 2 8
Flevoland 4 7
Utrecht 2 2 7
Zwolle e.o. 2 2 2
Tilburg e.o.
Eindhoven 2
OZ Limburg 2 4
Den Bosch 3
West-Brabant 3
Spijkenisse-De Eilanden 5
Eemland 3 6
Venlo 6
Nijmegen 9
Venray 7 7 17
Walcheren 7
Roermond 4 4
Groningen
Oosterschelde 4 8
Delft 4 4
Friesland 4
Kop Noord Holland 4 4
Gorinchem
Schiedam 10
Waterland
Zeeuwsch Vlaanderen
Zaanstreek 6
Alkmaar/N-Kennemerland 6
West Friesland Weert e.o.
Helmond e.o. 7 7
Twente
Gooi en Vechtstreek Oss
W Mijnstreek 17
Enschede Binnensticht Rijnmond-Zuid Vallei/Heuvelrug
Land van Cuyk 20
Gouda e.o.
Krimrnerwaard 20
Oord echt 17
Oren he Midd�n Twente De s
t
llingWervenHaaM mmermeer 20
Waterweg NW Capelle aan den Ijssel
20
totaal 2 5
9 10
% %
22 24
13 22
17 35
18 24
13 29
32 19
14 20
9 27
13 13
4 31
11 33
17 30
24 24
8 27
6 21
21 27
9 25
10 37
14 21
18 25
30
15 27
24 40
13 29
9 52
14 32
15 40
20 25
16 37
11 28
13 25
25
7 27
13 13
46
25 8
27
40
10 30
10 50
10 40
33 50
17 17
33 40 20 20 33
14 26
Bron: brede eindmeting -
11 12 totaal
% % aantal
39 240
58 125
39 101
48 71
56 63
35 62
55 56
53 55
69 54
65 51
54 46
46 46
74 23 39
50 38
57 3 37
64 33
45 33
56 32
23 30
59 29
50 28
70 27
15 31 26
28 25
54 24
30 23
55 22
35 20
25 30 20
47 19
56 18
56 16
75 16
94 6 16
47 7 15
73 15
100 13
54 13
50 12
73 11
100 11
60 10
60 10
70 10
50 10
30 10
6
67 6
67 6
60 5
60 5
60 5
67 3
51 2 1717
Tabel 4.6 Delicten van de Stop-cliënten (in aantallen en %) - Bron: brede eindmeting -
baldadig- brand- diefstal heid stichting
% % %
Haaglanden 5
Amsterdam-Amstelland 3
Rotterdam 2
Zuid-Holland Noord 1 3
Breda 11
Maastricht-Mergelland 50
Flevoland 1 8
Utrecht 7
Zwol.le e.o.
Tilburg e.o. 10
Eindhoven 9
OZ Limburg 11
Den Bosch 10
West-Brabant 18
Spijkenisse-De Eilanden 11 Eemland
Venlo 9
Nijmegen Venray Walcheren Roermond Groningen Oosterschelde Delft
Friesland
Kop Noord Holland Gorinchem Schiedam Waterland
Zeeuws Vlaanderen Zaanstreek
Alkmaar/N-Kennemerl.
West Friesland Weert e.o.
Helmond e.o.
Twente
Gooi en Vechtstreek Oss
W Mijnstreek Enschede Binn�nsticht Rijnrrjond-Zuid Vallei/Heuvelrug land van Cuyk Gou1a e.o.
Krimpenerwaard DOrdOren he
t
echtMidd n Twente De Stellingwerven HaailWate weg NW
t
mmermeerCape Ie aan den Ijssel totaal
9 13 10 18 3 12
8 22 9 5 5 27 28
6 50 13 40
8 42 55
50 20 10
11
3 3
7 5 3 4 2
10 6 4 15 16 5 9
3 11 6 31 11 4 13
4
7 8
20 20 33 5
14 15 24 8 17 6
31 24 20 17 17 13 5 19 21 18
20 10 14 16 4 5 13 9 5 35
19 33 19 19
13 27 8 15
45
20 20 14
Pagina 13 Bijlagenboek STOP-reactie
winkel
diefstal
%
29 47 50 18 17 19 68 31 13 33 6 20 21 13 22 30 36 13 20 48 11 39 12 16 8 13 9 15 40 19 17 13 44 13 33
31 8 8 18
10 20 50 30 10 50 33 33 40 60 40 33 27
openlijke geweld
pleging
%
5
1 2
4 2 2 2 9 11
9
3 3
11
13
8 18
2
vernieling
%
29 10 15 8 17 3 4 9 44 16 13 2 13 13 24 3 18 31 27 7 11 23 35 42 67 17 50 15 25 27 22 31 13 19 7 13 15 23 25 45 30
40 50 50 20
33 19
vuurwerk
%
12 5 2 42 25 16 4 13 13 10 32 33 10 18 19 24 18 44 17 10 25 13 8 5
4 27 10 20 4
38 19
20 23 38 25 18
60 80
30 30
17 67
20 20 16
overige totaal
% aantal
8 11 8 1 5 2
5 4
9 2 18 16 3
10 11
11 22
20 10
6 27 15
20 10
20
6
240 125 101 71 63 62 56 55 54 51 46 46 39 38 37 33 33 32 30 29 28 27 26 25 24 23 22 20 20 19 18 16 16 16 15 15 13 13 12 11 11 10 10 10 10 10 6 6 6 5 5 5 3 1717
DSP - Amsterdam
Bijlage 5 Kenmerken Stop-reactie per Haltbureau
In deze bijlage zijn gegevens verwerkt afkomstig uit de aanvullende enquête.
De gegevens zijn gebaseerd op de stand van zaken per maart 2000.
Nijmegen
Start: 1 mei 1999
Inhoud
Het uitgangspunt van de aanpak is dat de ouderlijke verantwoorc;lelijkheid centraal staat. Het aanbod is gericht op de ondersteuning van ouders bij het corrigeren van normoverschrijdend gedrag van hun kind. De aanpak bestaat uit drie gesprekken van een half uur tussen kind, ouders en een medewerker van Halt. Tijdens het tweede gesprek krijgt het kind een huiswerk- of leerop
dracht aangeboden, die thuis, eventueel met ondersteuning van de ouders, wordt gemaakt. Welke opdracht wordt aangeboden hangt af van de leeftijd en het niveau van het kind en het gepleegde delict. In het derde gesprek worden de opdracht en de Stop-reactie geëvalueerd. Indien wense
lijk/noodzakelijk volgt een advies over een vervolgtraject, bijvoorbeeld opvoe
dingsondersteuning. Eventueel wordt een schadebemiddelingstraject ingezet.
Tijdsinvestering
Vastgelegd is dat de Stop-reactie in het totaal maximaal 10 uur in beslag neemt. In de praktijk is de cliënt aan de Stop-reactie ongeveer 3,5 uur kwijt, waarvan 1,5 uur in de vorm van gesprekken en 2 uur voor het maken van de huiswerk- of leeropdracht.
Samenwerkingspartners
Politie, Halt, Raad voor de Kinderbescherming
Betrokkenheid ouders
• minimaal aanwezig bij twee van de drie gesprekken;
• eventueel ondersteunen kind bij maken opdracht.
Materiaal:
• uit map vandalisme;
• van andere Haltbureaus.
Friesland
Start: 12 juli 1999
Inhoud
Vier gesprekken van een half uur. In de derde bijeenkomst krijgt het kind een opdracht aangeboden, die wordt bepaald aan de hand van een individueel leerprofiel (waarin rekening wordt gehouden met het type kind en het ge
pleegde delict). Opdrachten zijn bijvoorbeeld het aanbieden van excuses, het bekijken van een video, het schrijven van een verhaal, het maken van een tekening, etc. In het laatste gesprek worden de opdracht en de Stop-reactie geëvalueerd.
Tijdsinvestering
Ongeveer 3,5 uur, waarvan 2 uur in de vorm van bijeenkomsten en 2 uur voor het maken van de opdracht.
Samenwerkingspartners
Politie, Raad voor de Kinderbescherming
Betrokkenheid ouders
• ouders moeten aanwezig zijn bij de gesprekken;
• ouders bieden ondersteuning bij leerproject van het kind.
Materiaal
• video;
• boekje 'Dit gaat te ver';
• Halt-spel;
• Spelen uit de leskoffer 'Laten we het mooi houden'.
Arrondissement Rotterdam: Spijkenisse-De Eilanden Start: 1 september 1999
Inhoud
Twee gesprekken van anderhalf uur, verspreid over twee à drie weken, en in de tussenliggende tijd één of meer groepsbijeenkomsten waarin de kinderen actief met leeractiviteiten bezig zijn. Vanwege het lage aantal aanmeldingen wordt de Stopreactie in de praktijk vaak individueel aangeboden.
Tijdsinvestering
Ongeveer 5 uur, waarvan 4 uur in de vorm van gesprekken/bijeenkomsten en 1 uur voor het maken van de opdrachten thuis.
Samenwerkingspartners
Politie, Raad voor de Kinderbescherming
Betrokkenheid ouders
• ouders zijn aanwezig bij de gesprekken, maar niet bij de Stop-bijeenkomst;
• op verzoek vindt achteraf een telefonisch gesprek met de ouders plaats, waarin Halt kort verslag doet van de cursus en de inzet van het kind.
Materiaal
Vijf modules ontwikkeld door Bureau Castelijn en Van Broekhoven. Dit zijn:
• winkeldiefstal;
• vandalisme;
• vuurwerk;
• jezelf onder controle houden;
• maatjes.
De modulen bevatten opdrachten, vragen die beantwoord moeten worden, rollenspelen, etc.
Pagina 15 Bijlagenboek STOP-reactie DSP - Amsterdam
Arrondissement Rotterdam: Rotterdam Start: 1 september 1999
Inhoud
Na intake-gesprek volgen één of meer groepsbijeenkomsten waarin de kinde
ren actief met leeractiviteiten bezig zijn.
Tijdsinvestering
In het totaal ongeveer 2,5 uur (2 uur per bijeenkomst en -, 5uur voor het gesprek.
Samen werkingspartners Politie
Betrokkenheid ouders
• ouders zijn aanwezig bij het intakegesprek, maar niet bij de Stop
bijeenkomst.
Materiaal
Vijf modules ontwikkeld door Bureau Castelijn en Van Broekhoven. Dit zijn:
• winkeldiefstal;
• vandalisme;
• vuurwerk;
• jezelf onder controle houden;
• maatjes.
De modulen bevatten opdrachten, vragen die beantwoord moeten worden, rollenspelen, etc.
Arrondissement Rotterdam: Schiedam Start: 28 mei 1999
Inhoud
Na intake-gesprek volgen twee groepsbijeenkomsten waarin de kinderen ac
tief met leeractiviteiten bezig zijn.
Tijdsinvestering
Ongeveer 3,5 uur ( 1 gesprek en 2 bijeenkomsten)
Samenwerkingspartners Politie
Betrokkenheid ouders
• ouders zijn aanwezig bij de gesprekken, maar niet bij de Stop-bijeenkomst;
• achteraf vindt een telefonisch gesprek met de ouders plaats, waarin Halt kort verslag doet van de cursus en de inzet van het kind.
Materiaal
Vijf modules ontwikkeld door Bureau Castelijn en Van Broekhoven. Dit zijn:
• winkeldiefstal;
• vandalisme;
• vuurwerk;
• jezelf onder controle houden;
• maatjes.
Pagina 16 Bijlagenboek STOP-reactie DSP - Amsterdam
De modulen bevatten opdrachten, vragen die beantwoord moeten worden, rollenspelen, etc.
Arrondissement Rotterdam: Rijnmond-Zuid Start: 1 september 1999
Inhoud
Twee gesprekken (intake- en afrondingsgesprek) en in de tussenliggende tijd twee groepsbijeenkomsten waarin de kinderen actief met leeractiviteiten bezig zijn.
Tijdsin vestering
Ongeveer 6 uur, waarvan 1 uur voor 2 gesprekken, 4 uur voor 2 bijeenkom
sten en 1 uur voor het maken van opdrachten thuis.
Samenwerkingspartners Politie, OM
Betrokkenheid ouders
• ouders zijn aanwezig bij de gesprekken, maar niet bij de Stop-bijeenkomst;
• ouders zijn betrokken bij de thuisopdracht.
Materiaal
Vijf modules ontwikkeld door Bureau Castelijn en Van Broekhoven. Dit zijn:
• winkeldiefstal;
• vandalisme;
• vuurwerk;
• jezelf onder controle houden;
• maatjes.
De modulen bevatten opdrachten, vragen die beantwoord moeten worden, rollenspelen, etc.
Arrondissement Rotterdam: Waterweg Noord West Start: augustus 1999
Inhoud
Twee gesprekken (intake en afsluiting) en twee groepsbijeenkomsten (door lage aantal aanmeldingen soms ook individueel).
Tijdsinvestering
In het totaal ongeveer 4,5 uur (gesprekken 1 uur, 2 bijeenkomsten van elk 1,5 uur en -0,5 uur thuiswerk).
Samenwerkingspartners
Politie (verwijzers en jeugdcoördinator), ' Pak je Kans' (jeugdzorg op politiebu
reau), OM
Betrokkenheid ouders
• Ouders zijn bij gesprekken aanwezig, niet bij bijeenkomsten.
Pagina 17 Bijlagenboek STOP-reactie DSP - Amsterdam
Materiaal
Vijf modules ontwikkeld door Bureau Castelijn en Van Broekhoven. Dit zijn:
• winkeldiefstal;
• vandalisme;
• vuurwerk;
• jezelf onder controle houden;
• maatjes.
De modulen bevatten opdrachten, vragen die beantwoord moeten worden, rollenspelen, etc.
Zuid-Holland-Noord Start: 1 september 1999
Inhoud
In principe twee gesprekken, één (groeps)bijeenkomst waarin de kinderen actief met leeractiviteiten bezig zijn en het kind biedt excuses aan.
Tijdsin vestering
In het totaal ongeveer 3 uur.
Samenwerkingspartners
Politie, Justitie, Raad voor de Kinderbescherming, Bureau Jeugdzorg
Betrokkenheid ouders
• ouders zijn aanwezig bij de gesprekken en bij het excuus aanbieden.
Materiaal
Stop-werkboek ontwikkeld door ontwikkelingspsychologe Greet Meesters, in opdracht van Halt Zuid-Holland Noord. Het werkboek bevat opdrachten, vra
gen die beantwoord moeten worden, rollenspelen, etc.
Haaglanden
Start: 1 februari 1999
Inhoud
Tot 1 mei: lesprogramma met centraal thema "Regels". Programma bestaat uit opdrachten (met werkbladen) en video. Vanaf 1 mei bestaat de Stopreac
tie uit 1 STOP-les en 2 huiswerkopdrachten. Eventueel vindt extra huisbe
zoek door PreJop (Bureau Jeugdzorg) plaats.
Tijdsinvestering
Tot 1 mei: In het totaal ongeveer 2,5 uur (gesprek 20 minuten en bijeen
komst 2 uur).
Na 1 mei: In het totaal ongeveer 4 uur (gesprek 20 minuten, bijeenkomst 2 uur en huiswerk 1,5 uur).
Samenwerkingspartners
Politie, Raad voor de Kinderbescherming, PreJop
In Den Haag verloopt de doorverwijzing overigens iets anders dan bij de an
dere Haltbureaus: In het kader van een afgesloten convenant tussen politie, Prejop (onderdeel van Stichting Jeugdzorg Haaglanden/Zuid-Holland Noord), Halt Haaglanden (Stop) en de Raad voor de Kinderbescherming vindt weke-
lijks zakenoverleg plaats tussen politie, Prejop en Stop. In deze gesprekken worden aangehouden 12-minners die voor Stop in aanmerking komen óf di
rect naar Stop doorverwezen Of - bij risicosignalen - naar PreJop. Cliënten die naar PreJop worden doorverwezen worden thuis bezocht. Op grond van het oordeel van PreJop worden de 12-minners vervolgens alsnog doorverwezen naar Stop of naar andere instanties, zoals de Raad voor de Kinderbescher
ming.
Betrokkenheid ouders
• Tot 1 mei: afhankelijk van huisbezoek door PreJop.
• Na 1 mei: Eén huiswerkopdracht houdt in dat de ouders worden geïnter
viewd door het kind.
Materiaal
• Tot 1 mei: werkblad, video, tekenmateriaal (Oud en Nieuwspel).
• Na 1 mei: Computergame, tekening maken
Eemland
Start: juni 1999
Inhoud
Gesprek, opdracht (bijvoorbeeld opstel of tekening maken) en excuus aanbie
den. Aanpak is individueel.
Tijdsinvestering
In het totaal ongeveer 2,5 uur (gesprek 1 uur en opdrachten 1 à 2 uur).
Samenwerkingspartners
Politie, Jeugdhulpverlening (Stade/Argus)
Betrokkenheid ouders
• Ouders zijn bij het gesprek aanwezig.
Materiaal
• Geen: Na landelijke Stopdag wordt keuze gemaakt.
Walcheren
Start: 1996 (met aanpak 12-minners)
Inhoud
Twee gesprekken. In de tussentijd komt het kind 1 keer bij Halt voor het maken van een werkstuk onder begeleiding. Soms maakt excuus aanbieden onderdeel uit van de aanpak. Aanpak is individueel.
Tijdsinvestering
In het totaal ongeveer 4 uur (gesprekken 1 uur en opdracht 3 uur).
Samenwerkingspartners
Politie, Raad voor de Kinderbescherming, Jeugdhulpverlening
Pagina 19 Bijlagenboek STOP-reactie DSP - Amsterdam
Betrokkenheid ouders
• Ouders zijn bij gesprekken aanwezig, niet bij maken opdracht.
Materiaal
• "Van anderen" (is bijgesloten, maar herkomst is onduidelijk).
Roermond Start: mei 1999
Inhoud
Intakegesprek met ouders zonder het kind. Hierin wordt probleem in kaart gebracht. Afhankelijk van dit gesprek krijgen de ouders een spel aangeboden dat zij thuis met het kind kunnen spelen. Na het spel maakt het kind een kor
te opdracht, bijvoorbeeld een antwoordlijst, tekening, of e.d .. Een week na het eerste gesprek volgt het tweede waarin de ouders het spel terug brengen en het resultaat bespreken. In principe twee gesprekken, één
(groeps)bijeenkomst waarin de kinderen actief met leeractiviteiten bezig zijn en het kind biedt excuses aan.
Tijdsinvestering
Voor het kind ongeveer 2 uur (spel doen). Voor ouders 3,5 uur (spel + 2 gesprekken)
Samenwerkingspartners Politie
Betrokkenheid ouders
• ouders handelen procedure zelf in huiselijke kring af.
Materiaal
• Spelen voor elk niveau (is verder onduidelijk).
Utrecht
Start: april 1999
Inhoud
Tot april 2000: In één bijeenkomst met enkele kinderen worden enkele pa
gina's van de "Dat gaat te ver" behandeld. Vanaf april 2000 zal met de mo
dulen ontwikkeld door Rotterdam gewerkt worden.
Tijdsinvestering
Ongeveer 45 minuten (bijeenkomst). Onduidelijk is hoeveel gesprekken plaats vinden (waarschijnlijk 1).
Samenwerkingspartners
Politie, Raad voor de Kinderbescherming Betrokkenheid ouders
• ouders zijn aanwezig bij het gesprek.
Pagina 21
Materiaal
• 'Dat gaat te ver'
• Modulen 'uit Rotterdam'
Amsterdam-Amstelland Start: 1 januari 1997
Inhoud
Eén bijeenkomst met Halt (bestaande uit twee delen) en huiswerk, bijvoor
beeld een verplichte tijdsbesteding in buurtwerk. Het huiswerkmateriaal wordt nog ontwikkeld. De aanpak is individueel.
Tijdsinvestering
Ongeveer 1 uur voor de bijeenkomst. Onduidelijk is hoeveel gesprekken plaats vinden (waarschijnlijk 1).
Samen werkingspartners
Politie, Raad voor de Kinderbescherming, Bureau Jeugdzorg, opvoedingson
dersteuning en hulpverlening.
Betrokkenheid ouders
• ouders zijn aanwezig bij alle bijeenkomsten.
• reactie wordt in overleg met ouders bepaald
Materiaal
• Het huiswerkmateriaal wordt nog ontwikkeld door bureau Laverbe.
Venlo
Start: januari 1999
Inhoud
Eén gesprek met kind en ouders. Vervolgens vindt er een
(groeps)bijeenkomst plaats waarin een bepaald thema (zoals vandalisme, diefstal, etc.) wordt behandeld. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een video, opdrachten en een spel. Soms maakt excuus aanbieden onderdeel uit van de aanpak
Tijdsinvestering
In het totaal ongeveer 2,5 uur, waarvan 1 uur gesprek en 1,5 uur bijeen
komst.
Samenwerkingspartners Politie
Betrokkenheid ouders
• ouders zijn aanwezig bij intakegesprek
Materiaal
?
Bijlagenboek STOP-reactie DSP - Amsterdam
Breda
Start: februari 1999
Inhoud
Intakegesprek met ouders. Meestal drie overwegend individuele bijeenkom
sten waarin leeropdrachten worden uitgevoerd. Onderwerpen voor de bijeen
komsten zijn: keuzes maken, Nee zeggen, vrienden, geweten, groepsgedrag.
Tijdsinvestering
In het totaal ongeveer 3,5 uur, waarvan 3 uur voor bijeenkomsten en 5 uur thuiswerk.
Samenwerkingspartners Politie
Betrokkenheid ouders
• ouders zijn aanwezig bij intakegesprek
Materiaal
• Project ' Kies maar'
• Lesproject Halt West-Brabant
• video Pinokkio
Zwolle
Start: mei 1999
Inhoud
Intakegesprek met ouders. Vervolgens 2 bijeenkomsten individuele of groepsbijeenkomsten waarin opdrachten worden uitgevoerd/besproken. Bij
voorbeeld excuus maken, video bekijken en bespreken, rollenspel, bespreken huiswerkopdracht.
Tijdsinvestering
In het totaal ongeveer 3 uur (excl intakegesprek), waarvan 2 uur voor bijeen
komsten en 1 uur thuiswerk.
Samenwerkingspartners
Politie, Raad voor de Kinderbescherming
Betrokkenheid ouders
• ouders zijn aanwezig bij intakegesprek
• ouders worden ingeschakeld bij huiswerkopdracht
Materiaal
• Groot vandalismespel
• 'Dat gaat te ver'
• 'Gooi niet je eigen glazen in'
• 'Per ongeluk expres vanzelf'
• videobanden Halt
• 'Weet wel wat je doet'
Oostelijk Zuid-limburg Start: juli 1999
Inhoud
Intakegesprek met ouders. De Stopreactie bestaat uit een bijeenkomst met een activiteit met een pedagogische strekking, zoals excuus aanbieden, vra
gen beantwoorden, boekje lezen, opstel schrijven, spellen, opstellen, vanda
lenklasje. De aanpak is individueel.
Tijdsinvestering
In het totaal ongeveer 4,5 uur (excl intakegesprek), waarvan 1,5 uur voor het gesprek en de bijeenkomst en 3 uur voor huiswerk. Duur deelname is maxi
maal 10 uur.
Samenwerkingspartners Politie, OM
Betrokkenheid ouders
• ouders zijn aanwezig bij alle gesprekken, ter ondersteuning van de uitvoe
ring van de opdrachten
Materiaal
?
Tilburg
Start: 1 mei 1 999
Inhoud
Intakegesprek met ouders. De Stopreactie bestaat uit een opdracht (een stripverhaal en 1 of 2 'dilemma's') die individueel of in groepsverband wor
den uitgevoerd. Wanneer de opdrachten individueel worden gemaakt, kan ervoor gekozen worden om dit hetzij thuis hetzij op het Haltbureau te doen.
De opdrachten worden besproken in een nabespreking.
Tijdsinvestering
In het totaal ongeveer 3 uur, waarvan 1,5 uur voor de gesprekken en 1,5 uur voor de opdrachten.
Samenwerkingspartners
Politie, OM, Raad voor de Kinderbescherming, Bureau Jeugdzorg.
Betrokkenheid ouders
• De ouders zijn aanwezig bij alle gesprekken. Er kan voor opdrachten geko
zen worden die samen met de ouders worden uitgevoerd.
Materiaal
• 'Stop eens even!' (ontwikkeld door Platform Opleiding, Onderwijs en Or
ganisatie van de Universiteit Leiden i.o.v. Halt Den Bosch, Tilburg, Land van Cuijk en Oss).
Pagina 23 Bijlagenboek STOP-reactie DSP - Amsterdam
Westelijke Mijnstreek Start: 3 mei 1999
Inhoud
Intakegesprek met ouders. Dit gesprek wordt afgesloten met een huiswerk
opdracht. Eventueel volgt een groepsbijeenkomst, waarin opdrachten worden gemaakt of een spel gespeeld. Wanneer dit het geval is wordt ook voor deze bijeenkomst een apart intakegesprek gehouden. Vervolgens wordt de zaak afgesloten met de cliënt. Eventueel volgt nog een afsluitend gesprek met de ouders en de jeugdige ..
Tijdsinvestering
In het totaal ongeveer 3,5 uur (excl intakegesprek), waarvan 2 uur voor de gesprekken/bijeenkomsten en 1,5 uur voor de opdrachten.
Samen werkingspartners
Politie, Raad voor de Kinderbescherming, Bureau Jeugdzorg, Lokale Jeugd Interventie Teams.
Betrokkenheid ouders
• De ouders zijn aanwezig bij alle gesprekken. Ook het huiswerk wordt sa
men met de ouders gemaakt.
Materiaal
• Video, spelvormen, verhaaltjes, stripverhaal.
Bijlage 6 Lijst met geïnterviewden
In deze bijlage is een overzicht te vinden van de sleutelpersonen die zijn geïn
terviewd voor het verdiepend deel van het onderzoek
Haaglanden
mw. T. vld Hoogen, coördinator Twaalfmin-project, lid projectoverleg mw. E. Segaar, medewerker Prejop, lid projectoverleg
dhr. P. van Dijen, politie Haaglanden (JI P-Haaglanden), lid projectoverleg mw. I. Simons, medewerker Raad voor de Kinderbescherming,
vestiging Den Haag
mw. J. van der Poll, Officier van Justitie en hoofd jeugdunit arrondissement Den Haag
Rotterdam-Rijnmond
mw. C. Valk, Halt Rotterdam, medewerker dhr. A. Kievit, Halt Rotterdam, coördinator mw. A. ter Riet, Halt Barendrecht, medewerker dhr. A. Tetteroo, Politie, beleidsmedewerker dhr. P. Verkade, Politie, coördinator jeugd
dhr. W. Hulsbergen, Raad voor de kinderbescherming
Zuid Holland Noord
dhr. M. Blok, Haltbureau, medewerker dhr. V. Wisman, Haltbureau, directeur
dhr. G. Huizen, Politie, portefeuillehouder jeugd dhr. G. Hazebroek, Politie, coördinator jeugd
mw. M. Wiegand, unitmanager Raad voor de kinderbescherming, vestiging Den Haag
dhr. T. Schrama, Bureau Jeugdzorg, teamleider
Tilburg
mw. K. Koridon, Haltbureau, medewerker dhr. J. Wouben, Politie, coördinator jeugdzorg
dhr. A. Verbiest, Raad voor de kinderbescherming, raadsonderzoeker, unit Strafzaken
mw. M. Koolsters, Bureau Jeugdzorg mw. S. Timmermans, Openbaar Ministerie
Pagina 25 Bijlagenboek STOP-reactie DSP - Amsterdam