Ontsnippering
amfibieën
Stad Brugge
nr 17 I 2020
Natuurpunt Studie contact: studie@natuurpunt.be
Coxiestraat 11 • 2800 Mechelen studie@natuurpunt.be • www.natuurpunt.be
Ontsnippering
amfibieën stad Brugge
Resultaten van een gericht onderzoek in het voorjaar van 2020
OPDRACHTGEVER Stad Brugge openbaar domein groendienst Buiten de smedenpoort 2
8000 Brugge 050 32 90 27
CONTACTPERSOON Rebecca Devlaeminck
TERREINWERK Simon Feys, vrijwilligers Vogelwerkgroep Mergus &
Natuurpunt Brugs Ommeland
TEKST Simon Feys
EINDREDACTIE Jorg Lambrechts
Wijze van citeren:
Feys S. (2020). Ontsnippering amfibieën stad Brugge. Resultaten van een gericht onderzoek in het voorjaar van 2020. Rapport Natuurpunt Studie 2020/17, Mechelen.
© Juni 2020
Met dank aan de vrijwilligers en collega’s van Natuurpunt voor hun bijdrage.
Waarnemers: Dominique Verbeke, Reinhardt Strubbe, Lieselot Boone, Hans De Blauwe, Erwin Derous, Kurt Van Damme, Rony Lierman &Dirk Pottier.
Inhoudsopgave
Inleiding ... 4
1 Methodiek ... 5
2 Resultaten ... 7
2.1 Algemeen ... 7
2.2 Bezochte locaties ... 7
2.2.1 Zuidwest ... 9
2.2.2 Noordoost ... 12
2.2.3 Zuidoost ... 13
2.3 Overzetacties ... 14
2.3.1 Zeeweg ... 14
2.3.2 Chartreuseweg ... 16
2.3.3 Tillegembos ... 17
2.3.4 Weidestraat ... 18
3 Conclusies ... 20
4 Referenties ... 21
Inleiding
Na de overwintering, trekken amfibieën in het voorjaar opnieuw naar hun voortplantingspoelen.
Afhankelijk van de weersomstandigheden, verloopt deze verplaatsing gespreid, of tegelijkertijd. Lokaal kan het daarbij om zeer grote aantallen gaan. Zachte, vochtige avonden in februari‐maart genieten de voorkeur. Om hun voortplantingspoelen te bereiken, moeten vaak (drukke) straten worden overgestoken. Hierbij vallen dan – zeker op topavonden – grote aantallen verkeersslachtoffers. Sinds vele jaren al worden daarom over heel Vlaanderen zogenaamde ‘paddenoverzetacties’ gehouden.
Daarbij wordt de straat doorgaans afgezet met schermen, en worden emmers ingegraven aan weerszijden van deze schermen. Vrijwilligers controleren deze emmers dan geregeld, en zetten de amfibieën (vaak zijn dit vooral padden, vandaar de naam), veilig aan de andere kant van de weg.
Er zijn echter nog steeds plaatsen waar dit niet gebeurt, en jaarlijks sneuvelen nog veel amfibieën tijdens hun voorjaarstrek in het verkeer. Tijdens het project ‘Dieren onder de wielen’, stonden in de top 25 van de meest gemelde verkeersslachtoffers maar liefst vier soorten amfibieën. De Gewone pad stond daarbij zelfs op de tweede plaats (Vercayie & Lambrechts, 2017).
Een aantal grote knelpunten werden reeds voorzien van amfibieëntunnels, waarbij de dieren via een tunnel veilig de andere kant van de straat kunnen bereiken. Ook op het grondgebied van Brugge werden reeds een aantal maatregelen genomen. Om na te gaan waar zich momenteel knelpunten bevinden, werd in het voorjaar van 2020 door Natuurpunt Studie, in samenwerking met lokale vrijwilligers, onderzoek uitgevoerd. De bevindingen hiervan worden in voorliggend rapport samengebracht en besproken.
1 Methodiek
Op geschikte avonden in februari – maart 2020 werden vrijwilligers verwittigd, zodat ze ’s avonds op pad konden gaan. Bij de verwachte ‘topavonden’ werd ook door Simon Feys (Natuurpunt Studie) ter plaatse gegaan, om gedurende de eerste uren na zonsondergang zoveel mogelijk gebied te bestrijken.
Dit gebeurde grotendeels per fiets, zodat voldoende afstand kon worden afgelegd (in tegenstelling tot te voet), en toch zo weinig mogelijk dieren worden gemist (in tegenstelling tot met de wagen). Daarbij werd elke waarneming van een amfibie (levend of dood) ingevoerd via de app ‘ObsMapp’. Hiermee worden de exacte gps‐locatie en het tijdstip vastgelegd, en kunnen ook de soort en details over het
‘gedrag’ (bvb. ‘Verkeersslachtoffer’) worden opgeslagen. Daarna worden de gegevens meteen doorgestuurd naar de website www.waarnemingen.be, waar ze raadpleegbaar zijn.
Geschikte avonden zijn avonden waarbij de temperatuur niet te laag is (10° C of meer), en het voldoende vochtig is. Zachte avonden met lichte regen in de uren ervoor en de avond zelf zijn dus ideaal. Om op voorhand te bepalen wat geschikte avonden zijn, werd gebruik gemaakt van de voorspellingen die ook gebruikt worden voor de paddenoverzetacties. Hiervoor worden dagelijks de omstandigheden opgevolgd, en wordt getracht enkele dagen op voorhand te verwittigen als er een topavond wordt verwacht. Op die manier kunnen vrijwilligers enkele dagen op voorhand worden verwittigd, zodat ze het terreinwerk goed kunnen plannen. Om nog meer mensen te bereiken, werden aan het begin van de voorjaarstrek ook berichten verspreid via de nieuwbrief van Natuurpunt Brugs Ommeland, via de Facebookpagina van de stad Brugge, én via het Stadsmagazine van Brugge (Figuur 1).
Aangezien niet elke straat of weg op het grondgebied van Brugge kon worden onderzocht, werd op voorhand nagegaan waar in het verleden reeds slachtoffers werden gemeld. Ook locaties waar zich poelen, vijvers of andere vochtige gebieden bevinden, werden eveneens opgezocht, en zoveel mogelijk bezocht. Op die manier werden een aantal zones afgebakend, die elk door één of meerdere vrijwilligers werden onderzocht.
Figuur 1: Zowel via het Stadsmagazine (links) als via de Facebookpagina (rechts) van de stad Brugge werd een
oproep gedaan om verkeersslachtoffers te melden.
2 Resultaten
2.1 Algemeen
Tussen 1 februari en 15 maart 2020 (de trekperiode) werden op het grondgebied van Brugge door negen waarnemers in totaal 248 waarnemingen van in totaal 258 amfibieën doorgegeven via de website www.waarnemingen.be. Ongeveer de helft daarvan (125 waarnemingen, samen 127 dieren) werd doorgegeven als ‘verkeersslachtoffer’. In de periode tussen 1 februari en 15 maart werden op zes dagen verkeersslachtoffers vastgesteld. De piek van de trek lag duidelijk op 10 en 11 maart, toen werden samen 111 verkeersslachtoffers waargenomen (Tabel 1).
Tabel 1: Data en aantallen van verkeersslachtoffers in Brugge tijdens de voorjaarstrek van 2020.
Datum Aantal
16/02/2020 4
22/02/2020 5
24/02/2020 3
5/03/2020 4
10/03/2020 95 11/03/2020 16
2.2 Bezochte locaties
Een overzicht met alle waarnemingen van amfibieën (zowel levende als verkeersslachtoffers) in Brugge tussen 1 februari en 15 maart 2020, wordt gegeven in Figuur 2. Hierin komen duidelijk enkele zones naar voor waar meer slachtoffers vallen dan elders. Vooral ten zuidwesten en ten noordoosten van het stadscentrum vallen de aantallen verkeersslachtoffers op. Daarnaast werden ook in het zuidoosten van het gebied enkele verkeersslachtoffers genoteerd. De voornaamste zones waar slachtoffers vielen worden verderop meer in detail besproken. Ter vereenvoudiging werden alle waarnemingen die als
‘zonnend’, ‘foeragerend’, … werden ingevoerd, op de kaarten bij ‘ter plaatse’ meegerekend. Op die manier is het verschil tussen levende en dode (verkeersslachtoffers dus) duidelijker te zien.
Figuur 2: Overzicht van de amfibieën die tussen 1 februari en 15 maart 2020 werden waargenomen in Brugge.
(kaart: © OpenStreetMap-auteurs, Gemeentegrenzen Vlaanderen (AGIV)).
2.2.1 Zuidwest
Figuur 3: Waarnemingen van verkeersslachtoffers en levende amfibieën tussen 1 februari en 15 maart 2020 ten
zuidwesten van het centrum van Brugge. Ook de verkeersslachtoffers uit de periode 2010-2019 zijn op deze kaart weergegeven (bron kaarten: © OpenStreetMap-auteurs).
Zoals duidelijk te zien is in Figuur 2, vielen in deze zone, gelegen ten zuidwesten van het centrum van Brugge, de meeste slachtoffers. Ook de afgelopen jaren sneuvelden hier regelmatig amfibieën in het verkeer. Dit is goed zichtbaar in Figuur 3, waarin zowel de gegevens van het voorjaar van 2020 zijn opgenomen, als deze tussen 2010 en 2019.
In 2020 vielen de meeste slachtoffers langs de Zeeweg. Dit is opmerkelijk, aangezien hier schermen en emmers stonden opgesteld, en hier dus ook dit jaar een paddenoverzetactie plaatsvond. De resultaten van deze actie in 2020 zijn te vinden in Tabel 2. Opvallend is dat er bij deze actie geen slachtoffers werden gemeld, terwijl er ’s avonds tientallen dieren werden platgereden (eigen waarnemingen Simon Feys). Mogelijk zijn deze ’s ochtends, wanneer de emmers worden gecontroleerd, reeds allemaal verdwenen, hetzij opgegeten door aaseters, hetzij zodanig vaak overreden dat ze niet meer zichtbaar zijn. Ondanks de 2.614 veilig overgezette dieren, vallen hier nog behoorlijk veel slachtoffers. Een meer permanente oplossing (amfibieëntunnels + vaste schermen; bij de aanleg van meerdere tunnels dienen deze op maximum 50 meter van elkaar geplaatst te worden), of schermen aan beide zijden van de weg tijdens de trekperiode, zou hier mogelijk veel slachtoffers kunnen voorkómen. Verschillende dode dieren werden ook gezien voorbij het einde van de schermen (en dan vooral aan de zuidoost‐zijde ervan). Een langer stuk van de weg afschermen zou hier ook kunnen bijdragen aan een oplossing.
Tabel 2: Aantal overgezette amfibieën aan de Zeeweg in het voorjaar van 2020.
Soort Aantal overgezet
Gewone pad 464
Bruine kikker 1.936
Alpenwatersalamander 166
Vinpootsalamander 15
Kleine watersalamander 33
Figuur 4: Ondanks de aanwezigheid van waarschuwingsborden en schermen (niet zichtbaar op de foto), worden
langs de Zeeweg nog veel amfibieën platgereden (foto: Simon Feys, 10 maart 2020).
Ook langs de Diksmuidse Heirweg vallen geregeld slachtoffers (Figuur 3). In 2020 werden hier enkele dode dieren gevonden, en ook enkele levende die deze weg trachtten over te steken (Figuur 5).
Omwille van het drukke verkeer is het echter moeilijk om hier slachtoffers te vinden, en verdwijnen ze ook snel nadat er enkele wagens zijn overgereden. In de afgelopen jaren werden hier echter ook regelmatig verkeersslachtoffers genoteerd, ook deze weg lijkt dus een knelpunt te zijn voor migrerende amfibieën.
Figuur 5: Langs de Diksmuidse Heirweg werden verschillende amfibieën waargenomen die deze drukke weg
probeerden over te steken (foto: Simon Feys, 10 maart 2020).
2.2.2 Noordoost
Figuur 6: Waarnemingen van verkeersslachtoffers en levende amfibieën tussen 1 februari en 15 maart
2020 ten noordoosten van het centrum van Brugge (bron kaarten: © OpenStreetMap-auteurs).
Ten noordoosten van de stadskern van Brugge, langs de Polderstraat en Aardenburgseweg, werden tussen 1 februari en 15 maart 2020 in totaal zes verkeersslachtoffers gevonden. Daarnaast waren er hier ook negen waarnemingen van levende amfibieën op de weg, dit zijn ook potentiële slachtoffers.
Deze gegevens wijzen erop dat er op deze locatie af en toe wel wat trek is van amfibieën, maar het gaat (alvast in het voorjaar van 2020) niet om grote aantallen. Er zijn momenteel geen paddenoverzetacties op deze locaties.
2.2.3 Zuidoost
Figuur 7: Waarnemingen van verkeersslachtoffers en levende amfibieën tussen 1 februari en 15 maart 2020 ten
zuidoosten van het centrum van Brugge (bron kaarten: © OpenStreetMap-auteurs).
Ten zuidoosten van het centrum van Brugge, langs de Sparrenstraat en de Astridlaan, werden dit voorjaar drie verkeersslachtoffers genoteerd (Figuur 7). Er waren geen waarnemingen van levende dieren op de weg, net zoals de voorgaande locatie lijkt het hier dus eerder om lage aantallen te gaan.
Niet ver van bovenstaande locatie werd net voor aanvang van de amfibieëntrek een knelpunt gesignaleerd door enkele buurtbewoners. Dit was gelegen langs de Weidestraat, meer bepaald ter hoogte van huisnummer 346. Hier waren de afgelopen jaren regelmatig verkeersslachtoffers opgemerkt, en enkele bewoners wilden daar iets aan doen.
Figuur 8: Langs de Weidestraat vielen de afgelopen jaren regelmatig slachtoffers (foto: Filip Vanoverberghe,
voorjaar 2019).
Na een snelle actie vanuit de stad Brugge werd hier een overzetactie georganiseerd m.b.v. tijdelijke schermen en emmers. De resultaten hiervan worden verderop in dit rapport besproken.
2.3 Overzetacties
Op vier locaties in Brugge werden of worden nog steeds overzetacties voor amfibieën georganiseerd.
Twee ervan, gelegen langs de Zeeweg en de Weidestraat, werden reeds besproken in Hoofdstuk 2.2.
Hieronder worden alle locaties kort besproken, en wordt een overzicht gegeven van de overgezette dieren.
2.3.1 Zeeweg
Langs de Zeeweg loopt sinds 1999 een paddenoverzetactie. Het traject waar schermen staan opgesteld wordt weergegeven in Figuur 9.
Figuur 9: Traject van de schermen die langs de Zeeweg staan opgesteld.
Een overzicht van alle overgezette amfibieën aan de Zeeweg is te vinden in Tabel 3. Tot en met 2017 was Gewone pad de meest algemene soort. Daarna nam Bruine kikker het over, met in 2020 bijna 2.000 exemplaren van deze soort.
Tabel 3: Overzicht van de overgezette amfibieën aan de Zeeweg, van 1999 t.e.m. 2020 (bron:
www.hylawerkgroep.be).
Gew.
pad
Br.
kikker
groene kikker sp.
Alpenwatersal .
Vinpootsal .
Kleine watersal.
sal.
sp.
1999 306 151
2000 437 63
2001 391 86
2002 594 166
2003 624 10 1 181 32
2004 683 13 208 11
2005 582 38 2 435 43
2006 614 49 1 299 2 42 2007 529 38 75 10 25 2008 390 58 182
2009 295 68 308
2010 478 56 122 111
2011 357 41 165 19 5 18 2012 384 38 102 13 3 2013 337 27 32 8 37
2014 208 33 40 7 1 2015 191 22 25 8 7 11 2016 205 65 6 1 19
2017 811 369 63 4 29
2018 642 1572 201 6 7
2019 628 1131 161 15 19
2020 464 1936 166 15 33
In verschillende jaren werden ook de aantallen verkeersslachtoffers doorgegeven, deze zijn terug te vinden in Tabel 4. Deze variëren van enkele exemplaren tot enkele tientallen exemplaren. Ook hieruit blijkt dus dat er hier, ondanks de overzetactie, regelmatig behoorlijke aantallen verkeersslachtoffers vielen.
Tabel 4: Verkeersslachtoffers die genoteerd werden aan de overzetactie langs de Zeeweg (bron:
www.hylawerkgroep.be).
Gew. pad Br. kikker Alpenwatersal. kikker spec. sal. spec.
1999
2000
2001
2002
2003 59 4 42
2004
2005 50 27
2006 6 38
2007 41 1 3
2008 12 27 1
2009 14 18 37
2010 31
2011 10 22
2012 18 24
2013 15 2 14 6
2014
2015
2016 1
2017 10 5 43 3
2018 50
2019 53 21 48
2020
2.3.2 Chartreuseweg
Langs de Chartreuseweg werd tussen 1999 en 2007 een overzetactie georganiseerd, met in 2006 bijna 3.000 Gewone padden (Tabel 5). Aangezien daarna de overwinteringsplek werd volgebouwd, en de aantallen waren gecrasht, werd deze actie in 2008 stopgezet. Twee bezoeken in het voorjaar van 2020 leverden hier geen amfibieën op.
Tabel 5: Overzicht van de overgezette amfibieën aan de Chartreuseweg, van 1999 t.e.m. 2007 (bron:
www.hylawerkgroep.be).
Gewone
pad
Bruine kikker
groene kikker sp.
Alpenwatersal. Kleine watersal.
1999 181 15 1
2000 777 9 39
2001 968 32 26
2004 1649 19
2005 2220 3 13
2006 2950 21 18 2
2007 911 9 34 4
Tijdens enkele jaren dat de overzetactie werd georganiseerd, werden ook de aantallen verkeersslachtoffers bijgehouden, deze worden weergegeven in Tabel 6.
Tabel 6: Verkeersslachtoffers die genoteerd werden aan de overzetactie langs de Chartreuseweg (bron:
www.hylawerkgroep.be).
Gewone pad
1999
2000 82
2001
2002
2003 49
2004 51
2005 38
2006 215
2007
2.3.3 Tillegembos
Aan het Tillegembos werd tussen 2006 en 2016 eveneens een overzetactie georganiseerd. Het afgezette traject is te vinden in Figuur 10.
Figuur 10: Traject van de schermen die langs het Tillegembos stonden opgesteld.
Deze actie werd na 2016 stopgezet. Er vallen jaarlijks echter nog veel slachtoffers maar de oversteekplaats is niet meer zo geconcentreerd op één locatie. Er was ondertussen ook een natuurherinrichtingsproject in het verlengde van de overwinteringsplaats waardoor de trekbeweging nu in beide richtingen plaatsvindt. De locatie is normaalgezien verkeersluw, maar de weg wordt wel intens gebruikt tijdens voetbalwedstrijden. Als dit net met een piekmoment in de trekperiode samenvalt, kan dit dramatisch zijn. De overzetactie is hier gestopt omdat de trekbeweging niet meer
duidelijk was na het aanleggen van vele nieuwe poelen bij de herinrichting. Op de goede trekavonden wordt er wel nog rondgelopen om manueel dieren over te zetten (mond. med. Nicholas Endriatis).
De verzamelde resultaten van de overgezette dieren zijn terug te vinden in Tabel 7. De voornaamste overgezette soorten hier waren Gewone pad, Bruine kikker en Alpenwatersalamander.
Tabel 7: Overzicht van de overgezette amfibieën aan het Tillegembos, van 2006 t.e.m. 2016 (bron:
www.hylawerkgroep.be).
Gew.
pad
Br.
kikker
groene kikker sp.
Alpenwatersal. Vinpootsal. Kleine watersal.
sal. spec.
2006 705 300 47 12
2007 332 354 52 8
2009 176 563 1 146 30
2010 234 278 2 100 30
2012 164 685 92 7 24
2013 133 563 1 5 111
2014 84 1138 57 47 3 9
2015 22 96 88 8 82
2016 17 197 9 23 10 22
Ook hier werden de verkeersslachtoffers doorgegeven, het ging echter steeds om vrij lage aantallen op deze locatie (Tabel 8).
Tabel 8: Verkeersslachtoffers die genoteerd werden aan de overzetactie aan het Tillegembos (bron:
www.hylawerkgroep.be).
Gewone pad Bruine kikker Alpenwatersalamander salamander spec.
2006 34 7 11
2007 3 2 2
2009 8 13 1
2010 9 17 1
2012 4 1
2013 2 4 9
2014 1 6 2
2015
2016
2.3.4 Weidestraat
Dankzij het snel handelen net voor aanvang van de amfibieëntrek konden op deze locatie in totaal 662 amfibieën veilig worden overgezet (Tabel 9). Er vielen echter ook nog behoorlijk wat slachtoffers (140 in totaal). Een meer permanente oplossing, of een uitbreiding van de schermen is hier dus wellicht wenselijk. Deze gegevens werden ingevoerd in het Paddenportaal (de databank waarin alle gegevens van paddenoverzetacties worden bijgehouden), en zijn dus niet zichtbaar op de in dit rapport getoonde kaartjes (deze zijn gemaakt op basis van de data uit www.waarnemingen.be).
Tabel 9: Overzicht van de overgezette amfibieën en de verkeersslachtoffers langs de Weidestraat in het voorjaar
Bruine kikker 234 55
groene kikker spec. 18
Alpenwatersalamander 45 14
Kleine watersalamander 3 1
salamander spec. 1
3 Conclusies
Tijdens de topavonden van amfibieëntrek in het voorjaar van 2020, werden door zowel vrijwilligers als Simon Feys van Natuurpunt Studie zoveel mogelijk locaties gecontroleerd op de aanwezigheid van amfibieën. Het ging daarbij zowel om verkeersslachtoffers, als levende amfibieën op of nabij de weg, die potentieel wel zouden kunnen platgereden worden. De locaties met de meeste slachtoffers bleken gelegen te zijn langs (en in de buurt van) de Zeeweg en de Diksmuidse Heirweg.
Aan de Zeeweg loopt reeds sinds 1999 een paddenoverzetactie, maar op de avond van 10 maart alleen al werden daar enkele tientallen doodgereden dieren geteld. Momenteel worden daar tijdens de trekperiode tijdelijke schermen aan slechts één zijde van de weg gebruikt. Indien beide kanten van de weg zouden worden afgezet, zou dit wellicht veel slachtoffers schelen. Ook worden de schermen best verlengd, vooral aan de zuidoost‐zijde vielen verschillende slachtoffers voorbij het einde van het scherm. Indien praktisch mogelijk zouden tunnels hier ook een oplossing kunnen zijn.
Op enkele andere locaties werden ook slachtoffers gevonden, maar steeds in lage aantallen. Net voor aanvang van de trek kon een door buurtbewoners gemeld knelpunt, gelegen langs de Weidestraat, tijdelijk worden opgelost door hier schermen te plaatsen en een overzetactie te organiseren. Indien op deze locatie geen permanente oplossing kan worden gerealiseerd (bijvoorbeeld vaste schermen + tunnels), zal dergelijke actie jaarlijks herhaald dienen te worden. Als op één van de in dit rapport besproken locaties voor permanente oplossingen gekozen zou worden, is het van groot belang dat deze goed onderhouden worden, zodat hun werking gegarandeerd blijft. Slecht onderhouden maatregelen kunnen immers leiden tot veel slachtoffers. Vaak is de permanente geleiding beschadigd, of sluit deze slecht aan op de tunnels, hier dient dus nauw op te worden toegezien (Jacobs et al., 2020).
In Jacobs et al. (2020) staat een stappenplan uitgewerkt voor de duurzame aanleg en opvolging van herpetofaunavoorzieningen.
Op twee andere locaties werd in het verleden eveneens een paddenoverzetactie georganiseerd: langs de Chartreuseweg tussen 1999 en 2007, en aan het Tillegembos tussen 2006 en 2016. Aan de Chartreuseweg werd de overzetactie gestopt omdat de overwinteringsplek was volgebouwd, en de aantallen amfibieën sterk waren afgenomen. Aan het Tillegembos loopt de trek meer gespreid na een herinrichtingsproject. Hier vallen nog regelmatig slachtoffers, vooral op avonden dat er voetbal is wordt de weg veel gebruikt. Op ‘goede’ trekavonden wordt hier nog rondgelopen en worden amfibieën manueel overgezet.
4 Referenties
Jacobs I., Feys S., Nijs G., Gielen K., Verbelen D. & Lambrechts J. (2020). Monitoring van ontsnipperings‐maatregelen voor herpetofauna in Vlaanderen’. Eindrapport. Rapport Natuurpunt Studie 2020/9, Mechelen.
Vercayie D. & Lambrechts J. (2017). Inventarisatie en evaluatie van de impact van het verkeer op wilde dieren in Vlaanderen – “Dieren onder de wielen 2.0”. Eindrapport. Rapport Natuurpunt Studie 2017/8, Mechelen